U ING ,Kort geding te weinig toegepast' We toveren mensen roze wolk voor Ü2ËJÉ Uail<?ia.l5 M]C voor 4? Nederlandse* MR. ASSCHER: PREVENTIE IS NU SLEUTELWOORD BIJ KANKERBESTRIJDING -AV/ZW BINNENLAND CeidócSouAont ZATERDAG 14 OKTOBER 1989 PAGINA 7 Kabinet start procedure voor nieuwe baan op Beek MAASTRICHT Het kabinet heeft giste ren besloten de procedure voor de aanleg van de oost-westbaan op vliegveld Beek te laten doorgaan. Gedeputeerde Staten van Limburg hebben instemmend gereageerd op het besluit dat impliceert dat niet wordt ge wacht op de behandeling van nieuwe natio nale normen voor nachtelijk vliegverkeer. Het bestuur van de provincie vindt dat hier mee een belangrijke stap is gezet op weg naar realisering van de al lang bepleite uit breiding, die niet alleen van betekenis is voor de ontwikkeling van de betrokken luchthaven, maar ook voor de economische expansie van Zuid-Limburg en van de aan grenzende regio's in België en de Bondsre publiek Duitsland. Ouderen en vrouwen zorgen voor toename motorrijden AMSTERDAM Motorrijden maakt op dit moment in Nederland een grote opleving door. Tussen 1987 en 1988 steeg het aantal aanvragen voor het afleggen van een mo torrijbewijs met bijna twintig procent en groeide de verkoop van motorfietsen even eens explosief. Het valt de afdeling Gemoto riseerde Tweewielers van de RAI op dat motorrijden niet meer in de eerste plaats een activiteit van jongeren is, maar dat ook ouderen (tussen de dertig en veertig jaar) steeds meer belangstelling krijgen voor de motorfiets. Nieuw is voor de RAI de toene mende interesse van vrouwen voor dit ver voermiddel. De nieuwkomers behoren veel al tot de categorie kapitaalkrachtigen. Van daar dat er naar verhouding veel dure mo toren worden verkocht. De interesse voor motorrijden is de afgelopen jaren flink toegenomen. Ook terrein motoren mogen zich in een toenemende - belangstelling verheugen. Vrachtwagens overtreden massaal maximumsnelheid DEN HAAG De Nederlandse automobilis ten houden zich redelijk aan de maximum snelheid, zo blijkt uit gegevens die minister Smit-Kroes (Verkeer en Waterstaat) gisteren naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Uit metingen van Rijkswaterstaat komt naar vo ren dat op weggedeelten waar 120 km per uur gereden mag worden, de gemiddelde snelheid dit jaar schommelde rond de 112 km per uur. Op weggedeelten waar een maximumsnelheid van 100 km geldt bedroeg de gemiddelde snel heid 104 km per uur. Voertuigen waarvoor een maximumsnelheid van 80 km per uur geldt houden zich minder goed aan de regels. Die rijden op gedeelten waar een maximum van 120 km geldt gemiddeld circa 89 km per uur, en op de overige delen ongeveer 88 km per uur. Drs. K. van Koppen van de Nederlandse organisatie van Kankerbestrijding: ,,Aan jongeren het goede voorbeeld geven De Nederlandse organisatie voor Kankerbestrijding ofwel de stichting Koningin Wilhelminafonds bestaat veertig jaar en organiseert daarom extra veel activiteiten op het gebied van kankervoorlichting en - preventie. Met name van preventieve voorlichting onder scholieren verwacht de jarige kankerbestrijding de komende tijd veel heil. Ze hoopt jongeren duidelijk te kunnen maken dat er een relatie is tussen het krijgen van kanker en ongezonde leefgewoonten. Donderdag 19 oktober is de jubilaresse te gast bij de Avro, die een avond lang een nationale actie rond het thema kanker zal coördineren. Helemaal rozegeur en maneschijn is het niet rondom het festijn, want er is een stevige discussie losgebarsten over de juistheid van de opgegeven genezingscijfers van kanker. DEN HAAG „Als je de verhalen mag geloven, hebben heel wat mensen in ons land een opa van negentig, die z'n leven 'lang heeft gerookt, graag een borrel mocht drinken, er goed van at en... die toch gewoon aan ouder dom is gestorven. Veel mensen denken of hopen dat het hen net zo zal ver gaan als die grootvaders. Helaas, voor de meesten loopt het anders af". Zomaar een citaat uit voorlich tingsmateriaal van de veertig 'jaar bestaande stichting Ko ningin Wilhelminafonds, te genwoordig officieel de Neder landse organisatie voor Kan kerbestrijding geheten, die de komende week opnieuw aan dacht (en centen) vraagt voor de strijd tegen een grillige ziekte, waartegen onze moder ne medische technologie nog steeds niet goed lijkt opgewas- Hoewel het Nederlandse volk het Koningin Wilhelmina fonds traditioneel een warm hart toedraagt jaarlijks incas seert het fonds minstens veer tig miljoen gulden van particu lieren verloopt de jubileumin zameling niet zo rimpelloos als gewenst. Voor het eerst klinkt boven het gerammel van de collectebusjes het - geluid uit van een controverse, over... de kans op genezing van kanker. Trots „Vijftig procent van de kaA- kers geneest", liet de Neder landse Kankerbestrijding de afgelopen weken trots horen in goed geoliede reclamebood schappen. De beroemde Ne derlandse Hollywood-ganger Jeroen Krabbé was er zelfs voor ingehuurd om het alle maal nog mooier te laten klin ken. „Niks van waar, alle maal", repliceerde de psycho loog dr. F. van Dam van het in kankerbestrijding gespeciali seerde Antonie van Leeuwen hoek-ziekenhuis in Amster dam. „De cijfers worden veel te op timistisch voorgesteld, we zijn bezig mensen valse hoop te ge ven". Van Dam vindt dat het gescherm met te rooskleurige cijfers en met „allerlei zoge naamde doorbraken" in het onderzoek naar kanker maar eens afgelppen moet zijn. De afgelopen week kreeg hij steun van chirurg dr. J. Bos van het Deventer ziekenhuis, die tijdens een symposium on omwonden stelde dat „er slim me woordspelletjes" worden gespeeld met de kankercijfers en dat het door de kankerbe strijding genoemde genezings percentage van vijftig procent „geheel onwaar is". „We tove ren de mensen een roze wolk voor. Dat is niet goed. Reële voorlichting biedt de beste kans op nuchter handelen rond kanker". Bos houdt het er vooralsnog heel eigenwijs op dat sprake is van een genezingskans van pakweg dertig procent. Waar op de chirurg zijn wijsheid ba seert? „Op eigen waarnemin gen en uitlatingen van de Leidse kankerspecialist profes sor Cleton, die pas geleden cij fers heeft genoemd in het tijd schrift 'Kanker' Hij komt tot een genezing van veertig pro eent, ik aanvankelijk tot twin tig procent. Laten we er dus maar tussenin gaan zitten en er dertig procent van maken". Bos geeft toe dat hij zijn cijfer matige conclusies niet kan be wijzen. „Maar", relativeert hij „dat kunnen de mensen dié zeggen dat er een genezing is van vijftig procent is, ook In de kantoren van de stich ting Nederlandse Kankerbe strijding in Amsterdam wordt stug vastgehouden aan de eerder genoemde vijftig pro cent genezingen. Voorlichter drs. Karei van Koppen, heeft het omstreden getal vorige week zelfs durven noemen op het in Deventer gehouden symposium waar ook dr. Bos het woord voerde. Desgevraagd zegt hij dat het cijfer „via ingewikkelde bere keningen" tot stand is geko men en dat het uitgaat van een reeds in 1950 „met elkaar vastgestelde definitie" dat ie mand die vijf jaar na constate ring van kanker symptoomvrij is als genezen wordt be schouwd. „Als we een andere definitie zouden hanteren ko men we misschien op andere cijfers uit, maar daar zouden we dan afspraken over moeten maken". Eindhoven Vooralsnog houdt Van Kop pens' organisatie dus vast aan een gemiddeld percentage ge nezingen van vijftig. „Bij long kanker en maagkanker ligt dat cijfer wat lager en bij zaad balkanker en de ziekte van Hodgkin wat hoger. De Am sterdamse cijfers blijken in de praktijk van alledag gebaseerd te zijn op gegevens van zie kenhuizen in Eindhoven en omgeving, de enige plek waar de afgelopen jaren cijfers rond kanker zijn bijgehouden, die zijn uitgewerkt door prof M.W. Coebergh van de Eras mus Universiteit in Rotter dam. Dus chirurg Bos heeft het alle maal bij het verkeerde eind? Van Koppen voorzichtig: „Misschien hanteert hij een andere definitie voor zijn be rekeningen dan wij doen. Dat zou dan niet de officiële defi nitie zijn. Gelukkig worden nu overal in het land cijfers bijge houden door de regionale Inte grale Kankercentra. In de toe komst is er geen verschil van mening meer over de interpre- Overigens probeert de voor lichter van de Nederlandse or ganisatie voor Kankerbestrij ding de controverse over de cijfers vergoelijkend te relati veren: „Het is een goed teken dat we nu strijden over de ge nezingspercentages. Vroeger waren die zo laag dat niemand een discussie erover aandurf de". Kan hij aangeven of de kan kerbestrijding is opgeschoten in de afgelopen tientallen ja ren? „Als je rekent vanaf de Tweede Wereldoorlog is er ze ker vooruitgang geboekt. Vlak na de oorlog kwamen we uit op een genezing van hooguit 25 procent. Vooral voor men sen van onder de zestig is de kans op genezing sindsdien flink toegenomen". Opmars Hij verbergt niet dat zijn zon nige conclusies over gene zingskansen worden overscha duwd door de constatering dat de opmars van kanker niet tot staan is gebracht in de afgelo pen jaren. Integendeel. Tot nu toe is er vanuit gegaan dat één op de vier Nederlanders ooit kanker krijgt, maar nu ver moedt de Kankerbestrijding dat in de toekomst één op de drie Nederlanders geraakt zal worden door de slopende ziek te. Met het oog op deze verontrus tende vooruitzichten en op de verwachting dat voorlopig geen spectaculaire stijging van genezingskansen mogelijk is, zijn de kankerbestrijders in Nederland en in andere Euro pese landen met man en macht bezig het publiek voor te lichten over de mogelijkhe den van preventie. Van Kop pen is ervan overtuigd dat er heel wat leed kan worden voorkomen, gelet op het, we tenschappelijk vastgestelde, feit dat er bij het ontstaan van kanker verschillende leef- en milieufactoren in het spel zijn. „De kankersterfte zou met veertig procent omlaag kun nen worden gebracht als men sen strikt zouden letten op hun leefgewoonten. Er is een direct verband tussen roken en longkanker en tussen te veel zonnebaden en huidkan ker. Verder wordt het ver band tussen ongezond eten en kanker steeds duidelijker, een derde deel van de sterfte heeft te maken met voedingsge woonten. We voeren onder meer de acties 'Zon wijzer' en 'Eet Wijzer', waarin we aanbe velingen doen voor verbeterd gedrag. We zeggen onder meer: rook niet, ga niet te veel in de zon liggen, eet niet te vèt, eet gevarieerd en voor kom overgewicht". Jeugd De hoop van de Nederlandse Kankerbestrijding is vooral gericht op de jeugd, bij wie men 'gezond gedrag' verwacht te kunnen aankweken. Er zijn onder meer lesprogramma's opgesteld voor de 10- tot 12-ja- rigen op de basisschool en de leerlingen van het voortgezet onderwijs. Op de basisschool gaat het er daarbij vooral om dat kanker 'anders' wordt be keken. Leerlingen worden ge confronteerd met stellingen als: kanker is niet één ziekte, maar meer dan honderd; kan ker is geen ziekte van uitslui tend onze tijd of het welvaren de deel van de wereld; kanker is zelden erfelijk en nooit be smettelijk; iedereen kan zelf zijn risico bepalen op enkele veel voorkomende vormen van kanker. Afgelopen dinsdag is het ver volgproject 'Kanker? Voorko men is beter' verschenen dat wordt aangeboden aan de leer lingen van 13 tot 15 jaar in het voortgezet onderwijs. Het pro ject is in het algemeen geba seerd op de eerste zes aanbe velingen van de zogenoemde Europese Kankercode: niet ro ken, matig met alcohol, ver standig zonnen, voorzichtig zijn met kankerverwekkende stoffen, gezond eten en vermij den van overgewicht. Het is de bedoeling dat de lessen kennis aanreiken, maar geen gebie dende voorschriften geven en geen gedrag bepalen. „Die lessen kunnen een bijdra ge zijn in de ontwikkeling van een verbeterde leefstijl", zegt Van Koppen. „Hopelijk veran deren de jongeren zodanig dat ze automatisch slechte dingen weglaten die volwassenen nog wel doen". Zijn organisatie be seft dat volwassenen bij de at titude-verandering van de jeugd een heel grote rol spelen. Omgeving „De steun die de leerling bij het ontwikkelen van een nieu we leefstijl ondervindt in zijn omgeving, bijvoorbeeld van vrienden, ouders en leerkrach ten, is van doorslaggevend be lang. Volwassenen kunnen het gezonde of ongezonde gedrag van jongeren sterk beïnvloe den. Juist daarom is ook voor lichting aan ouderen van blij vend belang". Van Koppen neemt bij dat laatste een minder rigoureus standpunt in dan de chirurg dr. Bos, die volwassenen bij preventieve kankervoorlich ting lijkt te hebben afgeschre ven. Bos: „Alle campagnes tegen het roken ten spijt vallen er nog steeds tienduizend doden per jaar door longkanker, ter wijl het verband tussen het krijgen van longkanker en ro ken heel duidelijk is bewezen. Onbegrijpelijk dus. Veel vol wassenen trekken zich er niets van aan. Kanker door roken krijg je pas na twintig jaar, dat staat te ver van hen af. Als men nou van roken direct haaruitval of rimpels zou krij gen dan zou iedereen natuur lijk al lang gestopt zijn. Veel oudere mensen zijn kennelijk niet meer van hun gewoontes af te brengen". Hij verzucht: „Gewone pre ventie helpt te weinig en daar om zullen we het begrip pre ventie anders moeten bekij ken. We moeten zien te berei ken dat mensen zodra er klachten en/of symptomen zijn zo snel mogelijk naar een huisarts gaat. Op die manier wordt het misschien mogelijk kanker nog vaker in een vroeg stadium te ontdekken en dan kan hopelijk worden bereikt dat meer mensen kun nen genezen dan tot nu toe het geval is". Hoop Hoewel hij pessimistisch is ge stemd over directe preventie ve mogelijkheden wenst de Deventer kankerspecialist niet als een zwartkijker over te ko men Kijkend naar cijfers uit 1988 die uitwijzen dat er vier honderdduizend rokers min der zijn dan in het jaar daar voor zegt hij: „Er is hoop, vooral ook omdat blijkt dat heel veel jonge mensen niet met roken zijn begonnen. Jon ge mensen zijn nog te verbete ren Daarom zullen we bij de voorlichting juist op hen moeten mikken". Toch gelooft dr. Bos niet dat het op korte termijn zal luk ken het aantal kankerslachtof fers flink te verminderen. De doelstelling van de Europese gemeenschap, die het aantal kankerslachtoffers in tien jaar tijd met vijftien procent hoopt te verminderen acht hij „met de huidige mogelijkheden van diagnostiek en behandeling" niet haalbaar. Karei van Koppen van de Ne derlandse Kankerbestrijding wil optimistischer zijn. „In landen als Nederland waar al behoorlijke resulaten worden bereikt, is vijftien procent mis- FOTO: DIJKSTRA schien niet haalbaar, maar in de Mediterrane landen, waar de genezingskansen nu lager liggen, kan de situatie nog flink worden verbeterd. Daar ligt mogelijk de kans op het halen van die vijftien pro- Als er niets zou veranderen vielen in geheel Europa in 2000 een miljoen kankerslach toffers per jaar door kanker, nu zijn dat er achthonderddui zend. Nederland neemt er per jaar dertigduizend voor zijn rekening. Naar leeftijd uitge splitst blijkt bijna de helft van de kankersterfte te gebeuren tussen de 65 en 79 jaar en bijna eenderde tussen de 40 en de 64 V erouderingsziekte Vraag aan Karei van Koppen: betekent dat niet dat kanker in hoofdzaak gewoon een ver- ouderingsziekte is? „Kanker blijkt inderdaad vooral bij ou dere mensen voor te komen, maar dat betekent niet dat een oudere is gedoemd aan kanker te sterven. Natuurlijk zullen er mensen zijn die zeggen dat je toch ergens aan dood moet gaan. Ik denk dan: het maakt wel wat uit of je op een na tuurlijke manier sterft van ou derdom of dat je doodgaat aan kanker. Dat is voor de meeste mensen toch een ellendige ma nier van sterven". „Als je desondanks zegt dat het allemaal niks uitmaakt en dat je er in het leven niets voor wilt laten staan is dat na tuurlijk je goed recht. Maar als je conclusie is dat je liever geen kanker wilt krijgen dan kun je gebruik maken van onze adviezen. Wij worden er voor betaald de oorzaken van kanker naar boven te halen en als wij iets weten, waar men sen op een verantwoorde wijze wat mee kunnen doen, dan zullen wij daar voorlichting over geven. Het risico van kanker kun je beperken. Dat is nu al heel duidelijk geble ken". Of hij optimistisch is over een werkelijke verbetering van de toch nog trieste kankercijfers? Nuchter: „Als je ziet dat kan ker voorkomen kan worden mogen we optimistisch zijn. Daarom doen we nu ook veel aan educatie. Jongeren kèn veel ellende worden bespaard, mits ze maar het goede voor beeld krijgen. Wij zeggen te genwoordig tegen de mensen: het beste geschenk aan een kind is een goed voorbeeld." ARVID VAN DER WOLF Mr. B.J. Asscher: „Meesters der me tamorfose". Uitgeverij Balans. Prijs: ƒ17,50 DEN HAAG Een fa briek loost giftig afval in een fiviertje, waardoor massale vissterfte op treedt. De directie van de fabriek krijgt een straf proces aan haar broek en wordt tot een hoge boete veroordeeld. Dat pikt de directie niet en dus gaat zij in hoger beroep. Ook dan blijkt het vonnis gelijkluidend te zijn. Een beroep op de Hoge Raad om het vonnis te vernietigen heeft evenmin succes, zodat de di rectie uiteindelijk mokkend bakzeil haalt. Intussen zijn er echter vier jaar verstreken. Dit is nu een typisch voor beeld van een hoogst onbevre digende juridische procedure, vindt de Amsterdamse recht bankpresident mr. B.J. As scher „Is het onrecht nu ver golden?", zo vraagt hij zich af. „Zullen andere fabrieken nu wel uitkijken voordat zij het milieu verontreinigen? En wat heeft de uiteindelijk veroor deelde fabriek in de tussenlig gende periode van vier jaar met zijn chemisch afval ge daan0 Geen idee, maar dat zal misschien later wel blijken als er huizen op staan". Mr Asscher staat bekend als een kleurrijk rechter die niet bepaald behoort tot de magi straat die men in doorsnee in rechtbanken en gerechtshoven pleegt aan te treffen. Hij houdt er uitgesproken en soms eigen zinnige opvattingen over het Nederlandse rechtssysteem op na en geeft die in de dagelijkse praktijk ook vaak gestalte. Tij dens strafprocessen en kort ge dingen is hij doorgaans geen stille toehoorder van de stand punten der partijen, maar een actief deelnemer aan het pro ces, vragend en zoekend naar achtergronden van gebeurte nissen en vissend naar moge lijkheden om, indien gewenst, een compromis te -bereiken. Enige maanden geleden be sloot Asscher een aantal van zijn ideeën over ons recht op schrift te stellen. Het resultaat daarvan is deze week versche nen in de vorm van een boek je dat, in tegenstelling tot wat de mysterieus aandoende titel („Meesters der metamorfose") doet vermoeden, in een zeer heldere en plezierige stijl is ge schreven. Ei van Columbus Terug naar de fabriek met z'n giftige afval, één van de vele voorbeelden waarmee Asscher zijn boek heeft verluchtigd. Een onbevredigende zaak, om dat het juridische steekspel dat ermee gepaard ging maar liefst vier jaar in beslag nam. Kan dat niet anders? Jazeker, beweert Asscher. en hij komt met twee oplossingen op de proppen die beide draaien om het naar zijn smaak.te weinig gehanteerde wapen van het kort geding. Een milieu-orga nisatie kan vrij snel nadat de veroorzaker van de vissterfte is opgespoord een kort geding tegen de fabrieksdirectie aan spannen. Daarbij kan geëist worden dat het bedrijf op straffe van een dwangsom wordt veroordeeld tot onmid dellijke stopzetting van de ver ontreiniging van het riviertje. „Dan lijdt het geen twijfel dat met grote voortvarendheid zal worden gewerkt aan procedu res om het afvalwater te reini gen voordat het wordt geloosd. En dat is dan een goed en snel resultaat", aldus mr. Asscher. Uiteraard is de directie na het kort geding niet van de gewo ne strafrechtsprocedure af. Het geding dient hier slechts als welkome aanvulling op de strafprocedure, zo maakt As scher duidelijk. De schrijver geeft volmondig toe dat er ook nadelen aan een kort geding zijn verbonden: het kost al gauw enkele dui zenden guldens en als je het verliest komt er nog zo'n vijf tienhonderd of meer gulden bovenop. Stel nu dat zo'n mi lieugroepering (of een indivi duele burger, want iedereen heeft immers het recht een kort geding aan te spannen) geen geld heeft om dit alle maal te kunnen bekostigen, wat dan? Ook hier heeft mr. Asscher een antwoord op, maar het zal ongetwijfeld nog heel wat voe ten in de aarde hebben eer zijn oplossing in praktijk wordt ge bracht. Het Ei van Columbus is volgens hem dat de overheid zélf, in de persoon van een of ficier van justitie, de wettelijke mogelijkheid krijgt namens de gemeenschap een bedrijf, in stelling of persoon in een kort geding voor de rechter te da gen om onrechtmatige hande lingen onmiddellijk te doen ophouden. Niet voor niets kenschetst Asscher in zijn boek het openbóar ministerie als „de hoeder van het alge meen belang, de handhaver van het recht, de grootste ac tiegroep van Nederland". Asscher noemt overigens nog een tweede reden waarom of ficieren van justitie gebruik zouden moeten gaan maken van het kort geding teneinde bepaalde vormen van onrecht snel en effectief te bestrijden. „Veel slachtoffers van delicten en groeperingen die zich hun belangen aantrekken, zijn zeer uitdrukkelijk niet bereid in kort geding met de dader in het krijt te treden. Zij wensen zich niet op voet van gelijk heid met hem te meten. Zij zijn van oordeel dat het de taak en de functie van de overheid is dat te doen", aldus Asscher. „Ik kan dat stand punt maar al te goed begrij pen. Ja, eigenlijk aanvaard ik het als juist. En dus: overheid, versta uw taak! Bied uw be scherming! Doe wat!" Strengere straffen In zijn boekje verzet mr. As scher zich met kracht tegen de veelgehoorde roep om strenge re straffen. Dat haalt niets uit, luidt zijn conclusie. Hij betoogt dat het beter is effectiever, dus sneller en meer op de dader toegespitst, te straffen. Dat vonnisseri van rechters per ar rondissement nogal eens ver schillen wijt Asscher niet aan de rechters, die immers te al len tijde onafhankelijk moeten kunnen oordelen, maar meer aan dé officieren van justitie die vaak zeer uiteenlopende eisen op tafel leggen. De schrijver pleit dan ook voor meer overleg binnen het openbaar ministerie en tevens voor een grotere bemoeienis van de politiek (minister van justitie èn parlement) met het strafrecht. Asscher: „Als de of ficier met een strafeis ter zit ting komt die gebaseerd is op een in het parlement getoetst beleid, dan zal de rechter veel minder dan thans het geval is de neiging hebben een afwij kend plaatselijk beleid te gaan voeren. Hij zou zichzelf dan min of meer plaatsen buiten het resultaat van het, ook in zijn naam gevoerde, parlemen taire debat". Eén van de aardige aspecten van „Meesters der metamorfo se" is dat Asscher voortdurend rekening heeft gehouden met de vragen die naar aanleiding van zijn beweringen bij de le zer opkomen. Ook na zijn plei dooi voor een grotere invloed van de politiek op het straf recht geeft hij de verbouwe reerde lezer onmiddellijk lik op stuk. En dus staat er: „Maar maken wij dan van het straf recht geen politieke zaak? Een goede vraag, maar het ant woord luidt ontkennend. We maken op deze manier slechts duidelijk dat strafrechtstoepas sing altijd een politieke zaak is geweest en ook altijd zal blij ven". DICK VAN RIETSCHOTEN Mr. B. J. Asscher. FOTO: DIJKSTRA

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1989 | | pagina 7