Vrijdagse opwellingen
Spionnen en boeven vaak prima gezelschap
Chefkoks en diepvriesmaaltijden
Syd Straw
precies
op tijd
PIET GRIJS: UITDAGEND, SPEELS EN SOMS IRRITANT
Journalist in het spoor Nj
van Vincent van Gogh fc
Stephen Mennell: „Smaken ver
schillen" Eetcultuur in Engeland
en Frankrijk". Uitgave Bert Bak
ker. Prijs ƒ64,50.
Zelden vind je in een uitvoerig
boek over voedsel en eetcul
tuur een hoofdstuk dat han
delt over „Walging", met
name de hevige afkeer van
personen tegen wat als niet
delicaat of niet verfijnd be
schouwd wordt. In het dikke
boek van Mennell over de eet
cultuur in Engeland en Frank
rijk vanaf de middeleeuwen
tot nu, door Bert Bakker uitge
geven onder de titel „Smaken
verschillen", staat aan het ein
de een uitvoerige beschouwing
over deze afschuw van gerech
ten en bepaalde soorten voed
sel.
Dit hoofdstuk hoort evenzo bij
het boek als de andere hoofd
stukken, waarin doorgaans het
tegendeel aan de orde is: ver
lekkerde mensen proberen
steeds en overal vorm te geven
aan hun leefwijze en levensop
vatting via hun voedsel en de
manier waarop zij dat berei
den. Daar gaat „Smaken ver
schillen" over en het is een
feestelijk, leerzaam en span
nend boek.
Menell, die meer dan tien jaar
aan dit boek heeft gewerkt,
begint met een beschouwing,
waarin hij vertelt over het
ontstaan van zijn studie. Be
langstelling voor de keuken
was zijn eerste drijfveer, maar
zijn werk voor de Raad van
Europa versterkte hem danig
in het besef dat het eten een
tamelijk onthullend en type
rende bezigheid is van men
sen. Het begint dan allemaal
met een beschouwing over
„Eten in de lage landen",
waarbij het Nederlandse en
Vlaamse, vanwege een verblijf
van de auteur gedurende een
jaar in Holland, direct al de
sfeer vaststelt. Zo is om te be
ginnen een onthullend en zeer
negatief oordeel, van Balzac
overigens, dat door Mennell
met instemming wordt geci
teerd: „De volkeren die roken,
zoals de Hollanders, die als
eersten in Europa met het ro
ken begonnen, zijn over het
algemeen lusteloos en slap.
Het visdieet waartoe het land
(Holland) veroordeeld is, het
gebruik van gezouten voedsel
verzachten de invloeden
van de tabak een beetje; maar
Holland zal altijd toebehoren
aan welk land het ook maar
wil inlijven: het bestaat slechts
zelfstandig omdat andere rege
ringen jaloers zijn, en het niet
Frans willen laten worden".
Liflafjes
De vraag is, waarom er nooit
een Nederlandse haute cuisine
tot stand is gekomen. Constan-
tijn Huijgens huurde bij de
bruiloft van zijn dochter een
Franse kok in. In toneelstuk
ken van Langendijk wordt
steeds weer de Franse kook-
stijl geprezen. Nederland zou
dat danken aan het calvinis
me, zoals Engeland zijn gebrek
aan kookkunst aan het purita
nisme te wijden heeft: alles
„gewoon", zonder sausjes, flau-
wekultoevoegingen of liflafjes.
En daar gaat het boek van
Mennell verder over: de ver
gelijking van culinaire ideeën
en tradities in Frankrijk en
Engeland, waaruit een aantal
mooie conclusies getrokken
worden over de verschillende
culturen, wereldbeelden en le
vensopvattingen van beide
landen. Het valt op hoeveel
Mennell weet te melden aan
voorbeelden. Hij houdt dat
overigens niet beperkt tot de
twee landen, die hij centraal
stelt. Italië en Duitsland zijn in
zijn boek geregeld mede on
derwerp van gesprek. Zo komt
Gutenterg en de rol van de
boekdrukkunst en de alfabeti
sering van Europa aan de
orde, metalle gevolgen van
dien voor de verspreiding van
medische werken en etiquette
boeken.
Maar ook werden nu menus
op grote schaal verspreid,
waardoor tegelijkertijd de
ruimte voor persoonlijke im
provisatie minder werd: het
afgedrukte recept was inder
daad tot een voorschrift ge
worden.
De geschiedenis van' restau
rants (en hotels) komt uitvoe
rig aan de orde in „Smaken
verschillen". Onthullend is de
beschouwing gewijd aan
„Koks en kokkinnen waarin
de superioriteit van de man in
de professionele keuken (dus
in restaurants en dergelijke)
wordt bekeken. De vrouw
speelt bij deze tak van koken
geen rol, haar aandeel in de
kookcultuur komt vrijwel
nooit verder dan haar eigen
gezinskeuken.
De verklaring voor die achter
stelling van de vrouw geeft
Mennell en hij is logisch en
eenvoudig: de wereld van
mensen die buitenshuis aten
was die van de mannen. En
die mannen wilden niet af
hankelijk zijn van vrouwen,
zoiets hoorde bij hun cultuur.
Vrouwen kwamen bij deze bij
eenkomsten niet van pas,
hoogstens achteraf, als de
mannen vertrokken waren.
Om op te ruimen. Vandaar dat
de grote koks altijd mannen
zijn geweest.
Walging
En die walging van het eten?
BOEKEN/PLATEN £cidAc(SotrumtVRIJDAG 15 SEPTEMBER 1989 PAGINA 10.KU
Veel mensen brengen graag vele i
Campbell Armstrong: „Het Witte
Licht"; uitgeverij Het Spectrum;
prijs: ƒ29,90. Richard Aellen: „Dub
bele Dreiging"; uitgeverij: Van Hol-
kema en Warendorf; prijs: ƒ33,50.
Norman Garbo: „De Apostel"; uitge
verij Het Spectrum; prijs 39,90. Eli
zabeth George: „Tot de dood ons
scheidt"; uitgeverij Bruna; prijs:
29,90. Stuart Woods: „Witte La
ding"; uitgeverij: De Boekerij; Prijs:
ƒ29,90. Gerald Seymour: „Engelen
van de hel"; uitgeverij: De Boekerij;
prijs: 19,90. Len Deighton: „Game,
Set Match-trilogie"; uitgeverij De
Boekerij; prijs per deel 15,-.
Veel mensen klagen over de
criminaliteit, maar brengen
graag vele uren door in het ge
zelschap van spionnen, boeven
en detectives. Bij voorkeur pa
pieren helden, wier slinkse of
gemene streken vanuit een
luie stoel kunnen worden
meebeleefd. Of, nog beter, met
wie de lezer zich kan identifi
ceren, zonder overigens zelf
ook maar het geringste gevaar
te lopen. Een greep uit de sta
pel recent verschenen boeken.
Gorbatsjov
Zeer actueel vanwege de
steeds moeilijker wordende
positie van de Russische leider
Michail Gorbatsjov is „Het
Witte Licht". De conservatieve
garde binnen de muren van
het Kremlin zowel in het
boek als in werkelijkheid
heeft weinig op met de politie
ke en economische hervor
mingen van de president.
Diens toenaderingen tot het
Westen worden met groot
wantrouwen gevolgd. Zij sme
den, gebruik makend van de
onrust in de Baltische staten,
een ingenieus complot, dat
lijkt te lukken. Totdat een
Britse agent zich er mee be
moeit. De afloop van het ver
haal is vrij voorspelbaar. Toch
is het, met dank aan de huidi
ge ontwikkelingen in de Sov
jetunie, een aardig boek geble
ven. Maar gelet op het stevige
formaat van bijna vijfhonderd
pagina's meer voor een lang-
weekeinde.
Gorbatsjov en zijn perestrojka-
politiek blijkt overigens meer
schrijvers te inspireren. Ri
chard Aellen heeft een razend
spannend verhaal gecon
strueerd rond een KGB-agent,
die als opdracht heeft de leider
van de Russische partij te ver
moorden.
Over apostels valt normaal ge
sproken weinig slechts te mel
den. Maar Norman Garbo
voert wel een hele vreemde
ten tonele, die niet bepaald het
prettigste gezelschap is. In
specteur Jay Newman, een in
rechten afgestudeerde maar
door gebrek aan ambitie nogal
in alcoholische zwaarmoedig
heid verstrikte speurneus,
wordt uit de kroeg komend
betrokken bij een ernstig
vliegtuigongeluk. Daarbij redt
hij het leven van Richard
Gaynor, die bij de ramp zijn
twee jonge zoontjes verliest.
Uiteindelijk blijkt hij de enige
overlevènde en kampt na fy
siek herstel met een trauma,
waardoor hij zich geroepen
voelt als de grote wreker op te
treden voor falend politie- en
justitie-optreden. 1 Onder de
naam Apostel ziet hij kans eni
ge kleine criminelen op een
presenteerblaadje aan de poli
tie aan te bieden, met bewijs
en al. Bij deze strapatsen komt
hij weer in contact met New
man, met wie hij een hëel bij
zondere band opbouwt. De
Apostel heeft inmiddels zijn
werkterrein verlegd van sim
pele tasjesrovers naar een heus
criminele televisie-dominee,
die deel blijkt uit te maken
van en zelfs leiding te geven
aan een ultra-rechtse samen
zwering, die politiek Amerika
op zijn kop moet zetten. Garbo
ziet kans om zijn verhaal een
verrassende plot te geven,
maar heeft voor dat slot toch
te veel omhaal nodig. Dat ge
zet tegenover de tamelijk ge
peperde prijs maakt „De Apo
stel" niet direct een onverbid
delijke topper.
Charmant
Neen, dan het debuut van Eli
zabeth George, met de overi
gens weinig originele titel
„Totdat de dood ons scheidt".
De uitwerking van een dun
themaatje als de moord op een
man op het Engelse platteland
boeit van begin tot eind. De
man wordt onthoofd aange
troffen met zijn zestienjarige
dochter naast zich in een boe
renschuur. Het meisje brengt
niets anders uit dan dat zij het
heeft gedaan en er geen spijt
van heeft. Scotland Yard zet
een wel heel bijzonder duo re
chercheurs op de moordzaak,
een charmante, uit adellijke j
kringen voortkomende inspec-
teur en een uiterst onaantrek-
kelijke, uit het volksmilieu af
komstige vrouwelijke briga
dier.
Cocaïne
Bijna even aardig is „Witte
Lading" van Stuart Woods.
Het verhaal is in zijn geheel
genomen niet geloofwaardig,
maar het leest wel lekker weg.
Een Amerikaans gezin dat per
zeiljacht op vakantie is wordt
op volle zee overvallen. Moe
der wordt gedood, vader voor
dood achtergelaten en- de
dochter ontvoerd maar dat
weet niemand. Na een ge
heimzinnig telefoontje gaat de
vader, als hij eenmaal hersteld
is, op zoek naar zijn dood ge
waande dochter. Hij belandt
daarbij in de Colombiaanse co-
caïne-wereld, waarin hij ook
nog zijn zoon tegenkomt. Pro
blemen allom en een uiterst
triest stemmende gedacht: de
werkelijkheid is nog erger.
Engelen
Behalve Garbo met zijn apo
stel heeft ook Gerald Seymour
voor de titel van zijn nieuwste
boek een beroep gedaan op
„bijbelse" figuren. Engelen, al
komen ze volgens Seymour uit
de hel. Hij heeft het dan over
een groep Palestijnse terroris
ten die van plan is een Israëli
sche atoomfysicus uit de weg
te ruimen. Het plan mislukt,
dat is tevoren al duidelijk.
Maar de afloop is toch ook niet
zo als je verwacht. Seymour,
jarenlang journalist bij de Brit
se commerciële televisie, heeft
zich de voorbije jaren geheel
toegelegd op het schrijven van
thrillers. En met succes. „En
gelen van de hel" is opnieuw
een spannend' met veel vaart
geschreven en vooral ook
boeiend boek geworden.
Trilogie
Voor wie het komend najaar
geen zin heeft om bij de
NCRV de dertiendelige tv-se-
rie te volgen naar de trilogie
van Len Deighton, „Game, Set
Match", is bij De Boekerij
een herdruk verschenen van
„Voorspel in Berlijn", „Over
spel in Mexico" en „Naspel in
Londen".
TOM SJIERS
Hewerdin e/Smi th
Eigenlijk hebben Boo Hewerdine en Darden Smith niks met
elkaar gemeen. Hewerdine is zanger van The Bible, vorig
jaar in de belangstelling met het sterke album „Eureka" en
Darden Smith is een jonge countryzanger uit Texas. Ze wer
den bij elkaar gebracht door Ensign-baas Nigel Grainge, die
vermoedde dat de combinatie van melancholieke pop en
akoestische country-achtige klanken iets bijzonders moest
opleveren. Hij kreeg gelijk. Op de „Evidence" laten Hewer
dine en Smith zich via dertien nieuwe liedjes van hun meest
integere kant horen. En of het nou om uptempo-songs gaat,
of het meer gevoelige werk, de countryfolk-achtergrond is
overal markant aanwezig. „Evidence" werd daardoor vooral
een heel eerlijk album.
Australië
Tenslotte wat nieuw werk
uit Australië, een continent
dat veel meer boeiends voort
brengt dan wij hier door
gaans te horen krijgen. Hoe
wel dat voor de Sacred Cow
boys niet helemaal opgaat;
ze genieten in Europa meer
bekendheid dan in hun va
derland. En dat lijkt
vreemd, want op „Trouble
From Providence" komen
de Cowboys met een beslist
interessante mix van au
thentieke r&b en rock 'n
roll, gestoken in een modern
gesneden jasje. In hoogte
punten als „Heil Sucks" en
het titelnummer doet de
band aan Lou Reed denken,
maar verder .zijn het vooral
de oude Stones, die model
moeten hebben gestaan.
Vandaar dus het slotnum
mer „We Love You".
Heel eigenzinnig is de mu
ziek van The Wreckery, de
band van zanger/tekstdich
ter Hugo Race. Op hun
come-backalbum „Laying
Down Law" predikt de band
renaissance en revolutie,
met een tamelijk spirituele
en soms wat te gekunstelde
vorm van rock 'n roll, die
Andy Warhol genoegen zou
hebben gedaan.
Een andere cult-band is The
Moffs, uit Sydney. Het vier
tal maakt nogal atmosferi
sche, maar dynamische rock,
die op het debuut „Laby
rinth" heel overtuigend
klinkt. De muziek doet wel
iswaar nogal gedateerd aan,
met verwijzingen naar sym
fonische bands als Caravan
en Gentle Giant uit het be
gin van de jaren zeventig,
maar het materiaal is toch zo
boeiend dat dit geen enkel
probleem vormt. Oosterse
klanken, een paar violen,
een beetje dramatiek en
vooral veel aanzwellende
toetsenpartijen met, weer in
ere hersteld, mellotron en
Hammondorgel vormen de
basis voor acht ijzersterke
nummers, waarvan de lief
hebber zeker bij „Desert
Sun" en het temporijke „Al
ways A-Flame" kippevel
krijgt. De rijke pop-erfenis,
die de historie ons inmiddels
heeft nagelaten, wordt door
The Moffs dankbaar gehan
teerd voor een intrigerend
muziekje.
Piet Grijs: „Vrijdag? Dit moet cul
tuur zijn!" Uitgave Querido. Prijs
ƒ34.50.
Ooit verscheen een boekje met
de titel „Piet Grijs is gek". Ja
renlang schreef deze Piet
Grijs, een van de pseudonie
men van Hugo Brandt Corsti-
us, bijdragen aan de vrijdagbij-
lagen van twee grote landelij
ke bladen: De Volkskrant en
NRC-Handelsblad. Het pseu
doniem Battus speelt daarbij
ook een rol. Het boekje met de
titel „Vrijdag? Dit moet cul
tuur zijn" bevat een collectie
van deze vrijdagstukjes, even
veel uit elke krant, totaal 36
opstellen, in het boek weer op
gedeeld in 6 hoofdstukken van
elk zes beschouwingen. In zijn
slotwoord rekent Grijs de lezer
voor dat hij hem 37 stukjes ge
leverd heeft (het extraatje zou
uit Vrij Nederland afkomstig
zijn), maar ze staan niet in het
boekje en in de inhoudsopga
ve, waar het aantal 36 blijft.
Een sardonisch grapje dat
Grijs met de lezer speelt? Re
kenkundige flauwekul of su
perieure slordigheid? Legio
mogelijkheden, want het zal
vast behoren tot het kat-en-
muisspelletje dat Grijs in deze
stukjes speelt met de lezer, de
werkelijkheid, de taal, de poli
tiek, de cultuur, de weten
schap en de rest. En reken er
maar op dat de lezer die mee
wil denken en liefst de lezer
die er tegenin wil denken, zich
zal vermaken met dit boekje.
Zo bespreekt hij in „De letter
d van Van Dale" de elfde druk
van „Van Dale Groot Woor
denboek der Nederlandse
Taal", verschenen in drie de
len, totaal twaalfhonderd pagi
na's. Maar: „Een woordenboek
maken is moeilijk. Een woor
denboek recenseren is onmo
gelijk. Ik heb me tot de letter
d beperkt. Mijn dochter van
tien heeft me twee weken uit
de tiende druk voorgelezen,
terwijl ik de elfde druk er
naast las. Na twaalf dagen
werden we gek. Op de 'der
tiende dag schrijf ik dit stuk."
Deze tamelijk ontregelende
benadering leidt tot een verge
lijking van de d-woorden in
druk 10 en druk 11. Zo komen
woorden als „dubbelparkeren"
en „dubbelbesluit" aan de
orde, waarna er allerlei lijstjes
volgen met specifieke
woorden, die een beeld
moeten geven van de nieuwe
Van Dale: „Dozijn woorden
die in de elfde druk staan,
maar ook in de tiende hadden
moeten voorkomen." Of: „Do
zijn woorden die in de elfde
druk helaas niet voorkomen."
Daar staan dan woorden tus
sen als „discoavond", „door-
kletsen" en „droogkletsen",
maar ook volkomen vreemde
en waarschijnlijk terecht door
Van Dale weggelaten woorden
als „diamat" en „dyade". Dat
Grijs, als Battus de onderzoe
ker van het Opperlands, van
zo'n recensie een geheel nieuw
en voor hem vooral spannend
taalspel maakt, is een plezier
voor de lezer.
Taal en woorden zijn maar
twee van de onderwerpen.
Grijs heeft het ook over kunst:
„Houdt het dan nooit op, die
kunst?" of over „Verhalen",
met een werkelijk adembene
mende recensie op een uitgave
van „Brieven" van de Rus
Toergenjev, inlcusief ogen
schijnlijk dwaze rekensommen
die van alles en tegelijk niets
aantonen, maar de waarde
hebben van een literaire salto-
mortale.
Ook over dichters en poëzie
weet Grijs veel verwarrends te
schrijven, waar de lezer het
zijne mee kan doen, als hij er
al zijn intelligentie voor wil
gebruiken, als hij dat nog
speels wil doen ook, en vooral
als hij bij voorbaat zijn pet af
zet voor de enorme belezen
heid en de encyclopedische
kennis, die Grijs keer op keer
ten toon spreidt. Dat mag vaak
irritant lijken, maar het is te
gelijk natuurlijk vooral specta
culair.
JAN VERSTAPPEN
Rob van den Dobbelsteen: „In het
spoor van Van Gogh". Uitgeverij La
Rivière Voorhoeve. Prijs 24,90.
De honderdste sterfdag van
Vincent van Gogh zal volgend
jaar op veel plaatsen worden
herdacht. Zo staat in Amster
dam een groots-opgezette Van
Gogh-tentoonstelling op stapel.
En ongetwijfeld zal een stort
vloed van (herdenkings)boe-
ken en blaadjes over de schil
der het licht zien.
Journalist Rob van den Dob
belsteen is velen te vlug afge
weest. Hij heeft in de afgelo
pen jaren de plaatsen bezocht
waar Van Gogh leefde en
heeft gewerkt: Zundert, Den
Haag, Londen, Parijs, Brussel,
Aries, St. Remy en andere
plaatsen. Al die bezoeken heb
ben geresulteerd in het boekje
„In het spoor van Van Gogh".
Volgens de uitgever is het
boekje „een bijzondere combi
natie van reisgids, geschiede
nisboek en cultuurgids.
Een "fascinerend reis-lees-
boek". Maar dat is, met alle
respect voor Van den Dobbel-
flAAl
beetje te hooi
w™ 6 acht
steen, wel
van de toren geblazen.
Want waar bestaat het boekje
uit? Persoonlijke notities van
de schrijver vanuit de plaatsen
waar Van Gogh heeft ge
woond, aangevuld met toeristi
sche informatie. Akkoord: die
combinatie is handig voor wie
eveneens per auto, fiets en be
nenwagen het spoor van Van
Gogh wil volgen. Maar bijzon
der? Nou, nee.
Wat het boekje desondanks zo
aardig maakt, zijn die persoon
lijke impressies van Van den
Dobbelsteen. Een journalist uit
hetzelfde hout gesneden als de
bij de lezers van onze krant
welbekende Leo Thuring.
Schrijvers met een bloemrijk
taalgebruik (maar dat mag, ze
ker bij Van Gogh) en een
scherp oog voor details. Met
als gevolg, dat je als lezer tel
kens iets narriger reageert, als
Van den Dobbelsteen zwijgt en
je je door pagina's, toeristische
informatie moet worstelen om
weer op het spoor van Van
Gogh te komen.
Hoewel de hausse aan vrou
wenpop, zoals die zich vorig
jaar aan ons voltrok, een
beetje is weggeëbd, wil dat
niet zeggen'dat alle dames
nu zitten na te genieten van
dat succes. Maar veel opmer
kelijke dingen hebben we
dit jaar uit die hoek nog niet
gehoord. En daarom lijkt de
debuut-cd van de Ameri
kaanse zangeres Syd Straw
recies op tijd te komen,
traw maakte ooit deel uit
van de Golden Palomino's,
de Newyorkse avantgarde-
band van drummer Anton
Fier. De eigenzinnige trek
jes, die Straw op haar debuut
„Surprise" tentoonspreidt,
zijn ongetwijfeld het gevolg
van die ervaring. Van al te
eenvoudige luisterliedjes
moet ze niks hebben; in de
nummers die ze in bijna alle
gevallen samen met iemand
anders schreef, valt dan ook
vooral de oorspronkelijkheid
op. Ook als ze - heel Ameri
kaans - haar country- of roc-
kinvloeden verwerkte, zoals
in respectievelijk „Sphinx"
en „Racing To The Ruins" is
het resultaat nog heel spe
ciaal.
Straw beschikt daarnaast
over een opvallende stem,
zodat alle ingrediënten voor
een in het oog springend de
buut aanwezig zijn. Collega
muzikanten als de bassisten
Tony Levin, Pino Palladino
en Don Was en andere
grootheden als Ry Cooder en
Van Dyke Parks moeten ook
overtuigd ziin geraakt van
Syd Straw's kwaliteiten,
want ze zijn allemaal te ho
ren op „Surprise". Evenals
R.E.M.-zanger Michael Stipe,
wiens bijdrage het duet „Fu
ture 40's" („String Of Pe
arls") tot een van de hoogte
punten van het album
maakt.
In de hamburger kan men niet meer onderscheiden welk deel
van het dier op tafel komt.
TEKENING: SP
Wat dat inhoudt, is heel ont
hullend voor de eetcultuur en
wat daaronder verborgen ligt
in culturen en tradities van
volkeren. Tong, hersenen of
pens zijn in Canada en in de
VS in het geheel niet geliefd,
maar in Europa, vooral in
Frankrijk, een essentieel be
standdeel in de keuken. Dat
geldt ook voor slachtafval,
waar in bepaalde landen veel
meer organen en dierendelen
bij horen, dan in andere lan
den. Hof kookboeken van ze-
véntiende-eeuwse keukens
zijn in Frankrijk veel meer
bezig met orgaanvlees dan in
Engeland. Dat is een cultuur- j
verschil dat vandaag de dag I
nog even sterk geldt. Met
name is het hier en daar be-
langrijk dat de eter niet meer i
kan onderscheiden welk deel
van het dier op zijn bord ligt. I
Een Amerikaanse hamburger j
is daar een mooi voorbeeld
van. „Smaken verschillen" is
een leerzaam boek, zei ik
reeds. Het is natuurlijk een
rcialistisch en dus nogal
ïr boek. Maar de liefhebber
van spijs en drank mag het
zich niet laten ontgaan.
JAN VERSTAPPEN