Ineens je kinderen niet meer mogen zien 1 r mal Ie DE LIJDENSWEG VAN EEN OMGANGSREGELING Dwaze Vaders CöidócSouAont ZATERDAG 12 AUGUSTUS 1989 PAGINA 21 Het dossier is ongeveer een meter hoog en mevrouw de kinderrechter begint langzamerhand genoeg te krijgen van de zaak. Vijf jaar strijden Marga en Pieter nu al om de kinderen. Hij zou ze eens in de drie weken een weekend zien, van vrijdagmiddag tot zondagavond plus de helft van de vakanties. Hij ziet ze, als-ie geluk heeft, eens in de drie weken, van zaterdagochtend tot zondagnamiddag. Pieter vindt dat te weinig, Marga te veel. Alles en iedereen is al te hulp geroepen: ouders, advocaten, rechters, psychologen, psychiatrisch adviesbureau, Raad voor de Kinderbescherming en maatschappelijk werk. Het heeft niets geholpen, eind oktober is er weer een rechtszitting. Over de lijdensweg van een omgangsregeling en wraak met hoofdletters - „Nergens, kun je een mens dieper treffen dan in zijn kinderen". DEN HAAG - In het begin waren ze best gelukkig. Marga en Pieter trouwden in 1976, kochten een ei gen huis, hadden het financieel goed voor elkaar en wilden graag kinderen. Eerst kregen ze Daphne, 'een leuke meid', en drie jaar later Sander, 'een echte jongen'. De ge boorte van Sander betekent een omwenteling in hun relatie, Marga wordt somberder. Ze besluiten de hulp in te roepen van een psycho loge, die vaststelt dat Marga een postnatale depressie heeft. Marga en Pieter gaan een tijdje in ge zinstherapie, maar dat helpt niet. Op een dag neemt de psychologe Pieter apart en zegt: ..Dit wordt niets, je kunt maar be ter het huis uit gaan. Een afstandshuwe lijk is voorlopig de beste oplossing". Pie ter volgt het advies op. „Stom, zeg ik nu. Het werd voorgesteld als iets tijdelijks, maar dat is het niet. Ik had nooit vrij willig moeten opstappen". Hij trekt voor een tijdje noodgedwongen bij zijn ou ders in. Met Marga, die nog lange tijd door de psychologe zal worden behan deld, spreekt hij af dat de kinderen eens in de twee weken een weekend bij hem zijn. In het begin gaat dat goed, hij haalt de kinderen steeds netjes bij haar op en hij brengt ze „tot op de minuut nauwkeu rig" weer terug. Maar al na een paar we ken komt de klad er in. Zij zegt veelvul dig ziek te zijn - „Kom ze maar halen". Pieter doet dat, tot er op een dag niet meer wordt opengedaan. Hij hoort dat ze thuis zijn, maar ook al blijft hij bel len, niemand doet open. Een andere keer is er zelfs helemaal niemand meer thuis. Een buurvrouw weet dan wel te vertel len dat ze net allemaal zijn weggegaan. Pieter ziet zijn kinderen daardoor een hele tijd niet. Per brief vraagt hij hulp aan de Raad voor de Kinderbescher ming, maar hij krijgt geen antwoord. Wel komt er een brief van zijn vrouw, die daarin via een advocaat scheiding van tafel en bed voorstelt. Pieter neemt ook een advocaat in de arm en die advi seert een 'gewone' echtscheiding - „mede om de omgangsregeling met de kinderen vast te leggen". Op 21 augustus 1984 verklaart de rech ter Marga en Pieter officieel gescheiden. Hij,, spreekt tevens een omgangsregeling uit: de kinderen blijven bij Marga wo nen en Pieter mag ze eenmaal in de twee weken zien, van vrijdag half vijf tot zon dag half vijf, plus de helft van de vakan ties. Pieter: „Een echtscheiding blijft naar en het is niet leuk je kinderen maar zo af en toe te zien, maar met deze rege ling kan ik zondermeer vrede hebben". Hartelijk Door de uitspraak van de rechter klaart iedereen op. Als Pieter de eerste keer de kinderen komt halen, wordt hij hartelijk ontvangen. „We dronken eerst koffie voordat ik de kinderen meenam. Ook nam ik wel eens een bloemetje mee". Maar ook daarin komt na een tijdje toch weer verandering. Pieter: „Kort voordat ik de kinderen zou gaan halen, belde Marga dan op: 'Ze zijn nog niet klaar, kom over een half uurtje maar'. Of ze vertelde dat ik ze maar beter helemaal niet kon komen halen". Toch gaat hij elke keer. Maar dan wordt er niet opengedaan of is er niemand thuis. Van tevoren opbellen heeft weinig zin, of er wordt niet opgenomen of de hoorn wordt er al snel opgegooid. Enige tijd later is opbellen helemaal niet meer mogelijk, omdat Marga een geheim tele foonnummer heeft genomen. Na een paar maanden vraagt zij, op nieuw via een advocaat, herziening van de omgangsregeling. Daarvoor voert ze aan dat de vader geen eigen woonruimte heeft, de kinderen bij de grootouders sla pen en het met Daphne niet goed gaat op school. Pieter heeft evenwel al enige tijd een eigen flat en zowel de schoollei ding als de betrokken onderwijzeres ver klaren bij navraag dat Daphne een alles zins normale leerlinge is en beslist geen achterstand heeft opgelopen. Het is dan inmiddels 7 oktober 1985, ruim een jaar na de officiële scheiding. Pieter: „Vanaf dat moment werd het echt onprettig". Op 20 november 1985 is de eerste zit ting over de door Marga aangevraagde herziening van de omgangsregeling. Maar Marga verschijnt niet, volgens de advocaat omdat ze geen oppas voor een ziek kind heeft. De kinderrechter besluit tot uitstel van de behandeling tot 18 de cember 1985, omdat voor een tussenop lossing beide partijen aanwezig moeten zijn. De rechter bepaalt wel dat de vader zijn kinderen voor het weekeinde van Sinterklaas mag ophalen. Als Pieter dat doet, is er weer eens niemand thuis. De buren vertellen dat Marga en de kinde ren met de noorderzon zijn vertrokken. Opvanghuis Op de zitting van 18 december 1985 is Marga wel aanwezig. Haar advocaat ver klaart dat de moeder een tijd in een op vanghuis heeft gezeten omdat zij het zeer moeilijk heeft; ze heeft de indruk dat iedereen denkt dat ze het allemaal fout doet. Pieter zegt dat hij de bestaan de omgangsregeling wil handhaven. De rechter beslist echter dat hij zijn kinde ren één weekeinde in de drie weken mag zien vap zaterdag 11.00 uur tot zondag 16.30 uur. Pieter: „Hoewel Marga alle problemen had veroorzaakt, ging ik er dus behoorlijk op achteruit". De zaak wordt aangehouden tot 14 mei 1986, om te bekijken hoe de proefregeling ver loopt. Ook van die nieuwe regeling komt niets terecht, Marga staat de kinderen maar moeizaam af. Dat vertelt Pieter op de zitting van 14 mei 1986, waarop Marga (weer) niet aanwezig is. Hqar advocaat Beelden uit de film Kramer versus Kramerwaarin de vader en de moeder strijden om hun zoon bij zich te mogen hebben. In het werkelijke leven blijkt het gevecht om de omgangsregeling na een echtscheiding niet zelden een schier eindeloze zaak. FOTO'S: PR Niet alle omgangsregelingen zijn hetzelfde. De vader - soms de moeder - is na een echtscheiding niet per definitie zijn kinderen kwijt, soms zal hij ze periodiek „bij zich mogen hebben", zoals de kinderrechter dit pleegt te formuleren. De vader in bijgaand verhaal ziet zijn kinderen nog met enige regelmaat, maar er zijn ook vaders die hun kinderen na een scheiding he lemaal niet meer zien. Eén zo'n vader is momenteel bezig de stichting Dwaze Vaders op te richten. Hij is daarvoor op zoek naar andere vaders, „die er ook aan kapot dreigen te gaan". Wie informatie wil, kan schrijven naar Postbus 64782, 2506 CD Den Haag. zegt dat de moeder zeer achterdochtig is, ze heeft het idee dat iedereen tegen haar samenspant. De zaak wordt aangehou den tot 23 september 1986, en op die zitting verschijnt de moeder opnieuw niet, en dit keer evenmin haar advocaat. De rechter bepaalt dat de Raad voor de Kinderbescherming een onderzoek moet doen naar de situatie en de zaak wordt aangehouden tot 4 december 1986; die zitting wordt verschoven naar eerst 10 maart 1987, dan 15 maart en uiteinde lijk 27 mei, omdat de Raad meer tijd nodig heeft voor onderzoek en advies. De Raad voor de Kinderbescherming constateert in het dan verschenen rap port onder meer dat de moeder geregeld onder alle uitspraken probeert uit te ko men. Het rapport en het daaraan ver bonden advies voor de kinderrechter valt gunstig uit voor de vader. Er wordt een bezoekregeling voorgesteld waarin de vader de kinderen één weekeinde per drie weken ziet van vrijdag 16.30 uur tot zondag 16.30 uur plus de helft van de vakanties. Depressief Op de zitting van 27 mei 1987 waarin dit advies ter sprake komt, verschijnt de moeder wel. Volgens haar advocate is ze zeer onthutst over het rapport en bij vla gen zeer depressief. Ter zitting zegt me vrouw M. namens de Raad voor de Kin derbescherming: „De omgangsregeling kan geen doorgang vinden, want de moeder is totaal ingestort". Pieter rea geert geschokt en de kinderrechter stelt nu voor het PPPAR in te schakelen, het Psychiatrisch Psychologisch Pedagogisch Adviesbureau Randstad. Dit bureau, in de wandeling het PAR genoemd, moet nu een onderzoek doen naar de om gangsregeling. De behandeling daarvan zal plaatsvinden op de zitting van 24 juni 1987 en tot die tijd wordt de om gangsregeling stopgezet. Pieter: „Dus ik mocht m'n kinderen ineens een maand niet meer zien!". Hat PAR adviseert tussentijds, op 9 juni, de omgangsregeling terug te bren gen: wel eens in de drie weken, maar korter, van zaterdag 10.00 uur tot zon dag 15.30 uur en geen vakanties. De zaak die is aangehouden tot 24 juni 1987, wordt verzet naar 10 september en uiteindelijk zelfs naar 19 november om de PAR verder tijd te geven het rapport af te maken. De PAR adviseert op die zitting een onder toezicht stelling (ots) van de kinderen; er moet een gezins voogd worden benoemd die de kinderen en het naleven van de omgangsregeling in de gaten houdt. Dat wordt een maat schappelijk werkster. De bedoeling is dat zij op z'n tijd met de moeder praat, ze behoort steun 'te zijn voor de moeder en de kinderen. Op voorstel van de Raad voor de Kinderbescherming wordt beslo ten dat deze maatschappelijk werkster zich niet met de vader in verbinding stelt. Want dat zou de moeder op de ge dachte kunnen brengen dat er tegen haar wordt samengespannen. Dus zorgt de Raad voor een aparte contactpersoon voor de vader, die met^e maatschappe lijk werkster overleg zal plegen over een goede invulling van de omgangsregeling. Pieter: „Ik heb die contactpersoon nog niet één keer gezien of gesproken. Ik weet niet eens wie het is". Een onder toezicht stelling is overigens een vergaande maatregel. Volgens de wet moet er sprake zijn van 'zedelijke en/of lichamelijke ondergang'. Bij een ots komt de zaak verder in handen van het maatschappelijk werk, de Raad voor de Kinderbescherming heeft er dan niets meer mee te maken. Op de zitting zegt Pieter: „De nieuwe omgangsregeling loopt wel goed, maar ik zie mijn kinderen nu wel érg weinig". De moeder, dit keer wel aanwezig, zegt: „Ik maak me zorgen, hoe moet ik alles draaiende houden?". De rechter zegt, na overleg met beide advocaten: „Ik houd de zaak een jaar aan en de bestaande proefregeling blijft gehandhaafd". Dat betekent: van zaterdag 10.00 uur tot zondag 15.30 en geen vakanties. Pieter: „Vanaf dat moment is er wel een zekere regelmaat ingetreden, maar bij voorbeeld op feestdagen en verjaardagen zie ik mijn kinderen nooit. Maar in de weekends dat ik mijn kinderen zou heb ben en mijn ex-vrouw bijvoorbeeld jarig was, of het moederdag was, dan kwam steevast het bericht: Ze komen een ande re keer. Maar op vaderdag noch op mijn verjaardag was er ooit iets mogelijk". Op de zitting van 3 november 1988, het is inmiddels drie jaar en drie maanden na de scheiding, komt het verloop van de proefregeling aan de orde en de vraag of het een definitieve omgangsregeling moet worden. De vader wil dat niet, hij wil zijn kinderen wat vaker zien. Hij zegt: „De moeder wil de kinderen ge woon niet afstaan aan anderen, daar kpmt het op neer, maar dat blijkt niet in al deze formele procedures. Kijk, als ik morgen onder een trein loop zal dat voor haar een enorme opluchting zijn". Gevoelsleven Marga verschijnt voor de zoveelste keer niej op de zitting. Ze wordt daarna nog herhaaldelijk opgeroepen, maar ver schijnt steeds niet. Voor 22 juni stond er nog een zitting, maar daar kwam ze ook niet. De zitting is nu aangehouden tot '26 oktober. Pieter is er onderhand moedeloos van geworden. „Gelukkig zie ik Daphne en Sander nog wel, maar het is erg weinig en ik weet nooit zeker of het doorgaat. Altijd is er de kans dat er weer iets tus senkomt. Ik vind echt dat alle instanties hun medewerking verlenen aan een rechtsgang waar niemand bij gebaat is, zeker de kinderen niet. Ik vind het echt belachelijk dat de kinderrechter, de Raad voor de Kinderbescherming en het maatschappelijk werk steeds maar weer mijn ex-vrouw in bescherming nemen. Zij hoeft maar te zeggen dat ze het niet aankan, of iedereen zegt tegen mij dat het dan maar zo moet zijn. Als ik nou mijn kinderen zou mishandelen of als ze niet graag bij me zouden zijn of er daad werkelijk onder zouden lijden, dan zou ik zo'n houding van die instanties wel kunnen begrijpen. Maar dat is niet het geval, dat heeft inmiddels iedereen wel bevestigd. Maar zelfs de Raad voor de Kinderbescherming heeft het alleen maar over 'haar belang'. Ik zeg dan: het gaat om het belang van de kinderen". Ontevreden Het belang van de kinderen. Natuurlijk, daar gaat het om, zeggen ze ook bij de Raad voor de Kinderbescherming. Om dat de mensen die bij deze zaak direct zijn betrokken wegens hun beroepsge heim er niet op mogen ingaan, doen twee anderen het woord, mr. A.P. Ver steeg, unithoofd Zoetermeer en Den Haag alsmede J. Pot, maatschappelijk werkster voor de Leidse regio. Mr. Ver steeg: „Wij gaan altijd uit van het belang van het kind. Daarop is alle bemiddeling en zijn alle adviezen gericht". De Raad voor de fonderbescherming valt onder het ministerie van justitie; er zijn er negentien van in Nederland, in dezelfde plaatsen waar rechtbanken zijn. De Raad is zelfstandig, maar heeft geen mogelijkheden tot sancties. In de prak tijk worden de adviezen vrijwel altijd opgevolgd door de kinderrechter. De raad bemiddelt alleen op verzoek; van de rechter meestal, maar soms ook op dat van de ouders en heel soms op dat van de (oudere) kinderen. Mevrouw Pot: „Bij voorkeur nodigen we de ouders en de kinderen gezamenlijk uit. We proberen de ouders dan, in het bijzijn van hun kinderen, op verant woorde wijze te helpen bij het nemen van beslissingen. Iedereen krijgt de kans problemen, frustraties, bezwaren en irri taties te uiten. Dat is eerlijker en vooral beter dan mensen afzonderlijk te laten praten. Dan maken mensen elkaar meestal veel eerder zwart. Als je ze geza menlijk uitnodigt, zegt er bijna altijd wel iemand: je weet best dat dat niet zo is. Soms heeft dat effect, dan slaag je erin een ontwikkeling op gang te brengen die de vicieuze cirkel van wederzijds ageren doorbreekt. Maar het zal duidelijk zijn dat dit niet altijd lukt; er zullen altijd mensen zijn die elkaar het licht niet in de ogen gunnen". Goede wil Wat de Raad ook doet, elke omgangsre geling staat of valt met de goede wil van de twee partners, benadrukt mr. Ver steeg. „Elke omgangsregeling is een lap middel, meer niet. Wij kunnen vinden wat we willen, we kunnen niets afdwin gen. We zijn een dienstverlenende instel ling, we hebben geen macht". Dat impli ceert al dat er zaken zijn waar de raad niets aan kan veranderen. „Zoals in dit geval, waar, voor zover je dat als buiten staander kunt beoordelen, één van de ouders niet in staat is de zaak. te beheer sen. Soms zie je dan wel dat de andere ouder zich terugtrekt, maar dat is een enorme stap. Toch zeg ik dan: het belang van het kind moet voorop staan, hoe moeilijk dat voor veel mensen ook is. Maar mensen zullen moeten leren accep teren dat er op een bepaald moment geen betere oplossing is". Mevrouw Pot: „Het is triest te constate ren dat sommige ouders alle energie stoppen in het bestrijden van elkaar. Ze zouden die op een betere manier kunnen besteden: aan hun kinderen. Natuurlijk, het blijft enorm moeilijk om je kinderen 'te delen', maar het is altijd nog beter dan dat dat je je kinderen helemaal niet meer ziet". Pas waren opa en oma veertig jaar ge trouwd. Pieter vroeg aan de maatschap pelijk werkster die verantwoordelijk is voor de onder toezicht stelling of hij de kinderen 's middags voor een paar uur tjes mocht halen, want dit was toch wel een heel bijzondere gebeurtenis. Ze bel de hem 's avonds op: „Ik kan er niet aan beginnen, want dan verpest ik mijn positie weer bij je ex-vrouw". De kinde ren zijn niet geweest. DICK HOFLAND In verband met de privacv zijn de namen van de ouders en de kinaeren gefingeerd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1989 | | pagina 21