Repatriëring
blijft uit want
oorlog gaat door
finale
AFGHANISTAN NA DE RUSSEN:
ZATERDAG 21 OKTOBER 1989 PAGINA 23
Acht maanden geleden vertrokken de Russen uit
Afghanistan, maar de oorlog duurt er
onverminderd voort. In februari rolden de laatste
tanks van het Rode Leger het land uit. Het
Westen verwachtte een massale terugkeer van
Afghaanse vluchtelingen, maar in mei moesten
in het naburige Pakistan zelfs kampen voor
nieuwe vluchtelingen worden geopend. De
Afghaanse burgeroorlog raakte in het Westen in
het vergeetboek. Westerse hulpverleners in het
naburige Pakistan zien zich geconfronteerd met
dalende budgetten voor de vluchtelingenhulp.
Europa en Amerika dreigen de geldkraan dicht te
draaien, terwijl het eind van deze vergeten oorlog
niet in zicht is. Het grootste
vluchtelingenprobleem ter wereld is nog steeds
niet opgelost. Meer dan ooit is hulp geboden.
Een bezoek aan de dokter is voor de vrouwen vaak de enige manier om eens uit hun tent te komen.
In de kampen voor Afghaanse vluchtelingen zijn vooral veel weduwen
met kinderen. Hun mannen zijn in de oorlog omgekomen.
Volgende week is het
Nationale
Vluchtelingenweek. In
het kader van de actie
Terug naar huis'
zamelt de Stichting
Vluchteling geld in vooi
Afghaanse
vluchtelingen. In
Pakistan wachten 3,5
miljoen vluchtelingen
in troosteloze kampen
op vrede en op de kans
terug te keren.
Onze verslaggever Theo
Krabbe reisde naar
Pakistan om
poolshoogte te nemen.
PESHAWAR - Toeterend en slin-
gerend wringt het Toyota-busje
zich door het drukke verkeer in de
straten van de Pakistaanse grens
stad Peshawar. Gemotoriseerde
riksja's, fietsers, bromfietsers, ezel
karren, bont beschilderde autobus
sen, tot op het dak volgepakt met
Pakistani, en fraai versierde Bed
ford-vrachtwagens storten zich met
een ware doodsverachting in het
gekrioel op de weg. Het straatbeeld
wordt beheerst door soldaten met
hun wapen in de aanslag. Peshawar
is de thuisbasis van zo'n tachtig
westerse en Arabische hulpverle
ningsorganisaties voor de Afghaan
se vluchtelingen. Ook zetelt hier de
'voorlopige islamitische regering'
van Afghanistan.
Doel van onze reis is een tweedaags be
zoek aan een nieuw vluchtelingenkamp,
Shin Dand, in het district Kohat en en
kele hulpverleningsprojecten in de
noordwestelijke grensprovincie van Pa
kistan. Projecten van het International
Rescue Committee (IRC), waarmee de
Nederlandse Stichting Vluchteling sa
menwerkt. Daar concentreert zich het
grootste vluchtelingenprobleem ter we
reld: zo'n 3,5 miljoen Afghaanse vluch
telingen leven er in 315 vluchtelingen
kampen en zijn vooralsnog niet bereid
terug te keren naar hun vaderland. Inte
gendeel, nog dagelijks trekken Afghanen
I de grens met Pakistan over vanwege de
oorlog, waarvan het eind nog niet in
zicht is.
Op 14 april vorig jaar sloten de Verenig
de Staten en de Sovjetunie in Genève
een akkoord, dat voorzag in de terug
trekking van de Russische troepen uit
Afghanistan rond uiterlijk 15 februari
van dit jaar. Opgelucht haalde het Wes
ten adem. Televisiebeelden van de af
tocht van de Russen uit Afghanistan gin-
gen in februari de wereld rond. Westerse
diplomaten in de Afghaanse hoofdstad
Kabul sloten met elkaar weddenschap
pen af over de val van het communisti
sche regime van president Nadjibullah
binnen enkele weken. Sommige vertrek
kende Sovjet-soldaten spraken openlijk
uit dat de overwinning van de Afghaan
se guerrilla's, de mujaheddin ('heilige
strijders'), in het verschiet lag. Na de te
rugtrekking liepen duizenden regerings
soldaten over naar het verzet, onder wie
zelfs het vroegere hoofd van de persoon
lijke garde van president Nadjibullah,
generaal Zarif.
Misrekening
De verwachting dat het verzet het com
munistische regime spoedig ten val zou
brengen, bleek een enorme misrekening.
Over het hoofd werd gezien dat de Rus
sen Kabul tot de tanden bewapend "had
den achtergelaten, dat het bewind in Ka-
bul militair gezien over een overwicht in
de lucht beschikte - gevechtsvliegtuigen,
gevechtshelikopters, bommenwerpers en
zware artillerie - en dat het islamitische
verzet vanwege de onderlinge stammen-
rivaliteiten traditioneel sterk verdeeld
was. Tot februari hadden de mujaheddin
een guerrillaoorlog gevoerd, door vanuit
de bergen konvooien Russische vracht
wagens en tanks aan te vallen en de aan
voerlijnen van de steden af te snijden.
Maar met een 'positieoorlog', met daar
bij behorende veldslagen en tactieken,
had het Afghaanse verzet geen enkele er
varing opgedaan. De aanval in maart
van het verzet op de stad Jallalabad, ge
legen op de doorgangsweg van Peshawar
I naar Kabul, eindigde in een bloedige
mislukking. In september wist het rege
ringsleger zelfs de oude stad Kandahar
I in het zuiden, die twee jaar lang door de
mujaheddin geheel omsingeld was, te
ontzetten.
Het regime van president Nadjibullah
zit momenteel vaster dan ooit in het za
del. De burgeroorlog, waarin nu Afgha
nen tegen Afghanen vechten, is in een
impasse geraakt. Volgens westerse hulp
verleners groeit de apathie en weerzin
onder de Afghaanse burgerbevolking en
onder de vluchtelingen in de kampen in
Pakistan tegen deze jihad ('heilige oor
log'). Maar de terugkeer van de vluchte
lingen is uitgebleven, om de simpele re
den dat de oorlog voortduurt, een poli
tieke oplossing van het conflict nog ver
weg lijkt en het land totaal verwoest is.
De vele graven van de in Afghanistan
omgekomen mudjaheddin met veelkeu
rige vlaggen langs de weg van Peshawar
naar Kohat zijn de zichtbare tekenen
van dit oorlogsgeweld.
Vrouwen
Robert Godfrey, de persman van het In
ternational Rescue Comittee die ons ver
gezelt, blijft zich voortdurend verbazen
over de Pakistani en Afghanen. In het
bijzonder over de maatschappelijke af
zondering van de vrouwen, de pardah,
in deze islamitische door mannen gedo
mineerde cultuur. Die komt vooral tot
uiting in de blauwe, witte, gele of zwarte
sluiers, waarbij je zelfs de gezichten van
de vrouwen met kunt onderscheiden.
„Af en toe zou ik wel eens uit deze man
nenmaatschappij weg willen zijn. Op
straat zie je vrijwel geen vrouwen. Als ik
ze tegenkom, lach ik tegen ze. Ik bedoel,
het zijn toch ook mensen. Aan het wit
van hun tanden zie je dan dat ze terugla
chen".
Na een uur bereiken we het beroemde
dorp Darra in het stammengebied van
de Afghaanse en Pakistaanse Pashtu's,
waarover de Pakistaanse autoriteiten
teen bestuurlijke controle uitoefenen,
lechts de doorgangswegen worden door
het Pakistaanse leger en de politie be
waakt. 's Nachts rijden de vrachtwagens
er in konvooien uit voorzorg tegen over
vallen. Het dorp leeft van wapensmede
rij, wapenhandel, smokkel, heroïne, en
ontvoering voor losgeld. Na Darra voert
de tocht over een bergpas naar Kohat,
waar we aankomen bij het kamp Shin
Dand, het levende bewijs dat de oorlog
nog steeds voortduurt.
Ondervoeding
In het tentenkamp valt de hitte als een
verstikkende deken over je heen. Het is
er 's morgens tegen tien uur al zo'n ze
sendertig graden. Een tankwagen met
water, geschonken door Saudiarabië,
rijdt het kamp binnen, dat ligt op een
zandvlakte tussen twee bergruggen. Het
kamp werd op 25 mei geopend, vertelt
de Afghaanse dokter Zafar, die de lei
ding heeft over de medische hulppost
van het IRC, welke uit vijf tenten be
staat. „Het kamp telt nu al tienduizend
vluchtelingen, dagelijks melden zich er
nog tientallen. Ze worden geregistreerd
en krijgen per familie een gezondheids-
kaart". Veel vluchtelingen zijn afkomstig
uit de streek rond Jallalabad. Nadat ze
zich in Peshawar bij de commissie voor
Afghaanse vluchtelingen hebben gemeld,
worden ze op trucks naar Shin Dand ge
bracht. In het kamp worden de vluchte
lingen direct ingeënt tegen polio, tbc,
difterie, tetanus en mazelen, die vooral
bij jonge kinderen voorkomen.
In een tent houdt de Pakistaanse arts So-
san Ehsan spreekuur voor de vrouwen
met hun veelal jonge kinderen. Per dag
behandelt ze honderdvijftig vrouwen,
die geduldig hun beurt afwachten. Een
visite aan de dokter is hun enige moge
lijkheid om uit hun tent te komen, om
dat de mannen niet toestaan dat zij in
het kamp hun tent of hutje verlaten. Op
een kaart houdt dokter Ehsan nauwkeu
rig de ziektes bij. Ooginfecties, huidaan
doeningen en wormen bij de kinderen
scoren er hoog. „Veel vrouwen klagen
ook over hoofdpijn en maagpijn. Dat
zijn vooral psychische klachten. Vrou
wen hebben in de kampen veel te lij
den".
Luid geweeklaag klinkt op in de tent er
naast. Met grote ogen kijken de Pashtu-
vrouwen, hun kind tegen zich aange
drukt, de zusters aan. „Ondervoeding",
legt Munawar Sultan uit, belast met de
zorg voor de gezondheid van kinderen
van deze Afghaanse moeders. „Als de
moeder meewerkt, hebben we binnen
twee weken goede resultaten. Binnen
twee maanden helpen we de kinderen er
bovenop". Plastic potjes met daarin ge
droogde rijst, melkpoeder en gedroogde
bonen, borden met aardappels, tomaten,
en andere groente liggen onder een doek
op de tafel in de tent.
„Er is niet genoeg geld", zegt dokter Za
far Osman, gevlucht uit de Afghaanse
provincie Paktia. „We hebben niet ge
noeg medicijnen. In de tenten is het te
heet, we zouden hier graag drie stenen
gebouwtjes willen neerzetten". Volgens
de Afghaanse arts zijn de Russen hele
maal nog niet weg uit Afghanistan. „Ze
komen over de grens met vliegtuigen om
de dorpen te bombarderen", weet hij
met zekerheid te melden.
Dokter Zafar loopt met ons het kamp in,
waar we een Afghaan treffen, gekleed in
een blauwe broek en hemd. Hij is net
met drie families aangekomen. Vier da
gen is hij blootsvoets door Afghanistan
getrokken vanuit een dorp dichtbij het
vliegveld van Kabul, dat gebombardeerd
werd. Zijn voeten zijn nog opgezet van
de barre tocht.
Als ik me omdraai, zie ik een vrouw met
een kruk onder haar arm tegen de muur
van een lemen hutje staan en ons zelfbe
wust gadeslaan. Drie dagen geleden
kwam ze in het kamp aan, gevlucht uit
het district Shakar Dara, vlakbij Kabul.
Ze mist haar linkerbeen. Tankvuur. „Of
er Russen zijn of niet, het is er niet vei
lig in Afghanistan. Als Afghanistan vrij
is, gaan we pas terug". Gehuld in een
groene halsdoek, paarse broek, en rode
armbanden, draagt ze een baby op haar
armen. Drie kralenkettinkjes sieren zijn
voetje.
Wederopbouw
Na het bezoek aan het kamp Shin Dand
vervolgen we onze tocht naar Hangu,
waar het International Rescue Commit
tee sinds enige tijd begonnen is met zo
genaamde 'cross-boarder'-projecten.
Grensoverschrijdende projecten in Af
ghanistan zelf, gericht op de wederop
bouw van het land. Want de oorlog heeft
het land een onvoorstelbare schade be
rokkend. Een derde van de bevolking is
vluchteling. Van hen leven er 3,5 mil
joen in Pakistan in de kampen, twee
miljoen in Iran, ettelijke honderdduizen
den in India, en een onbekend aantal in
Europa en de Verenigde Staten. Dan zijn
er nog eens twee miljoen Afghanen in
Afghanistan op de vlucht voor het oor
logsgeweld. De oorlog heeft nu al 1,2
miljoen doden opgeleverd, een kleine
tien procent van de bevolking. De mees
te slachtoffers zijn vrouwen en kinderen.
Hulpverleners noemen een getal van een
miljoen weduwen, voor wie bij Pesha
war zelfs een speciaal kamp is ingericht.
In Peshawar staan gespecialiseerde zie
kenhuizen en revalidatiecentra voor de
talloze oorlogsinvaliden. Velen missen
een been of een arm.
De helft van de dorpen is vernield door
bombardementen, meer dan de helft van
de veestapel is gedood en de landbouw
is door het vernietigen van de irrigatie
systemen drastisch gereduceerd. Het Af
ghaanse platteland is bezaaid met mij
nen en blindgangers. Schattingen daar
over lopen uiteen van drie tot dertig
miljoen. Geen wonder dat de Afghaanse
vluchtelingen in Pakistan slechts spora
disch naar huis terugkeren. In de kam
pen hebben ze onderdak, .medische ba
sisvoorzieningen, mogen ze een stukje
grond bewerken, een kleine veestapel
hoeden of de handel in gaan. In Afgha
nistan wacht hen een onzekere toe
komst: een onveilig bestaan, armoede,
honger en de mijnen
Namaakmijnen
De Amerikaanse ingenieur Duke Millar
leidt in Hangu een deel van het weder-
opbouwprogramma van het Internatio
nal Rescue Comittee in de bevrijde ge
bieden Paktia en Paktika in Afghanistan.
Dat wederopbouwprogramma, waarvoor
het IRC in het nabijgelegen Demansand
sinds enige tijd een centrum geopend
heeft, bestaat uit het opleiden van Af
ghanen tot medische laboranten, tand
artsen en ingenieurs die de vernielde ir
rigatiesystemen kunnen herstellen. Ver
der zijn er opfriscursussen voor plaatse
lijke bestuurders in Afghanistan en voor
ziet het wederopbouwprogramma in het
transport naar Afghanistan van kunst
mest en zaden voor de landbouw. Nood
zakelijke programma's ter voorbereiding
van de repatriëring, die anders tot een
complete chaos zou leiden.
Duke Millar heeft de supervisie over een
wel erg navrant onderdeel van het her
stelprogramma. Een werkplaats, waar
Afghaanse handwerkslieden mijnen, gra
naten en blindgangers van hout nama
ken. „Ik heb maanden met militairen
moeten discussiëren", zegt hij. „Militai
ren zijn gewend met grote precisie repli
ca's te maken. Burgers hebben slechts
een globale replica nodig". De in de oor
spronkelijke grijze en groene kleuren ge
schilderde houten mijnen, granaten en
blindgangers zijn bedoeld voor het on
derwijs in de vluchtelingenkampen.
Daarmee wordt vrouwen en kinderen
geleerd de echte mijnen en blindgangers
in Afghanistan te ontdekken en onscha
delijk te maken. Want vooral zij zijn er
de slachtoffers van.
Duke Millar laat ons een grijze mijn in
de vorm van een vlinder zien. De Rus
sen hebben deze vlindermijnen uitge
strooid boven Afghanistan met het doel
de bevolking te demoraliseren. Als kin
deren de vlinders oppakken om ermee te
spelen of erop trappen, moeten ze dat
met het verlies van een arm of been be
kopen. In de werkplaats heerst een grote
bedrijvigheid. De Afghanen kappen het
hout in stukken, met machines worden
ze in de juiste vorm gezaagd en ge
schuurd, en een ander groepje beschil
dert ze.
„Ik moest dit wel doen", vervolgt Duke
Millar, „omdat de Russen ons niet wil
den vertellen waar ze de mijnen hebben
gedropt. Toen heb ik geïnformeerd naar
de echte mijnen waaruit de explosieven
waren verwijderd. Die wilden ze ons ook
niet geven. Ze dachten dat wij ze dan
door wilden spelen aan het verzet, die ze
in Afghanistan zou gebruiken".
Schooltje
Het hulpprogramma bevat ook onder
wijs voor de grotendeels analfabetische
Afghaanse vluchtelingen. Het IRC traint
Afghaanse leraren, die in de kampen on
derwijs verzorgen. De volgende morgen
bezoeken we zo'n schooltje in Naryab,
waar de kinderen uit de naburige vluch
telingenkampen in tenten onderwijs krij
gen: lezen, taal en schrijven, rekenen, en
de koran. De school bestaat uit tenten,
op een plein in een vlakte tussen de
berghellingen. Het plein is afgebakend
door lemen muren, er staat een volley
balnet gespannen, er is een waterput en
een zinken waterreservoir.
Voordat de lessen beginnen en ze in
hurkzit keurig op een rijtje in de tent
plaatsnemen, krijgen de jongens op het
plein sportoefeningen en wordt er uit de
koran gebeden. Gedecideerd blaast een
leraar op een fluitje, waarna de jongens,
keurig in het gelid naar leeftijd opge
steld, hun strekoefeningen doen. Twee
jongetjes gaan recht voor de groep staan
en bidden voor, de groep herhaalt het in
koor. Wat ze die morgen badeni? „Onze
vaders zijn de jihad ingegaan. We hopen
dat ze veilig zullen terugkeren. Maar als
ze martelaren worden, zullen we ze tot
in Afghanistan volgen".
THEO KRABBE
,9
V y
Handwerkslieden maken houten granaten en mijnen zodat de Afghaanse kinderen ze kunnen leren her
kennen. Die kennis hebben ze nodig als ze weer thuis zijn in hun dorp dat meestal van dit soort wapen
tuig vergeven is.
FOTO: BERT VERHOEF
£eidóe @ouAO/nt