„Het is even doorbijten" Ondergronds spoornet nog luchtfietserij -- Lr-fVr-j td 0" 1st Ij „Milde berechting foute Nederlanders was onvermijdeli jk .BINNENLAND £eidóe.Qowiant ZATERDAG 7 OKTOBER 1989 PAGINA 7 NEDERLANDSE LEERKRACHTEN AAN HET WERK IN LONDEN: LONDEN „Leuke kin deren, maar ze moeten wel even opgevoed wor den". Ras-Amsterdammer Peter Bakker (27) is na zes weken Londen z'n gevoel voor humor nog niet ver loren. „Ik blijf lachen. Ja hoor. Ik ben nog meer po- litie-agent dan onderwij zer, maar het gaat al wat beter. Het is nu al twee, keer per week rustig. Nou, dat is is een hele vooruitgang". Peter is één van de 33 Neder landse leerkrachten die in Londen zijn neergestreken om in de Britse hoofdstad het te kort aan leerkrachten in no toire achterbuurten als Brix ton, Lambeth, Tower Hamlets, Southwark, King's Cross en Bethnal Green te helpen ver lichten. Hij heeft een derde klas met 24 kinderen van negen a tien jaar aan Lawdale jr in Bethnal Green, East End, onder zijn hoede. Zonder omwegen is hem verteld dat hij het vuile werk opknapt. Gastarbeider in Londen. „Geen enkele collega wilde deze klas. Dat hebben ze vorig schooljaar gewoon ge weigerd. Ze zijn daarom ook een half jaar naar huis ge stuurd. En vind je het dan gek dat sommigen nog nauwelijks kunnen lezen of schrijven? Nu knap ik dat karwei op. En ik werk me rot. Van 's morgens half acht tot 's avonds zes ben ik op school. Ja, en als ze dan nog niks willen leren, houdt het op. Ik doe m'n best, meer kan ik niet doen". De eerste schok heeft hij ver werkt. Nou ja, schok. Eigenlijk had hij niks anders verwacht. Hij had er echt niet op gere kend een klas met welgema nierde, keurig opgevoede leer lingen te krijgen. Het woord schoffies wil hij niet in de mond nemen, maar het komt er wel op neer. „Zet maar in de krant dat ze erg mondig zijn". Een understatement, dat door een ontwapenende lach wordt gevolgd. Humor blijkt een uitstekend wapen te zijn in een vaak de primerende omgeving. Boven dien hebben de meeste Neder landers elkaar gevonden. Pe ter Bakker woont met drie vrouwelijke collega's in een splinternieuwe woning aan de Marylandroad in Stratford, Oost-Londen. Drie andere col lega's en een Deense onderwij zer hebben het huis ernaast betrokken. Daar is de verhou ding precies omgekeerd: drie mannen en één vrouw. „Maar we zouden niet willen ruilen. Vier meiden bij elkaar, nee, dat is niks", zeggen Anke Jongstra (28), Marianne Rinia (22) en Arjanne Eerkes (22) in koor. Twee Friezinnen, een Groningse en een Amsterdam mer in East End. Tegen de vlakte De Marylandroad wordt op het ogenblik stevig onder han den genomen. Een torenflat is tegen de vlakte gegooid en op de vrijkomende ruimte wor den nu éénsgezinswoningen gebouwd. Een aantal huizen is inmiddels pas opgeleverd. „Van de Ilea (Inner London Education Authority) hebben we adressen gekregen van ka mers in de binnenstad, maar dat was echt bar en boos. Sme rig en klein, bovendien nog peperduur ook. Daarom zijn we maar buiten de directe bin nenstad gaan kijken", legt Anke Jongstra uit. De huur: 170 pond per week, omgerekend zo'n 600 gulden. Per maand komt dat dus neer op ongeveer 2500 gulden. „Dat is wel even slikken. Maar nu weten we ook meteen, waar om man en vrouw beiden moeten werken om het hoofd boven water te kunnen hou den", is haar nuchtere reactie. De kamers zijn via het lot ver deeld: Anke moet 31 pond dokken voor de kleinste en Peter betaalt 49 pond voor de grootste kamer (inclusief pri- vé-douche), Arjanne en Mari anne hebben beiden een ka mer van 45 pond. Veel tijd om aan elkaar te wennen hebben ze overigens nog niet gehad, 's Morgens in alle vroegte zwermt het hele gezelschap uit. Eerst met de trein naar het dichtstbijzijnde underground-station, Strat ford. Van daaruit gaat Anke naar Frairs, Marianne naar de Englisch Martyrs primary school en Arjanne naar de Ro- therhite primary school, alle in het stadsdeel Southwark, een wijk, nou ja, bijna een stad, aan de zuidoever van de Theems. Een trip van zeker drie kwartier. Peter moet slechts een kwartiertje reizen. Yuppies Southwark weerspiegelt de ge volgen van de politiek van Margeret Thatcher. „De rijken worden hier steeds rijker en de armen steeds armer", con cludeert de uit Sneek afkom stige Marianne aan de hand van haar ervaringen. Steenrijk en straatarm liggen in South wark pal naast elkaar. Vroe ger werkte de mannelijke be volking in de docks (de ha vens). Die zijn verdwenen en daarvoor in de plaats zijn lu xueuze appartementen verre zen. En daar zijn de yuppies en de dinkies (double income no kids) neergestreken. Voor een eenvoudige leer kracht is zo'n appartement in geen velden of wegen wegge legd. Voor het huren of kopen van een flat worden astrono mische bedragen neergeteld. Pracht en praal, in optima for- Even verderop een troosteloze, uitgebluste buurt, waar, naar het lijkt, een straatveger een onbekend fenomeen is gewor den, terwijl je in het Yuppie oord van de straat kunt eten. De Engelsen zelf verlaten het zinkende schip en vertrekken naar andere oorden; de vrijko mende woningen worden be trokken door immigranten en vluchtelingen vanuit de hele wereld: West-Indiërs, Vietna- mezen, Afrikanen, Chinezen, Indiërs, Zuidamerikanen, Amerikanen en Bengalezen, om maar eens wat te noemen. Eén van de Nederlandse leer krachten heeft zelfs een klas, van wie geen enkel kind En gels spreekt. De Nederlandse leerkrachten slaan zich er dapper doorheen, in tegenstelling tot hun Engel se collega's, die zuchtend, steu nend en klagend door het le ven gaan. „I'm fed up with it. It's terrible", meldt een collega van Anke Jongstra onge vraagd in de lerarenkamer. Hij komt uit Wales en wil weer zo snel mogelijk terug. En dat mag iedereen weten. Schouderophalend Anke uit Sint Nicolaasga heeft het ondertussen best naar haar zin. „Gelukkig zijn andere leerkrachten wat positiever", zegt ze schouderophalend. In Friesland kon ze in het onder wijs niet aan de bak komen, daarom greep ze deze kans met beide handen. Anke draagt zorg voor de nur sery, kinderen van drie, vier jaar. Een schooltype dat we in ons land niet kennen. Voor de veelal werkende ouders (of moeders, want er zijn veel éénoudergezinnen) is opvang van hun peuters letterlijk van levensbelang. Van de welfare (bijstand) kun je immers in Londen niet leven. Vandaar dat Anke door de ouders met vreugde werd begroet. „In het begin dachten ze wie is dat nou. Nu hebben ze me geac cepteerd en vragen ze belang stellend hoe het gaat". De meeste kinderen blijven tussen de middag over en krijgen dan een warme maaltijd. „Ik heb het getroffen. Die peutertjes zijn net als overal heel lief". Arjanne heeft een eerste klas met 24 leerlingen onder haar hoede. Het is haar ontzettend meegevallen. „Geen centje pijn. Echt. Afgaande op de verhalen dacht ik, nou, dat zal wat worden, maar ik heb tot nu toe alleen maar positieve ervaringen". De Veendamse koos doelbewust voor het Lon- dense avontuur boven een baan als invalkracht op een school voor gehandicapten in Haren. „Ik was al aangeno men, maar toen zag ik die ad vertentie voor Londen en heb mijn nieuwe baan toen afge zegd. Ik heb er geen secondë spijt van gehad". Marianne zit op een katholie ke school. Daar heeft ze be wust voor gekozen. „Ik ben katholiek en wil daarom al leen op een katholieke school lesgeven. Daar hebben ze re kening mee gehouden". Ook zij werkt met veel plezier op de nursery. Tijd voor uitstapjes heeft de Hollandse kolonie nog niet ge had. Door de week gaan ze om half tien naar bed. Vooral in het begin doodmoe van alle nieuwe indrukken, het jachti ge bestaan in de stad, het leren reizen met het openbaar ver voer (underground, trein en bus), het zoeken naar woon ruimte en de ervaringen op school. En niet te vergeten het te woord staan van de Engelse en Nederlandse pers. De ervarin gen met de media zijn echter niet onverdeeld positief. „De meeste journalisten willen al leen maar horen dat we het hartstikke moeilijk en zwaar hebben. Natuurlijk, het is even doorbijten, maar we hebben het hier uitstekend naar de zin. Dat willen we graag ge zegd hebben. We doen hier een enorme hoop ervaring op. Als je het hier redt, overleeft, is het in Nederland een peule- schil". En gevraagd of ze het een jaar in Londen volhouden, zeggen ze in koor: „Reken maar van yes. En wel twee jaar ook". KEES VAN OOSTEN PLAN FINANCIEEL ONHAALBAAR DEN HAAG— Minder fi les, kortere wachttijden, en een aanzienlijk minder vervuild milieu. Het deze week bekend geworden plan van prof. ir. R. van der Hoorn voor een on dergronds supersnel spoornet onder Europa klinkt even mooi als futu ristisch. Maar toekomst muziek zal het wellicht nog wel even blijven, ge- zien de 25 miljard gulden die alleen Nederland al aan de verwezenlijking zou moeten spenderen. Van der Hoorn blijft niettemin „optimist en realist". Enige scepsis is hij, sinds hij in 1972 zijn onderzoek aanving, wel gewend. „Wie begin deze eeuw had gezegd iets te zien in de vliegplannen van de ge broeders Wright, zou ook voor gek zijn verklaard", aldus de hoogleraar. Futuristisch is het plan volgens eigen zeggen ei genlijk ook niet. „Alle techno logieën ervoor zijn al voorhan den. We gaan er wel van uit dat binnen twintig jaar goed kopere technieken beschik baar zijn om dit enorme on deraardse tunnelnetwerk te boren en aan te leggen". Congres Eigenlijk zouden Van der Hoorns plannen pas volgende week bekend worden ge maakt. Tijdens het congres „Transport, Europe on the move" aap de Technische Uni versiteit in Delft zou dit spec taculaire project breed worden uitgemeten. Voortijdig konden wij echter deze dagen al in de pers van het „high speed tun nel transport" vernemen. In samenwerking met het minis terie van verkeer en water staat, de Vrije Universiteit van Amsterdam en de ontwikke lingsmaatschappij CCM, waar Van der Hoorn vier dagen per week werkzaam is, ontwikkel de de hoogleraar plannen voor zijn tunnelnetwerk. Sigaarvor- mige wagons zouden zich vol gens de plannen met een snel heid van 540 kilometer per uur kunnen voortbewegen door tunnels die op dertig me ter diepte liggen. De vacuüm gezogen tunnels garanderen een minimale luchtweerstand. De druk in de wagons wordt, zoals ook in vliegtuigen ge beurt, kunstmatig op het juiste niveau gehouden. Bedoeling is zo'n voertuig met elektro-mo- toren op de topsnelheid te brengen, waarna het met mi nimale aandrijving uitrolt tot op de plaats van bestemming. „Je hebt dan een uitroltijd van 25.000 seconden. Met andere woorden: de wagon rolt zeven uur lang door", luidt het idee. Tussentijds dient de trein wel met „lineaire motoren" af en toe een duwtje te krijgen om hem op snelheid te houden. De trein biedt ruimte aan één gro te container, die in de onder grondse stations in en uit het voertuig worden getild. In de container is plaats voor dertig passagiers, die daarmee binnen Beeld van het inladen van vracht op een ondergronds station. tweeënhalf uur van Amster dam naar Parijs zouden kun nen reizen. Vervoerstechnisch zijn wij volgens Van der Hoorn op een zeer inefficiënte wijze bezig. Vooral op korte afstanden. „De gevolgen kennen we: con gestie, files en milieuproble men. De totale schade door verkeer en vervoer in Neder land bedraagt jaarlijks al zes miljard gulden. En wat kost het niet aan energie, wachttij den en veiligheidsprocedures om dertig mensen per vlieg tuig een paar honderd kilome ter verderop te krijgen?" Schamper Zo optimistisch als Van der Hoorn klinkt, zo schamper lui den de reacties op zijn plan nen. Een woordvoerder van het ministerie van verkeer en waterstaat, deelnemer aan het onderzoeksproject, vindt de benodigde 25 miljard gulden „wel een erg groot bedrag". „Anderhalf jaar geleden beslo ten wij het onderzoek te on dersteunen, omdat de ideeën ons als muziek in oren klon ken. Maar nu blijkt dat Van der Hoorn verzuimde te on derzoeken hoe wenselijk het spoornet eigenlijk is. Wil het publiek dit wel? En wat vin den vervoersbedrijven van het plan?" De woordvoerder ver wacht niet eerder dan over veertig, vijftig jaar zo'n plan werkelijkheid te zien worden. „Als het al ooit wordt uitge- l i 4 1 I' k t' I L» K' M L* W HI mi v De sigaarvormige wagon die volgens de plannen een snelheid van 540 kilometer per uur kan halen. voerd", voegt hij er aan toe. „Bij Schiphol liggen de eerste twee kilometer spoortunnel al. Gaat u maar eens bij de Spoor wegen vragen hoeveel dat wel niet gekost heeft", luidt de iro nische reactie van KLM- woordvoerder N.P. Harmse. Grote concurrentie van de on dergrondse trein voor zijn be drijf vreest hij niet. Al was het alleen maar omdat Europese vluchten slechts tien procent uitmaken van het KLM-aan- bod. „Technisch zijn zoveel za ken mogelijk. Maar ze lopen altijd stuk op de investeringen die daarvoor nodig zijn. Hoe veel problemen heeft de komst van de supersnelle TGV-trei- nen al niet opgeleverd?" Harmse geeft toe dat korte vluchten binnen Europa in derdaad relatief hoge exploita tiekosten met zich meebren gen. De opmerking dat Van der Hoorns netwerk milieu vriendelijker zou zijn dan vliegverkeer, doet hij af met de constatering dat „ook elek triciteit als energiebron niet al te schoon is". Nut, milieu en financiële haalbaarheid moet de politiek volgens Harmse af wegen. „Gaat u er maar van uit dat eer er een netwerk on der Europa ligt, u al lang in de VUT zit", aldus Harmse tegen de 25-jarige verslaggever. Concurrentie met de vervui lende luchtvaart zou de stich ting Natuur en Milieu zeer welgevallig zijn. „Een mooi plan", zegt medewerkster M. Brunt. „Als een hoogleraar zegt dat het technisch haalbaar is, geloof ik dat ook. Alleen de aanleg van de tunnels lijkt een probleem. In een binnenstad kun je geen dertig meter diep tunnels gaan aanleggen. Land bouwgrond zal verzakken. Dus zal gekozen worden voor na tuurgebieden. En daar mag natuurlijk nooit in gegraven en gebouwd gaan worden". JEAN-PIERRE GEELEN HISTORICUS ROMIJN PROMOVEERT OP PROEFSCHRIFT: GRONINGEN „Door dat de berechting van foute Nederlanders na de Tweede Wereldoorlog in ambtelijke commissies en niet in het openbaar ge beurde, is bij grote delen van de bevolking de in druk ontstaan dat niet voldoende is afgerekend met collaborateurs". Dat concludeert de historicus Peter Romijn. Deze week is hij gepromoveerd in Groningen op het proef schrift 'Snel, streng en rechtvaardig', dat gaat over de bestraffing van foute Nederlanders. Vlak na de oorlog en in dé ja ren zestig werd onder an dere van de kant van het ver zet vaak beweerd dat te barmhartig en te opportunis tisch is opgetreden tegen colla borateurs. Volgens Romijn werd met opzet geen openbare heksenjacht tegen hen ontke tend, maar werd bewust een soepel, op integratie gericht beleid gevoerd. Als er bijvoor beeld een harde zuivering bin nen de politie had plaatsge vonden, was er weinig van overgebleven. Na de oorlog beloofde de rege ring dat berechting van colla borateurs 'snel, streng en rechtvaardig' zou gebeuren. Maar al spoedig deden zich on overkomelijke problemen voor. „Om te voorkomen dat ze op 'Bijltjesdag' het slachtof fer zouden worden van de woede van de rest van de be volking werden naar schatting 120 a 150.000 collaborateurs en NSB'ers opgepakt. Ze zaten onder erbarmelijke omstandig heden in interneringskampen. Het was praktisch niet moge lijk om iedereen vast te hou den en zeker niet onder zulke omstandigheden. Bovendien wilde men niet dat zo'n grote groep mensen tot outcasts ver klaard zou worden. Dat was op den duur veel te gevaarlijk", aldus Romijn. Er ontstond een grote chaos. Als oplossing bedacht een groep ambtenaren van het mi nisterie van justitie een onder scheid tussen 'lichte' en 'zwa re' gevallen van collaboratie. De lichte, zo'n 90.000 gezins hoofden, mochten naar huis. Zij kwamen onder toezicht te staan van speciale vrijwilligers die hun terugkeer in de maat schappij begeleidden. Maatschappij „Er werd door de autoriteiten op aangedrongen deze mensen weer in de maatschappij op te nemen. Vooral de kerken wil den dat. Zij voelden zich ver antwoordelijk voor de geeste lijke ontsporing van deze men sen. Zij zagen vergevingsge zindheid als een belangrijke voorwaarde voor de nieuwe opbouw", aldus Romijn Met de grootst mogelijke zorg vuldigheid werd ook de groot ste groep collaborateurs, de ambtenaren, aangepakt. Bur gemeesters en politieagenten hadden bijvoorbeeld vaak ge holpen bij de bestrijding van het verzet en de deportatie van joden. De handelwijze van de meeste van hen werd uit voerig onderzocht en er werd niet collectief gestraft. „Soms werden ze met een overmaat van begrip, soms juist weer vreselijk streng behandeld". Romijn vindt dat de Neder landse overheid bij de aanpak van collaborateurs over het al gemeen het juiste midden wist te houden. „Je moet bedenken dat het ontzettend moeilijk was je in overheidsdienst aan collaboratie te onttrekken. Ze ker in die tijd toen ambtena ren nog veel gezagsgetrouwer waren en bovendien vaak al leen op een post zaten. Die mensen moesten heel moedig Ambtelijke zaak De Nederlandse regering maakte de berechting van col laborateurs van een publieke tot een ambtelijke zaak. De nadruk op reclassering en in eerste instantie zelfs eni ge bescherming van collabora teurs was in vergelijking met andere landen uniek. Romijn: „Hier zijn 5 of 6 men sen gelynched op Bijltjesdag. In België waren dat er een paar honderd, in Frankrijk volgens voorzichtige schattin gen zelfs 40.000". Ook de hou ding tegenover collaborateurs was daar verder veel onver zoenlijker. Tien jaar na de oorlog werd in Nederland met tevredenheid geconstateerd dat met het ver leden afgerekend was. In de jaren zestig herleefde de be langstelling voor de oorlog en de tijd er vlak na en daarmee voor de vraag of de regering op een juiste manier tegen col laborateurs was opgetreden. Het feii dat de berechting van foute Nederlanders goeddeels zaak van ambtelijke commis sies is geweest, gaf journalisten en oud-verzetslieden de in druk dat de regering te veel met de mantel der liefde had bedekt. Romijn probeert dit te relati veren. Hij werd in 1955 gebo ren en voelt er niets voor de opvattingen van het verzet zonder meer te onderschrij ven. „Veel verzetsleden haa- den een harde afrekening ge wild en deden later alsof ze vlak na de oorlog buiten spel zijn gezet. Na de oorlog is er een faire discussie over ge voerd en die hebben ze verlo ren". Over de opstelling van de Nederlandse regering oor deelt Romijn mild: „Ik denk dat de regering niet anders MIRJAM JANSSEN Direct na de bevrijding arresteren leden van de Binnenlandse Strijdkrachten collaborateurs foto: anp Een Engelse onderwijzer gebruikt met zijn leerlingen, die uit verschillende landen afkomstig zijn, de lunch in een park. Sinds kort kan men ook Nederlandse leraren aantreffen in een soortgelijke situatie. foto: pr

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1989 | | pagina 7