Inhaalrace bij topturnen
volgens zeven- jarenplan
voetballerlei
Solidair
Sosonko geeft Timman
romantische opdracht mee
191
SPORT
QeidóaOowumt
ZATERDAG 30 SEPTEMBER 1989 PAGINA 11
Uwe Bein er bij
Franz Beckenbauer heeft
Uwe Bein opgenomen in de
voetbalselectie van de
Bondsrepubliek, voor de
kwalificatie-interland op 4
oktober in Dortmund tegen
Finland. De speler van Ein-
tracht Frankfurt is de enige
[voetballer zonder interland-
ervaring in de voorlopige
groep van 21 spelers.
De vijf „Italianen" (Voller,
Matthaus, Brehme, Klins-
mann en Berthold), die on
langs bij de oefenwedstrijd
tegen Ierland ontbraken, zijn
terug in de groep. Teamchef
Beckenbauer heeft boven
dien Mill (Dortmund) en
Dorfner (Bayern München),
beiden nog geblesseerd, ge
nomineerd.
Geen gevaar meer
De twee doelen in het Volk
sparkstadion van Hamburg
leveren niet langer gevaar
op voor de spelers. Aan de
vooravond van het UEFA-
bekerduel tussen HSV en
Ogryte Göteborg zijn de ha
ken aan de netten vervangen
door snoeren. Vorige week
woensdag liep Ditmar Jakobs
een tien centimeter lange
vleeswond in zijn rug op bij
een val in de doelmond. De
HSV-aanvoerder lag 22 mi
nuten vastgeklonken aan een
haak bewegingloos op de
grond. Een suppoost slaagde
er tenslotte in de haak met
een ijzerzaag doormidden te
krijgen.
Rentree Förster
Na een afwezigheid van
ruim drie maanden maakte
Karl-Heinz Förster afgelo
pen woensdag bij Olympique
Marseille zijn rentree in de
tweede wedstrijd tegen
Bröndby in het Europa-Cup
toernooi voor landskampioe
nen. De Franse miljoenen
ploeg verdedigde in Kopen
hagen een comfortabele
voorsprong van 3-0 en kwam
met 1-1 een ronde verder. De
Westduitse verdediger raakte
in juni geblesseerd aan zijn
lies. In juli onderging hij een
operatie,waarna een lange
periode van revalidatie aan
brak. Pas deze maand her
vatte Förster de training. De
Westduitse oud-international
wordt overigens begin okto
ber genaturaliseerd tot
Fransman. Dat stelt Marseil
le in de gelegenheid in de
competitie naast Förster de
drie andere buitenlanders in
de selectie (Mozer, Waddie
en Francescoli) op te stellen.
kwalificatie
duel van de
Duitsers
tegen
Finland, Uwe
Bein van
Eintracht
Frankfurt
door Frank Werkman
In de sportwereld is het begrip
solidariteit een even zeldzaam
voorkomend verschijnsel als
(met dank aan Rene van der
Gijp) woestijnzand in
Zwitserland. Het motto is
vrijwel uitzondering: ieder voor
zich en de bond voor ons allen.
De profvoetballerij is
waarschijnlijk de exponent van
dit zelfzuchtige deel van onze
maatschappij. Daar is het zelfs
een kwestie van de één z'n
dood is de ander z'n brood.
Niet één brood- of
belegvoetballer zal het openlijk
toegeven. Maar de twaalfde
man zit vanaf de eerste minuut
hartgrondig te hopen dat de
elfde zijn been breekt. Dat
betekent zelf spelen en meer
inkomsten, die tenslotte voor
een deel bestaan uit premies.
Die pas worden uitgekeerd als
daadwerkelijk aan het spel
wordt deelgenomen.
Wat er verder gebeurt in een
club zal de meeste spelers
doorgaans worst zijn. Slaat men
elkaar in het bestuur
regelmatig op het gezicht? De
rechtsback zal er geen minuut
minder om slapen. Maakt de
manager de trainer regelmatig
voor rotte vis uitDe
linkermiddenvelder zal er geen
hap minder door eten.
Deze week waren twee
opmerkelijke acties te
signaleren: Feyenoorders
namen de handschoen op tegen
het eigen bestuur, PSV'ers
braken een lans voor hun
manager. Het kan verkeren.
Voetballers als pleitbezorgers
voor anderen.
We kenden natuurlijk al het
fenomeen van Ruud Gullit, die
zich inzette tegen de Apartheid.
Zijn gouden schoen opdroeg
aan Nelson Mandela. Dat was
mooi. Had bovendien meer
impact dan een soortgelijk
gebaar van (om maar wat te
noemende topscorer van het
Haagse amateurvoetbal. We
kenden ook Maradona, die in
de sloppenwijken van Buenos
Aires rondwandelde en arme
sloebers een hand gaf. Ook
fraai.
Er zijn meer genereuze gebaren
van profvoetballers. Wat te
denken van het belangeloze
optreden van Neerlandse beste
spelers in de benefiet in de
Kuip? Of het aantreden van
bekende sterren in andere
wedstrijden voor een goed doel.
Zoals het treffen ten bate van
de slachtoffers van de
aardbeving in de Sovjet-Unie
een tijdje geleden. Daar gaf één
van de Van de Kerkhof
tweeling acte de presence. Maar
is dat een teken van
solidariteit? Of heeft het te
maken met een snoepreisje en
een reünie met oude bekenden?
Voor wat betreft
benefietwedstrijden ben ik
bereid te geloven in de goede
inborst van de profvoetballer.
Maar zodra het aanblijven van
de trainer of de manager op het
spel lijkt te staan, komt mij zo'n
solidariteits-actie toch wat
onwaarschijnlijk voor. Als de
spelers van Feyenoord
collectief verklaren met Pim
Verbeek verder te willen, zegt
dat minder over hun
beoordeling van de kwaliteiten
van de trainer dan over de
eigen gemoedsrust. Die is - en
dat kan een kind begrijpen -
niet gediend met heisa en
trammelant rond de coach.
Je zult maar elke dag naar je
werk gaan en weten dat je baas
je ieder moment de straat op
kan schoppen. Dan ben je niet
aardig voor je collega 's. Wat dat
betreft heeft Verbeek het
bewonderenswaardig
volgehouden en verdient hij
ook mijn allerdiepste
bewondering. Hetgeen
overigens niets zegt over de
kwaliteiten van de trainer in
kwestie.
Dan PSV. Daar heeft Gerald
Vanenburg zich opgeworpen als
de grote pleiter voor het
aanblijven van manager
Ploegsma. Die de man was, die
de balgoochelaar een baan voor
het leven bij PSV bezorgde.
Vanenburg laat dus niet alleen
zijn gemoed, maar ook zijn
portemonné spreken En de taal
van het geld, in welke valuta
dat ook wordt betaald, heeft
een keihard accent. Vandaar
dat de PSV'ers Ploegsma bij
PSV willen houden en de
Feyenoorders hem liever niet
zien komen. Want als Ploegsma
verschijnt, neemt hii Gi 11 ha us
en Chovanec wellicht mee. Die
moeten dan spelen, hetgeen
twee van Verbeeks mannen
hun plaats en dus geld kost. En
als Ploegsma ook geld
meebrengt en meer nieuwe
spelers koopt, verdwijnen er
nog meer Feyenoorders. Zo zit
dat met de solidariteit van
voetballers. Niet loeien maar
schiessen, zei Happel ooit Hij
had gelijk.
AMSTERDAM In de
Amerikaanse sportwereld
zou hij als Jah „the opti
mistic" door het leven
gaan. In zijn positieve le
vensopvatting ligt de
grootste kracht van Jan
Timman. En zijn kwets
baarste punt. Zo is het ook
in de schaaktweekamp te
gen de verdwaalde Wood
stock-hippie Jonathan
Speelman, die komende
maandag in het Sadler
Wells Theatre in Londen
begint.
„Het optimisme van Timman",
filosofeert Genna Sosonko, „is
een goede eigenschap. Het
maakt het leven prettig. Maar
als de stemming doorslaat en
niet meer op werkelijkheid is
gebaseerd, wordt het riskant.
Dan bestaat er gevaar voor
zelfoverschatting. Dat is funest
in een korte tweekamp". So-
sonko's gouden tip -voor de
halve finale van het kandida
tentoernooi is: „Timman moet
met gevoel voor vernieuwing
spelen. Elke partij moet voor
Jan het begin van een nieuwe
liefde zijn. Met nieuwe ideeën,
nieuwe impulsen". De op
dracht van Sosonko is roman
tisch, maar dodelijk vermoei
end. De match omvat acht
partijen plus een mogelijke
verlenging met twee partijen
én zo mogelijk een beslissing
door „vluggertjes".
Maandag zitten beide groot
meesters voor de openingspar
tij tegenover elkaar op het po
dium in het ballettheater in
Londen. Enkele meters ver
derop beginnen de Russen
Karpov en Joesoepov aan hun
onderonsje. „Een tweekamp
kun je niet vergelijken met
een toernooi", zegt Sosonko en
hij weet er alles van. Hij heeft
er vele meegemaakt. Als
speler, als secondant, als com
mentator, als belangstellende.
„Kortsjnoj heeft eens gezegd
dat je je in een tweekamp in
zekere zin verenigd voelt met
je tegenstander. Je kijkt dage
lijks tegen hem aan en op het
laatst valt je de kleinste details
op. Hoe hij zich geschoren
heeft, zijn haar gekamd, zijn
stropdas geknoopt. Op den
duur voel je zelfs of hij goed
geslapen heeft".
Psychologie
De uitgeweken Rus wil het
element psychologie niet uit
vlakken, maar ook niet accen
tueren. „Het is zoals Fischer in
zijn goede tijd zei: ik geloof
niet in psychologie achter het
schaakbord, ik geloof in goede
zetten. Natuurlijk is een twee
kamp een grimmige worste
ling, natuurlijk bestaan er
spanningen, natuurlijk spelen
de zenuwen een rol, zeker als
er verrassingen op het bord
komen, maar het moet niet
overdreven worden".
Timman heeft zich gedegen
voorbereid. Begin september
trok hij zich met zijn secon
danten Sax en Andersson een
week terug. Vijf uur per dag
boog het trio zich over de ope
ningstheorie. Voordien was hij
twee dagen met Hort aan het
werk geweest. De tot West
duitser genaturaliseerde Tsje-
choslowaak heeft de rol van
secondant voor een keertje
overgedragen aan Sax. Hij gaf
de voorkeur aan een trip door
het Caribisch gebied en Thai
land boven de spanningen van
de'match in Londen.
„Sax en Anderson zijn ideale
secondanten voor Jan", vol
gens Sosonko. „Hij vertrouwt
ze voor. honderd procent. Ze
vullen elkaar goed aan. Sax is
de aanvaller, Anderson de
strateeg en eindspelkenner.
Hans Ree noemde Anderson
ooit een hasj-hondje, die in de
verste hoek van het schaak
bord remise weet te vinden.
Speelman moet het met Tis-
dall doen, al jarenlang zijn
beste vriend, maar geen wan
delende schaakencyclopedie
als Sax en Anderson".
55 procent kans
De van origine Leningrader
geeft Timman 55 procent kans
op de overwinning. „Jan is
licht favoriet. Hij heeft meer
inhoud dan Speelman. Al moet
hij wel op zijn hoede blijven.
Door zijn soms bizarre, soms
geniale invallen is de Brit le
vensgevaarlijk. Hij versloeg
Seirawan en Short met opmer-
Kelijk gemak en staat met
twee benen op de grond. Op
de vraag op hij wereldkam
pioen wilde worden, ant
woordde hij: „Dat gevaar
dreigt nooit".
Sosonko kent Speelman van
dichtbij. „Twee jaar geleden
brak hij door. In Subotica.
Daar won hij het interzone-
toernooi. Hij was hilarisch.
Daar dronk hij voor het eerst
in zijn leven alcohol. Na twee
glaasjes slivovitz was hij van
de kaart". Achter het schaak
bord speelt de Brit als een at
leet of als een wielrenner. „Hij
kan versnellen en vertragen.
Is nuchter, begrijpt zijn kan
sen. Heeft een goede eindspel
techniek, weet zich met fanta
sie uit benarde posities te be
vrijden".
„Zijn nadeel is dat hij vaak te
veel vraagt van de stelling.
Een kwestie van te veel fanta
sie en wiskundige rekenkun
sten. Hij is constant aan het re
kenen. Ook bij onzinnige va
rianten. Hij wil absoluut weten
dat die variant inderdaad niet
haalbaar is. Een ander zou er
geen seconde over piekeren,
zou intuïtief weten dat het
verdacht is. Speelman wil
zichzelf overtuigen. Dat is ver
moeiend en gevaarlijk".
Andere grootte
Bij een overwinning op Speel
man zal de druk op Timman
volgens Sosonko pas goed toe
nemen. „Veronderstel dat
Karpov en Timman in de fina
le spelen. Die twee spelen een
match van twaalf partijen
voor het uitdagerschap tegen
Kasparov. Dat is van een heel
andere grootte. Daar gaat het
niet alleen meer om het scha
ken, maar bij winst op Karpov
stel je financieel je toekomst
veilig. In de match tegen Kas
parov om dei wereldtitel ligt er
een prijzenfonds van vijf mil
joen gulden op tafel. De verlie
zer vangt nog altijd 3/8e deel
daarvan".
Volgens Kasparov hoeft Tim
man zich daarover geen zor
gen te maken. De wereldkam
pioen ziet in de Amsterdam
mer geen serieuze kandidaat
voor de wereldtitel. De groot
meester uit Bakoe houdt het
tot midden '90 op Karpov als
uitdager. Kortsjnoj heeft een
afwijkende mening. De dissi
dent geeft Timman een gezon
de kans op het uitdagerschap.
In een interview met „Der
Spiegel" noemde hij eind 1987
Timman de favoriet in het
kandidatentoernooi 1988-'9I
Wellicht uit rancune tegen zijn
staatsvijand Karpov, maar de
Amsterdammer sloot in '87
een geweldig jaar af. Het beste
uit zijn professionele carrière
die hij in 1974 startte. Hij
speelde in acht toernooien,
won er drie en consolideerde
zijn derde plaats op de wereld
ranglijst. Zijn ELO-rating na
derde in die tijd de magische
grens van 2700. Zelf zei Tim
man dat hij in dat jaar grote
vorderingen had gemaakt. In
speelstijl en manier van wer-
Maanden rust
Voor de match tegen Speel
man heeft hij drie maanden
rust genomen. Hij had een
toernooi in juli in Joermala op
zijn programma, maar dat
werd kort voor aanvang ge
schrapt. Speelman speelde in
augustus in het Ohra-toernooi
in Amsterdam en begin sep
tember in het Lloyd Banks
toernooi in Londen. „Een
kwestie van smaak", aldus So
sonko. „Jan zegt er goede er
varingen mee te hebben. Hij
heeft twee keer eerder zulke
pauzes ingelast. In 1981 en '84.
Beide malen keerde hij in stra
lende vorm achter het schaak
bord terug".
Voor Vassili Ivantsjoek zijn de
tweekampen in Londen geld
en tijdverspilling. De „angry
young man" uit Lvov, Oekraï
ne, vindt het viertal Karpov,
Joesoepov, Timman en Speel
man zakkenvullers. „Kasparov
is de wereldkampioen tot 1996,
misschien wel tot het jaar
2000. Hij is veruit' de sterkste.
Wat er in Londen gebeurt, in
teresseert me absoluut niet.
Wie er ook wint, hij legt het
altijd af tegen Kasparov".
Zijn land- en leeftijdsgenoot
Gelfand geeft Speelman de
meeste kans op een plaats in
de finale. „Timman is te veel
analyticus, Speelman de crea
tievere aanvaller, hij is fanta
sievoller".
„Daar zou die jongen best eens
gelijk in kunnen hebben",
merkt Sosonko droog op.
„Maar in zo'n korte tweekamp
moet het element risico uitge
bannen worden. Koelbloedig
heid en zelfbeheersing zijn
van groot belang. Geef mij dan
maar een analyticus met ge
voel voor verhoudingen".
ALPHEN AAN DEN
RIJN Doordat de Rus
sische turntrainer Boris
Orlov zich als een soort
supervisor ontfermde over
de nationale selectie da-
mesturnen, is de profes
sionalisering binnen de
Koninklijke Nederlandse
Gymnastiek Bond in een
stroomversnelling ge
raakt. Niet dat de ideeën
van de grijzende Rus
nieuw waren. Hij predikte
weliswaar revolutie, maar
met name bondstrainer
Wim Veldman liep al ja
ren met dezelfde plannen
rond. „Het leek wel of er
een buitenlandse trainer
nodig was om de bond te
overtuigen", zo meldt
Veldman, overigens sans
rancune, omdat hij nauw
samenwerkt met de 44-ja-
rige Orlov en hem zoals
gesteld hetzelfde doel
voor ogen staat.
Bij de KNGB vatte het idee
post om binnen verschillende
secties tot een verregaande
professionalisering te komen.
De doelstelling om een Neder
landse damesgroep voor olym
pische kwalificatie voor te be
reiden werd weer eens opge
poetst. De editie in Montreal
in het jaar 1976 was tot ver
driet van het vaderlands trai
nerskorps de laatste, waarop
Nederland onder de bezielen
de leiding van Eva Bartha acte
de présence gaf. Twintig jaar
later, in 1996, móet de rentree
een feit zijn, zo is de stellige
overtuiging van de trainerstop
in Nederland.
Actueel is nu nog, dat de na
tionale turnselecties interna
tionaal gezien nog weinig
voorstellen. Orlov wist de
turnwereld in Nederland in de
drie jaar dat hij hier nu actief
is toch zo zeer te beroeren, dat
er aan de basis daadwerkelijk
grote veranderingen op stapel
staan. Orlovs denkbeelden om
de trainers qua visie en kennis
op één lijn te krijgen, lijkt te
lukken. „Dan pas kunnen we
tot een standaardisering over
gaan, die nodig is om de basis
te leggen voor internationaal
gezien aansprekende presta
ties", zo meldde Orlov. Zijn
collega Veldman beseft, dat de
prestaties van de huidige se
lectie internationaal niet
zwaar wegen. Met de wereldti
telstrijd in Stuttgart van 15-22
oktober op het programma,
heerst er ook nog geen hoeras-
temming. De inhaalrace is dan
ook een zevenjarenplan.
Revolutie
De eerste tekenen van de
„turnrevolutie,, zijn al zicht
baar. De afschaffing van de
zogenaamde B-trainingen,
luidt de nieuwe fase in. Dat
tussenstation werd als onder
geschoven kindje afgevoerd.
Naar het voorbeeld van onder
meer de Oostbloklanden deed
onlangs in Alphen aan den
Rijn het fenomeen „turnon-
derbouw" haar intrede, een
verbeterde versie van de B-
training. In het zogenaamde
eerste steunpunt voor de on
derbouw, varieert de leeftijd
van de zestien geselecteerde
turnsters van negen tot elf
jaar. De talenten moeten
eerder naar school, zo luidt het
toekomstig devies.
Toch is de eerste stap nog een
sprong in het duister. Veld
man: „Het is in feite nog ille
gaal. Officieel valt in decem
ber tijdens de jaarvergadering
de definitieve beslissing. Be
schouw het als een tussenfase,
waarin nog veel geëvalueerd
moet worden. En vergeet niet,
als de bond groen licht geeft,
kunnen we verder werken. De
Olympische Spelen in 1992
zijn voor een team van zes
meisjes niet haalbaar. Daar
starten we te laat voor, mis
schien dat er individueel ie
mand zich weet te plaatsen.
Niet dat ik dat verwacht, want
de eisen van het NOC zijn erg
hoog. De Spelen in 1996 zijn
haalbaar, al zal het een heel
karwei worden. Om je bij de
laatste twaalf landen van de
wereld te scharen, moet je
nogal het één en ander in huis
hebben. De concurrentiestrijd
met de Oostbloklanden kun je
wel vergeten. Amerika en
China zullen zich ook plaatsen
en dan blijft er niet zo gek
veel ruimte meer over. Maar
als ik zie dat Frankrijk en
bijna zielig gevonden dat de
kinderen zo jong al moeten
presteren; dat is inherent aan
de sport".
De docente lichamelijke op
voeding uit Nijmegen kent
ambities, heeft als internatio
naal jurylid, de nodige erVa-
ring opgedaan en volgens haar
is de tijd rijp om toe te werken
naar een wereldniveau. Daar
bij weet ze zich gesteund door
de gedreven turntrainers Ger-
rit Beltman, Bram van Kool
wijk en assistent-trainer Pieter
Schaafsma. Schaafsma richt
zich bij de Hazenkamp in Nij
megen ook bewust op toptur
nen. Marijke van der Tuin:
„Nijmegen is ook kandidaat
voor het tweede steunpunt.
Schaafsma heeft de kennis en
de accommodatie leent zich er
goed voor. Dat zijn prestatie
bepalende factoren, die daar
goed onder controle zijn. Als
de ervaringen met het steun
punt in Alphen aan den Rijn
aanslaan, dan hoop ik dat er
binnen twee jaar vier steun
punten zijn, in het noorden,
oosten, westen - daar mis
schien wel twee - en zuiden
van het land Dat is ook de
doelstelling in het rapport.
Dan kunnen de talenten pas
goed tot ontplooiing komen.
De bond is echter nog een
beetje aarzelend. Begrijpelijk,
het is een totaal nieuwe aan
pak, maar ik weet zeker dat
dit de manier is om op de lan
ge duur beter te presteren en
ik vind dat de bond ook voor
deze, soms gekritiseerde vorm
van topsport, moet kiezen.
Kijk naar Roemenië. Het be
drijven van turnen op wereld
niveau heeft de turnbond daar
groot gemaakt. De uitstraling
van Nadia Comaneci. Zonder
topsport wordt de bond niet
meer serieus genomen".
Bovenbouw
Als het initiatief niet wordt
teruggefloten in december - en
dat is de algemene verwach
ting - is Alphen aan de Rijn
het eerste van de acht te vor
men steunpunten. Deze wor
den gelokaliseerd over het
hele land met de instelling ge
talenteerde turnstertjes vanuit
de onderbouw te begeleiden op
weg naar de bovenbouw van
de Oranje-selectie.
Ook Bram van Koolwijk uit
Amsterdam, die deel uitmaak
te van de commissie Herstruc
turering Onderbouw, is en
thousiast geraakt voor het
nieuwe plan: „De kinderen
krijgen via die steunpunten
kwalitatief een perfecte leer
school. Een basis die de clubs,
waar ze vandaan komen, hen
nooit kan meegeven. Zoals het
nu ging bij de B-trainingen,
viel er altijd een bedenkelijk
gat tussen de A- en B-selectie
en werd de slag met het bui
tenland daér verloren. Preste
ren op topniveau is dan uitge
sloten". Van Koolwijk, die am
bitieus genoeg is om de slag op
internationaal niveau aan te
gaan, is zich bewust van het
feit, dat de kas van de bond
open moet, wil het idee een
kans van slagen hebben. „Is
het budget van de KNGB toe
reikend en zijn er in het land
geschikte lokaties, dan kunnen
we voorzichtig gaan bouwen
aan een team, dat Nederland
kan gaan vertegenwoordigen
op het internationale aanspre
kende vlak. Het tempo waar
mee dit doel kan worden be
reikt hangt dus af van het geld
en de uitwerking van het
proefdraaien in Alphen aan
den Rijn".
Armlastig
Vanaf het moment dat de
commissie Herstructurering
Onderbouw zich in 1988 boog
over het armlastige turnland
Nederland, kwamen enkele
behoorlijk zwakke punten aan
het licht. In het rapport dat de
commissie op 27 mei van dit
jaar presenteerde wordt ge
steld dat de twaalfjarige turn
sters nog lang niet zijn bere
kend op internationaal toptur
nen. Veelal gevormd bij de
club, blijkt bij nationale trai
ningen dat er te weinig basis
aanwezig is. Ook de lokaties
laten hier en daar te wensen
over. En de commissie heeft in
haar rapport duidelijk gesteld,
dat de steunpunten permanen
te turnhallen moeten zijn voor
full-time training. Daar wordt
op dit moment aan gewerkt in
Nijmegen, Dronrijp en Heer
enveen. Het wordt misschien
nog wel eens wat met het top
turnen.
SIJBE JOOSTEMA
Genna Sosonko (links) en Jan Timman.
Spanje het aankunnen, dan
moet het hier ook kunnen luk
ken. De situatie is daar finan
cieel echter wel beter. Het
werkt nu eenmaal zo: als je
geld hebt kun je de mensen
die de kennis moeten overdra
gen betalen. Automatisch wor
den de prestaties van de tur
ners ook aanmerkelijk beter".
De „illegale start" in Alphen
aan den Rijn betekent wel dat
de direkte deelnemers aan dit
project nog veel pro deo-werk
moeten afleveren. De CIOS-
leraar Veldman uit Arnhem
beseft dat. „Er moet genoeg
geld komen om goed aan de
slag te kunnen. Maar nu de
KNGB zo gericht bezig is met
de stroomlijning van de sec
ties, heb ik goede hoop dat het
lukt en het idee wordt overge
nomen".
Decentralisatie
Gerrit Beltman is trainer op
het zogenaamde steunpunt in
Alphen aan den Rijn, waar
een select gezelschap jeugd-
turnsters, veelal afkomstig uit
de buurt, dagelijks keurtrai-
ning krijgen. „Hier begint
voor de kinderen de nodige
basis voor topsport. Iets dat in
de turnsport nu eenmaal heel
snel moet worden aangeleerd,
op jonge leeftijd. Het steun
punt voorziet in een behoefte.
Ik heb ervaring genoeg met
turnsters van twaalf jaar en
ouder. Genoeg talent, maar te
weinig basis op die leeftijd.
Dan is het te laat. Op interna
tionaal gebied is het onmoge
lijk om bijvoorbeeld de acht-
kamp nog onder de knie te
brengen. Het leerproces neemt
veel tijd in. De techniek kan
in de leeftijd tot twaalf jaar
worden gepraktiseerd, zodat ze
beslagen ten ijs komen".
Marijke van der Tuin uit Nij
megen was voorzitter van de
commissie, die werd opgehe
ven toen het rapport bij de be
stuurders op tafel werd gelegd.
Zij stond aan de basis van de
nieuwe lijn. „Eigenlijk gingen
onze ogen open bij de WK
voor junioren in Avignon. Het
supertalent Mireille Lemaire
van turnclub Deltasport uit
Zierikzee deed mee, presteerde
behoorlijk goed, maar miste
toch iets en dat was zeker niet
voor de eerste maal, dat wij
dat opmerkten. Er moest dus
iets veranderen aan de basis.
Daar kan winst worden ge
boekt. Als je bedenkt dat in
een land als Roemenië van die
ukkies al verschillende soor
ten technieken leren en zon
der problemen die oefeningen
draaien, dan weet je dat daar
de achterstand moet worden
ingehaald. Uiteraard zijn die
kinderen nog niet stabiel bij
het landen en besef je dat daar
ook aan gewerkt moet worden,
wil je op een hoger niveau
presteren. Vaak wordt het hier
Mireille Lemaire is een supertalent uit Zierikzee, maar blijkt toch
over een aantal elementaire tekortkomingen te beschikken.
FOTO: PERS UNIE