CuRsUsSeN
De
geschiedenis
van de
aarde
„Mensen willen snel resultaat,
daarom duurt een cursus geen jaren"
LEZINGENCYCLUS OVER
GEOLOGIE IN MUSEON
Pretpark
Strandwallen
Veldezeltje
HONDERDDUIZENDEN CURSISTEN, MAAR GEEN GENIEËN
Ongeduld
Ccidóc Soma/nt'
ZATERDAG 19 AUGUSTUS 1989 PAGINA 33
DEN HAAG - In de vakantie valt
het vaak ineens op, dat indrukwek
kende gebergte, dat rotsachtige
landschap. De aarde heeft soms de
merkwaardigste vormen, maar
waarom eigenlijk en waarom juist
op die plek? Een geoloog kan het je
zo vertellen, hij kent de aardkorst
en de processen die zich daarin af
spelen. Nederland een oninteres
sant vlak landje? Hoho, niet te snel
oordelen. Een kijkje in, bijvoor
beeld, het Haagse Museon leert dat
de aarde overal zijn interessante
sporen achterlaat en soms ook aan
kondigt. En voor wie er iets meer
over wil weten is er nog een 'cur
sus' ofwel een serie van acht lezin
gen in september, oktober en no
vember.
In den beginne was de aarde woest en le
dig; dat moet zo'n 4600 miljoen jaren
geleden zijn geweest. Daar begint de geo
logie, in het Precambrium, waarin, mil
joenen jaren later, ook de eerste algen
ontstonden. Deze eencellige organismen
zijn de oudste ons bekende vormen van
leven. In de honderden miljoenen jaren
die volgden zien we het ontstaan van
vissen, amfibieën, reptielen en dinosau
russen, zoogdieren en uiteindelijk de
mens. Gezien in die enorme spanne tijds
zijn wij nog maar een minuutje op aar
de.
De oude aarde heeft zich in, al die tijd
constant verjongd. Zo neemt de geoloog
aan dat de bewoonde wereld ooit één ge
heel is geweest. Door de constante bewe
ging van de aardkorst zijn de stukken uit
elkaar gescheurd en zijn de continenten
ontstaan. Wie naar de aardbol kijkt, zal
het ook opvallen dat het oostelijk deel
van Zuid-Amerika in het westelijk deel
van Afrika past, het oostelijk deel van
Noord-Amerika in West-Europa en, met
een beetje meer fantasie, India in het
oostelijk deel van Afrika.
Het gevolg van deze scheuringen is dat
de aardkorst nu bestaat uit verschillende
'platen'. Die platen hebben honderden
grensgebieden, breuklijnen, waar ze
langs elkaar schuiven. Door de wrijving
die de steenmassa's op elkaar uitoefenen
ontstaat op sommigge plekken een enor
me spanning die zich kan ontladen in
aardbevingen.
Er zijn beruchte gebieden en steden die
Geoloog Bob
Crezee wijst naar
een stukje van de
nagebootste
hooggebergte in
Zwitserland, waar
de Rijn ontspringt
en op zijn weg
door vele landen
stenen, grind en
zand meeneemt en
achterlaat.
op zo]n breuk liggen: Mexico Stad, San
Francisco, Armenié en grote delen van
Azië, China en Japan. Maar er zijn ook
talloze gebieden waar vrij constant aard
bevingen, hele heftige soms, plaatsvin
den zonder dat iemand er iets van
merkt, omdat ze in zee liggen of in ge
bieden waar (bijna) geen mens woont.
San Francisco is een verhaal apart. Deze
stad ligt op de Sint-Andreasbreuk, waar
hele dikke lagen gesteenten langs elkaar
schuiven. Dat gaat niet zo soepel en
daarom zijn geologen ervan overtuigd
dat er ooit weer een zeer zware aardbe
ving zal plaatsvinden. De vraag is alleen:
wanneer? Misschien zal het probleem
worden opgelost door enkele kleine ver
schuivingen. Af en toe is ook wel gepro
beerd die door explosieven kunstmatig
op te wekken, maar dat had nauwelijks
succes. Ondertussen kunnen inwoners in
een 'pretpark' ervaren wat er bij een
aardbeving gebeurt en worden steeds
meer gebouwen aardbeving-bestendig ge
maakt. Nu maar hopen dat het helpt.
Dat de aarde niet met zich laat spotten
en gewoon doet wat ze wil, blijkt ook
wel bij uitbarstingen van vulkanen. Hier
gaat het om een geologisch proces van
binnenuit (endogeen); erupties van on
dermeer lava veranderen het oppervlak
van de aarde. Enkele jaren geleden werd
een deel van Columbia na een vulkani
sche uitbarsting overspoeld door een
modderstroom die zo'n 20.000 mensen
het leven kostte. De uitbarsting was al
diverse keren door geologen voorspeld.
De andere vorm van geologie is die van
buitenaf (exogeen), zoals erosie - weg
slijten van de bodem - of het tegenover
gestelde daarvan, sedimentatie - het
aanslibben van nieuwe bodem. Deze
twee processen vallen waar te nemen bij
de Waddeneilanden, die als het ware aan
het verschuiven zijn door erosie aan de
ene kant en sedimentatie aan de andere
kant.
Tijdens de eeuwendurende processen in
de aarde zijn fossielen gevormd en mi
neralen. Fossielen zijn versteningen van
planten 'of dieren danwel versteende af
drukken daarvan, ze vertellen de ge
schiedenis van de levensvormen op aar
de. Mineralen zijn de bouwstoffen van
de aarde die worden gekenmerkt door
een vaste chemische samenstelling en
een kristalvorm. En door de onophoude
lijke processen zijn in de bodem ook
metalen, olie en aardgas ontstaan. Die
worden opgespoord door geologen; de
meesten werken dan ook bij bedrijven
als Shell en de NAM (Nederlandse Aard
olie Maatschappij).
Geoloog Bob Crezee is verbonden aan
het Museon. Hij richt daar onder meer
tentoonstellingen in. Voor hem is geolo
gie iets van alledag. „We realiseren het
ons niet zo vaak, maar Nederland heeft
natuurlijk ook een geologische geschie
denis die je elke dag zou kunnen zien.
De Veluwa ziet er immers heel anders
uit dan een polder. En als je over de Ve-
luwe fietst, merk je dat er heel wat heu
vels zijn; die zijn zo'n tweehonderddui
zend jaar geleden in de ijstijd ontstaan
door meegesleurd zand, grind en stenen
dat daar is opgehoopt. De polders be
staan daarentegen uit rivier- en zeeklei
dat is bezonken. Of kijk in de Betuwe,
daar heb je zowel zandgronden, waar
'bijvoorbeeld de dorpen en boomgaarden
liggen, als kleigronden, waar de weilan
den zijn. Daardoor biedt alleen al zo'n
relatief klein gebied als de Betuwe een
afwisselend landschap. Het Nederlands
landschap blijkt helemaal niet zo saai te
zijn als menigeen denkt".
Het komt allemaal doordat de rivieren
vroeger frank en vrij door ons land kon
den stromen. Zoals de Rijn, die vanaf
zijn oorsprong in het hooggebergte van
Zwitserland zand en grind meenam en
dat hier neerlegde waar het de rivier uit
kwam. Nu de rivieren dijken hebben ge
kregen kan dat niet meer, de hele zoge
heten o'pslibbing is nu ingeperkt tussen
die dijken. Maar in principe lopen alle
processen die in het verleden zijn begon
nen door tot in het heden. Je ziet het al
leen niet, omdat het zo langzaam gaat.
De lezingen, die op 8 september begin
nen, zijn volgens Bob Crezee niet be
doeld voor een select publiek. Ze zijn
voor vrijwel iedereen te volgen. Wel
moeten begrippen als fossielen, erosie en
mineralen bekend zijn (zie dus boven
staande). Het eerste verhaal wordt ge
houden door drs. Th. Roep en gaat over
de strandwallen van Nederland. Strand
wallen zijn oude zandbanken die nu iets
landinwaarts liggen. De geestgronden
waar de bloembollen worden gekweekt
liggen op strandwallen.
De overige lezingen zijn op:
15 september: fossielen - wat kun je
er aan zien, hoe moetje kijken; onder
verdeling in hoofdgroepen.
22 september: mineralen - hoe kun je
deze bouwstoffen van de aarde, waar
van er meer dan tweeduizend soorten
zijn, van elkaar onderscheiden.
29 september: tijdschalen - waarom is
men gekomen tot de grenzen tussen
de tijdschalen, die lopen van het Pre
cambrium tot het Kenozoicum waarin
wij nu leven.
6 oktober: platentechniek - waarom
verschuiven de continenten, hoe is
men daar achter gekomen en wat zijn
de gevolgen.
27 oktober: gesteenten - indeling in
groepen; hoe kun je ze van elkaar on
derscheiden.
3 november: geologische kaarten - le
ren lezen, waardoor je kunt zien welke
gesteenten op welke plekken aan de
oppervlakte (binnen ongeveer hon
derd meter) liggen; aan de hand van
patronen leren af te leiden hoe het er
dieper in de aarde uitziet.
10 november: vulkanisme en bewe
ging in de aardkorst onder Indonesië -
extra interessant voor mensen die
daar naartoe op vakantie gaan; specia
le aandacht voor de vulkaan de Kra-
katau.
De lezingen, waarbij ook dia's, films en
video's worden gebruikt, beginnen om
14.00 uur en duren ongeveer twee uur.
Ze zijn eventueel ook afzonderlijk te
volgen. Bob Crezee: „Als je wat meer
over geologie hebt gehoord, kijk je toch
anders naar zo'n berg in Zwitserland en
fiets je toch net even anders over de Ve-
luwe".
DICK HOFLAND
Wie interesse heeft voor de cursus gelieve
vooraf telefonisch contact op te nemen
met het Museon, tel. 070-514181.
LEIDERDORP - De LOI, dat is
een groothandelsbedrijf in kennis:
bij deze onderneming in schriftelijk
onderwijs in Leiderdorp laten zich
per jaar meer dan honderdduizend
cursisten inschrijven. Coördinator
Jan Dekker: „We bieden zo'n vier-
hondertwintig cursussen en twee
duizend docenten. Van alle cursis
ten is negentig procent tussen de
achttien en vijfenveertig jaar, en
daarvan bestaat het grootste part
uit mensen tussen de twintig en
dertig. Er zijn veel jongeren bij die
in hun bedrijf hogerop kunnen ko
men, mits ze een cursus volgen".
„Dat de mens over steeds meer vrije tijd
beschikt, al dan niet vrijwillig, is bij ons
niet zo te merken. Dat kan ik me ook
wel voorstellen, eigenlijk. Wie aan de
kant is gezet baalt als een stekker en
heeft wel wat anders aan zijn hoofd dan
weer nieuwe verplichtingen. En als een
bekend schrijver zijn pen neerlegt om te
gaan schilderen, dan weet ik zeker dat
hij niet tot onze cursisten behoort. Die
heeft alles al bereikt en wil zich niet
meer vastleggen. Maar het materiaal dat
is bestemd voor mensen die beroepshal
ve hogerop willen, kan ook worden ge
bruikt door mensen die een cursus vol
gen omdat ze hun hobby niet al te vrij
blijvend, een beetje serieus willen aan
pakken".
Mooi weer buiten, leuk idee, met tubes
verf, palet, penselen en een veldezeltje
erop uit; altijd al willen doen. Wordt
voor een beetje Van Gogh geen miljoe
nen geboden? En zo moeilijk is het nu
ook weer niet. Wie wil leren tekenen kan
gewoon terecht bij de LOI die het je alle
maal in een paar maanden leert.
Maar wat?
Tekenen. Mode? Letters? Natuur of por
tret? Strip of cartoon? Boeken illustre
ren? Figuur tekenen of diertekenen? Oh.
Gewóón tekenen. Lekker fijn bezigzijn,
weet je wel. Wat je ziet, roef roef en het
staat er. Maar
Aan schilderen in olieverf doet de LOI
niet meer bij gebrek aan belangstelling
voor deze cursus. Maar wel aan een
nieuwe opleiding die in deze tijd uitste
kend past, voor Kleurenconsulent. En
aquarel. En volksschilderkunst of Chi
nees schilderen. Allemaal al dan niet
voor een vakdiploma.
Jan Dekker, coördinator creatieve vorm
geving van de Leidse Onderwijs Instel
lingen denkt niet dat een brochure ter
kennismaking tot verwarring leidt. „Wie
een cursus wil volgen heeft er lang over
nagedacht en maakt een bewuste keuze.
Onze Cursussen zijn afgestemd op de
vraag ernaar en als de vraag naar een
nieuwe cursus groot genoeg is, maken
wij er een. Maar als de belangstelling
voor een lopende opleiding te sterk af
neemt, stoppen we ermee".
Dekker heeft een prachtvak. Hij kan
zich dagelijks verwonderen over onbe
grijpelijkheden, zoals de reden waarom
mensen opeens massaal wilden leren
kalligraferen. „Ik weet niet waarom,
maar opeens wilde iedereen letters ont
werpen en die cursus kwam er". Dat
mensen schriftelijk willen leren tekenen,
is voor hem minder vreemd dan op het
eerste gezicht lijkt.
„We beperken ons niet tot adviezen die
je eventueel ook door de telefoon kunt
geven, al krijgen de cursisten die natuur
lijk wel. We geven er ook stap voor stap
voorbeelden bij, die alle te maken heb
ben met de praktijk. Dat kan, omdat er
nu eenmaal wetmatige grondbeginselen
zijn. En wie zich daar aan houdt, be
merkt een gestage ontwikkeling. Zo ge
staag, dat iemand met een beetje talent,
inderdaad na acht maanden een portret
kan tekenen. Daar moet ik twee dingen
aan toevoegen".
„Wie zich voor een cursus aanmeldt,
geeft daarmee al ten minste van belang
stelling blijk. Hier komt bij, dat mensen
die willen leren portrettekenen, niet di
rect een Paul Citroen willen worden.
Niettemin: vóór de cursus konden ze
niks, na acht maanden komt tante Mien
er goedgelijkend op. Voor veel cursisten
achteraf toch een wondertje".
Al is de basis soms angstvallig smal.
Dekker: „Er zijn universitair opgeleide
cursisten bij die, als ze aan de cursus be
ginnen, tante Mien nog neerzetten als
vier harkjes met een bol erop. Je zou
toch zeggen dat iemand met zo'n oplei
ding intelligent genoeg is om te zien dat
er wezenlijk verschil bestaat tusssen de
echte tante Mien en die harkjes. Maar
wat is het geval. Zo'n cursist begint
exact op de plek waar hij als kind op
hield met tekenen. En vanaf die plek
neemt hij de draad, per cursus, weer
op".
De schriftelijke kant van de cursus teke
nen - of wat de LOI op dit terrein te
bieden heeft - wordt vergezeld van
voorbeelden die het vak van portretteke
nen laagje voor laagje verduidelijken.
Wie na acht maanden die techniek te
pakken heeft, kan autonoom of met een
vervolgcursus verder. Dekker: „En ze
kunnen verder, daar zorgen we wel voor.
Het is zelfs zo, dat het ministerie nagaat
hoe het komt, als een cursist achterstand
krijgt in z'n ontwikkeling. Kan hij het
echt niet, of is die cursus zo slecht? Dat
weten we allemaal, dus zorgen we er wel
voor dat de curist niet achterblijft. Ook
dat kan. Er bestaat zeer geregeld en per
soonlijk contact tussen de cursist en de
docent, die fouten schriftelijk van com
mentaar voorziet, maar ook praktisch
aangeeft hoe het beter kan, door een de
tail op transparant papier te tekenen en
dat over het origineel te plakken. Dat ge
beurt ook, wanneer een cursist klaagt
dat-ie helemaal vast zit en hoe het nu
verder moet. Zo'n cursist wordt gewoon
weer op het goede spoor gezet en bege
leid, r.et zo lang, bij wijze van spreken,
tot hij weer rijdt. En dan zijn er nog de
drie tot vier praktijkdagen waarin alles
nog eens bij elkaar komt".
De cursussen zijn opvallend gedetail
leerd; voor een van ongeduld trappelen
de beginner misschien wat aan de al te
toelichtende kant. Maar wie daar de tijd
voor neemt, kan met meer geestelijk ge
reedschap aan de slag.
Dekker: „Wie gaat tekenen, neemt door
gaans een voorbeeld, naar de natuur, of
wat dan ook. Dat voorbeeld heeft onein
dig veel te bieden, maar de tekenaar
haalt daar slechts uit wat hij ziet, op dat
moment in staat is te zien".
Als voorbeeld neemt Dekker de twee ge
zichtscontouren die samen een vaas vor
men. De meesten zien de vaas wel, of de
kop van een bok of wat anders. Pas later
zien ze opeens de twee gezichtslijnen,
die er evengoed al waren, toen die vaas
wel werd gezien. Dekker: „Eenvoudig
voorbeeld. Het is een van de taken van
de cursus, de cursist beter te laten kij
ken, steeds meer te zien in wat hem alle
maal wordt geboden. Dat gebeurt in re
gelmatig contact tussen cursist en docent
die echter nooit zijn zienswijzen aan de
cursist kan opdringen. Een gevaar, dat
bij een academie wel lot de mogelijkhe
den behoort".
Dekker probeert niet aan te tonen, dat
een schriftelijke cursus tekenen beter is
dan een aan de academie; wel wijst hij
op de mogelijkheden van beide studie
richtingen. Met het accent, uiteraard, op
de voordelen van een schriftelijke cur
sus: „Ernstige verschillen van mening
doen zich bij deze cursus nooit voor. En
doordat iedereen zijn eigen tempo kan
bepalen gaan er geen inproduktieve cur
susavonden verloren. Iedereen heeft wel
eëns zo'n dag dat hij nergens zin in
heeft, dat er geen inspiratie is. Als dat nu
net op een cursusavond valt, is dat een
verloren avpnd. Zelfs de grootste kunste
naar kent die momenten waarop het niet
gaat en doorzetten wordt afgestraft met
onbruikbaar, ongeïnspireerd werk. Dat
geldt natuurlijk helemaal voor de cursist
die voor zijn plezier aan deze opleiding
is begonnen".
Waarbij Dekker toegeeft dat de oplei
ding tot op heden niet is bezocht door
kunstzinnige genieën, die achteraf met
baanbrekend werk school bleken te heb
ben gemaakt. „Behalve mensen die door
hun werkgever aan een cursus begonnen,
krijgen we gewone mensen die gewoon
goed willen leren tekenen, of voor welke
cursus ze ook maar inschrijven. Het les
geld is niet laag. Maar daarvoor krijgen
de cursisten dan ook materiaal dat con
stant hoge kwaliteit heeft - achttien van
de twintig lessen zijn in kleur, duur
hoor - bevoegde docenten, controle
door het ministerie, waardoor alles bij
elkaar een cursist uiteindelijk moet be
reiken wat hij of zij wil".
In de verzendhal van de LOI ligt dat
materiaal gebundeld in tientallen volle
postzaken klaar voor verzending: meer
dan honderdduizend cursisten gaan dat
straks allemaal uit het hoofd leren, wer
ken zich de armen uit het lijf. En alles
even vrijwillig.
FRITS BROMBERG
Nadere informatie: LOI, Leiderdorp,
tel.nr. 071-451911.