finale Ceidóc Qowumt Marte Röling poseert in wat ze sinds giste w WEESP - Is een gevechtsstraaljager een overbodig of toch eerder een noodzakelijk kwaad? Houden we het veiligheidshalve op de laatste interpretatie, dan blijft, het eigen aardig om zo'n kwaad dolgraag in je eigen achtertuin te willen heb ben- Kunstenares Marte Röling wilde het niet alleen, maar kreeg het nog voor elkaar ook. En streelt nu zacht, de pitot-buisvan haar zojuist verworven Starfighter F- 104: „Wat is-ie mooi hè: Zo slank, zo rank. Die lijn die vanaf de staart over de rug naar de koepel van de cockpit loopt. En die tweede lijn. die vanaf de uitlaat langs zijn buik naar de punt van zijn i neus gaat. Wat een schoonheid. Een van de mooiste vliegtuigen die de mensheid ooit heeft voortgebracht. Al mag de Concorde er ook zijn. Ja de Concorde - die zou ik ook nog wel in mijn tuin wil len hebben". De tuin van Marte Róling is een goed deels betegeld terrein achter de fabrieks hal die haar tot atelier dient. Waar dit terrein ligt, wil zij liever niet in de krant. In verband met souvenirjagers, maar ook met het oog op bepaalde ex-aalmoe- ziers die vinden dat het overbodige kwaad in deze wereld in voorkomende gevallen ook met bijlen dient te worden bestreden. Op dit geheime terrein dan had gisteren de officiële overdracht plaats van de machine, die in de militai re administratie is terug te vinden als Starfighter hummer D-8300. Lieverd Voorganger in de ceremonie was de de missionair minister van defensie mr. drs. F. Bolkestein. Hij werd bijgestaan door opperbevelhebber der luchtmacht luitenant-generaal F. J. („lieve Fred") de Jong en kolonel Aad Rotteveel, com mandant van de vliegbasis Leeuwarden. n mag beschouwen als haar eigen Starfighte Welke laatste militair eveneens een overduidelijke „lieverd" is, aangezien hij het is geweest die in januari 1987 Marte Röling een uur lang liet meesuizen in een F-16. Als eerste en tot nu toe enige vrouwelijke burger. Dat gaf meteen een hoop gemor, want nogal wat echtgenotes van F-16-vliegers hadden en hebben ook wel zin om eens de sensatie van negen keer de zwaartekracht te voelen. Maar allicht kan de minister van defensie niet voor iedereen een uitzondering maken. Deze week bleek Marte Röling de enige particulier in Nederland die een van de in 1984 afgedankte (en door de F-16 ver vangen) Starfighters op de kop heeft we ten te tikken. En ook dat geeft weer ge- rticht. Het PvdA-kamerlid Henk Vos al thans kent nog meer Nederlanders die een gevechtsstraaljager in hun tuin als schoonheid ervaren. Waarom zij niet en Marte wel, wil hij nu weten. Ypenburg De voorlichtingsdienst van de Konink lijke Luchtmacht: „Een deel van de Star fighters waarmee de Luchtmacht tot 1984 vloog is verkocht aan onze NAVO- bondgenoten Griekenland en Turkije. Een ander deel heeft onderdak gevonden bij onderwijs-, onderzoeks- en museum instituten in eigen land. Voor de in to taal achttien vliegtuigen die toen nog resteerden is geprobeerd een voor Ne derland acceptabele koper te vinden, maar dat is mislukt. Het gevolg hiervan was dat deze vijf jaar lang op de lucht machtbasis Ypenburg zijn blijven staan. Toen duidelijk was geworden dat ze niet te verkopen waren, is voor zeventien hiervan ook weer een bestemming in Nederland gevonden; bij organisaties als TNO, de Anthony Fokker MTS in Den Haag en het Militair Luchtvaartmu seum. Met de achttiende wisten we niet goed raad en die is toen bij Marte Rö ling beland". De kunstenares: „Heel het idee is ont staan op een receptie begin dit jaar in Den Haag ter gelegenheid van het 75-ja- „Wat een schoonheid. En hij ruikt ook zo rig bestaan van de Koninklijke Lucht macht. We staan zo wat met elkaar te praten, het gesprek komt op Starfighters, en op een goed moment zegt Henk - mijn vriend Henk Jurriaans - zo half in het algemeen en half tegen generaal De Jong: „Stel je nou toch eens voor dat je zo'n Starfighter in je tuin had staan. Zou dat niet fantastisch zijn?". Ik begin dat onmiddellijk krachtig te beamen en daarop reageert generaal De Jong met: „Nou als jullie dat graag willen, dan kan dat misschien wel". Toen zijn we verder gaan denken en zo is met goedkeuring van minister Bolkestein deze afspraak tot stand gekomen: ik maak gratis een kunstwerk voor de luchtmacht, ter gele genheid van het jubileum, en de lucht macht levert mij een Starfighter". Geldnood In bruikleen dan. Het is per se niet de bedoeling dat Marte Róling, mocht zij in geldnood komen, het ding alsnog ver- ramsjt aan een of ander Derde-Wereld land. Tegen de kosten die door de luchtmacht zijn gemaakt ten behoeve van de ruil is door het PvdA-kamerlid Vos bezwaar gemaakt. Afgaande op gegevens van het ministerie van defensie, ligt dit bedrag rond de 13.000 gulden. Daarbij gaat men uit, na de mislukte verkooppogingen door het ministerie, van een schroot waarde van 5000 gulden. Vervoer en montage in Marte Rölings tuin is ge raamd op 1000 gulden, terwijl het nieu we luchtmacht-verfje dat de kist heeft gekregen op 7000 gulden is gesteld. Marte Röling: „In het kunstwerk dat ik van plan ben voor de luchtmacht te ma ken - ik denk aan een paar tekeningen van twee bij één meter - gaat drie tot vijf maanden werk zitten. Als ik daar voor een nota moet indienen, kom ik echt wel op een hoger bedrag dan die dertien mille. Dus financieel gesproken schiet ik er bij in, zou je kunnen zeggen. Maar aan de andere kantMoet je hem daar nu eens in al zijn schoonheid zien staan. Tegen de achtergrond van dat groen daar. Met zijn vleugeltjes van niet meer dan zes meter spanwijdte op een totale romplengte van zestien en een halve meter! Een unieke verhouding Ja, als ik hem daar zo zie, denk ik voor mij: daar werk ik graag vijf maanden voor. Dat is-ie meer dan waard". Monumentaal Marte Röling, 49 jaar, is de vermoede lijk bekendste beeldend kunstenares die ons land rijk is. In Amsterdam luisteren haar monumentale kunstwerken bijvoor beeld de Stopera op, het World Trade Center en het Academisch Medisch Cen trum. In Den Haag oogstte ze roem en verguizing met haar 'vlaggenmonument' in de Molenwijk en haar wandsculptu- ren in de Dr. Anton Philipszaal. Ook de portretten van koningin Beatrix en prins Claus droegen danig aan haar faam bij. Haar jongste produkten zijn te bewonde ren in het VNU-gebouw in Haarlem en bij de Auping-fabrieken in Deventer. Van veel affiniteit met verstilde lande lijkheid, een heidelandschap met een paar berken getuigen deze werken in elk geval niet. Groot zijn ze en, voor wie ze geslaagd acht, groots. Met meeslepende lijnen en vaak felle kleuren. Wie ze kent zal ktinnen begrijpen dat het niet de 'on gerepte natuur' is die voor Marte Röling de belangrijkste inspiratiebron vormt. Ze begint pas te leven, zegt ze, boven de boomgrens - wat met al die zure regen van tegenwoordig dus goed uitkomt. Ste den, gebouwen, industrieën, techniek zijn voor haar bij uitstek de vindplaat sen van schoonheid. Eén van de leukste uitjes die ze kan bedenken is een auto tochtje door de Rotterdamse haven en het industriegebied Rijnmond. Waarbij ze een beetje smog, waarover vandaag de dag wel geklaagd wordt, graag op de koop toe neemt: „De lijnen en kleuren. De rookpluimen, het vuur. En 's a- vonds, met al die lichtjes, is het allemaal haast nog mooier". Triomf Maar hebben die rookpluimen anno 1989 niet een sterk negatieve symbool waarde gekregen? Is de „Triomf der techniek" zoals tot in de jaren zestig de slogan van Philips luidde niet omgesla gen in de „Tragiek der techniek"? „Voor mij niet. Ik ben een enorme be wonderaar van de twintigste-eeuwse technologische cultuur. Van het waan zinnige vernuft dat daaruit spreekt en dat in de luchtvaart zo tastbaar tot ui ting komt. Opstijgend in een Boeing 747 voel je het toch aan den lijve? Die enor me krachten die worden opgeroepen, het steeds sneller wegflitsen van de wereld buiten de raampjes. En dan opeens is heel dat gevaarte van tienduizenden ki-. lo's van de grond! Een paar seconden la ter zit je op honderd meter hoogte Weet je trouwens dat ik zélf wel eens een 747 heb bestuurd? En denk niet dat hij op de automatische piloot stond. Ik bestuurde hem werkelijk zelf, zij het na tuurlijk onder toezicht van een gekwali ficeerde gezagvoerder, want een vliegbre vet heb ik niet". „Maar de grootste sensatie was het uur dat ik achter kolonel Aad Rotteveel in een F-16 heb gezeten. Een F-16 trekt te gen de 9 G, zoals dat heet. Dat wil zeg gen: negen keer de zwaartekracht. Niet helemaal ongevaarlijk, want je kunt - zeker als je het niet gewend bent - buiten bewustzijn raken, overgeven, en stikken in je eigen kots. Dat is mij dus niet overkomen. Ik heb achter Aad zit ten schreeuwen en juichen, en met m'n laatste adem heb ik nog geroepen: „heer lijk, heerlijk". We hebben loopings ge maakt en door de lucht gebuiteld - het was een van de gelukkigste uren die ik in mijn leven heb meegemaakt". Parasol Vanonder een gezellige tuinparasol kij kend naar wat ze sinds gisteren haar ei gen Starfighter mag noemen, zijn het bij voorbeeld de herinneringen aan dit uur die bij Marte Röling opkomen. En die elke schaduw van een negatieve associa tie bij voorbaat verdringen. Iemand an ders zou de grijsgroene jager kunnen zien als symbool van dood en verderf, van een in zichzelf verdeelde en zichzelf vernietigende mensheid. Maar Marte Röling - groene ogen onder een donkere hemel van oogschaduw - ziet er dit in: „Een perfect voorbeeld van twintigste- eeuwse design op top-niveau. Zoals dat ook geldt voor bijvoorbeeld een boorei land. Zo'n olieplatform is toch ook prachtig? Ook daarvan zou ik er graag een in mijn tuin hebben". Ze schudt het blonde haar, loopt nog maar eens naar het twee meter hoge trappetje dat naar de cockpit voert, en neemt voor de zoveelste keer plaats ach ter de stuurknuppel van het snelste vliegtuig dat de Nederlandse krijgsmacht ooit in gebruik heeft gehad. Met een topsnelheid van 2500 kilometer per uur was hij voor militaire doelein den zelfs sneller dan wenselijk. In die zin, weet Marte, dat als gevolg hiervan zijn voor het kringgevecht zo wenselijke wendbaarheid te beperkt was. Dat voor de F-16 als opvolger is gekozen heeft dan ook als achtergrond dat deze jager, bij een topsnelheid van 2100 kilometer, aanzienlijk beter is te manoeuvreren. Raket „Een raket met vleugeltjes", is de be wonderende omschrijving die kenners en liefhebbers zoals Marte van de ma chine geven. In totaal heeft Nederland er, van 1962 tot 1984, 138 van in bezit gehad. Gevechtshandelingen zijn er nooit mee uitgevoerd, wat niet heeft kunnen verhinderen dat er 44 op de aar de te pletter zijn gevallen. Hierbij zijn twintig piloten om het leven gekomen. Marte Róling: „En hij ruikt ook zo lek ker. Die geur van olie en metaal. Ver rukkelijk". WILLEM SCHEER

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1989 | | pagina 21