k
Koopje voor anderhalve ton
Subaru Mini Jumbo sterker
HUISI
■RAADk
Magnetron niet voor iedereen interessant
Handige Pritt-zakafdichter
.HOE ZIT DAT DAN?"
Recht op ziekengeld
na einde verzekering
AUTO
CeidócSoumnt
ZATERDAG 14 OKTOBER 1989 PAGINA1
TOYOTA MET LEXUS NAAR EUROPA
Niet ten onrechte maken
vele Europese autofabri
kanten zich nog net zo
veel zorgen om de expan
siedrift van de Japanse
merken als de Ameri
kaanse producenten.
De angst voor een verenigd
Europa, waarin geen plaats
meer is voor de importbeper
kingen ten aanzien van Japan
se auto's die veel landen nu
nog kennen, vormt eigenlijk
niet de kern van de zaak. Het
probleem is eerder dat de VS
niet meer zo'n onbeperkte
markt biedt voor de Japanse
produkten sinds aan de ene
kant een hoge yen-koers de
prijzen opdreef en aan de an-1
dere kant de Amerikaanse in
dustrie in hoog tempo meer
technische verfijning in de ei
gen auto's stopte om beter te
kunnen concurreren.
De Japanse aandacht gaat dus
meer naar Europa toe. Niet al
leen Japanse merken, maar
evengoed de duurdere Europe
se merken die lange tijd een
onaantastbare positie leken te
hebben, moesten flinke ver
koopdalingen slikken. De Ja
panners reageerden daarop
traditiegetrouw snel en doel
treffend. Wanneer Japanse au
to's duur werden, dan moesten
ze dus concurreren met lu
xueuze Europese 'imports' in
de VS. Dat vereiste eenzelfde
technisch en kwalitatief ni
veau. De eerste die dat kon
bieden was Honda, toch al van
plan zich te profileren als ma
ker van hoogwaardige auto's
die het tegen elke concurrent
konden opnemen. Honda pak
te het degelijk aan, door de ho
ger geplaatste modellen onder
een aparte merknaam (Acura)
te brengen en alles te doen om
die naam een dosis status mee
te geven. Dat lukte, met name
toen de Honda Legend als
Acura werd gebracht.
Topklasse
De Japanse collega's bleken op
hetzelfde idee gekomen te zijn:
Nissan bedacht het merk Infi-
niti en Toyota kwam met
Lexus, beide nieuwe merken
zouden starten met modellen
die in de absolute topklasse
thuishoorden. Toyota begon
het Lexus-projekt in 1983 en
bracht dit jaar, tegelijk met
Nissans Infiniti, het resultaat
in de VS uit dat meteen ins
loeg als een bom. Compromilo-
ze staaltjes toptechniek bleken
het te zijn en bovendien nog
goedkoper dan de BMW's,
Mercedessen en Jaguars die de
welgestelde Amerikaan tot
dan toe prefereerde.
Of de luxe Japanners inder
daad de dure Europese en
Amerikaanse concurrenten
blijvend het leven zuur kun
nen maken moet nog blijken.
Nissan wacht dat met de Infi
niti eerst nog af, Toyota ver
trouwt kennelijk bij vooraat
op succes. Als de Lexus zo
goed is als een BMW of Merce
des, dan moet-ie ook in Euro
pa kunnen aanslaan en het
image van de Japanse auto in
het algemeen nog verder kun
nen opkrikken.
Toyota gaat zelfs zo ver ook
voor zichzelf een nieuw mer-
kembleem in te voeren vanaf
1990, dat meer status moet uit
drukken. In het voorjaar van
1990 kunnen we tevens de
Lexus LS 400 in Nederland
verwachten. In de VS is er
ook een eenvoudiger versie,
technisch gebaseerd op de
Toyota Camry V6. In vergelij
king met de Infiniti van Nis
san is de Lexus niet zo opval
lend van lijn, maar technisch
straalt de topklasse eraf. Het is
een hele forse vierdeurs sedan
(vijf meter lang, wielbasis 280
cm) met achterwielaandrijving
en een achtcilinder motor.
Vierwiel-aandrijving of -be
sturing heeft de LS 400 nog
niet, want dat is zelfs in de
hoogste autoklasse nog niet de
standaard. Maar wat hij wel
heeft mag er desondanks zijn.
Het begint met een lichtmeta
len vierliter V8 met 32 klep
pen die 180 kW/250 pk levert
en gekoppeld is aan een vier-
versnellings automaat met
twee schakelprogramma's. Via
een sperdifferentieel en een
antidoorslipregeling gaat het
vermogen naar de achterwie
len. De wielophanging is rond
om onafhankelijk met dubbele
draagarmen, uiteraard zijn er
eveneens schijfremmen rond
om met ABS.
Luchtvering
In Nederland wordt standaard
aktieve luchtvering toegepast,
die zich elektronisch aanpast
aan rij- en wegomstandighe-
den. Prestaties en weggedrag
zijn zondermeer gericht op het
niveau van de grootste BMW
of Mercedes (top circa 250
km/h, 0-100 in 7,9 s.). Daaraan
draagt een uitstekende stroom
lijn bij (Cw 0,28, ruim beter
dan grote Europese auto's van
dit moment). Alle denkbare
luxe is aan boord, zoals volle
dig elektrisch instelling van de
i Lexus ziet er klassiek makkelijk afleesbaar uit, maar bestaat toci
FOTO: p)
zitpositie met twee geheugens
(ook gordelhoogte, spiegel-
stand, stuurwielstand), maar
eveneens een stereo-installatie
van topkwaliteit.'
En dan zijn er nog de bijzon
dere trucjes. De binnenspiegel
wordt elektrisch gedimd met
LCD-techniek tegen verblin
ding in plaats van het aloude
kantelmechanisme. Het meter
paneel ziet er klassiek makke
lijk afleesbaar uit, maar be
staat toch uit elektronische in
strumenten volgens het princi
pe van vacuüm-fluorescentie.
Dat alles kost in de VS rui)
40.000 dollar, voor ons larj
denken we dan aan meer dq
anderhalve ton. Maar op p|
pier lijkt de Lexus daarm^
nog een koopje.
PETER FOKK^
De Subaru Mini Jumbo heeft als enige van zijn concurrenten een viercilinder-motor.al heeft die weliswaar nog maar 758 cc inhoud.
FOTO: PR
ket is rond Subaru enige tijd
stil geweest, doch daaraan
komt nu een eind. Hoofdpunt
op het programma is de aan
staande introduktie van de
grote Legacy sedan, maar men
let ook op de kleintjes. Hoewel
inmiddels al gegroeid tot zeer
bruikbare afmetingen zijn de
diverse Japanse 'stadsauto's'
nog steeds de meest compacte
auto's op onze markt. Eén
daarvan is de Subaru Mini
Jumbo, nog niet eens zo lang
geleden voorzien van een naar
verhouding ruime, vierkante
carosserie die erg lijkt op die
van de Suzuki Alto of Daihat
su Cuore. Alleen behield de
Subaru nog een miniatuurmo
tortje, dat slechts twee cilin
ders telde en 665 cc inhoud.
Dat legde wel enige beperkin
gen op bij het rijden op de
snelweg, zodat de Jumbo al
snel uitsluitend als tweede
auto geschikt werd bevonden.
Om dat te verhelpen neemt
Subaru nu geen halve maatre
gelen: de Mini Jumbo onder
gaat een facelift en krijgt
daarbij een verdubbeld cilin
dertal. Een viercilinder, welis
waar met nog maar 758 cc in
houd, kunnen de genoemde
concurrenten niet bieden. Ge
koppeld aan een standaard
vijfbak, notabene, en voorzien
van een simpele (ongeregelde)
katalysator. Het levert niet
heel veel meer vermogen op
(31 kW/42 pk), wel duidelijk
meer trekkracht en souplesse.
Wat betreft de uiterlijk wijzi
gingen: het front en de achter
steven zijn iets ronder en krij
gen daarmee een moderner
aanzien. De afmetingen van de
Mini Jumbo, voldoende voor
vier volwassenen met minima
le bagage of twee met flink
wat vracht, blijven gelijk. De
prestaties zijn nu op de snel
weg in> principe geheel vol
doende, de top klimt van 125
naar makkelijk 140 km/h.
Jammer is alleen dat daarbij
niet voor een veel langere
eindoverbrenging werd geko
zen, een redelijk laag motor
toerental dus bij dergelijke
snelheden zelfs al zijn er vijf
versnellingen aan boord. Su
baru besloot anders, zodat de
motor toch wel wat lawaai
maakt bij normaal snelweg
tempo en anderszijds in de
stad zeer flitsende acceleratie
mogelijk maakt. Daarbij moet
dan wel veel geschakeld wor
den, wil men de motor niet te
hoog in toeren jagen.
Het is zeer goed mogelijk dat
werk wat te beperken door in
de twee weg te rijden en des
noods ook nog drie of vier
over te slaan. Dat kan dan te
vens een fantastisch laag
brandstofverbruik opleveren,
maar zelfs wie daar geen bij
zondere moeite voor doet kan
best gunstiger dan gemiddeld
1:17 uitkomen. De rondom on
afhankelijke wielophanging
kan het verhoogde prestatieni
veau nog aan, al blijft het even
wennen. De Mini Jumbo
stuurt erg licht en direkt, wel
een beetje nerveus op hoge
snelheid maar toch voldoende
stabiel.
Het slechte nieuws is dat deze
groeikuur natuurlijk niet zon
der financiële gevolgen blijft.
De motorisch versterkte Jum
bo komt duizend gulden duur
der uit dan zijn tweecilinder
voorganger. Hij streeft daar
mee zowel in cilindertal als
prijs zijn geijkte Japanse con
currenten voorbij. De drie-
deurs DL is niet echt goed
koop: 13.995. Een heuse vijf-
deurs SDX voor 15.595 steekt
nog wel gunstig af. En in elk
geval kan voor dergelijke be
dragen nog nautvelijks bij mo
derne Europese concurrenten
gewinkeld worden.
PETER FOKKER
Renault zwi jgl
over Volvo
(Van onze correspondent)
PARIJS De directie van h|
Franse staatsautomobielcoi
cern Renault wiT* niet bevesj
gen dat onderhandelingen aj
de gang zijn met het Zweed}
Volvo over een eventuele f
sie. In een reactie op eerde
berichten hierover uit Stoc
holm liet woordvoerder v;
Renault weten dat het „veel
vroeg" is mededelingen
doen. Zouden Renault en V<
vo samengaan dan bedraaj
het gezamenlijke kapitaj
ruim 80 miljard gulden. D
nieuwe holding zou daarmi
de derde van Europa worde
De fusie is onmogelijk zond
toestemming van de Fran! i
regering. Renault is een 'El i
gie', dat wil zeggen een senj 1
staatsbedrijf, dat aanzienlij} 1
subsidies ontvangt.
(ADVERTENTIE)
CONSUMENTENINFORMATIE
mentenbond is dan ook dat de
microgolf-oven vooral nuttig
is voor kleinere huishoudens
en voor gezinnen waarvan de
leden op uiteenlopende tijden
eten.
Met open armen werd de
magnetron ontvangen. Het is
immers hèt keukenapparaat
dat inspeelt op onze super
snelle turbotijd. Tweeverdie
ners in de jaren tachtig ver
doen hun schaarse tijd niet in
de keuken. Sinds de door
braak in 1983 staat in één op
de tien huishoudens een mi
crogolf-oven. Maar niet alle
beloften van de fabrikanten
kwamen uit. De magnetron is
een keukenprins met een ge
bruiksaanwijzing.
Het kenmerk van de magne
tron is het inzetten van mi
crogolven bij de bereiding
van eten. Koken kan op deze
manier aanmerkelijk sneller
dan op gas of elektriciteit. En
in principe kan alles op deze
manier worden verwarmd.
Van een complete maaltijd tot
een kant-en-klare diepvries-
hap of een beker melk.
Ten minste zo luidt de theo
rie. De praktijk klinkt even
genuanceerder. Volgens het
jongste onderzoek van de
Consumentenbond is de mag
netron voor groté gezinnen
beslist niet interessant. Want
hoe groter de hoeveelheid
eten, hoe langzamer het keu
kenprinsje werkt. Acht aard
appels doen er al twee keer zo
lang over om gaar te worden
dan vier, terwijl dit op gas
nauwelijks uitmaakt. De mag
netron wordt zo dus even snel
als gas of zelfs langzamer.
De conclusie van de Consu-
Aanvulling
De meeste mensen gebruiken
hun magnetron voor het ont
dooien van diepvries-maaltij
den en het bereiden van één-
pansgerechten. Voor gerech
ten met uiteenlopende berei
dingstijden is immers geen
plaats; die zullen achter el
kaar bereid moeten worden,
zodat de turbovaart eraf is.
In dat verband merkt de Con
sumentenbond op dat de mag
netron niet meer is dan een
aanvulling op de reeds aan
wezige keukenapparatuur,
want het gasfornuis en de
oven kunnen niet worden op
gedoekt. En die aanvulling
kost dan wel tussen de drie
honderd en duizend gulden.
Bovendien vallen de energie
kosten van een magnetron
iets hoger uit dan die van ko
ken op gas en iets lager dan
koken op elektriciteit.
Twee pluspunten van de mag
netron zijn de kleine afwas,
als de maaltijd tenminste
wordt bereid op hetzelfde ser
vies als waarvan wordt gege
ten, en het makkelijk schoon
houden van het apparaat.
Bruin korstje
Op de kritieken van de con
sument spelen de fabrikanten
overigens snel in. Zo werd het
gemis van het knapperige
bruine korstje goed gemaakt
door een speciale bruineer
schaal, een grilelement of he-
teluchtcirculatie.
Ook de jongste verontrusten
de berichten uit Engeland
werden direct opgepikt. Uit
onderzoeken daar bleek na
melijk dat de microgolven
niet voldoende in het voedsel
doordringen. Daardoor wor
den bepaalde plekken niet
heet genoeg (zogenaamde
'cold spots'), bacteriën blijven
in leven en er ontstaat een
kans op voedselvergiftiging.
De fabrikanten wijzen de Ne
derlandse consument er dan
ook op dat de nieuwste mag
netrons zijn uitgerust met een
verdeler van microgolven
en/of een plateau waarop het
voedsel draait. Zo zijn voedsel
en golven nog meer in bewe
ging waardoor nog meer
warmte wordt bereikt.
Gelijkmatig
Want hoe gelijkmatiger het
voedsel wordt verwarmd, hoe
minder cold spots, zo blijkt uit
proeven van het RIVM, het
Rijksinstituut voor Volksge
zondheid en Milieuhygiëne.
Drs. J.W. Dorpema van dit in
stituut: „Toch zullen er altijd
wel hete en minder hete plek
ken blijven. Risico's daarvan
zijn niet alleen aan de magne
tron te wijten, ook de kwali
teit van het voedsel dat je erin
stopt, speelt mee. Bijvoorbeeld
niet goed afgewerkt eten of
onvoldoende ingevroren
maaltijden. Daarom kan de
consument het best het eten
wat langer en minder heet
verwarmen. Hiermee wordt
natuurlijk wel één van de
voordelen van de magnetron,
z'n snelheid, afgezwakt.'
Straling
Een ander 'gevaar' schuilt in
De turbo magnetron ondergaat steeds aanpassingen.
Wat kan mijn magnetron nog meer?
Wist u dat u in een magnetron ook bloemen kunt drogen, on
rijpe vruchten kunt zacht maken en linnengoed even kunt op
warmen zodat het strijken makkelijker gaat? Deze en andere
trucs staan in het boekje 'Wat kan mijn magnetron nog meer?'
van Ruth Spear (uitgeverij Bigot en Van Rossum,'17,90).
Ruim 250 tips om de magnetron optimaal te gebruiken.
de straling van de microgolf
oven. De golven verwarmen
namelijk alles waarin ze door
dringen, mensen zouden daar
door brandwonden kunnen
oplopen.
Volgens P. Dorsman van de
Stichting Consument en Vei
ligheid zijn er in Nederland
nog geen ernstige ongelukken
met de magnetron gebeurd.
„Oftewel, er zijn nog geen
klachten bij ons binnen geko
men. De magnetron is een vrij
veilig apparaat, de meeste
merken slaan af als de deur
geopend wordt. Normaal ge
sproken is er dan alleen spra
ke van wat lekstraling, die
volstrekt onschadelijk is.
Maar de consument moet na-
FOTO: PR
tuurlijk wel goed met z'n keu
kenapparaat omgaan. Dus al
tijd zorgen dat de deur goed
sluit, dan blijft de straling in
het apparaat en is er niks aan
de hand". Kema, de organisa
tie die elektrotechnische ma
terialen keurt, let op de mate
van lekstraling vóór het Ke-
makeurmerk wordt gegeven.
Begin volgend jaar publiceert
de Consumentenbond een
nieuw magnetron-onderzoek.
Ditmaal worden combi-ovens,
dus magnetrons gecombineerd
met een oven of gril, beke
ken. Voor andere (veilig
heidsonderzoeken zien Ne
derlandse organisaties geen
enkele reden: de magnetron is
een nuttig en veilig extraatje
in de keuken, mits de consu
ment de spelregels kent.
Thuismuzikanten
en hun buren
De Nederandse Stichting Ge
luidshinder (NSG) heeft een
brochure uitgebracht over ge
luidhinder en musiceren. Men
sen met een muzikant als buur
man kunnen de luidruchtige
buur eens een bezoekje brengen
met dit boekje in de hand. In
het boekje staan handige tips
over hoe de geluidhinder van
veel muziekinstrumenten valt
terug te brengen door goede
isolatiemaatregelen. De NSG
geeft zelfs bouwvoorbeelden
hoe in huis een goede gedempte
geluidstudio kan worden ge
bouwd. Het boekje is op te vra
gen bij de NSG te Delft, tele
foon 015 562723 of schrijf
naar Postbus 381, 2600 AJ Delft.
Iedereen kent het probleem
van dichtgeplakte plastic zak
jes: Ze zijn niet op een nette
manier open te maken en het
gescheurde zakje valt niet op
nieuw te sluiten. Pritt, specia
list in plakprodukten, (onder
andere de Pritt-stift) heeft
een oplossing gevonden voor
dit probleem. In plaats van
dat de twee uiteinden van het
afsluitplakbandje aan elkaar
vastplakken, zorgt de Pritt
Sealer voor een papieren
strookje tussen de uiteinden.
Dit zorgt ervoor dat het plak-
bandje gemakkelijk weer geo
pend kan worden en het plas
tic zakje heelhuids uit de
strijd komt en dus weer op
nieuw kan worden gebruikt.
Bovendien kan op het papie
ren strookje van alles ge
schreven worden, zoals de da
tum van invriezen. Het prin
cipe van het scheiden van de
plakkers is overigens geen
nieuwe vinding, zoals Pritt
beweerd. Een aantal jaren ge
leden werd het al in bakkerij
en en andere detailhandelsza
ken ingevoerd. Pritt heeft het
apparaat nu ook voor thuisge
bruik geschikt gemaakt. De
Pritt Sealer gaat in de winkel
ongeveer 18 gulden kosten en
navulsetjes met 400 sluitingen
kosten ongeveer 5 gulden.
Het doel van de Ziektewet is
werknemers en degenen die
daarmee volgens de Ziekte
wet worden gelijkgesteld, te
verzekeren tegen de geldelij
ke gevolgen van arbeidsonge
schiktheid van korte duur
(maximaal één jaar), wegens
ziekte.
Onder ziekte wordt in dit ver
band mede verstaan zwanger
schap en lichamelijke en/of
geestelijke gebreken. Onder
bepaalde voorwaarden kan
een oud-verplicht-verzekerde
zich vrijwillig te'gen genoemd
risico verzekeren. Verzekerd
ingevolge de Ziektewet is de
gene die in dienstbetrekking
werkzaam is, hetzij in pri
vaatrechtelijke zin (bijvoor
beeld bij een particulier per
soon c.q. bedrijf), hetzij in pu
bliekrechtelijke zin (bijvoor
beeld bij de overheid), met
wettelijk daarmee gelijkge
stelde arbeidsverhoudingen.
Zo ook Janny Kwaaitaal.
Vanaf haar achttiende jaar
werkzaam bij een grote inter
nationale handelsonderne
ming, laatstelijk in de funktie
van afdelingssecretaresse. Met
veel plezier en gedurende
haar ruim veertien jaar
dienstverband praktisch zon
der verzuim, heeft zij tot volle
tevredenheid van haar chef(s)
haar werkzaamheden ver
richt.
Toch meent Janny er goed
aan te doen wat meer aan
dacht aan haar twee opgroei
ende kinderen te besteden.
Na lang wikken en wegen be
sluit zij, met de wetenschap
met haar spaarcenten het wel
enkele jaren te kunnen „uit
zingen", te stoppen met wer
ken. Ze neemt tot grote spijt
van haar baas ontslag.
Edoch wat geschiedt? Nog
geen twee weken thuis en
heerlijk genietende van haar
genomen „vrijheid", valt Jan
ny tijdens een moment van
onachtzaamheid van de huis-
houdtrap. Gevolg: een gebro
ken enkel, met alle pijn en
ongemakken vandien!
Bij één van de vele ziektebe-
zoeken merkt een collega-se
cretaresse op dat Janny, hoe
wel niet meer werkende, toch
nog recht kan doen gelden op
een uitkering ingevolge de
Ziektewet. Janny meent dat
dit echter alleen mogelijk is
als men in loondienst werk
zaam is.
De vraag is wie in dit geva
het gelijk aan haar zijde heeft
Volgens het hiervoor uiteen
gezette doel van de Ziektewet
en de volgens de Ziektewet
primair genoemde „kring'
van verzekerden (werkne
mers(sters) en daarmee gelijk
gestelden), lijkt in eerste in
stantie de zienswijze van Jan
ny de juiste. Immers, Jannj
als niet meer werkneemstei
zijnde, lijkt uitgesloten te zijr
van enig recht op ziekengeld
De Ziektewet geeft echter ni
de beëindiging van eer
dienstbetrekking in bepaaldi
gevallen nog recht op aan
spraken op uitkering. Tegen
over de bedrijfsvereniging
waarbij de ZW-uitkering he
laatst heeft bestaan (dus bij d
laatste werkgever), kan no|
een aanspraak bestaan, wan
neer de arbeidsongeschiktheii
is aangevangen:
a) binnen een maand na he
einde van een tijdvak vai
twee maanden, waarin de be
trokkene op alle dagen ver
plicht verzekerd is geweest;
b) binnen acht dagen na he
einde van de verzekering
mits de betrokkene in de loo]
van de twee maanden vooraf
gaande aan dat einde, op ten
minste 16 dagen verzekerd i
geweest (het tijdvak onde
„a" genoemd mag eventuee
onderbroken zijn geweest ge
durende maximaal 7 dager
waarop hij of zij niet was ver
zekerd).
Uit deze bepalingen van d
Ziektewet blijkt duidelijk da
de collega-secretaresse vai
Janny Kwaaitaal de juiste vi
sie had. Immers, Janny wer
arbeidsongeschikt binnen ee
maand, na ononderbroke
tenminste twee maanden o
alle dagen verzekerd te zijl
geweest in haar laatste diensl
betrekking.
Om daadwerkelijk voor ee
Ziektewetuitkering in aan
merking te komen, dient i
voorkomend geval de arbeids
ongeschiktheid terstond bij d
voormalige werkgever I
worden gemeld, welke laatst
op de voorgeschreven wijz
van het ziektegeval meldin
doet bij de aangesloten b«
drijfsvereniging, teneinde d
uitkering te bewerkstelligen.
J. RAKEB