Hollywood-
tour door
Hilversum
Wennen aan lugubere geintjes van zwemmers
'Finale
SPELEN
Schoolreisje
Roeiboot
FRANK KRUIJNE, BADMEESTER TROPICANA:
Sportman
Speerwerpen
ZATERDAG 12 AUGUSTUS 1989 PAGINA 18
In Hollywood zijn de 'stertochten' door de
artiestenwijken van Beverly Hills en Bel Air al jaren
mateloos populair. Sinds kort ook de ritten door het
'Hollywood van Hilversum', zoals de organiserende
VVY ze verkoopt.
Zo'n tienduizend buspassagiers vergapen zich dit
seizoen aan de 'optrekjes' van de omroep-sterren.
Een van onze verslaggevers reed een keer mee.
HILVERSUM - „Toon Hermans
woont hier rechts, op de Trompen
berg", zegt microfoniste Helma
Nijhuis van de VVV, die ons langs
het Hollywood van Hilversum
voert. De volle bus helt gretig naar
het raam in de aangewezen rich
ting. De villawijk bij de omroepstu-
dio's flitst voorbij. Geen Toon te
zien, zelfs geen glimp van zijn
stulp. „Bij enkele artiesten is het
niet mogelijk met de bus langs te
komen. Daar is de weg te smal of
is de straat voor verkeer afgeslo
ten", legt Helma onaangedaan uit.
„Jammer", betuigt een Amsterdamse
oma haar spijt tegen drie andere 70-plus-
sers, „ik had wel 's willen zien wat Toon
met al die grappen heeft verdiend".
Zelf woont oma sinds kort in een Lely
stads bejaardenhuis. „Hypermodern.
Grote hekken met punten eromheen en
een speciale corridor. Alles elektronisch.
Je komt bij ons niet zomaar langs de
portier", zegt ze aanvallend. „En toch
wordt er nog volop gestolen", meldt een
medebewoner droog. Het kwartet ver
teert vandaag de kaartpot.
We zitten in een van de 250 bussen die
dit seizoen langs de Gooise woonstee
van tv-sterren toeren. Pakweg zo'n tien
duizend mensen die georganiseerd bij
Ron Brandsteder en Rita Reijs op tafel
kijken?
„Nou ja, op tafel". Dat valt wel mee,
meent directeur Willem Gross van de
streek-VVV in Hilversum. „Veel valt er
doorgaans niet te zien. Onze bussen heb
ben het consigne nergens stil te blijven
staan. De mensen komen er ook niet uit.
De bussen rijden zo ongemerkt mogelijk
voorbij. Dat gaat al jaren zo".
Maar daar dacht Bennie Neijman toch
anders over. Was hij het niet die een tijd
geleden zijn gal spuwde over die bus
voyeurs?
„Ja. Maar de bus waar hij zich zo kwaad
over maakte, was geen bus van ons. Dat
gezelschap ging pontificaal voor zijn
huis staan om foto's te maken. Hij heeft
als reactie speciale ramen in zijn huis la
ten zetten die erg spiegelen. Hij kan wel
naar buiten kijken, maar een buspassa
gier niet meer naar binnen".
De bespieders bespied dus.
„Ja, kun je zeggen, maar ik til er niet zo
zwaar aan. We hebben verder geen
"klachten gehad. Ik geloof ook niet dat
die artiesten het erg vinden. Weet je, de
grote jongens die echt als artiest geboren
worden, die hebben dat voyeurisme zelf
in zich. Die mogen zelf ook graag andere
mensen bekijken. Mies Bouwman doet
het ook. die heeft een tijdje terug in
Margriet geschreven, dat ze een halve
dag in Londen achter een vrouw aange
lopen heeft in wie ze Ingrid Bergman
herkende".
De bus verlaat Hilversum, op weg naar
de Loosdrechtse plassen en de Vecht
waar Helma Nijhuis ons nog 'veel meer'
artiestenstulpjes belooft te presenteren.
De stemming aan boord herinnert aan
de schoolreisjes van vroeger, lichtelijk
opgewonden en vol verwachting. Achter
in de bus houden zes 'middelbare' vrou
wen uit Bleiswijk elkaar aan de giechel.
Hun kinderen zijn de deur uit en hun
mannen vandaag ook, naar Duindigt.
Hilversum loopt langzamerhand leeg.
meldt freelance-hostess Helma. „Het
had twintig jaar geleden meer dan hon-,
derdduizend inwoners, nu nog 84.000.
„En hier rechts aan de wegkantin deze boerderij met roodwitte luikenwoont nu Ron Brandsteder".
Veel Hilversummers zoeken hun heil in
het naburige Huizen. Kijk, daar rechts,
in dat bejaardencentrum, woont de moe
der van Rudi Carrell".
De bus helt weer over. Het 'stekkie' kan
de goedkeuring van oma wegdragen.
„Zou-ie z'n ouwe moeder nog wel 's op
zoeken?". Gastvrouw Helma gelooft van
wel. „In de eerste straat rechts woont
Bueno de Mosquita, Lindenlaan 79",
vervolgt ze. „Oh ja", zucht de bus in
herkenning, „die gekke Bueno die altijd
alles verkeerd deed".
Langs de Pandahallen waar John de
Moll jr. zijn tv-programma Linda produ
ceert komen we in Nieuw-Loosdrecht.
Eens moet dit plasrijke plekje een lande
lijk lust- en rustoord zijn geweest, nu is
het dringen en toeteren geblazen op de
smalle weg langs de waterkant, waar al
leen nog kapitaalkrachtig Hilversum
zich een vrijplaats kan veroorloven.
„Kijk, hier rechts staat de vorige woning
van Pim Jacobs en Rita Reijs. Ze wonen
nu een kilometer verderop, we komen er
zo langs. Aan de plas staat hun nieuwe
huis met rieten dak en aan de andere
kant van de weg heeft Rita haar schil
dersatelier". De chauffeur geeft meteen
wat meer gas. „Die mensen moeten
schatrijk zijn", merkt de buurman van
opa geïmponeerd op. Na het voormalige
'zomerhuisje' van de vroegere onroe-
rend-goedmagnaat Zwolsman wijst Hel
ma ons het buitenverblijf van tv-piraat
en ex-discjockey Joost den Draayer alias
Willem van Kooten. „Daar op de punt
van dat schiereiland". De bus vergaapt
zich, maar het huis gaat schuil achter
royale beplanting. „Hij heeft het voor
anderhalf miljoen laten bouwen". Niet
gek voor een plaatjesplugger, merkt
iemand op. „Die man moet multimiljo
nair zijn", verbaast een Vlissingse moe
der zich tegenover haar dochter.
In de bus wordt enig afgrijzen waargeno
men, dat elke vierkante meter waterkant
bebouwd is. Op eilandjes wemelt het
van zomerhuisjes, die volgens Helma al
leen in de zomerweekends bewoond mo
gen worden. Op de plas zelf valt op deze
doordeweekse dag weinig vlagvertoon te
beleven. Totdat we langs een kilometer
oever scheren die voor dagrecreatie be
stemd is. In hét water staat overlangs
een soort scherm van palen. „Hier mag
de gewone man pootje baden", merkt
oma venijnig op.
Nieuwsgierig bereiken we de Vecht met
zijn historische optrekjes uit de gouden
jaren van het vaderland, want hier is
André van Duin ons beloofd. Eerst nog
een blik op het vroegere huis van de
roemruchte Kees de Tippelaar, op wiens
veijaardag de huidige restaurant-eige
naar nog altijd poffertjes tracteert. „Kees
was een merkwaardige man die ver voor
de oorlog al heel Java bewandelde en zo
nu en dan in een wak zwom"., vertelt
Helma. Ze schildert vervolgens de wan
daden van de Franse generaal prince de
Condé die in het rampjaar 1672 de nodi
ge buitenplaatsen opblies. We passeren
kasteel Nijenrode. dat tegenwoordig
Universiteit voor bestuurskunde mag
heten. „Hier heeft Wim Kok gestudeerd,
maar ook Ron Brandsteder". Verderop
aan het riviertje, dat zijn boorden rijke
lijk siert met bloeiende hortensia's, wijst
Helma het reguliere rijtjeshuis („met die
witte glasbollen aan de gevel") van
Johnny Kraaykamp sr. Dat zo'n gevierd
artiest modaal zou wonen had de bus
niet gedacht. „Kwestie van alimentatie
betalen", zegt een man wereldwijs.
„Waar blijft Martine Bijl nou?", wil een
mevrouw weten. „Oh, dat komt nog,
mevrouw", stelt Helma gerust.
Een vut-echtpaar uit het Overijsselse
Bathmen zit stil te genieten, hij met een
fototoestel in de aanslag. „We trekken er
veel op uit en zo'n reisje vonden we nou
's leuk", zegt zij. „Onze zoon zei wel te
gen ons: als je 't maar aan niemand ver
telt, want ik schaam me dood". Hij lacht
verontschuldigend: „Een beetje krom is
het wel, dat aapjes kijken, maar toch
interessant".
„En hier rechts aan de wegkant, in deze
boerderij met roodwitte luiken, woont
nu Ron Brandsteder".
„Oooh", zwijmelt het in de bus, „wat
een plaatje". Vechtlust staat er op de zij
gevel. Oma uit Lelystad verhaalt haar
buurvrouw hoe ze laatst 'kromgelegen'
heeft bij Ron. „En ik vind het zo'n ge
wone jongen hè". Voorbij zijn we al
weer. „Ron is de buurman van André
van Duin, ze bezoeken elkaar met de
roeiboot", meldt Helma. De bus raakt in
opwinding: waar woont André? „Daar,
aan de overkant, u kunt het huis het bes
te zien als u straks achterom kijkt". Al
les wat nek heeft rekt zich. Maar Andrés
home gaat goeddeels schuil achter een
stel bakken met fraaie geraniums. Van
's lands meest geliefde grappenmaker
geen spoor.
De vroegere villa van oorlogsmisdadiger
Menten wekt stil misprijzen. „Dit is dus
niet het huis dat toen in brand gestoken
is hoor, dat stond in Blancum". Wat ie
mand ontlokt: „Had die smeerlap nog
meer huizen dan?".
Vanuit de verte werpen we een blik op
het huis van Martine Bijl, naast de toren
van Loenen. Geen commentaar. De
woonboot van Aad van den Heuvel ver
tedert een mevrouw: „Aadje, dat vind ik
toch zo'n leuk kereltje, met dat witte
haar".
FOTO: RON NAGTZAAM
In het zicht van 's Graveland, geïnspi
reerd door een ANWB-wegwijzer, barst
het sextet vrouwen uit Bleiswijk spon
taan uit in het lied: In de bus van Bus-
sum naar Naarden gaf je mij een zoen.
Ze groeien onbekommerd naar een
stemming van potentiele baldadigheid.
Het huis van Greetje Kauffeld houden
ze voor gezien. Alleen het schitterende
witte buiten van Cornelis Tromp, ge
bouwd in de vorm van een scheepscam-
pagne, vermag hen nog enigermate op te
winden. Helma: „Meneer Tromp was
met een rijke vrouw getrouwd. Dus
heren, u weet wat u te doen staat". De
(oudere) heren reageren lauw. in het be
sef dat hun tweede kans reeds lang voor-
bij is.
De rit eindigt prozaïsch bij het Hilver-
sumse winkelcentrum Hilvertshof waar
de Bleiswijkse dames zich gretig instor
ten. En ook oma uit Lelystad die ver
klaart 'erg genoten' te hebben. „Viel me
een beetje tegen, ik had gehoopt wat ar
tiesten te zien", zegt een Bleiswijkse.
„En het huis van Mies Bouwman heb ik
ook niet gezien. En Bennie Neijman
niet".
Ze blijken in de verkeerde bus gezeten te
hebben. Er is nóg een route, krijgen ze te
horen. „Die gaat over Blaricum en die
voert langs Mies en Bennie".
Achteraf poog ik André van Duin en
Ron Brandsteder aan de lijn te krijgen
voor commentaar. Ze zijn op vakantie.
„André heeft er geen moeite mee", zegt
zijn manager Theo Rekkers. „Heeft-ie al
eerder gezegd". Hij citeert: „Ik heb er
geen erg in dat ze naar me kijken, ik zit
toch altijd aan de achterkant van m'n
huis. Bovendien, wat zal ik me druk ma
ken. ik doe het toch zelf ook. Ik ben zelf
in Hollywood naar het huis van Barbara
Streisand wezen kijken".
HOMME KROL
Brood en Spelen.
Onder dat motto laten we deze
zomer beroepsbeoefenaren aan het
woord die verbonden zijn aan een
van de vele toeristische attracties
die ons land rijk is - en die dus in
zekere zin hun brood verdienen
met spelen.
Vandaag Frank Kruijne (24), chef
zwembad van het tropisch
zwemparadijs Tropicana aan de
Maasboulevard in Rotterdam. Hij
geeft leiding aan 27 badmeesters
en -meesteressen en is
verantvyoordelijk voor alles wat er
in en rond het water gebeurt.
Openingstijden van Tropicana:
werkdagen 10-23 uur, zaterdag en
zondag 10-19 uur. Toegangsprijs:
volwassenen 12,50 gulden,
kinderen (vóór 16 uur)
7,50 gulden.
In het weekeinde en gedurende de
vakantieperiode betalen
volwassenen 17,50 gulden en
kinderen een tientje.
ROTTERDAM - „Ik ben van ori
gine gymnastiekleraar. Opgeleid
aan de Haagse Academie voor Li
chamelijke Opvoeding, de halo.
Maar het onderwijs leek me niks.
Tijdens mijn stage heb ik les gege
ven. Maar de motivatie van de
leerlingen was dusdanig slecht dat
elk uur een machtsstrijd werd. Of
je klas won öf ik won. Nou won ik
altijd, maar zoiets kost verschrikke
lijk veel energie. Als je dat elke dag
moet doen, ben je op je 35e licha
melijk en geestelijk opgebrand.,
Daar voelde ik niks voor. Ik wilde
twee dingen: in Rotterdam blijven
èn de recreatie in. Toen 'Tropica
na' werd geopend bood zich dus
een unieke gelegenheid aan. Eén
dag na mijn examen ben ik hier
begonnen".
Omdat Frank Kruijne nog nooit in een
zwembad had gewerkt, dook hij eerst in
een stage in park de 'Vossemeren' in
België. Als 'redder', zoals buurman Belg
een badmeester noemt, maakte hij voor
het eerst kennis met de lugubere grappen
die zwemmers soms uithalen. „Je hebt
er bij die met een grote hap lucht voor
over in het water gaan hangen. Het lijkt
dan alsof ze verdronken zijn. Een geintje
noemen ze dat. Maar je schrikt je rot. Je
zou woedend willen reageren. Maar je
moet beleefd blijven. Je bent gastheer.
Soms zeg ik tegen zo'n grappenmaker:
leg je hand eens op m'n hart! Voel je hoe
dat tekeer gaat? Dat komt doordat ik me
kapot ben geschrokken. Anderen veeg ik
de mantel uit. Ik zie aan de blik in de
ogen van de mensen hoe ik moet reage-
De chef-badmeester is een sympathieke
sportman met een vastberaden, donkere
blik. Hij straalt autoriteit uit. Zonder
één woord te zeggen brengt hij belha
mels weer in het gareel. „Lichaamstaal is
belangrijk. Zeker voor mij, want ik heb
geen harde stem. Als ik zou moeten
schreeuwen was ik binnen de kortste ke
ren hees. Meestal fluit ik op mijn vin
gers en wijs ik alleen maar. Meer niet.
Meestal is dat al voldoende. De gouden
regel is hier: we beginnen 's morgens
strak. De volgende gasten nemen dat
dan automatisch over. Als je consequent
optreedt heb je de hele dag geen last".
Dat betekent overigens niet dat Frank
Kruijne en zijn collega's als barse poli-
tie-agenten surveilleren. „We staan niet
als een plank langs het zwembad. Het
personeel moet vriendelijk zijn. Open
staan voor de gast, vragen beantwoorden
over dit schitterende gebouw, de water
temperatuur enzovoort. Maar we zijn er
in de eerste plaats voor de veiligheid. Er
zijn risicogroepen. Oudere mensen bij-,
voorbeeld die gebruik maken van de
wildwaterbaan. Ze zijn trager en raken
sneller in paniek. Dus moet je ze extra
'in de gaten houden. Ik heb nog maar één
keer hoeven te springen. Een oude
vrouw kreeg last van hyperventilatie en
raakte in paniek. Dat gevaar zie je on
middellijk. Dat is een soort zesde zin
tuig. Dan spring je er gelijk in. Gelukkig
viel het achteraf allemaal mee. Maar we
zijn op alles voorbereid. Alle mensen
rond het bad hebben een diploma
EHBO, reddend zwemmen en reanima
tie".
„We letten ook extra op ouders met klei
ne kinderen. Sommigen weten niet waar
ze mee bezig zijn. Ze nemen kinderen
die geen zwemdiploma hebben mee op
de wildwaterbaan of naar het diepe ge
deelte. Dat is onverantwoord, ook al
hebben ze een zwembandje om. Sommi
gen reageren niet-begrijpend. Zo van:
waar bemoei jij je mee. Maar dat per
centage is gelukkig klein. Dat geldt ook
voor de mensen die zich hier overmatig
energiek gedragen. Er zijn er die gevaar
lijke halsbrekende toeren uithalen,
staande van de glijbaan af bijvoorbeeld,
of die op de rotsen en in de beplanting
klimmen. Die corrigeren we dan even.
Meestal doen we dat heel vriendelijk,
want je moet spontaniteit niet verloren
laten gaan".
Zijn eigen overdosis spontaniteit raakte
Frank Kruijne tot voor kort kwijt op de
atletiekbaan. Hij begon op zijn zesde.
Later specialiseerde hij zich in speerwer
pen. Op zijn vijftiende deed hij met suc
ces een gooi naar het Nederlands jeugd
kampioenschap. Maar een vervelende
schouderblessure verhindert dat hij zijn
persoonlijk record van 64,12 meter ooit
verbetert. Hij stapte over op de tien
kamp. Draaide mee in de sub-top. „Ik
heb altijd een winnaarsmentaliteit ge
had. Ik wil alles zo goed mogelijk doen.
Daarom ben ik met de tienkamp gestopt
toen ik naar de halo ging. Ik kon niet
voldoende meer trainen. De studie verg
de té veel tijd. Bovendien had ik op
school al twintig uur sport. Ik doe nu
een beetje aan duurloop en werk wat
met halters".
Frank Kruijne denkt nog wel eens aan
terugkeer in de sportarena, al zal dat niet
op de atletiekbaan zijn. „Ik wil altijd be
ter zijn dan het gemiddelde. In de atle
tiek kan ik dat niet meer bereiken. Daar
voor ben ik er te lang uit. Ik zoek iets
anders. Volleybal lijkt me wel wat".
Diep in zijn hart hunkert hij naar de
sport. „Winnen geeft me een kick. Maar
dat betekent niet dat ik een streber ben
of met de ellebogen werk. Integendeel.
Ik vind een goed sociaal contact met an
deren heel belangrijk. Samen bereik je
het meeste. Dat zie ik ook in mijn werk.
Sta je niet open voor samenwerking dan
word je een soort 'Remi' en sta je Alleen
op de Wereld".
AAD STRUIJS
CfiidócSouAont