Leiden liep
uit voor zijn vierde regiment
MOBILISATIE
50 JAAR GELEDEN
£eidóe6ou*cuit
3 oktober
ZATERDAG 26 AUGUSTUS 1989 PAGINA 27
Een zware mitrailleur in stelling in de Noordwijkse duinen. Soldaat van Schie zit voor
aan. FOTO: COLLECTIE VAN SCHIE
LEIDEN - Dinsdag 29 augustus is
het vijftig jaar geleden dat zeven
duizend mannen uit Leiden en de
regio onder de wapenen werden ge
roepen voor de mobilisatie. De sol
daten van lichting 1924 tot en met
1939 hadden allemaal één ding ge
meen: hun opleiding in de Leidse
Morspoortkazerne bij het vierde re
giment infanterie (4 RI). Drie Leid
se oud 4 R.I.'ers halen herinnerin
gen op uit hun mobilisatietijd.
„Het vierde regiment infanterie was een
echt Leids regiment. Wat wil je ook, het
zat al vanaf 1860 in Leiden. Voor de
mobilisatie marcheerden zo'n 600 solda
ten elke zaterdag door de Haarlemmer
straat en de Breestraat. De mensen na
men hun hoed af voor het vaandel. Het
vierde regiment was hun regiment, daar
moest iedereen van afblijven", vertelt de
70-jarige F. van der Reijden.
Toen de mobilisatie aanbrak liep dan
ook heel Leiden uit om te gaan kijken
naar de activiteiten van 4 R.I. De solda
ten die ingekwartierd werden in de Leid
se regio moesten zich melden 'op de
Schuttersveldschool.
J. van Schie (75) weet dat nog goed. „Er
werden overal paarden gevorderd om de
wagens te trekken. De paarden werden
op het Schuttersveld getemd. Het leek
wel een wild-westshow, echt een circus.
De mensen stonden met honderden te
kijken". Vaak kwamen de paarden bij de
boeren uit de regio vandaan. De dieren
waren niet gewend om bijvoorbeeld in
een vierspan te lopen voor een kanon.
„Ze sloegen op hol en vlogen met kanon
en al naar het hek bij de Rijnsburgersin-
gel. De mensen daarachter vluchtten
meteen weg. Dat was wel een spektakel".
Sergeant Van der Reijden vertelt dat er
voornamelijk opstoppingen waren bij de
Doelenkazerne. „Daar zat namelijk de
fourier. De ouderen waren nogal eens uit
hun uniform gegroeid. De kleermakers
moesten zorgen voor een passend uni
form".
De 76-jarige J. Crabbendam werd voor
de voormobilisatie op 25 augustus opge
roepen. De reserve eerste luitenant zat
in het dubbelregiment van het vierde re
giment: het 28e regiment. Crabbendam
moest naar Brèukelen: „Iedereen had
een militair zakboekje en daarin stond
de plaats van bestemming. Het trein
kaartje werd erby geleverd". In septem
ber werd hij gelegerd op Fort Blauwka
pel bij Utrecht.
Trots vertelt Crabbendam dat 3 Oktober
gewoon in het fort werd gevierd. „De
koraalzang werd uitgevoerd vanaf het
trappehuis van de slaaploods. Ook werd
er haring met wittebrood uitgedeeld. De
middag was gereserveerd voor een sport-
feest, waarbij sportwedstrijden werden
afgewisseld met wagenrennen en zaklo-
pen. De keuken verspreidde de hele dag
geuren van uien en klapstuk. Wat dat
betreft vormde de mobilisatie geen be
lemmering voor de Leidse fortbezetting
om feest te vieren".
Sergeant Van der Reijden was dienst
plichtig toen de mobilisatie uitbrak. Na
de opleiding in de Morspoortkazerne zat
hij tijdens de mobilisatie in het vierde
grensbataljon in Weert. „Het enige wat
ik daar zo'n beetje heb gedaan was gra
ven en lopen. De stellingen moest je zelf
graven. Ik heb dan ook pas op de eerste
dag van de Duitse inval met handgrana
ten leren gooien. De mobilisatie was
goed voorbereid, maar of het leger goed
voorbereid was op de oorlog vraag ik me
af. Toen er in mei gevochten moest wor
den, hadden wij al een week in de stel
lingen gelegen. Wij waren echt vermoeid
toen het begon".
Toch heeft Van der Reijden ook goede
herinneringen aan zijn mobilisatietijd.
„De ontvangst was voorbeeldig. We wer
den overal uitgenodigd. Damescomités
breiden bivakmutsen en handschoenen
voor ons. Daar werd wel om gelachen,
maar hieruit bleek dat de mensen met
ons meeleefden. Er was een band met de
boeren in de buurt. Wij hoorden gewoon
bij het gezin. Ze bakten zelfs eieren voor
Ook de keukenwagen van 4 R.I. werd getrokken door paarden.
FOTO: COLLECTIE RIGHART VAN GELDER
uit. Men verwachtte een situatie zoals in
1914-1918, toen Nederland neutraal
was. Het gewone leven ging gewoon
door. Leiden stroomde niet leeg en de
kazernes evenmin. Er werden meteen
nieuwe manschappen opgeleid. Indivi
dueel had de mobilisatie wel invloed. De
zakenmensen kwamen er het slechtst
van af. Zij moesten de zaak' overlaten
aan hun echtgenotes met alle gevolgen
van dien. Later werd speciaal voor deze
groep een zakenverlof ingesteld".
Leuren
met de trein naar het oosten van het
land moesten, dan moest dat natuurlijk
wel ordelijk verlopen. Alleen in het ge
val van de paarden mislukte dat. Zodra
die beesten de loopplank raakten werden
ze helemaal wild. Er was een paard bij
dat helemaal met geen stok in de trein te
krijgen was. Ze hadden alles al gepro
beerd, getrokken met touwen, dekens
om zijn hoofd gebonden. Opeens kwam
er een boom van een vent die achter het
paard ging staan. Hij duwde het dier zo
de trein in, dat zal ik nooit vergeten",
vertelt Van Schie.
Op de mobilisatiebestemming in Noord-
wijk werd rustig een weekprogramma af
gedraaid. Soldaat Van Schie was vooral
's nachts veel op patrouille. „We piep
ten er wel eens tussenuit. We hadden bij
de Sluis in Katwijk een huis waar we een
uurtje gingen rusten. Ook moesten we
's nachts een keer naar Leiden lopen. Ik
ben toen als de duvel naar huis gegaan
om een paar dozen chocoladerepen te
halen. Die jongens moeten toch wat eten
onderweg?".
Tijdens een pauze bij een viaduct in
Oegstgeest liep Van Schie met zijn repen
te leuren. „Vijf repen voor een kwartje
riep ik in het pikkedonker. Dat werd ge
hoord door een kapitein. Ik moest me
bij hem melden, maar in plaats van
straf, kreeg ik een kwartje voor vijf re
pen. Ze betaalden niet allemaal zo goed
hoor. Vaak moest er geld bij".
In Leiden werd ook regelmatig geoefend
op het station. Soldaten moesten het
materieel in- en uitladen. „Stel dat we
Trouwen
Van Schie was een van de velen die
trouwde in de mobilisatietijd. „Ik ben
gewoon in Leiden getrouwd. Dat mocht
niet in burger, dus trouwde ik in uni
form. Van de soldaten kreeg ik een pen
dule. Ze hadden allemaal een dubbeltje
gelapt. Ja, in de kantine had je contact
met al die jongens. Ze kwamen me zelfs
's nachts uit bed halen. Dan waren ze
op patrouille geweest en dan hadden ze
honger, bedelden ze om een broodje.
Het is toch een stuk uit je leven", ver
zucht hij mijmerend. Iets wat Crabben
dam en Van der Reijden beamen: ..Je
diensttijd vergeet je nooit".
Het vierde regiment werd na de oorlog
opgeheven. De Morspoortkazerne is in
middels gesloopt. De enige herinnering
aan het Leidse regiment hangt aan de
Morspoort: een gedenkplaat van een
reünie uit 1939.
KARIN SWIERS
Er werd wat afgegraven in de duinen van
ons. Ook kwam de pastoor regelmatig
kijken".
Kantine
Van Schie stond in zijn melkhandel toen
hij de oproep tot mobilisatie kreeg. „Ik
werd vrijdagmiddag 25 augustus opge
roepen, maar dat kwam heel slecht uit.
Ik rekende namelijk altijd op zaterdag af
met de klanten en ik moest de nota's
nog schrijven. Ik meldde me met mijn
probleem op de Schuttersveldschool.
Gelukkig kende ik de sergeant en van
hem moest ik wat schoonmaakspullen
uit de winkel gaan halen voor de keu
kenwagens. Zo kon ik tussendoor de no
ta's nog opmaken".
De soldaat bij de zware mitrailleurs
moest vervolgens met tweehonderd an
deren gaan lopen naar Noordwijk. De
handwagens met de mitrailleurs werden
getrokken door vier man. Ze werden in
gekwartierd in een basisschool. „In de
Huis ter Duinstraat geloof ik. We sliepen
daar op strozakken op de grond". Voor
Van Schie kroop het bloed waar het niet
ijk. Hier is 4 R.I. in actie.
gaan kon. „Al heel gauw heb ik een kan
tine opgezet voor de manschappen. Ik
verkocht melk, chocolade en sigaretten".
De sfeer in Noordwijk was goed, er wer
den marsen gelopen naar Katwijk en er
werd geoefend in de duinen. Ook hier
ving de bevolking de soldaten op. „Veel
soldaten hadden een soldatenmoeder
waar ze 's avonds koffie gingen drin
ken", vertelt Van Schie, die daar niet
van kon meegenieten omdat hij in de
kantine stond. Maar dat leverde Van
Schie ook weer de nodige avonturen op.
,,'s Avonds laat zaten we vaak te kaar
ten. De jongens sliepen dan al. Wij had
den zo'n voorhistorisch badpak om de
lamp gehangen. Zo hadden we net ge
noeg licht op tafel. We kaartten om geld
ook al was dat verboden. Een slapie had
altijd een borreltje bij zich. Dat werd
stiekem uit een eierdopje gedronken.
Een officier betrapte ons op een avond
en rook de drank onmiddellijk. De kor
poraal die met ons meekaartte moest
zich melden bij de kapitein. Hij was tèn-
slotte verantwoordelijk, maar hij was
ook als de dood voor straf. Dus hij
stond echt te huilen voor de kapitein, en
met succes. Hij heeft geen straf gekregen.
Maar oh, wat hebben wij hem ermee ge
pest", lacht Van Schie nog na:
Kapper
De soldaten van het vierde regiment za
ten voornamelijk in Katwijk en Noord
wijk. „Ze moesten het vliegveld Valken
burg beschermen. De mensen zaten
dicht bij huis, maar ze mochten niet
weg. Verlof was in het begin niet moge
lijk in verband met de alarmsituatie. La
ter werd de legerleiding wat soepeler"
vertelt Van der Reijden. Voor de Leidse
gezinnen was het ontbreken van het ge
zinshoofd echter geen ramp. „Een groot
deel werd er niet beroerder van. De ge
zinnen kregen namelijk een kostwinners
vergoeding van 12 gulden per week. Dat
was toen best een hoop geld. Een Leidse
kapper bijvoorbeeld had een hoop kin
deren. Dank zij de kindertoeslag was hij
heel wat beter af dan met zijn kappers
zaakje", aldus Crabbendam.
„De Leidse bevolking reageerde over het
algemeen laconiek. Paniek brak er niet
Oudgedienden Crabbendam (links) en Van der Reijden halen samen herinneringen op.
Het vierde regiment verzameld voor de Jeroenskerk in Noordwijk.
FOTO: COLLECTIE RIGHART VAN GELDER