naie te lang Veel met de vlam in de pijp fi RIJTIJDENWET OP GROTE SCHAAL OVERTREDEN D O CcidaeSou/uMit ZATERDAG 22 JULI 1989 Gemiddeld wordt een vrachtwagen in Nederland per jaar hooguit één keer gecontroleerd. Er wordt nogal de hand gelicht met de rijtijden- wetgeving. Chauffeurs van touringcars en vrachtwagens, al dan niet met gevaarlijke stoffen, houden zich er vaak niet aan. Een op de vijf is fout. Ze rijden veel te lang en maken door oververmoeidheid niet zelden brokken. Meer dan de helft van de chauffeurs geeft toe de wet 'weleens' te overtreden. Per jaar gebeuren volgens een ruwe schatting ruim duizend ongelukken waarbij vrachtwagens zijn betrokken. Exacte cijfers zijn niet voorhanden. Daar is nooit onderzoek naar gedaan. Het Veenendaalse verkeersonderzoeks- bureau Traffic Test begint binnenkort in opdracht van het ministerie van verkeer en waterstaat met een studie om daar meer duidelijkheid in te brengen. Toch zijn er al heel wat cijfers voorhanden die de noodzaak van de rijtijden wet aantonen. Want de situatie is bijzonder ernstig, angstaanjagend zelfs. Onderzoekers en deskundigen schetsen een triest beeld. DUIVEN - De zon staat felrood aan de horizon. De temperatuur is aan het eind van de dag gezakt tot een draaglijk niveau. Er waait zelfs een koel briesje, die de klamme lucht uit de cabine van de vracht wagencombinaties blaast. De wa gens van TNT Express in Duiven draaien warm om vervolgens uit te waaieren over Europa. De truckers Theo Daams (37) en Jan Kok (38) rijden die week op Neurenberg. Drie ritten in krap zes dagen. Een 'mak kie'. Maar toch ook een werkweek van dik vijftig uur. Daar worden ze stevig voor betaald. „Een goedbelegde boter ham", zegt Theo. En dat kan lang niet iedere chauffeur be weren. Veel bedrijven betalen veel min der dan de cao-normen voorschrijven. Maar TNT staat goed bekend bij de bond. Jan en Theo hebben geen klagen. Zeker die avond niet. Een pendeltje Neurenberg. Dinsdagavond weg. Don derdag in de vroege ochtend terug. Veel rust. En relatief „veel thuis bij vrouw en kinderen". Theo en Jan zijn jeugdvrienden. Theo is zestien jaar beroepschauffeur. Jan zeven tien. Ze rijden al tien jaar samen. Theo: „We kennen elkaar van haver tot gort. Het is een soort tweede huwelijk". Zestig procent van alle chauffeurs op in ternationale vrachtroutes zegt wel eens „bijna in slaap" te zijn gevallen tijdens het rijden. Bijna een kwart dommelt zo nu en dan daadwerkelijk achter het stuur in slaap. Zeven procent heeft daardoor een ongeluk veroorzaakt. Bij de buschauffeurs is dat percentage aanmerkelijk lager. Die veroorzaken na genoeg geen ongelukken. De situatie in die sector is daarom echter-niet minder ernstig, menen vakbond en de ANVR, het overkoepelende orgaan voor reisor ganisaties in ons land. Ook in die sector blijken de rijtijden allerminst heilig. „Het is maar goed dat het publiek niet beseft hoe ernstig de situatie is", zegt on derhandelaar E. Niehot van de Ver- voersbond FNV, sectie personenvervoer. En J. Disbergen, adjunct-directeur van het touringcarbedrijf Arke en lid van de werkgroep Busreizen van de ANVR: „Er gebeuren veel bijna-ongelukken, vooral bij de malafide pendelbedrijfjes die te gen onmogelijke spotprijzen op verre va kantiebestemmingen rijden". Mogelijk nog riskanter is de situatie bij het vervoer van gevaarlijke stoffen. Er zijn speciale routes voor gevaarlijke transporten, die zo ver mogelijk van woonwijken liggen om zo de gevolgen van een ongeluk te beperken. Ronduit verontrustend was daarom een onder zoek van de Vervoersbond FNV, begin dit jaar, waarin de helft van de chauf feurs in het gevaarlijk transport toegeeft 'wel eens' van die route af te wijken om rijtijd uit te sparen. Pakkans Te lang rijden, opgejaagd omdat spullen en reizigers er op tijd moeten zijn, om dat er premies te verdienen zijn, of om dat chauffeurs snel thuis willen zijn. Chauffeurs werken zelf niet zelden mee aan misdadige praktijken, zegt beleids medewerker G, Ohmann van het minis terie van verkeer en waterstaat. Lang niet altijd is alleen de baas de boosdoe ner. ^Volgens de rijtijdenwet mag een chauf feur maximaal vier en een half uur ach tereen rijden; daarna geldt een verplichte stop van drie kwartier. Per dag mag een chauffeur maximaal negen uur rijden waarna hij minimaal acht uur moet rus ten. Die gegevens zijn voor de politie eenvoudig af te lezen op de tachograaf, een klokje in de vrachtwagen die de rij tijden registreert. De Rijksverkeersinspectie controleert met enige regelmaat de rijtijdenwet. Maar de pakkans is klein. Gemiddeld wordt een vrachtwagen in Nederland per jaar hooguit één keer gecontroleerd. De inspectie komt daarmee maar een fractie van de wetsovertreders op het spoor. Volgens de inspectie knoeiden truckers vorig jaar veelvuldiger dan ooit met de tachograaf. Het aantal rijverboden - chauffeurs die bij een controle ter plekke worden veroordeeld tot 'rust' - is de afgelopen jaren „vertwee- a ver drievoudigd", en liep vorig jaar op tot ruim 3700; vijf op de honderd chauf feurs. Volgens de inspectie neemt „de ernst van de overtredingen jaar op jaar toe". agvers Een chauffeur moet na negen uur rijden een rusttijd van acht uur in acht nemen. Maar in de praktijk halen ze dat vaak niet. Sommige chauffeurs deinzen er niet voor terug om meer dan 20 uur achter een te werken. De problemen bij het vrachtvervoer zijn het ernstigst bij het transport van dag verse pr'odukten: groenten, fruit, bloe men. Ohmann (Verkeer en Waterstaat): „Die lui schieten als een speer van de veiling in het Westland de grens over". De verkeersinspectie: „In geen enkele andere sector worden zoveel processen- verbaal opgemaakt". Wim van den Bergh van de Vervoers bond FNV, sectie goederenvervoer: „Werkgevers jagen hun chauffeurs steeds meer op. Zo van: morgen moet je uiter lijk zo-en-zo-laat in München zijn. Met files houden ze in de planning geen reke ning. Dan maar wat harder en langer rij den". Hoofdcontroleur bij de Rijksverkeersin spectie H. Beckering bepleit hogere boe tes. „We moeten ervan af dat de wet overtreden loont, omdat de boetes laag zijn". Hij wil bovendien meer controles. „We pakken er nu maar heel weinig". De touringcarbedrijven doen het niet veel beter dan het goederentransport. Vorig jaar werd tien procent van de pen delbussen een rijverbod opgelegd. In 1987 was dat nog 8,5 procent, en in 1986 'maar' 4,4 procent. Niehot (Vervoersbond FNV): „De rijtij denwet wordt op flagrante wijze overtre den. De pendels op Spanje zitten bijna allemaal fout. Het is een uitzondering als ze aan hun verplichte rust toekomen. Die markt heeft een enorme groei door gemaakt. Er is een moordende concur rentie. De situatie is gigantisch uit de hand gelopen". Disbergen (Arke en ANVR) corrigeert lichtjes: „Dertig procent van het pendel- De Rijksverkeersinspectie controleert de tachograaf van een vrachtwagenchauffeur. Maar de kans gepaktte worden is uitermate klein wegens een tekort aan controles. FOTO'S: CEES BAARS vervoer rommelt. Dat is droevig. Maar zeventig procent doet het echt niet zo verkeerd". Volgens Disbergen zorgen de kleine, ma lafide bedrijven - die tegen spotprijzen pendeltochten organiseren - voor het belabberde imago dat de bedrijfstak nu 'heeft. Ze hebben het vooral gemunt op „de onderkant van de markt"; mensen die het om het even is hoe ze er komen, als het maar goedkoop is. Lucratief Vorig jaar viel bij extra controles aan de grenzen één op de drie bussen door de mand; vooral wegens overtreding van de rijtijdenwet. Een extreem hoog aantal. Niehot: „Naar Spanje en terug kun je al vanaf 140 gulden; dat is onmogelijk". Disbergen: „Die bussen worden vaak be stuurd door gelegenheidschauffeurs. Een bakker die wat wil bijverdienen. Of een vrachtchauffeur. Of zelfs - zoals enkele jaren geleden - een ambtenaar van de Rijksverkeersinspectie". De ANVR wil het probleem aanpakken door een keurmerk in te voeren. Tou ringcarbedrijven en reisorganisaties aan gesloten bij de ANVR zijn voortaan ver plicht zich aan de rijtijdenwet te hou den. Zo niet, dan komen er straffen, al is nog niet duidelijk wat die zullen inhou den. Voor de hand ligt dat ze worden ge royeerd als ANVR-lid; voor de reisbran che en vakantievierder over het alge meen een teken dat het geen bonafide bedrijf meer is. Een keurmerk lijkt voor transportbedrij ven niet weggelegd. Die bedrijfstak is nog veel groter; zestig- tot zeventigdui zend chauffeurs bij zes- tot zevendui zend bedrijven. Controle op naleving van de rijtijden zou daar nagenoeg on mogelijk zijn. Postiljon Meestal deugt de planning niet. Chauf feurs krijgen te weinig rust, vaak omdat ze te krappe rijschema's meekrijgen, al dus Van den Bergh van de Vervoers bond FNV. Hij noemt slechte arbeids- systemen de „bron van alle ellende". Het ei van Columbus is in zijn ogen het nieuwe aflossysteem, dat de laatste jaren steeds meer in zwang raakt. Daarbij rijdt een chauffeur slechts een deel van het traject. Na een bepaald aantal kilometers wordt zijn wagen overgenomen door een collega die het volgende deel van het tra ject voor zijn rekening neemt. En zo ver der. „Het belangrijkste voor de baas is dat de wagen volcontinu rijdt, 24 uur per dag. Stilstaan kost geld", zegt Van den Bergh. Tot voldoening van de transportbazen die zich hebben verenigd in bijvoorbeeld de KNVTO. Maar tot verdriet van me nige chauffeur die 'zijn' wagen moet af staan aan een ander. Citaat uit een KNVTO-brochure, bestemd voor chauf feurs: „Stel je voor dat de KLM voor ie dere piloot zijn eigen kist beschikbaar stelt. Dan zitten ze snel in de rooie cij fers". De vakbond vindt het een goed systeem. Chauffeurs komen aan hun rust, ze rij den niet te lang en zijn met grote regel maat thuis. Dat is goed voor het familie leven. Want dat staat nu nog vaak onder druk. De chauffeurs zelf zijn beduidend minder enthousiast, wat massale invoe ring van het systeem tegenhoudt of op z'n minst vertraagt. „Die wagens afpak ken Als dat gebeurt, zullen heel veel chauffeurs er mee kappen", zegt chauf feur Theo van TNT Express. „Die auto, daar ga je een beetje van houden. Jan en ik zijn netjes. We roken niet, houden ons huisje schoon. Als je de auto moet afstaan en je krijgt 'm twee dagen later uitgewoond terug, dan denk ik dat veel jongens zullen zeggen: bekijk 't maar". ngezond Het chauffeurswerk is uitermate onge zond. Het ziekteverzuim in de beroeps groep valt weliswaar mee („normaal"), maar anders ligt de situatie als het gaat om de uitstroom naar de wao. Veel chauffeurs blijken op de langere duur het werk niet aan te kunnen en worden arbeidsongeschikt. Per jaar houden zo'n vijfduizend chauf feurs het voor gezien, kiezen voor een baan elders of komen in de wao terecht. Van den Bergh: „In vijf jaar tijd wordt de hele bedrijfstak ververst". De chauffeur in het beroepsgoederenver- voer is gemiddeld 36 jaar. Alleen jonge ren houden het werk nog vol, aldus bondsbestuurder Van den Bergh. En juist jongeren laten het steeds meer af weten. Het chauffeursvak heeft een kwa lijk imago. Theo: „Veel jongelui zien het nu al niet meer zitten. Lang werken, veel weg, ze hebben een vriendinDie beginnen niet meer zo snel aan zo'n baan. Ik denk dat het straks heel moeilijk wordt nog aan genoeg chauffeurs te komen". Een half uur verder. Jan gaat slapen. Het is wringen in de cabine. Met z'n drieën is het wat krap. „Lekker bedje", zegt hij met een royaal gebaar naar het stapelbed achter hem. Hij is niet echt moe. „Maar die laatste paar uurtjes straks, die zijn het vermoeiendst. Dan moet je goed uit gerust zijn". Chauffeurs, aldus een onderzoek van de Vervoersbond FNV, slapen doorgaans slecht. Lawaai breekt de nacht. Slaap stoornissen komen bij 83 procent van de chauffeurs voor. De werkgever zal meer moeten bieden, anders loopt de bedrijfstak leeg, stelt Van den Bergh. De Nederlandse ver- voerswerkgevers hebben nu nog 27 pro cent van het totale Europese vervoer in handen. Na 1992 - als de Europese bin nengrenzen opengaan - zal dat markt aandeel zelfs iets groeien. Maar Neder land zal daar wel iets voor moeten doen. waarschuwt hij. „We hebben die 27 pro cent omdat we kwaliteit leveren. De chauffeurs spreken vaak enkele talen, ze worden geroemd om hun vakbekwaam heid, ze zijn goed opgeleid. Wil je kwali- Normaal „Laten we bijvoorbeeld eerst eens vast stellen wat een 'normale werkdag' is. Chauffeurs krijgen maar één procent toeslag voor nachtwerk. De werkgevers vinden dat al te veel. Zij menen dat on regelmatig werken onderdeel is van de baan". En: „Negentig procent van het werkende deel van de bevolking werkt in de periode tussen zeven uur '6 mor gens en zeven uur 's avonds. Als je dat als 'normaal' bestempelt, klopt er van de beloning voor chauffeurs geen steek". Hij vreest bovendien dat transportbe drijven het 'Europa- na 1992' uitbuiten. Dat jaar moet er sprake zijn van één Eu ropese binnenmarkt met, zoals dat heet, vrij verkeer van personen en goederen. Dan ook vervallen de grensformalitei- ten; een enorme tijdwinst. Transpon-gi gant Nedlloyd wil dat optimaal benutten door chauffeurs op mammoettransport te zenden. „Een rondje Europa. Chauf feurs zijn dan maanden onderweg. Ze gaan bijna een zeevaardersbestaan lei den. Die ontwikkeling is heel griezelig". Oververmoeidheid. Wegdommelen ach ter het stuur. Jan en Theo kennen dat. Maar in slaap vallen, dat nooit. „Erva ring, hè. We kennen onze grenzen. Doorrijden is levensgevaarlijk". Pauze. Koffie in een wegrestaurant. Ver halen. De weg op; weer verder. Jan begint aan zijn 'laatste uurtjes'. Kwart voor zes. Neurenberg komt in zicht. De zon klimt, felrood aan de horizon. Een nieuwe dag begint. Theo en Jan lossen. Gaan acht uur slapen, 's Middags vroeg op, want in het aanpalende sportcentrum hebben ze een squash-baan gehuurd. „Effe zwe ten", zegt Theo. Ze willen optimaal genieten van hun vrije tijd. Ze hebben nog even; 's avond half elf moeten ze terug naar Arnhem. Iets sneller dan heen. Want ze liggen wat achter op schema LEX VAN KOOTEN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1989 | | pagina 19