TOUR DE FRANCE
Erik Breukink stelt zichzelf dit keer doel
Steven Rooks zou liefst
helemaal niet vertrekken
Jean-Paul van Poppel
barst van zelfvertrouwen
ZATERDAG 1 JULI 1989 PAGINA 27
Half miljoen voor winnaar
LUXEMBURG De winnaar van de komende Ronde van
Frankrijk gaat naar huis met minimaal een half miljoen
gulden in zijn portefeuille. Dat is het bedrag, dat hij alleen
al met de eerste plaats in het eindklassement verdient.
Daar komen voor de winnaar zeker ook nog forse prijzen
van etappezeges en onderweg gedragen gele truien bij.
De prijzenpot is dit jaar gevuld met acht miljoen Franse
francs, naar de koers van 33 cent voor een frank is dat
omgerekend 2.640.000 gulden. Door het terugtrekken van
onroerend-goedgigant Merlin, die de winnaar elk jaar een
appartement schonk, worden voortaan alle prijzen in geld
uitgekeerd. Voor elke etappewinnaar is er een bedrag van
16.500 gulden. De winnaar van het puntenklassement
(groene trui) verdient f. 33.300 gulden. Hetzelfde bedrag is
er voor de winnende ploeg. De bergkoning wordt in Parijs
beloond met f. 16.500. Ter viering van de 200e verjaardag
van de Franse revolutie is er een premie van 17.890 Fran
se francs (f. 5903,70) bij de 1789e kilometer. Deze kilome-
terpaal wordt op 13 juli, een dag voor de Franse'nationale
feestdag, tijdens de twaalfde etappe bereikt in het dorpje
Martres-Tolosane.
In 53 jaar 121 etappes naar ons land
LUXEMBURG In 53 jaar hebben 49 Nederlandse wielrenners in totaal 121 etappes in
de Ronde van Frankrijk gewonnen. De Zeeuw Theofiel Middelkamp werd in 1936 de eer
ste Nederlandse etappewinnaar, Jean Paul van Poppel was vorig jaar op Champs Elysees
de laatste. De sprinter vestigde in '88 een record met vier ritzeges in één Tour de France.
De ranglijst van Nederlandse etappewinnaars is:
1. Gerrie Knetemann, Jan Raas en Joop Zoetemelk allen 10,
4. Jan Janssen 7,
5. Gerben Karstens en Jean-Paul van Poppel 6,
7. Wout Wagtmans 4,
8. Wim van Est, Hennie Kuiper, Henk Lubberding, Bert Oosterbosch, Jo de Roo, Johan
van der Velde, Rini Wagtmans en Peter Winnen allen 3,
16. Theofiel Middelkamp, Jan Nolten, Henk Nijdam, Jelle Nijdam, Adri van der Poel, Cees
Priem, Albert van Schendel, Theo Smit, Gerrit Voorting en Ad Wijnands allen 2,
26. Erik Breukink, Hans Dekkers, Maarten Ducrot, Leo Duyndam, Cees van Espen, Henk
Faanhof, Daan de Groot, Fedor den Hertog, Jos Hinsen, Adri van Houwelingen, Jan Kre
kels, Johan Lammerts, Jo Maas, Henri Manders, Frits Pirard, Henk Poppe, Steven Rooks,
Anton van Schendel, Gerrit Schulte, Gerrit Solleveld, Nico Verhoeven, Gerard Vianen,
Leo van Vliet en Huub Zilverberg allen 1.
Zestien man in het
leiderstricot
LUXEMBURG Zestien Nederlanders heb
ben in de lange geschiedenis van de Ronde
van Frankrijk de gele trui gedragen. Twee
van hen reden in het geel Parijs binnen: Jan
Janssen in '68 en Joop Zoetemelk '80.
De ranglijst van de Nederlandse gele-trui-
dragers is:
1. Joop Zoetemelk 22 gele truien,
2. Wout Wagtmans 13,
3. Gerrie Knetemann 7,
4. Wim van Est en Gerrit Voorting 4,
6. Jelle Nijdam, Jan Raas en Teun van Vliet
3,
9. Ab Geldermans, Jacques Hanegraaf, Jan
Janssen, Gerben Karstens en Johan van
der Velde 2,
14. Henk Lubberding, Adri van der Poel en
Rini Wagtmans allen 1 gele trui.
Nieuwe truien voor leiders
LUXEMBURG Met twee nieuwe directeuren aan
het bewind, Jean-Marie Leblanc en Jean-Pierre
Carenso, ondergaat de Tour de France dit jaar al
lerlei vernieuwingen. Een daarvan is de kleding
van de leiders in de verschillende klassementen.
De kleuren zijn hetzelfde gebleven, geel-groen-
rood-bolletjes-lapjes, maar het ontwerp is gemo
derniseerd. Zo is er op de gele trui een moderne
wereldkaart aangebracht door de Italiaanse kunst
schilder Mario Schifano. Het logo van de Tour en
de initialen van stichter Henri Desgrange zijn ver
dwenen. De rode bollen van de bergtrui herbergen
toppen en dalen. Op de groene trui is een bos pij
len aangebracht als symbolen voor snelheid. De
rode trui is opgesierd met wielen in de vorm van
vuurballen. De lapjestrui is de moderne combinatie
van de vier andere. De witte trui voor de beste
jongere is komen te vervallen, evenals de groene
petjes voor het puntenklassement voor ploegen.
Steven Rooks: ,,Het eten is een ramp. Die Tour de France-soep, elke dag hetzelfde,
die keiharde biefstukken en die onverteerbare spaghetti". foto: sp
Jean-Paul van Poppel: „Er wordt al jaren op me gelet. Dat verhaal heb ik ai zo vaak
gehoord. FOTO: sp
LUXEMBURG Het is dat Steven
Rooks een rol van betekenis kan
spelen in de Tour de France, an
ders zou hij de meest tot de ver
beelding sprekende wielerronde
links laten liggen. Zou Rooks een
knecht zijn geweest, dan had hij
de Tour één of hoogstens twee
keer hebben willen rijden; om het
spektakel een keer mee te maken.
De belangrijkste koers van het
jaar is bepaald niet zijn favoriete.
Toch kijkt Rooks uit naar de Tour,
waarin hij een tweede plaats en de
balletjestrui heeft te verdedigen.
Rooks wil de ronde maar wat
graag winnen, al realiseert hij zich
dat tussen theorie en praktijk een
groot gat kan gapen. Rooks ver
trekt als één van de favorieten. Hij
accepteert dat en doet geen moei
te om de hoge verwachtingen in te
dammen.
Omdat ik altijd in mezelf blijf geloven
en inmiddels een stabiele sportman
ben. die weet
wat hij kan".
verklaart hij.
Gevoelsmatig AIS knecht
verloopt dit
seizoen net zo ZOU IK
Dat hgeèef!° vlr: die ellende
m°eëTn,e°aga; hOOQUit
zegd dat ik de twee keer
prestatie van
vorig jaar zal WlllOn
zlifsaleverbete- meemaken
ren. Daar komt
meer voor kij-
ken. De Tour
zal in die zin anders worden, dat ik niet,
zoals vorig jaar, een goede positie zal
verdedigen, maar dat ik iets zal moeten
ondernemen om er meer uit te halen.
Tenslotte zijn de verwachtingen hoger
gespannen en daar wil ik naar hande
len. Maar denk niet te min over de
Tour. Daarin moeten drie weken lang
onnoemelijk zware inspanningen wor
den verricht. De Tour is zó zwaar, bijna
onmenselijk. Wat het extra zwaar
maakt, zijn de omstandigheden, met
name het voedsel. Het eten is een
ramp. Wij renners zien nu al op tegen
de Tour de France-soep, elke dag het
zelfde en niet te eten. Of de biefstukken
waarmee je elkaar wel dood kunt gooi
en. En de spaghetti die niet door de
keel is te krijgen. Wie daar niet tegen
kan, houdt het geen drie weken vol.
Laat staan dat hij ook nog kan preste
ren. Al die randverschijnselen maken de
Tour er niet leuker op, maar geven wel
aan dat de winnaar tegen meer zaken
bestand moet zijn dan alleen de con
currentie. En dan heb ik het nog niet
LUXEMBURG Twee jaar gele
den maakte het grote publiek voor
het eerst kennis met Erik Breu
kink. De vrijwel onbekende, stille,
wat introverte jongeman uit Span
keren bond in de Ronde van Italië
serieus de strijd aan met de latere
winnaar Stephen Roche.
Breukink, die in de Giro van '87 één
etappe won en een aantal dagen de
rose trui droeg, eindigde tenslotte als
derde. Dat schiep verwachtingen. Een
nieuwe Zoetemelk was opgestaan, luid
de de voorbarige publieke opinie. In
middels twee jaar verder, heeft Breu
kink een mooie erelijst opgebouwd,
maar mist hij de erkenning van een
groot renner.
Zeker, het respect voor Breukink is
groot. De tegenwoordig in Bergen op
Zoom woonachtige zoon van de direc
teur van een
fietsenfabriek
heeft meerma
len laten zien
over specifieke
kwaliteiten te
beschikken. Je
wordt na die
derde plaats in
de Giro niet zo
maar nog eens
tweede en vier
de. Je bent
evenmin een
krabbelaar als
je het berg-
klassement in
de Ronde van
Zwitserland wint en zegeviert in het Cri
terium International en de Ronde van
Baskenland. Of de witte trui verovert in
de Tour de France. Wat echter uitblijft,
en hem blijft achtervolgen, is de finis
hing touch. Wanneer wint Breukink nu
eens een grote wedstrijd?
De renner zelf zal die vraag nooit recht
streeks beantwoorden. Breukink is niet
het type dat hoog van de toren pleegt
te blazen. Hij wenst zichzelf te blijven
en zich al helemaal niet gek te laten
maken. Breukink mag dan als klimmer
en tijdrijder de kwaliteiten van een ron
derenner hebben, hij weet uit ondervin
ding hoe moeilijk het is drie weken ach-
eens over de druk waaronder je moet
pr'esteren. Als knecht zou ik die ellende
hooguit twee keer willen meemaken. Nu
ik een goed klassement kan rijden, ligt
het allemaal anders".
Eerste vijf
Voor zichzelf neemt Rooks een plaats
bij de eerste vijf als uitgangspunt. Als
tereen een topprestatie te leveren en
ook nog eens bestand te zijn tegen de
druk.
Geen slechte dag
Zijn nuchtere weerwoord tekent de man
die zijn HEAO-studie afbrak om wiel
renner te worden. „Vergeet niet dat ik
met mijn 25 jaar nog jong bén. Ik boek
nog steeds progressie. In de klassiekers
reed ik dit jaar beter dan ooit. Voor het
eerst kon ik meedoen in de finales. In
de Giro kende ik geen slechte dag
meer. Oké, ik had een fatale inzinking.
Maar dat kwam omdat ik niet genoeg
had gegeten. Zoiets overkomt iedere
renner wel een keer. Die dag reed ik
sterk, tot ik op de laatste klim volledig
instortte. Uiteindelijk ben ik in het alge
meen klassement toch van de achtste
naar de vierde plaats geklommen".
„Ik wist vantevoren dat men in Neder
land alleen tevreden zou zijn met de
Giro-zege, maar dat gaat echt niet zo
maar. En vergeet ook niet dat ik vorig
jaar in een geweldige vorm stak, terwijl
ik dit jaar enkele tegenslagen kende,
zoals die voedselvergiftiging in de Ron
de van de Middellandse Zee. Ik houd.
mezelf voor niet te lang bij tegenslagen
stil te staan. De volgende keer doe ik
opnieuw mijn uiterste best, en dan zien
we wel waarop het uitdraait".
In de Tour de France krijgt Breukink
een nieuwe kans, zij het dat hij nog
meer op zichzelf zal zijn aangewezen.
Ploegleider Peter Post heeft de Tour-
ploeg afgestemd op sprinter Jean-Paul
van Poppel met de verklaring aan Breu
kink dat hij zijn zaakjes in het hoogge
bergte toch alleen moet opknappen.
Post: „Kijk maar naar Fignon in de
Giro. Die heeft het helemaal zonder
steun van ploegmaats klaargespeeld".
Loyaal
Erik Breukink beschouwt de beslissing
van Post niet als een motie van wan
trouwen. Als loyaal werknemer toont hij
zelfs begrip. „Het is niet mijn probleem,
maar dat van Van Poppel. Hij is in ster
ke mate afhankelijk van de ploeg. Dat
geldt voor mij in mindere mate. Zowel
in de cols als in de tijdritten, lever je
strijd tegen jezelf. En vergeet niet dat
dat lukt heeft hij bewezen een paar jaar
achtereen op hoog niveau te kunnen
presteren en evenzo vaak de concen
tratie heeft kunnen opbrengen. Niet dat
de Noordhollander zich vooraf indekt
tegen teleurstellingen, maar hij weet als
geen ander hoe gering de krachtsver
schillen aan de top zijn en hoeveel in
spanningen het kost om in de top-vijf te
eindigen.
onze ploeg voor de vlakke etappes er
zeker niet zwakker op is geworden. Dat
is ook in mijn voordeel".
Nee, aan zelfvertrouwen ontbreekt het
Breukink niet. Alleen hij loopt daar niet
mee te koop. „Ik weet wat ik wel en niet
kan", redeneert hij. „Vergeet niet dat
het lang niet altijd mogelijk is om aan te
vallen. Er zijn dagen dat ik blij ben te
kunnen aanklampen. Je ziet het mis
schien niet altijd aan me af, maar ik
maak regelmatig moeilijke momenten
door. Ik vind wel dat ik sterker ben ge
worden, zeker als het bergop gaat. Dat
heeft ook met ervaring te maken. Gees
telijk ben ik weerbaarder geworden. Ik
weet wat ik zoal in de Tour zal tegenko
men, daar stel ik me op in. Want drie
weken Tour de France is loodzwaar,
vergis je niet. Nee, ik denk niet dat ik
nu al zover ben dat ik de Ronde van
Frankrijk kan winnen. Ik moet eerst
maar eens laten zien dat ik een rol van
betekenis kan spelen. Zelfs dèt is me
nog niet gelukt, omdat ik altijd een dag
kende waarop ik op grote achterstand
werd gereden".
Uit ondervinding weet Rooks inmiddels
dat een uitblinkersrol in de Tour de
France een geweldige impact heeft. Na
het wielerseizoen verbleef de Noordhol
lander bijna dagelijks in radio- en tv-
studio's en onderging hij talloze huldi
gingen. En passant werd hij ook nog
uitgeroepen tot sportman van het jaar.
„Mede daardoor kost het me ook geen
moeite om de discipline van een top
sporter op te brengen", redeneert
Rooks. „Ik krijg er iets voor terug".
Dat gerdt uiteraard ook voor zijn bank
rekening, want financieel plukt hij even
eens de vruchten van zijn status als be
roemdheid. Daarop heeft de renner in
gespeeld door, ingefluisterd door des
kundigen, een eigen BV op te richten:
Steven Rooks Sport Promotion. Onder
die vlag dekt hij tegenwoordig zijn com
merciële activiteiten. Zoals de uitgave
van een boek over zijn persoon dat on
langs op de markt is verschenen.
Belastingdruk
Steven Rooks ontkent niet dat de BV
vooral is bedoeld om voor een deel on
der de belastingdruk uit te komen. Hij
maakt er geen geheim van bepaald
geen voorstander te zijn van het fiscale
systeem in Nederland. „Als je, zoals ik,
een paar ton per jaar verdient, breng je
70 procent naar de belasting. Dat is
toch van de gekke. Ik ben geen voor
stander van frauderen, maar het wordt
in Nederland wel in de hand gewerkt.
Als iedereen nu verplicht zou Worden
om zo tussen de 30 en 40 procent van
zijn salaris aan belasting te betalen, zou
er aanmerkelijk minder worden ontdo
ken, daar ben ik heilig van overtuigd.
Nee, ik regel die BV-zaken niet zelf.
Daar heb ik de kennis niet voor. Dat
heb ik in handen van deskundigen ge
geven. Ik meen de eerste wielrenner te
zijn die een eigen BV heeft. Je zou me
een fietsend bedrijfje kunnen noemen,
inderdaad".
Als kleine zelfstandige gaat Rooks na
de Tour dus de onderhandelingen aan
met onder anderen Jan Raas, de ploeg
leider die in zijn jacht naar één of twee
ronderenners hem en Gert-Jan Theun-
nisse heeft benaderd. „Ik heb met Raas
afgesproken dat er na de Tour met me
te praten valt. Voor de Ronde van
Frankrijk wilde ik nergens tekenen. Ik
wil mezelf op die manier scherp hou
den. Met een contract op zak loop je
het risico tijdens de Tour, ook al is het
ongewild, minder te presteren. Ik zou
best onder Raas willen rijden. Ik heb bij
Peter Post nog samen met hem in één
ploeg gefietst en beschouw hem als één
van de betere ploegleiders. Maar het is
zeker niet uitgesloten dat ik bij PDM
blijf. Ik heb het daar naar mijn zin en
kan met iedereen goed opschieten. Bij
een overgang is het altijd maar de
vraag of dat zo blijft. Ik weet nu wat ik
heb Aan de andere kant kan een ver
andering helemaal geen kwaad".
HENK STOUWDAM
Betere Tour
Als hij mag worden geloofd, kunnen we
dit jaar een andere Breukink in de Tour
verwachten. Gretiger vooral. „Vorig jaar
maakte ik de fout té relaxed aan de
Ronde van Frankrijk te beginnen", blikt
hij terug. „Na mijn tweede plaats in de
Giro had ik het gevoel dat het niet meer
stuk kon. Daar ben ik nu van terugge
komen. Ik zadel mezelf met een ver
wachtingspatroon op. En dat is beter
presteren dan vorig jaar en proberen
een rit te winnen".
Aan zijn voorbereiding zal het niet lig
gen. In de aanloop naar de Tour bivak
keerde hij op eigen kosten een aantal
dagen in Zwitserland voor een hoogte
stage. Bovendien was de les van de
Giro dat er aan het toeval niets mag
worden overgelaten. Met als prettige
bijkomstigheid dat hij na Italië niet meer
zo nadrukkelijk tot de Tourfavorieten
wordt gerekend. Een situatie waarmee
Breukink allerminst ongelukkig is.
HENK STOUWDAM
LUXEMBURG Jean-Paul van
Poppel is 's werelds beste sprin
ter. Dat staat vast, omdat hij keer
op keer het bewijs levert. Van
Poppel is dus belangrijk, zelfs zo
danig dat ploegleider Peter Post
het heeft aangedurfd zijn Tour-
ploeg af te stemmen op de 27-jari-
ge zoon van een Tilburgse groen
teboer. De sprinter moet Post in
Frankrijk aan successen, en dus
veel publiciteit, helpen. De belan
gen van klassementsrijder Erik
Breukink zijn daaraan zelfs onder
geschikt gemaakt. Er rust dus veel
druk op de schouders van de Bilt-
hovenaar, die vorig jaar vier etap
pes won. De zelfverzekerde Van
Poppel ligt daar absoluut niet
wakker van, omdat hij inmiddels
niet beter weet. „Er wordt al jaren
op me gelet. Dat verhaal heb ik al
zo vaak gehoord".
Jean-Paul van Poppel wil er maar mee
zeggen dat het
hoge verwach
tingspatroon
hem koud laat.
Van Poppel
kent zijn kwali
teiten en weet
dat hij zeer be
slist één of
meer ritten zal
winnen, onder
de voorwaarde
dat de zon
schijnt en etap
pes in massa
sprints zullen
eindigen. Hij
beschouwt de
Tour als geslaagd met twee ritoverwin-
ningen. „Dan ben Ik dik en dik tevre
den", beweert de nieuwkomer bij Pana
sonic. „Ik weet namelijk hoe moeilijk
het is om die eerste zege te boeken".
Voor Van Poppel hangt veel af van de
tails. In een massasprint moeten beslis
singen in fracties van seconden worden
genomen, meestal zonder dat daar af
wegingen aan voorafgaan. „Belangrijk
is om niet te worden ingesloten en te
voorkomen dat je in de wind wordt ge
zet", doceert Van Poppel, die een uit
gesproken voorkeur voor een harde fi
nale heeft. „Als iedereen slecht zit, ben
ik op mijn sterkst. Nee, op de laatste
meters denk je niet meer na. Dan gó je
gewoon. Ik zie dan wel waar het schip
strandt. Eenmaal in de finale voel ik me
op 't gemak. Ik ben absoluut niet bang
om te verliezen. Wie me wil verslaan,
moet maar zien dat-ie over mee heen
komt. Dan maar geklopt. Na de streep
komt de ergernis pas. Dan wil ik ook zo
snel mogelijk mijn revanche. Elke ne
derlaag beschouw ik namelijk als een
gemiste kans".
Van Poppel is een koele kikker die
overloopt van zelfvertrouwen. Soms is
hij te zelfverzekerd, vindt-ie ook zelf.
„Ik probeer dat wel af te remmen, maar
dat valt niet mee. Het zit in mijn karak
ter. Ik moet mezelf voortdurend aanzet
ten om op mijn hoede te zijn. Ik verlies
niet graag, maar voor mij is het zeker
niet slecht als ik een keer het deksel op
mijn neus krijg. Daar blijf ik scherp van.
Nee, gemakzuchtig ben ik zeker niet.
Voor de koers moet alles in orde zijn.
tot in de kleinste details. Ik wil mezelf
nooit verwijten dat een nederlaag aan
de voorbereiding of het materiaal ligt.
Aan het toeval laat ik echt niets over".
In tegenstelling tot veel concurrenten
wordt Van Poppel het liefst naar de
streep gebracht. Hij houdt er niet van
om als een vrijbuiter de sprint aan te
gaan. „Freuler is zo iemand. Die knapt
zijn zaakjes bij voorkeur alleen op. Door
zich er maar tussen te wringen en het
wiel van een ander te kiezen. Ik geef de
voorkeur aan een trein, zoals ik was ge
wend bij de ploeg van Raas. Natuurlijk,
ik mis een aantal van die tempobeulen.
maar ik weet zeker dat mijn huidige
ploegmaten dat ook aankunnen. Zeker
nu Post de ploeg voor een belangrijk
deel op mij heeft afgestemd".
Woordbreuk
De naam Jan Raas is gevallen. De man
bij wie Van Poppel het heeft verbruid,
omdat hij niet zijn woord zou hebben
gehouden. Het vertrek naar de ploeg
Post steekt Raas. Van Poppel zegt zijn
vorige ploegleider niet te begrijpen, om
dat hij geen enkele toezegging ten aan
zien van contractverlenging heeft ge
daan. Van Poppel: „Met de hand op
mijn hart, ik heb mijn woord' niet gebro
ken. Dat durf ik Raas ook recht in zijn
gezicht te zeggen. Ik snap eerlijk ge
zegd niet waarover hij zich druk maakt.
Raas moet niet zo moeilijk doen. Het is
toch mijn goed recht om van ploeg te
veranderen als ik daar beter van kan
worden. En dat is het geval. Natuurlijk
mis ik mijn maatjes bij de ploeg-Raas,
maar ik heb het bij Post ook goed naar
mijn zin".
Wat is er nu allemaal waar van het ver
haal dat Van Poppel alleen bij mooi
weer sprints kan winnen? Is dat een
pose waarmee hij zich bij voorbaat wil
indekken tegen nederlagen? „Nee",
antwoordt de sprinter gedecideerd.
„Wat het is, weet ik ook niet, maar de
kou slaat op mijn spieren. Ik kan daar
absoluut niet tegen; ben dan niet voor
uit te branden. Met regen heb ik daar
minder last van, tenminste als het ook
dan niet koud is. Maar ook dan meng ik
me niet in massasprints. Dat is me veel
te link. Het zijn absoluut geen excuses.
Ik kan alleen goed uit de voeten bij een
lekker temperatuurtje. Zo zit ik nu een
maal in elkaar".
HENK STOUWDAM
Erik Breukink: „Vorig jaar maakte ik de fout de Tour te relaxed te beginnen. FOTO:
sp
'„Inde GIRO
heb ik geen
echt zwakke
dag gekend,
wel
fatale
inzinking"
„Ik ben
met twee
etappe-
over
winningen
dik en dik
tevreden"
'£eidóe6ou4CMit