f Oorzaken spijbelen worden ernstiger 'm stadhuisgevel tot brouwers anno 1500 ÜnÏ)EN OMGEVING CeidócSouoant VRIJDAG 15 SEPTEMBER 1989 PAGINA 15 )S JAARBOEKJE 1989 VERKOOPT WEER UIT VOORRAAD sn pu- boekje i in de c5!3ezen in het Leids zéeAoekje 1989 dat l,aaweek, via de presen- "?£k aan Leidens loco eester Fred Kuij- de openbaarheid uiti prijsgegeven dat el van het Leidse lis wel erg mooi is teler ogen streelt, dat er in de periode j3l598, toen de mid- rfeuliwse gevel ver- siliLd werd, activiteiten ïpef bouwmeesters en ük fcmers een bouw- 1 ép waren dié nog citik niet helemaal zijn isaAelderd. Een gang taken die de auteur ^jschke er toe noopte middel van een hajlie in het Jaarboek Wjaals te duiken P^uwingsgeschiedenis htiWI2 gebeurde dit jf^het eerst) teneinde licht te kunnen - din op deze Grote ^aaihuwing, die einde er* eeuw geschiedde, ■m 1 de Leidse opbloei •gei [ing aftekenen. ;ten het: op 12 februari randde het stadhuis, zo- pa, er ruim 4 eeuwen (met Sfyiieuwe" gevel) had ge- ten grotendeels af. Het fj0edeed zijn werk grondig. naanuurwei"k van bet oude jn is", aldus Meisehke (die alvi13 hoort denken, dat aar 1 Leiden 60 jaar geleden w0< slordig met z'n cultuur- [wa s omgesprongen), „moet hetie brand volledig zicht- ;>jZijn geweest, doch het en niet onderzocht; even- w ond een oudheidkundig fi, [onderzoek plaats. Met bot rbouw in 1935 zijn alle se >ns over de structuur et oudere stadhuis ver- gei 6egaan- Slechts het mid- ike iwse muurwerk achter de jvelbekleding uit 1595 rja bewaard, waardoor de vensters en deuren en attributen van de ge- plaats behielden die zij inderd jaar daarvoor ;n gekregen". \ke heeft, gewetensvol «oortastend, een hele •'"undige historie nog- opgeschud. Zowat elke moest weer boven ko- Voer voor liefhebbers jdssteen houwers worden I het nekvel bijgehaald, ïingen en tekeningen op merites beoordeeld. De n van oude architectoni- 4 meesters worden ge- Hendrick de Keyser, de Key. De auteur Öe een welhaast klinisch, Brouwerij van Dirck Ottenz. aan het Gangetje. Detail van een schilderij door Cornelis Engebrechtsz., 1520. Museum voor Schone Kunsten te Brussel. internistisch onderzoek, tot in ontleding van factoren. Stoepfronten Als men vandaag in de Bree- straat de ogen bewonderend opslaat naar de reconstructie van zoveel schoons (gepleegd tussen 1935-1940) zal niet wor den beseft dat bouwkundigen en bouwmondigen zich het hoofd gebroken hebben op topgevels, stoepfronten, con soles onder de gootlijst, plak- stukjes, toppen te dezer en ge- ner zijde, pilasterstellingen, piëdestals, uithollingen op friezen, kapiteelhalzen, kroonlijsten, en „penanten tussen de vensters". Volgens de auteur moet „een intensief gebruik gemaakt zijn van de prentwerken van Hans Vre deman de Vries". Meisehke besluit met de conclusie: „Op hoe willekeurige wijze het ontwerp van de verboïlwing van 1595 ook tot stand mag zijn gekomen, toch neemt dit in de geschiedenis van de Ne derlandse bouwkunst een gro te plaats in". Toen tegen 1600 de Leidse stadhuisgevel voltooid was, was de (Noord-)Nederlandse bouwkunst „klaar voor de ei genzinnige weg die men in de 17e eeuw zou volgen". Deze compacte geschiedenis der Leidse stadhuisgevel is maar een specialistisch onder deel van de rijke inhoud van het Leids Jaarboekje 1989. Bij het doorbladeren stuit de tel- kenjare weer gretige lezer verder op de 18e eeuwse Leidse schilder Hieronymus van der Mij. Een „fijnschil der", die zich onderscheidde van „de schilder met de grote kwast". Evenals zijn collegae zorgde Hieronymus voor ver fijnde pronkstukken, die je kon bestellen als je eenmaal een gezeten en geslaagde bur ger was. Je mag van Van der Mij zeggen wat je wilt, maar neem eens het regentstuk van de regenten van het Arme- Kinderhuis te Leiden (1739). Dat vertelt toch heel wat meer dan een t.v.-serie ten onzent kan uitbeelden. Stromingen Slechts geschikt voor fijn proevers lijkt mij het verhaal van L.van Poelgeest over „Cocceianen en Voetianen in Leiden". Het handelt over de bepruikte Leidse kerkeraad en de beroeping van ds.J.van Spaan in 1754, die toen een vollemaans-gezicht toonde op een tekening van P.F.de la Croix. Het heeft te maken met stromingen en tegenstel lingen binnen de gerefor meerde kerkeraden in onze verlichte Republiek. De facies der heren zullen niet iedereen geheel aanstaan. Hun denk beelden waarschijnlijk ook niet. Maar het Jaarboekje blijft boeiend. Daar is ook „Het Leidse postkantoor in op spraak": zo rond 1839 werden „op het postkantoor te Leiden soms brieven geopend". Poli tieke verwikkelingen lagen daaraan ten grondslag, in een tijd dat de drukpers al „de ko ningin der aarde" genoemd werd. Het lijkt op een feuille ton met een „eclatante ont knoping". Maar wat in Leiden gebeurde in die dagen, bracht deze stad in opspraak, „in een tijd waarin de reputatie van de stad toch al was aangetast". We bladeren door en stuiten op „Vitesse, de eerste de beste korfbalclub van Leiden (1904- 1932)"; een terugblik, verlucht met een stel kostelijke foto- reprodukties. Vakliteratuur zou voor mij moeten zijn: „De kwestie Lievegoed of het eer ste lectoraat in de journalis tiek te Leiden". Een relaas uit het eerste kwart van deze nu aflopende eeuw. Ik heb het niet gelezen. Voor mij is dit een soort „geloofszaken" waarvan ik, omwille van mijn gemoedsrust, de bespreking aan anderen overlaat. Het staat u, als lezer(es) van het Jaarboekje,natuurlijk vrij daar verder kennis van te ne men. Het heeft te maken met een vuile was die om verscho ning vroeg. Wilde staking De linker topgevel uit de ontwerptekening voor een nieuwe stadhuisgevel, winter 1592/93. nog herinneren dat in 1947 twee weken besteed werden aan „de wilde staking bij de meelfabriek „De Sleutels"? Een strijdbaar verhaal in het Jaarboekje. Over cao, klassen strijd, vakcentrales, loonpoli tiek, sociaal minimum, inde ling in gemeente- alias func tieklassen. Kortom: er heerste in het bastion der Kosterfami- le onvrede, passend in het Regentenstuk, Arme-Kinderhuis te Leiden, 1739. LANGS OMWEGEN Op mijn omwegen door stad en land kom ik graag mensen tegen. U kunt mij telefonisch of schriftelijk vertellen wie u graag in deze rubriek zou willen tegenkomen. Ik ben bereikbaar via 071-122244. tijdsbeeld van die dagen, wild, maar niet uitzonderlijk in den lande waar men om „concrete acties" riep. „Radicaal en overtuigend". Hoe zat het bij de arbeidende bevolking? „Ik zit met 4 kinderen en een huis van ƒ5,50 en u zal wel weten wat op 't ogenblik 't le vensonderhoud kost en dan behoeft men niet eens over kleding te denken wat wij juist zo hard nodig hebben. Ik heb zelf geen eens een goed pak en kan binnenkort niet eens ter kerke gaan, wat voor ons katholieken toch iets is wat niet mede valt. Ik hoop dat u daar gouw een einde aan maakt", aldus een brief aan het CRB (College van Rijksbemiddelaars). Zorgelijk toonde zich het gezicht van Dries Piket, stakingsleider, die men later in „bondse kringen" als een „baksteen" liet vallen. De meest boeiende ontwikke ling vertelt het Jaarboekje over de „Leidse brouwers anno 1500". Dat was nog eens wat. Bier was voor de inwo ners van een middeleeuwse stad de dagelijkse drank. Daar hoefde je geen reclamecam pagnes voor op touw te zetten. Wijn was te duur, water vaak schadelijk voor de gezond heid, en andere dranken wa ren er nog niet. In Delft, Gou da en Haarlem werd gebrou wen bij het leven en volop ge ëxporteerd. In Leiden was het gebrouw een bedrijfstak van plaatselijk belang. Rond 1500 telde deze stad ongeveer 20 bierbrouwerijen, een stuk of 10 minder dan rond 1477, in de tijd van hertog Karei (van Bourgondië). In Haarlem, bij voorbeeld, werkten in de 15e eeuw bijna 115 brouwers, een aantal dat geleidelijk aan zak te. Mannen brouwden, maar ook wel vrouwen, zoals Ma- rytgen, de weduwe van Wil lem Hugenzoon (Wim Hu- gens, zouden we tegenwoor dig zeggen), en Mary Wolpart, mogelijk de weduwe van Vol- pert Roelofszoon. Het brouwen (R.Ladan rap porteert daarover) was ook een eerzaam beroep: van 1500 tot 1550 waren slechts weinig jaren zonder brouwers onder de schepenen of burgemees ters. Aan de andere kant zou ik me best kunnen voorstel len dat de huidige Leidse bur gemeester niet ongaarne een bijbaan zou willen hebben als bierbrouwer. Alleen die com binatie van genoegens ligt te genwoordig iets moeilijker dan 5 eeuwen terug. Maar nogmaals: het laat-middel- eeuwse Leiden kende indivi duele brouwers in de bestuur lijke top van de stad. Dat kunnen we niet meer om draaien. Maar destijds stootten deze beroepen elkaar niet af. Er waren brouwers die ook werkten als blauwverver en drapenier, actief waren in de lakenindustrie en daarvan een graantje wensten mee te pikken. Ook kon een brouwer een steenbakkerij hebben, zo als de al lang vergeten Gerijt Beukelsz Butewech, die we in veel latere geschriften tegen komen als Willemszoon Buij- teweg, hoewél die weer een andere commerciële uithoek heeft gevonden, 't Maakte niets uit. Willem Claisz van de Leidse bon (wijk) Gan soord was zowel brouwer als barbier. En de renten De brouwers vonden tenslotte hun geestelijke toevlucht in de kerk. In de Lieve Vrouwe- kerk in de Leidse Camp werd een eigen altaar gesticht (het kostte allemaal geld; ook de kapelaan die eraan verbonden werd om dagelijks de diensten aan het hem toegewezen al taar te verrichten), vlak naast de kapel van het Heilig Sacra ment. Overigens was St.Ste- ven de patroon der brouwers. Het St.Stevenshofje aan de Haarlemmerstraat getuigt daar nog van. De zielezalig- heid werd gelardeerd met renten en jaarlijkse opbreng sten. „Twaalf pond Hollands, 's jaars". Leuk meegenomen in 1505. En dan had je nog een aantal homans die, als leiding van het gilde, de zaak bijeen moesten zien te houden en daarvoor de renten ontvingen en jaarlijks tegen Kersta vond de oorkondspenningen ophaalden". Genoeg over de ouwe brouwers. „Schlusz" ook met het Leids Jaarboekje, dat enkele bierpullen, afkomstig van het klooster Rodendurg, laat zien. Die pullen (tweede helft 14e eeuw) staan nu nog in De Lakenhal, het stedelijk museum waarmee Oud Lei den nauwe banden heeft. Je kunt je alleen, als tegenwoor dige kroegloper, afvragen: is het nou zo lekker, bier drin ken uit zo'n stenen pul? Er zijn er genoeg, die daar geen moeite mee hebben. Eeuwen terug deden ze niet anders. [ten Links in serswoude enplSWOUDE Tien ■fnemers zijn gis- ancjpd van start gegaan Vel oprichting van een er J Linkse partij in Iwoude. De bedoe- ;n I dat bij de komende j^nlnteraadsverkiezin- pze partij ook op de staan. komt van de Hazers- actiegroep van lomenteel deelt Corrie J litten (PPR) een plaats I PvdA in de gemeente- Gen van de initiatiefne- __jAart-Jan Pannebakker, over de eerste plannen: gaan we op zoek naar geïnteresseerden en kunnen we misschien ""rachtige campagne op fitten." i zetel in de gemeente- te bemachtigen, zal nLinks zes procent van nmen moeten halen. de initiatiefnemers n gemeentelijke herin- £5 met Benthuizen een do im worden. Ze zijn bang conservatieven dan de vo nd in de gemeenteraad in JS* gemeentelijke ding zijn de gemeente- irkiezingen in Hazers- uitgesteld. In plaats maart zullen ze in okto- voi worden gehouden. vt» m lakbeveiliging heentehuis i )rugge IRUGGE Het ^huis van Woubrugjge een inbraakbeveiliging, ■ling daarvoor is een recente inbraken in ge shuizen in de regio. De ssie financiën stemde ojjj steren mee in. Aanvan- wilde de gemeente 6Jn tot na de verbouwing hand met de gemeente- ja 'erindeling. Maar die zal (zi< °or 1991 plaatsvinden. LEERPLICHTAMBTENAAR NIEPOTH KRIJGT HULP VAN WERKGROEP LEIDEN De koffiekop jes van de vergadering van de sinds kort ingestel de „kern-WUL" staan in de kamer van leerplich tambtenaar H. Niepoth nog op tafel. De vergade ring van de werkgroep die Niepoth helpt bij het vinden van oplossingen voor de problemen van spijbelaars is net afgelo pen. De instelling ervan is een teken dat hard wordt gewerkt aan de aanpak van het spijbelprobleem. In het schooljaar 1987/1988 waren spijbe laars goed voor ruim zes honderd verzuimdagen. Niepoth verwacht dat het spijbelprobleem minder groot zal worden door de nieuwe aanpak. „Want spijbelen gebeurt niet zo maar. Daar is altijd een oorzaak voor aan te wijzen en die wordt weggeno- Aanleiding voor de instelling van de kern-WUL, een kleine groep van vertegenwoordigers van de Werkgroep Uitvoering Leerplicht, is dat de oorzaken van het spijbelen de laatste ja ren ernstiger zijn geworden. Niepoth: „Ik had duidelijk be hoefte aan een groep om goede oplossingen voor de problemen van de spijbelaars te vinden. Vroeger ontstond chronisch spijbelen als het spelletje van af en toe een uurtje pikken uit de hand liep. Dat is nu niet meer het geval. De problemen zijn ernstiger". De problemen komen naar vo ren als ouders of verzorgers met de spijbelende leerling langskomen bij Niepoth. De Leidse leerplichtambtenaar hij was een van de initiatiefne mers voor de oprichting van Door de instelling van eeh speciale werkgroep die advies geeft aan de Leidse leerplicht ambtenaar, wordt spijbelen passend aangepakt. Het aantal lege stoelen in de klas zal daardoor afnemen. de landelijke vereniging van leerplichtambtenaren (LVLA) heeft hen dan uitgenodigd naar het stadhuis te komen naar aanleiding van een mel ding over spijbelen van de school waar het kind leerling is. Tijdens het gesprek wordt met de ouders/verzorgers en de leerling gekeken welke op lossingen er zijn voor de pro blemen. Drugs „De laatste jaren echter werd het schoolverzuim ernstiger. Niet dat er meer leerlingen gingen spijbelen, maar ik trof steeds ernstiger vormen van verzuim aan. Steeds vaker bleek dat de spijbelende leer lingen in de problemen zaten. Dat betrof problemen op de school of problemen in de huiselijke sfeer. Je moet dan denken aan problemen als drugs, incest en criminaliteit". Voor de problemen van de leerlingen waarmee Niepoth te maken kreeg, werd het moei lijker om oplossingen te vin den. „Ik had duidelijk behoef te aan een groepje mensen die mij vanuit hun professionele kennis zou kunnen adviseren. Dat groepje is nu de kern- WUL. Daarin zitten een psy chologe van het RIAGG, een jeugdarts van de basisgezond heidsdienst, een maatschappe lijk werkster van Drieslag, een onderwijskundig adviseur en ikzelf". De leden van dat adviesgroep- je komen uit de Werkgroep Uitvoering Leerplicht (\VUL). Die werkgroep is twee jaar ge leden gevormd uit vertegen woordigers van scholen en vormingscentra, bestuurders uit het basisonderwijs, de ba sisgezondheidsdienst, de poli tie, stichting De Drieslag en de leerplichtambtenaar. De kern-WUL komt eens in de drie weken bijeen. Tijdens de bijeenkomst worden de problemen die Niepoth is te gen gekomen besproken. „Als bij het gesprek met de ouders- verzorgers en de leerling blijkt dat ik voor de proble men geen pasklare oplossing heb, dan vraag ik toestemming om het geval voor te leggen aan de kern-WUL. De privacy van de mensen blijft daarbij gewaarborgd. Tevens wordt de school om achtergrondinfor matie gevraagd. Met al die ge gevens proberen we een oplos sing te vinden", licht de amb tenaar toe. Vroegtijdig Niepoth verwacht dat de nieu we aanpak een zeer positieve invloed zal hebben op het schoolverzuim. „Er zijn nu al heel wat kinderen op het goe de spoor gezet. We zijn er met de nieuwe aanpak vroegtijdig bij, terwijl de problemen nu vroegtijdig aangepakt kunnen worden. Grote ontsporingen kunnen dan voorkomen wor den, terwijl leerlingen minder makkelijk spijbelen als ze we ten dat er goed achterheen wordt gezeten door scholen en gemeente. Het aantal spijbel- dagen in het voortgezet onder wijs zal dan ook veel lager worden". Een van de oplossingen die de gemeente achter de hand heeft is het spijbelopvangproject De Witte Poort aan het Pieters kerkhof. Daar worden spijbe laars opgevangen die niet of niet helemaal naar hun oude school kunnen of willen. Doel is te voorkomen dat ze tussen wal en schip vallen. Na een eerste gesprek wordt bepaald of De Witte Poort iets kan doen voor de betreffende leer ling. Vervolgens wordt een persoonlijkheidstest gedaan om te weten te komen wat de mogelijkheden, beperkingen en voorkeuren van de leerling zijn. Tevens gaat hij of zij het dagprogramma volgen, dat ge vuld is met theoretische en praktische schoolvakken. Al les is erop gericht de leerling binnen drie tot zes maanden weer in het reguliere onder wijs te laten instromen. ERIK HUISMAN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1989 | | pagina 15