De volledige
overgave
van Suster
Bertken
ZATERDAG 12 AUGUSTUS 1989
£<2idóe(2ouAa*it
VEELEISENDE ROL VOOR
TRINS SNIJDERS
DEN HAAG - „Kijk", wijst Trins
Snijders, „daar staat het heel dui-
h delijk: Ic voele in mi een vonkel-
H kijnen drie regels verderop
ij maakt ze van die vonk een heel
vüür, uit liefde voor Jezus. Ik vind
I dat prachtig gezegd. En er is zo
I veel meer dat gaat leven wanneer
J je de moeite neemt je erin te ver
diepen".
Trins Snijders, de Haagse actrice en zan-
geres die van woensdag 27 september tot
I en met zondag 15 oktober in de Utrecht-
I se Janskerk de roi heeft van Suster Bert-
I ken in de gelijknamige muziektheater-
j produktie, durft het aan de middeleeuw
se teksten te gebruiken die deze Berta Ja-
I cobsdochter (1425-1514) in haar ge-
I schriften naliet.
i Op hel eerste gezicht een vrijwel onmo-
l gelijke opgave, omdat de teksten op
I schrift soms moeilijk, toegankelijk zijn.
jï Maar duidelijk uitgesproken aan beteke-
I nis winnen en met enige aandacht zeer
wel zijn te volgen. Zoals Trins letterlijk
voorbeeldig duidelijk maakt:
t|i „Mijn bruyt. mijn wtvercoren, wilt nu in
J vreaen sijn:
Ic heb dijn hert wt minnen verenicht mil
'9 dat mijn".
Ie
)<j Met haar grote ervaring van vijfen-
C( twintig jaar toneel, haar overwogen en
j rijpe dramatiek, ziet Trins Snijders kans
i deze twee regels niet alleen dramatische
kracht tc geven, maar ook inhoudelijk
f" duidelijk te maken. Klank en geschrift.
t« Trins: „Het is moeilijker naar gesproken
c teksten tc luisteren dan naar muziek. Bij
Ij muziek kun je eventueel wegdromen
zonder al tc veel te missen, als je dat
doet bij gesproken teksten, ben je on-
i middellijk de draad kwijt".
De muzieklheaterproduktie moet van
in beide expressiemiddelen een eenheid
- vormen, daarbij geholpen door de sfeer
-j van de kerkruimte en sobere decors,
j Produkticleider Johan van der Kooij:
,.Wc voelen er weinig voor een middel-
ccuwsc kluis na te bouwen, omdat je
3 daarmee het effect krijgt van een kijk
doos: toch moet de verstilde sfeer ervan
vorm worden gegeven. Dat is met een-
j voudigc decorstukken wel te bereiken en
met lichteffecten, waarmee een kleine
ruimte kan worden gesuggereerd".
Waarin Trins Snijders haar rol van Sus-
I ter Bertken allerminst onderschat. „Niet
alleen omdat mijn teksten zonder meer
begrepen moeten worden, maar ook om
dat ik rekening moet houden met de a-
kocstiek van de kerk. En wat de middel
eeuwse taal betreft, denk ik dat een zin
als „gi en selt nyet haten dan quaet'V, on-
veranderd kan blijven. Duidelijk uitge
sproken 'zie ik geen probleem met de
verstaanbaarheid, omdat de geschreven
tekst er moeilijker uitziet dan de gespro
ken tekst in werkelijkheid is. Maar als
even verderop wordt gezegd: „dat en is
niet sonder sake", dan lijkt het me beter
dat het woord sake, dat geen sterveling
meer begrijpt, wordt vervangen door het
huidige woord reden, dat hetzelfde bete
kent. De te gebruiken tekstdelen moeten
nog goed worden doorgesproken, omdat
Suster Bertken soms tamelijk lange en
ingewikkelde zinnen schreef. Er zijn ge
vallen waarin een komma, zonder de
tekst geweld aan te doen, kan worden
vervangen door een punt. En dat zullen
we zeker doen wanneer dat de duidelijk
heid ten goede komt".
Bedoeling
Ook zonder veel uitleg moet de driedeli
ge bedoeling van de muziektheaterpro-
duktie duidelijk worden: een vrouw die
voor inkluistering kiest, de moeilijkhe
den die zij te overwinnen heeft en ten
slotte haar eenwording met God. Trins
Snijders: „Suster Bertken moet aller
minst een zacht, wereldvreemd vrouwtje
zijn geweest dat zich stilletjes uit de
maatschappij terugtrok. De vrouwen uit
die tijd die zich lieten inkluisteren, zich
in volstrekte eenzaamheid terugtrokken
in een kluis (cel), hadden meestal geld;
voor hun inkluizing moest immers flink
worden betaald. Dit los van het gegeven,
stelling de drie fasen van Suster Bertken
goed moet uitlichten: haar overwegingen
om dat klooster in te gaan, haar innerlij
ke strijd om zich aan Jezus over te ge
ven en ten slotte de onvoorwaardelijke
overgave. Maar waar leg je het accent en
hoe boei je een modern publiek? Het is
niet de bedoeling dat we dat publiek in
teresse gaan bijbrengen voor middel
eeuws werk. al zou dat wel. een bijpro-
dukt kunneh worden. Ik denk dat we
vooral moeten aantonen hoe Suster Ber
tken haar keuze maakte tussen een aards
bestaan en dat van een ingekluisde en
hoe zij zich, toen zij die keuze eenmaal
had gemaakt, daar ook consequent aan
hield. Waarbij een rol kan spelen dat
haar overtuiging, haar liefde voor Jezus,
met de jaren groeide en zij beter afstand
kon doen van aards genoegen. Voorop
staat, dat een ingekluisde zich de bruid
van Jezus voelde; Suster Bertken ver
woordde dat, soms in dialoogvorm,
waarbij Jezus als leraar en persoonlijk
voorbeeld optrad, gezien dit gedeelte:
Gi selt we sen oetmoedich van herten
ende sachtmoedich, want ic, u brudegom,
heb geweest een verwerpinghe des volcs
om uwen wil. So en wilt niet begeren ge
acht te wesen inder werelt, ghi dye mijn
bruyt geworden sijt
Vast staat, dat Berta Jacobsdochter uit
een gegoede familie stamde, al was zij
een onwettig kind en, omdat zij kon le
zen en schrijven, een goede opleiding
had genoten. Uit haar geschriften zou
kunnen blijken dat zij afstand wil doen
van een zondig en opstandig leven, al
kan de traditie van haar tijd het een en
ander hebben voorgeschreven en zal zij
minder zondig zijn geweest dan zij per
traditie wil bekennen. Maar dat zij
groeit naar een vergeestelijkt leven dat
voor anderen waardevol is geweest, staat
eveneens vast.
Trins: „Het waren, toen Suster Bertken
leefde, moeilijke tijden, vooral voor
vrouwen. En toen zij zich in het
Utrechtse klooster terugtrok, kwam zij
natuurlijk in een veilige, beschermde
wereld. Maar toch. In het gedicht 'een
lyedeken', dat onderdeel wordt van de
proloog van het theaterstuk, maakt zij
heel duidelijk hoe moeilijk zij het met
die keuze had; ze was zich bewust van
de aantrekkelijkheden van het normale,
dagelijkse leven. Maar ook van de be
dreigingen ervan. Wanneer zij zich uit
eindelijk aan Jezus toevertrouwt, gebeurt
cr veel dat ook een modern publiek kan
aanspreken. Zij schrijft dat het onmoge
lijk is God te begrijpen. God is almach
tig; dat is voldoende. En aangrijpend
zijn ook haar gesprekken met Jezus, die
zij soms aanspreekt met vader, soms
met minlike heer, sachtmoedyghe co-
ninc, oversuete minnaar en minlike va
der. En in enkele gevallen gaat zij. nede
rig en licht, maar niettemin, een discus
sie aan: ghi hebt selve gesproken:
„Wee u, ypocriten". Mer, lieve heer, wat
sal hem cwelic weseif die arm van geest
zijn
Grondslag van haar gedachtenwisseling
zal worden een verondersteld wederzijds
begrip; zoals Trins in deze produktie de
tekst van Suster Bertken zingt:
Daer vast staet mijn betrouwen in: Hy
sterct mi met zijn hoghe min'.
Met deze regels geeft Bertken haar ver
trouwen in Jezus aan, en de kracht die
Zijn liefde haar geeft. Suster Bertken. in
een kluis van slechts enkele vierkante
meters, mogelijk zonder matras, bloots
voets. sober en ruw gekleed, met weinig
zonlicht en frisse lucht, 57 jaar achter
een. Trins: „Niet alleen beschikte zij
over een helder en nuchter verstand, zij
heeft ook tallozen van advies gediend,
uit hogere en lagere standen. Ik weet niet
of het verstandig is haar relatie tot God
te vertalen naar situaties van deze tijd,
een vrouw-manrelatie. Al valt natuurlijk
niet te ontkennen dat een vertrouwens
relatie de basis is voor liefde, voor wie
dan ook. Suster Bertken heeft dat ver
trouwen, maar voelt zich ook begrepen.
Dat is uiteraard heel belangrijk en wie
dat uit de teksten haalt, kan dat doen".
Alle tijden
Overigens is het gedicht van de proloog
doortrokken van een emotie die van alle
tijden is. Suster Bertken zegt in de twee
de strofe: „Ic en wil dié edel siele mijn
niet langer daer in waghen". Ergo: zij "is
zich haar eigenwaarde zeer wel bewust
en ze gunt zichzelf een betere bestem
ming dan de wereld waarin zij zich een
zondige plaats heeft gegeven. Dus moest
zij een keuze maken: doorgaan met dit
aardse leven zonder volledige ontplooi
ing. of het klooster in waarin haar uit
eindelijk een eeuwig leven naast God
wordt geboden. Maar niet zonder meer.
Trins: „Als zuster Bertken een normale,
bewust levende vrouw is geweest, en dat
denk ik. dan heeft ze ook bewust afstand
gedaan van de prettige kanten van dit le
ven. dat zij uiteindelijk toch kon subli
meren als bruid van Jezus. Maar dat het
haar niet eenvoudig viel, schrijft zij zelf:
Natuer si roept: O wi, o wach!
Haer vruechae moet si laten.
Daer si haer lange in heeft verblijft,
dat moetse leren haten.
Addeu, addeu, nature mijn!
Mijn hert dat moet ontcommert zijn.
Ten mach gheen claghen baten.
Die mijn siel alleen begeert,
hem wil tc nu in laten:
Het slot van de proloog, waarin Suster
Bertken haar gelofte aflegt, is:
Sijn cracht doet my verwinnen;
Si in gaven zijn so menichvout
gheen hert en macht versinnen.
Hoewel deze muziektheaterproduktie
het volle licht wil werpen op een belang
rijke vrouw uit de vijftiende eeuw die
meer aandacht verdient dan tot dusver,
wordt ook voldoende stof tot vergelij
king met deze tijd geboden. De trouw
aan Jezus, die alleen de ziel van Bertken
begeert; men kan zich afvragen wat het
verschil is met een normale aardse lief
de.
Hoofkijn
Later in deze produktie zingt Trins Snij
ders - zoals steeds op zestiende eeuwse
polyfone gezangen - het gedicht „Ic was
in mijn hoofkijn om cruyt gegaan",
waarin verscheidene allegorieën tegelijk
aan bod komen. De Tc' is Suster Bert
ken, de 'dystel en doorn' het kwaad, 'le-
lyen en rosen' het goede en de 'hi, die
gaerden can' Jezus. En Hem wil zij vol
gen en eeuwig dienen. Jezus vertrouwt
zij voorgoed haar leven toe.
Maar dat komt later, tot slot aangegeven
met deze regels:
Wat liden dat hem overcomt,
Si houden vrede van binnen.
De strijd van Suster Bertken is hiermee
voorbij. Niet alleen in dit muziekthea
terstuk: zo is het eeuwen geleden gegaan,
in een tijd waarin de vrouw nauwelijks
zeggenschap had. Trins: „Maar in
Utrecht werd zij, bij wijze van spreken,
op handen gedragen cn hoe meer ik van
haar lees. des te beter kan. ik dat begrij
pen. Daarom is het belangrijk dat deze
voorstelling vijftien keer kan worden ge
geven. We kunnen natuurlijk niet meer
doen dan een collage bieden van wat zij
heeft geschreven. Aram Adriaanse heeft
dc regie, Anthony Zielhorst de muzikale
leiding, Jos Groenier de vormgeving.
Een koor van tien stemmen werkt mee.
Ik weet dat het een moeilijk stuk is, naar
vorm cn inhoud, te meer omdat we heb
ben gekozen voor de middeleeuwse
tekst. Daarom zal ik rekening moeten
houden met de nagalm van de kerk; ik
zal heel bedachtzaam moeten zingen,
woord voor woord, er mag niets verlo
ren gaan".
Het is Trins Snijders toevertrouwd. Als
zangeres heeft zij een breed repertoire
opgebouwd, als actrice kan zij deze rol
uitstekend aan, met de warme dramatiek
die haar eigen is en waarmee zij een zui
vere. ingetogen gestalte kan geven aan
de bekentenissen van een vrijwillig inge
kluisde.
Trins Snijders: „Ik heb deze rol aanvan
kelijk benaderd als beroepsactrice, de rol
van Suster Bertken die ik ging doen.
Maar naarmate ik me meer in de teksten
verdiepte, bleek dat ik te maken kreeg
met iemand die me erg dierbaar werd en
voor me ging leven. Natuurlijk wordt
me de inspiratie bij het lezen ingegeven;
maar om straks Suster Bertken te zijn,
dat is een heel veeleisende rol. Die ik
graag op me neem, omdat ik er helemaal
achter sta. Toch blijft het een zware op
gave. Maar ik heb er ja tegen gezegd en
zal consequent in mijn keuze moeten
zijn. Maar daar gaat het hele stuk toch
over: het moet nu eenmaal gebeuren.
Dus" FRITS BROMBERG
Trins Snijders:
Suster Bertken is
me erg dierbaar
geworden
FOTO: CEES
VERKERK
dat zij hun bezittingen aan de kerk af
stonden en zich bewust waren van een
toekomst waarin zij berustten in een ui
terst nederig, sober bestaan. Wie het
werk van Suster Bertken leest, ontmoet
een krachtige vrouw, zelfbewust, hoewel
zij zich terdege realiseerde dat zij zich
een zware taak had gesteld. Toch wist
zij. ha jaren van voorbereiding, op haar
dertigste wat ze wilde, óók dat zij nog
een lange, moeizame weg had te gaan
van een in haar ogen zondig werelds be
staan tot bruid yan Jezus".
Dat Suster Bertken veel religieuze ge
schriften las. behoorde tot haar verplich
tingen. Opmerkelijker is dat zij een be
langrijk mystiek literair oeuvre naliet en
acht liederen waarvan de melodieen niet
bekend zijn. Trins: „Na haar overlijden
werd zij geëerd als een heilige; niet al
leen door de geestelijkheid, maar ook
door de Utrechtse bevolking die haar
kennelijk op handen heeft gedragen. Zij
moet met haar denkkracht en rijpe ge
dachten voor het gewone volk een troost
en grote steun zijn geweest. Hoe meer ik
over haar lees, hoe meer bewondering ik
voor Suster Bertken krijg, aan wie tot op
heden veel te weinig aandacht is be
steed".
Trins Snijders is nog niet zo lang gele
den voor de rol van Suster Bertken ge
vraagd. maar begint zich een steeds dui
delijker beeld te vormen van de opmer
kelijke non, die enerzijds tot de mystici
wordt gerekend, anderzijds gedachten en
inzichten ontwikkelde die van alle tijden
zijn en ook voor de mens van nu van
belang kunnen zijn. Trins Snijders: „Ja.
Maar de taal van Suster Bertken is niet
eenvoudig en al zal haar symboliek ook
een modern publiek aanspreken, ik denk
wel dat ieder eruit zal halen wat voor
hem of haar van toepassing is. Het is de
bedoeling dat ik haar middeleeuwse tek
sten gebruik, die niet worden hertaald in
modern Nederlands. Wat dat betreft rea
liseer ik me dat ik een heel veeleisende
rol op me heb genomen. Hoe ik het ga
doen, moet nog worden onderzocht".
Begin
Trins Snijders: „We zitten nu nog pas
aan het begin van de produktie, maar
het is mij nu wel duidelijk dat de voor-