Een rechter in legergroen
Stalin-terreur
blijft Sovjets
achtervolgen
"final
HOOG MILITAIR GERECHTSHOF 175 JAAR
ZATERDAG 14 OKTOBER 1989 PAGINA 27
Er kleeft een bijsmaak aan het jubileum. Het Hoog
Militair Gerechtshof viert op 17 oktober wel zijn
175-jarig bestaan, maar het weet: ditjubileumishet
laatste, het allerlaatste. Want in 1991 zal het
gerechtshof verdwijnen, evenals de krijgsraden. Prof.
mr. G. L. Coolen, als schout-bij-nacht lid van het
hof, legt op de valreep nog eens uit waarom dat een
slechte zaak is. Voor het leger, dat in oorlogstijd een
eigen rechterlijk apparaat nodig heeft, maar ook
voor de soldaten: „De beklaagde is beter af als hij
moet verschijnen voor iemand die de militaire
organisatie kent".
DEN HAAG - Het is stil in de
rechtszaal. Acht mannen zitten in
een een halve cirkel, vijf van hen
dragen een militair uniform. Aan
de muur, boven hun hpofden,
hangt een portret van de koningin.
In de zaal zit één oudere man, hij
is het publiek.
Dan doet de bode, gehuld in het uni
form van de marechaussee, de deur
open en roept hij een naam. Daarop
komt een man de rechtszaal binnen. Hij
loopt tot aan het hekje, dat voor de tafel
van de rechters staat. „Goedemorgen",
zegt hij. Maar de rechters groeten niet,
zij wijzen vonnis. „Het hof acht de ten
lastelegging, ontucht met uw minderjarig
stiefkind, bewezen en veroordeelt u tot
een boete van 1500 gulden en zes maan
den voorwaardelijke gevangenisstraf'.
De veroordeelde geeft geen krimp, knikt
beleefd, en verlaat kaarsrecht de zaal.
Het Hoog Militair Gerechtshof heeft ge
sproken. En het vervolgt nu deze zitting
door acht zaken te behandelen.
W.S. uit Eindhoven moet voorkomen
omdat hij met zijn auto tegen een ver-
keerspaal is gereden. „Voertuig niet on
der controle", luidt de aanklacht. De ad
vocaat-fiscaal eist een boete van 180 gul
den, hoezeer en hoe welbespraakt S. ook
betoogt dat het glad was. Zoals alle aan
geklaagden krijgt hij te horen dat het hof
over zijn zaak zal nadenken en over
veertien dagen uitspraak zal doen.
L.M. uit Leiden komt in hoger beroep
omdat de krijgsraad hem veroordeelde
tot een boete van driehonderd gulden
wegens het niet verschijnen op een her
halingsoefening. „Ik heb daarvoor nooit
een oproep ontvangen", zegt M., en de
advocaat-fiscaal moet constateren dat
niemand het tegendeel kan aantonen.
Hij vordert vrijspraak.
Volgt W. van der S. uit Staphorst. Hij is
met zijn auto tegen een boom gereden,
nadat hij tien glazen bier had genuttigd.
Tegen hem wordt een boete van twaalf
honderd gulden geëist en een voorwaar
delijke ontzegging van de rijbevoegd
heid. En tegep de hindoe-militair die
weigerde op oefening te gaan omdat hij
vreesde dan verboden voedsel te moeten
eten, vordert hij een boete van vierhon
derd gulden.
Legergroen
Het Hoog Militair Gerechtshof, onderge
bracht in het paleis van justitie in Den
Haag, beschikt over een eigen apparaat
dat zich bedient van een eigen jargon,,
waar een vreemdeling snel in verdwaalt.
Er is sprake van auditeurs-militair, ad
vocaten-fiscaal, verwijzingsofficieren en
rechtsgeleerde heren; wij laten dat ver
der maar rusten. Ook de tenlaste gelegde
feiten zijn legergroen gekleurd; het gaat
om wachtdelicten, insubordinatie, bele
digingen, aantastingen van de tucht en
orde.
Het militair gerechtshof heeft zowel te
maken met de krijgstucht als met het
militaire strafrecht. Het eerste regelt de
dagelijkse 'tucht en orde' in het leger (ga
zorgvuldig met je wapen om, scheld je
sergeant niet uit), het tweede betreft de
ernstiger delicten (bezuip je niet als je
wacht moet lopen, schiet de kolonel niet
dood). Bovendien moeten militairen ook
voor alle delicten uit het gewone straf
recht (verkeersovertredingen, diefstal,
verkrachtingen, noem maar op) voor de
militaire rechter verschijnen, en niet
voor de gewone (in vakjargon: de bur
gerlijke of de commune rechter). Het
Hoog Militair Gerechtshof vervult daar
bij de rol van rechter in tweede aanleg;
het behandelt zaken in hoger beroep.
Het tuchtrecht start aan de voet van de
organisatie: de commandant straft de
soldaat. Als de soldaat het daar niet mee
eens is, kan hij in beklag gaan. Daarvoor
moet hij naar de meerdere van de com
mandant. Is hij het ook met diens beslis
sing niet eens, dan kan hij in beroep
gaan bij het Hoog Militair Gerechtshof.
Bezwaren
Jan Rommers, juridisch secretaris van
de Vereniging van Dienstplichtige Mili
tairen (VVDM), heeft de nodige bezwa
ren tegen het militaire recht. De VVDM
heeft de nodige bezwaren. In de eerste
plaats zet de vereniging vraagtekens bij
de inhoud van de krijgstucht (moeten
lege gebouwen nu werkelijk bewaakt
worden?). Daarnaast hebben de soldaten
juridische bezwaren tegen de gang van
zaken. Dat de commandant degene is
die zijn onderdanen straft, vinden ze al
veel te partijdig, maar dat het beklag ge
daan moet worden bij een collega van
die commandant, acht de bond volsla
gen verkeerd. „Het hele proces moet
naar een onpartijdig iemand", zegt
Rommers, „naar de rechter dus". Daar
bij denkt de VVDM niet aan de krijgs
raad of het Hoog Militair Gerechtshof,
want die wil de vereniging afgeschaft
zien. Vanwege de aanwezigheid van de
militaire leden, uiteraard. Want die zijn
partijdig. En als ze dat niet zijn, hebben
ze in elk geval de schijn tegen.
In de nieuwe wet op de militaire recht
spraak, die op dit moment bij de Eerste
Kamer ligt en hoogstwaarschijnlijk in
1991 in werking zal treden, wordt aan de
wensen van de VVDM grotendeels tege
moet gekomen. Het beklag bij de 'naast
hogere meerdere' wordt afgeschaft, de
vijf krijgsraden en het hof verdwijnen,
de militaire rechtspraak wordt geïnte
greerd in de gewone. Het arrondisse
ment Arnhem krijgt op elk niveau (kan
tonrechter, arrondissementsrechtbank,
gerechtshof) zogeheten militaire kamers.
In de militaire kamers zullen nog altijd
militairen vertegenwoordigd zijn, maar
in mindere mate: zowel bij de rechtbank
als bij het hof wordt de verhouding twee
burgerleden, één militair lid.
Onafhankelijk
Schout-bij-nacht prof. mr. G. L. Coolen
(bijzonder hoogleraar militair recht aan
de Universiteit van Amsterdam) werd in
1980 benoemd tot lid van het Hoog Mi
litair Gerechtshof. „Ik ben door de mari
ne uitgeleend en word door justitie be
taald. Ook in die zin ben ik onafhanke
lijk", zegt Coolen, nog voor de intervie
wer kans heeft gehad daar aan te twijfe
len. „Bovendien hebben de Hoge Raad
en het Europese Hof vastgesteld dat het
Hoog Militair Gerechtshof een onafhan
kelijke rechter is".
Coolen aarzelt als hem gevraagd wordt
of het tuchtrecht wel goed functioneert,
of het niet te streng is of te soepel. „Het
tuchtrecht verschaft voldoende midde
len voor het handhaven van de orde,
maar in de praktijk wordt het vaak te
soepel toegepast. Er gebeuren wel eens
ongelukken, die vermeden hadden kun
nen worden als een commandant, of laat
ik zeggen een meerdere, meer waarde
had gehecht aan tuchthandhaving. Toen
Het Hoog Militair Gerechtshof, vlak voor zitting bijeen. Vlnr: Generaal-majoor mr. F. van Pul, generaal-majoor mr. C. Beljaars, schout-bij-nacht prof. mr. G. Coolen,
president mr. H. de Groot, mr. J. de Lange, generaal-majoor mr. A. Dörenberg, griffier mr. H. Eijsenga.
FOTO: MILAN KONVALINKA
ik bij de marine kwam werd me op het
hart gedrukt vooral heel voorzichtig met
wapens om te gaan, ze altijd te behande
len alsof ze geladen waren. Als je daar te
soepel in wordt, gebeuren er op een dag
ongelukken, dat hebben we gezien in Li
banon en ook wel op verschillende ka
zernes".
„De handhaving van de tucht lijkt in
vredestijd misschien overdreven, maar
is absoluut noodzakelijk als voorberei
ding op oorlogssituaties. Neem bijvoor
beeld het ongeoorloofd afwezig zijn. Dat
is in het militaire strafrecht een misdrijf,
zolang je langer dan een dag wegblijft. In
de burgermaatschappij is dat onbestaan
baar; een misdrijf Maar wie weet dat
een marineschip op elk onverwacht mo
ment moet kunnen afvaren, en dat er
niemand gemist kan worden, die be
grijpt dat er op alle manschappen gere
kend moet kunnen worden".
Spelregels
De klacht van de VVDM dat in het
tuchtrecht te veel macht verenigd is in
één persoon, in casu de commandant,
deelt Coolen niet. Als het nu ging om
een vorm van rechtspraak met ik-weet-
niet hoe hoge straffen, ja, dan wel, maar
nu het gaat om interne regels? Nee.
Maar heeft de VVDM dan geen gelijk als
zij zegt dat soldaten geen vertrouwen
kunnen hebben in een procedure waarbij
een collega van de straffende comman
dant het beklag behandelt? Is dat niet
een typisch geval van de ene hand die de
andere wast? Coolen: „Kijk, je kunt het
ook als volgt benaderen: je kunt als mili
tair naar de onafhankelijke rechter gaan.
Maar om nu voor elk probleempje recht
streeks naar de rechter te stappen
Stel je voor dat ze dat in het voetbal ook
gaan doen, dat alles wat op de velden ge
beurt als mishandeling en belediging bij
de strafrechter terecht zou komen in
plaats van bij de scheidsrechter!".
Als er één reden is waarom de militaire
rechtspraak op de korrel wordt geno
men, dan is het wel vanwege het militai
re karakter ervan. Waarom moeten mili
tairen door militairen berecht worden?
Waarom zitten ze, geüniformeerd en
wel, in de krijgsraad en in het gerechts
hof? Gaat dat niet ten koste van de onaf
hankelijkheid van de rechter, waar alle
niet-militaire verdachten wél op mogen
rekenen?
Flexibel
Lastige vragen? Coolen weet er wel raad
mee. „Je hebt een militair deskundige
nodig als het om militaire zaken gaat.
De inbreng van mensen die weten wat
de krijgsmacht is en hoe het er toegaat is
onmisbaar". Maar een rechter kan toch
een deskundige getuige oproepen als hij
zelf te weinig van de materie afweet? Ja
wel, zegt Coolen, maar er is nog een an
der argument voor het bestaan van een
speciale militaire rechtbank en dat is
haar flexibiliteit. Vooral in oorlogstijd is
dat van belang. En dan doelt Coolen
meer op de krijgsraden dan op het hof
„Een krijgsraad met een eigen militair
parket, dus niet geïntegreerd in de alge
mene rechterlijke organisatie, kan veel.
beter functioneren in oorlogstijd. Juist in
zo'n situatie, als er chaotische toestan
den heersen, is het belangrijk een klein
schalige, flexibele en mobiele organisatie
te hebben". Dat mag zo zijn, voor de be
klaagde is het toch op z'n minst ver
dacht. Hij denkt voor de onafhankelijke
rechter te verschijnen en dan ziet hij
daar heren zitten in het uniform van de
organisatie die hem beschuldigt. Daar
kan hij toch geen vertrouwen in hebben?
„Toch opereren wij precies hetzelfde als
de burgerrechter", zegt Coolen en hij
kan het weten, want hij is (evenals de
andere militaire leden van het HMG)
rechter-plaatsvervanger bij een burgerlij
ke rechtbank. „En is het nu echt zo dat
de beklaagde zich benadeeld voelt door
de aanwezigheid van militairen, naast
- vergeet dat niet - de burger-presi
dent? Is het niet eerder zo dat verdach
ten het in het algemeen onjuist vinden
dat hun gedrag beoordeeld wordt door
iemand die niets van hun problemen af
weet? Dat kan een militair in elk geval
niet zeggen. En eerlijk gezegd denk ik
dat de beklaagde, alles afwegende, liever
heeft dat hij moet verschijnen voor
mensen die de organisatie kennen dan
voor anderen".
Vonnis
Ze behoren tot de laatsten die het voor
recht hebben mogen smaken berecht te
worden door het Hoog Militair Ge
rechtshof, de jongens die daar voor het
hekje stonden, aangeklaagd en wel. Deze
week sprak het gerechtshof vonnis. De
jongen die zijn voertuig niet onder con
trole had gehad, werd veroordeeld tot
180 gulden boete, dezelfde straf als de
krijgsraad had opgelegd. De Leidenaar
die niet verscheen op herhalingsoefening
werd vrijgesproken. De gulzige automo
bilist uit Staphorst kreeg een boete van
900 gulden en twaalf maanden ontzeg
ging van de rijbevoegdheid. En de hin
doe die bang was zijn godsdienst geweld
aan te moeten doen als hij op oefening
ging, werd schuldig bevonden zonder
strafoplegging. Het Hoog Militair Ge-
rechtshofneeft gesproken.
STEVO AKKERMAN
MOSKOU - Als een kille herinne
ring aan zijn terreurbewind worden
in de Sovjetunie steeds meer over
blijfselen van de slachtoffers van
Stalin gevonden. De discussie over
deze zwarte bladzijde in de Sovjet
geschiedenis neemt dan ook hand
over hand toe.
In Kolpasjova, een Siberisch dorp aan
de rivier de Ob, stuitte men bij graaf
werkzaamheden op een aantal gemum
mificeerde lijken, die in de rivier te
rechtkwamen en stroomafwaarts dreven.
In de buurt van de stad Tsjeljabinsk, in
de Oeral, werden in een voormalige
goudmijn schedels gevonden met kogel
gaten. De overblijfselen van ongeveer
vijfduizend lichamen werden gevonden
in een verlaten zandgroeve in Poltava
(Oekraine).
„Dit land is op botten gebouwd", zegt
Oleg Golovanov van de organisatie Me
morial, die de slachtoffers van de Stalin-
terreur (de 'volksvijanden' zoals ze toen
genoemd werden) en hun families wil
helpen bij het verkrijgen van volledige
rehabilitatie. Memonal, waar ook An
drei Sacharov en de progressieve histori
cus Joeri Afanasjev toe behoren, wil
door middel van publikaties en-tentoon-,
stellingen de herinnering aan de Stalin-
periode levend houden en de discussie
in de maatschappij over deze tijd op
gang brengen.
De overblijfselen hebben jarenlang on
aangeroerd gelegen omdat de overheid
weigerde het bestaan van de naar schat
ting twintig miljoen slachtoffers van het
schrikbewind van Stalin te erkennen.
Sinds er meer openheid in de Sovjet-
pers is gekomen, wordt de lang verbor
gen stalinistische terreur blootgelegd.
Gedurende het afgelopen jaar zijn in de
kranten bijna elke maand berichten ver
schenen over het opgraven van weer een
nieuw massagraf. De onthullingsgolf be
gon nadat in de bossen van Kuropaty in
Wit-Rusland en iets later in Bykovnja in
de Oekraine enorme massagraven zijn
ontdekt.
Afgelopen dinsdag berichtte de Sovjet
televisie over de herbegrafenis van 350
lichamen die in de mijn bij Tsjeljabinsk
gevonden zijn. Een correspondent zei
dat „misschien wel driehonderdduizend
onschuldige mannen, vrouwen, ouderen
en zelfs kinderen", afkomstig uit de om
geving, op een nacht zijn doodgeschoten.
Leden van Memorial vonden de over
blijfselen op een diepte van vier meter
in de verlaten goudmijn, op een terrein
waar een nieuwe woonwijk moest ko
men. Volgens de journalist hebben de
autoriteiten erin toegestemd het gebied
tot monument te verklaren.
Vandaag wordt in de Oekrainse mijn-
stad Donetsk ook een herbegrafenis ge
houden. Daar worden de resten van 540
lichamen, die op een lokale vuilstort
plaats werden gevonden, opnieuw ter
aarde besteld. Op de plaats waar het
massagraf werd gevonden, wordt een
herdenkingspark aangelegd.
In Poltava, eveneens in de Oekraine,
werd een massagraf gebruikt als gemeen
telijke vuilstortplaats. In een anonieme
brief uit Poltava aan Memorial, wordt
beschreven hoe een man in 1968 in de
zandgroeve een serie lichamen vond en
vervolgens door de autoriteiten werd ge
dwongen ze weer toe te dekken en daar
nooit meer te graven. De schrijver zegt
dat hij elk jaar naar die plaats terugkeert
omdat „ik aanneem dat daar ook mijn
vader begraven ligt". Golovanov leeft
met de schrijver mee. „Mensen hebben
een plaats nodig om heen te gaan en
bloemen neer te kunnen leggen", is zijn
mening.
Golovanov, die het opsporen van de
massagraven voor Memorial coördi
neert, gelooft dat er wel honderdduizend
ongemarkeerde massagraven in de Sov
jetunie kunnen zijn. Die graven zijn de
erfenis van het schrikbewind dat onder
leiding van Stalin tussen het eind van de
jaren twintig en het jaar van zijn door
(1953) werd gevoerd. Tientallen miljoe
nen Sovjetburgers werden in die tijd
naar werkkampen en gevangenissen ge-
Het massagraf dat
werd gevonden in een
voormalige goudmijn
in de Oeral, in de
buurt van de stad
Tsjeljabinsk.
FOTO: AP
stuurd, waar ontelbaren zijn omgeko
men.
Memorial weet zoveel graven op te spo
ren omdat zij een stroom van brieven
ontvangt waarin mensen plaatsen aange
ven waar zich mogelijke massagraven
zouden kunnen bevinden. Golovanov
vraagt zich soms af of het wel goed is al
die mogelijke graven -open te breken.
„Maar", zegt hij, ,het moet om de men
sen duidelijk te maken hoe slecht Stalin
werkelijk was en om het respect voor de
doden te herstellen". Golovanov gelooft
ook dat de massagraven een krachtige
politieke mening over de Sovjetunie van
vandaag gqven: „De mensen in de huidi
ge regering zijn dezelfde als die van
vroeger, de mensen moeten dat wel
zien".
Het centraal comité heeft vorige maand
aan lokale overheden de opdracht gege
ven alles te doen wat in hun macht ligt
om de fouten uit de Stalin-tijd goed te
maken. Ook is hen opgedragen met or
ganisaties als Memonal samen te wer
ken. In het decreet dat het centraal co
mité uitgaf staat: „Massagraven moeten
worden erkend als officiële begraafplaat
sen, en politie en KGB moeten zich
meer met deze kwestie bezighouden".
Maar volgens Golovanov is de KGB in
veel gevallen nog steeds niet bereid de
archieven te openen. In die archieven
bevinden zich de documenten van de
NKVD, de voorloper van de KGB, die
de meeste moorden beging. KGB-officie-
ren hebben verklaard dat die archieven,
waar executieplaatsen en namen van de
slachtoffers uit te reconstrueren zouden
zijn, zo onoverzichtelijk zijn dat ze zo
goed als onbruikbaar zijn geworden.
CAREY GOLDBERG
£eidóc@outtmit