.denkt niet meer aan terugkeer of kondschap" final k Frankrijk mikt op jonge senioren ZATERDAG 13 MEI 198! Tunesië, het meest westerse land van Afrika, stort zich met enthousiasme in de slag om de moderne toerist. Daarvoor zijn langs de kust van de Middellandse Zee diverse plaatsen veranderd in luxe hotelcentra, die de concurrentie met de Costa del Sol aankunnen. Achter steden als Monastir en Sousse, aan de oostkust, ligt echter een land dat nog niets van zichzelf heeft verloochend. Daar, in het zuiden, liggen de uitgestrekte, buitenaardse zoutmeren van Fejij en Jerid, wonen nog mensen in holwoningen en krijgt de reiziger een voorproefje van de Sahara, die enorme woestijn waar Australië met gemak in zou passen. HOMERUS WAS AL IN DE BAN VAN TUNESIË Vrouwen laten zich niet graag fotograferen, bang als ze zijn dat de camera een stukje van hun ziel rooft. DJERBA - De dag begint al vroeg. Nauwelijks heeft de zon zijn komst aangekondigd of de moellah stort zijn luide, eentonige opfoep tot gebed uit over de huizen. De ber gen die het stoffige handelsplaatsje omringen krijgen met de minuut meer van de gouden kleur terug die ze de avond ervoor met tegenzin hadden afgestaan. Want ook al is de zon zo ongeveer de enige zeker heid hier in het zuiden van Tune sië, zelfs de bergen vertrouwen het niet. Zal de zon morgen weer op komen? Inch'allah, als Allah het wil. De straten dreunen onder de wielen van de Berliets. de enige vrachtwagens die geschikt zijn voor de eenzame tocht door de Sahara. En de aftandse perso nenauto's kunnen het niet laten te toete ren bij de stoplichten. Ook al staat het volgende stoplicht pas weer ergens in Niger, duizenden kilometers zuidelijker. Zo ver gaan we niet; van de woestijn mogen wc maar even proeven. Holscknotsend in de Landrover, die ook hier steeds vaker van Japanse makelij is, wordt de weg almaar onbegaanbaarder. Stonden er daarnet nog groepjes kinde ren langs de weg lachend te zwaaien, nu komt nog sporadisch iemand met zijn gezicht grotendeels in een doek gewik keld voorbij tuffen op een mobyletje. Al maar hoger kronkelt zich de weg - nou ja, weg. Asfalt hebben we al heel lang niet meer gezien. Hier heet het piste - platgeredcn zand met stenen tussen niet platgcreden zand met stenen. Een stevig windje en weg weg. De flessen water op de achterbank zoeken luidruchtig eikaars gezelschap - de westerling zou er niet meteen aan denken, voor de bestuurder van de Landrover is het een automatis me: voor elke reis water inslaan. Ner gens geldt de wet dat water leven is zo sterk als hier; in de zomermaanden loopt de temperatuur op tot boven de veertig graden in de schaduw. Boze oog Links, zo'n honderd meter lager, een verlaten dorp, Tamerza. Niet het gebrek aan water joeg de mensen hier ooit weg, maar het geloof, of misschien wel bijge loof. Kort achter elkaar gebeurden er vervelende dingen in dit plaatsje. Ze werden toegeschreven aan de heilige die daar. zoals in het hele land. begraven ligt in een Marabout, een huisje met een koepeltje erop. De heilige van Tamerza zou het boze oog hebben en de bevol king nam de benen. Het nageslacht woont nu in het nieuwe Tamerza, een paar kilometer verderop, cn al van ver is te horen waarom: een waterval. Zomaar water uit een berg dat niet ophoudt te stromen, welk goddelij ker geschenk kan men zich hier denken'' Hier ook kun je kikkers luidruchtig met elkaar horen rollebollen en staat zelfs de reiger statig langs de kant te kijken alsof- ie het hele eind uit Nederland met ons is mccgcvlogen. In het nieuwe Tamerza hebben ze de zaakje keurig geregeld. Iedereen mag elke dag drinkwater komen halen, maar voor het bevloeien van de akkertjes in de oase is een schema opgesteld: eens in de vijftien dagen krijg je daarvoor water. Door de hele oase, waarin iedereen een stukje grond heeft met meer of minder palmbomen - voor de dadels -, olijfbo men of abrikoz'enbomcn, lopen kleine kanaaltjes. Elke ingang is afgesloten met een hoopje klei. zodat het water vanzelf doorloopt naar het akkertje dat deze Recr aan de beurt is. Als een burcht om vat het water het grootste deel van deze oase. in een gebied waar hel de afgelo pen jaren niet één keer heeft geregend. Het lijkt onmogelijk, maar nog altijd is dit niet de woestijn. Pas als de zon ver over zijn hoogste punt heen is en het ene vergezicht het andere verdringt om de meeste aandacht, wil de woestijn iets van zich prijsgeven. Uitdagend ligt ze daar, als een zwijgende Sirene, een ver stilde verleiding. Die enorme leegte, tot aan de horizon, waar het nog maar net begint, daar móet je naartoe, al was het alleen maar om te zien waar het op houdt. Een klein stukje dan; niet genoeg, niet genoeg, nóóit genoeg. Misschien is het beter de woestijn nimmer te aan schouwen. De aanblik van het niets, de geur van de eeuwigheid, dat maakt on rustig. Mooiste tros Wie de woestijn elke dag ziet, maakt zich er niet druk meer om; ze is er altijd geweest cn ze zal er altijd zijn. De woes tijn hoort daar bij het leven, zoals de zon daar bij het leven hoort. Ook voor Chamid. die als tuinman werkt voor een van de acht eigenaren van een kleine oase in dit zuidelijke plekje van Tunesië, waar nog een paar families wonen. Cha mid vertelt dat hij er geen geld mee ver dient. Hij krijgt wel de mooiste tros da dels van de palmbomen die hij verzorgt, en deelt mee in de opbrengst van de ak kers, waardoor hij altijd te eten heeft. Nou ja. altijd - als het niet regent, en dat gebeurt hier nogal eens, groeit de tar we niet cn dan is er ook geen meel voor het brood of de couscous en dan moet Chamid dat ergens kopen. Hoe komt hij daarvoor dan aan het geld? Door kleine klusjes zoals het timmeren van een hek je of door ergens in een stadje te helpen bij het bouwen van een huis. We zeggen hem hartelijk goedendag, bis- Als het warm is heb je niet zoveel haast. Rustig wachten deze drie jongetjes of ze nog ergens een vrachtje kunnen ophalen. FOTO'S: MILAN KONVAL1NKA lemma, en tippen met de rechterhand de borstkas aan op de plaats waar het hart zit. Vlak voordat we weg willen rijden gaat de achterdeur van de Landrover open en springt er een oudere jongen naar binnen. Chamid drukt hem tien di nar in de hand en uit zijn woorden me nen we op te maken dat de man iets voor hem moet kopen in het stadje waar we 's avonds zullen terugkeren. Onderweg schreeuwt de jongen iets naar de chauffeur - het is gewoon praten, maar Tunesiërs zijn gewend ook over grote afstand met elkaar te spreken en dat kan niet met een fluisterstemmetje. Elke keer als de piste zich ergens splitst. nauwelijks zichtbaar in deze uitgestrekte vlakte, schreeuwt hij een paar woorden waarop de chauffeur ogenblikkelijk rea geert. Zo winnen we zeker veertig kilo meter, vertelt hij in nog net verstaanbaar Frans - hij kent de weg, hij rijdt vaak met zijn mobyletje door dit deel van de woestijn. De chauffeur, ook een jonge Tunesiër, met zo'n PLO-sjaal om, kan zijn geluk niet op - toch nog op tijd thuis. „Allah, allah", zingt hij, „allah, al- lah, ieja baba, sidi mansour, ieja baba". Een tophit in deze contreien over een jonge man die in een Marabout met zijn overleden vader praat. Met een paar enorme gaten in de piste en een stel kan- ISergens geldt de wet dat water leven is zo sterk als hier; in de zomermaanden loopt de tempe ratuur op tot boven de veertig graden in de schaduw. jers van keien waardoor we met ons hoofd bijna door het toch hoge dak van de wagen vliegen, zegt de woestijn ons goedendag, bislèmma. Olijfgaarden Het kost moeite de geest op orde te brengen, maar het is waar: nog geen drie dagen eerder had Tunesië er heel anders uitgezien. Schitterende hotels langs pal menstranden, met kunstmatig aangeleg de jachthavens, waar af en toe een hok toeristen wordt opengezet. Drukke ste den met veel agressieve gidsen, drukke steden met winkels waar je zowat naar binnen wordt gesleurd en op alle artike len moet afdingen. Fors afdingen. Hier hebben Nederlanders een streepje voor, de Tunesier kent en waardeert onze han delsgeest - „leijkuh, nie kopuh". Maar van die ene jongen betwijfelen we of-ie wel wist waar hij het over had, toen hij ons nariep dat we toch vooral even Apeldoorn moesten bellen. Als je een schaaf langs de kust zou ha len, zie je Tunesië weer. Een land met eindeloze olijfgaarden, een land van glooiende vlakten begrensd door bergen met hier en daar een boom, een huis, een eenzame figuur op weg naar een wa terput, een bedoeiënentent met heel soms een auto er naast. Zó is de weg naar Djerba, het eiland aan de oostkust, waar je, als je pech hebt, een uur moet wachten voor de veerboot je overbrengt omdat er een minister in aantocht is. Djerba, dat niet zomaaJ Djerba heet, Godeneiland. „Daar gingeri we aan land, namen water in, gebruikten* toen in de schaduw der kloeke schepen" aan het strand onze maaltijd, ons haasj tend, want ik wilde hel land doen verin kennen. Wie mochten er wel wonenU Dat wilde ik weten. Twee vertrouwd! mannen zond ik er op uit, met een derdfo als bode. En spoedig bereikten zij de Lot, tus-eters, die tegen onze vrienden nietl kwaad in de zin hadden. Ze gaven huif' alleen maar te eten wat zij zelf atenk Maar wie eet van de Lotusbloem, die ziL zoet is als honing, denkt niet meer aai terugkeer of kondschap, doch wil niety liever dan altijd maar bij die Lotus-eterL blijven en Lotusbloemen plukken en heje vaderland vergeten". De overlevering wil dat Djerba he£ eiland uit Homerus' Odyssee is van d£(' Lotus-eters, wal voor plant of bloem c' ook geweest mag zijn. Djerba, met zijf velden vol klaprozen, met zijn visser! die er twee keer per dag meestal met z'ii tweeën- in een breekbaar bootje op uitl gaan en lussendoor op het strand of i| het haventje van Lillègh Gèdria, Mooif Vrouw, zelf van hun vangst genieten anderen daarin hartelijk laten meedelen| Djerba, dat eigenlijk helemaal eiland is, omdat er een dam van zevei kilometer loopt naar het vasteland, dam waarmee de Phoeniciërs vermoedej lijk al zijn begonnen, maar die i val door de Romeinen is afgebouwd. Onvindbaar Kaler, verlatener is de weg naar Matma ta, waar die ene benzinepomp nou nentjc vandaag geen benzine heeft; misschiei] morgen weer. Matmata, waar de holwo^e v ningen zijn. Soms langs de weg, som^ejr onvindbaar in de bergen met hun smallLen weggetjes langs afgronden, waar busseiLnt zich niet wagen en auto's slechts mef grote tegenzin. Ruimten uitgehakt in de grond, waar d^ koelte je begroet als een goede vriend! Vrouwen met tatoeages op handen eii-m^| kin, die daar op hun veertiende zijn aan<-lI gebracht door hun moeder, zodat ieder! een weet tot welke stam ze behoren Vrouwen die alles doen om niet gefotojP^ grafeerd te worden, bang als ze zijn dar© de camera een stukje van hun ziel roofti Vrouwen die vijf kilometer heen en vijkCA kilometer terug moeten lopen om watefene te halen, terwijl de mannen met z'n alleij he gezellig kleppen in het broodwinkeltje, gene Vrouwen die ons doen herinneren aaraan dat meisje in Tozeur, dat ons, wildieefl vreemden, zo vriendelijk binnenvroep. ft om kennis te maken met haar familiega In een spijkerjurk serveeftle ze honingana zoete koffie in de sjiekste kopjes van heem servies in de sjiekste kamer van heDe huis. Ze vroeg honderduit, in moos be Frans en een klein beetje Engels zelfs, ddbin taal waarin ze zo graag 'professeur' wil worden. Een meisje van zestien, dat d«^ wereld wil zien, in een land waar d&,T1> vrouwen in de moskee een aparte hoelM' hebben om te bidden. Een meisje van zestien, met westerse ambitie, in eeti-K land waar je na zonsondergang geei] vrouw meer ziet. De maan ÏO Eenzaam is de weg door Chott Jerid, eerfEF zoulmeer. Onafzienbare zandvlaktes! ha: ook hier al, met een enkel stroompje o Erv meerde met blauw-wit water, dat bergje^e A achterlaat en dat morgen weer verdwej ir nen kan zijn. Als er geen weg doorheen g liep, zou het de maan kunnen zijn. w« Druk is de weg naar Sousse, waar deen 1 kruiken waarmee de inktvis wordt gejepu vangen zijn terug te vinden op de mo|evii zaieken die de Romeinen zestien eeuwerang geleden maakten. Ze hangen tussen devai Romeinse beelden zonder hoofd, afgeS w hakt door de Vandalen, tussen de' grafrlan schriften van christenen - die altijd einjen i digen met de woorden 'requiescat irater pace' (rust in vrede) - tussen overblijf selcn uit het verwoeste Carthago, alles?11 samengebracht in een Kasbah, een Ara-fe c bisch verdedigingsfort. Fne Overal doet Tunesië pogingen zijn verlefn den, zijn vele overheersers, samen te60 smelten tot één heden, tot één cultuurl ee Maar welke? De Tunesiër die langs dePen weg staat te klappen als er een militaire *eë kolonne voorbij komt, maakt zich nie^hu druk om het protserige mausoleum da|n 1 de afgezette en seniele Bourgiba in dén badplaats Monastir voor zichzelf heefp11 laten bouwen. Die Tunesiër haalt gej??* woon op alle pleinen het standbeeld van1*3 de ex-dictator van zijn sokkel. De Tuneflar siër die niets van fundamentalisme moer®s hebben, maakt zich niet druk om de zoiF™ die de regen tegenhoudt en houdt oolphe ramadan als het veertig graden in dffnn.: schaduw is. In Tunesie is het ongerijmdfj,1 tot norm geworden; dat zal de bekoring "e zijn geweest die Homerus niet ander??5 onder woorden had kunnen brengeij°e 1 - denkt niet meer aan terugkeer oPat kondschap". rPu DICK HOFLANIfee |r si PARIJS - Frankrijk is nog steeds dë po pulairste vakantiebestemming voor de Nederlanders. Maar ze gaan met kleine re gezelschappen, laten steeds meer de tent voor wat die is en houden kortere vakanties. Op die trends speelt het Frans Nationaal Verkeersbureau in met een speciaal 'plan-de-campagne'. Met dat plan wil Frankrijk een specifie ke doelgroep bereiken. De mensen die wel vrijheid willen, maar ook weer niet op de bonnefooi in de auto willen stap pen. De mensen die niet meer gebonden zijn aan de schoolvakanties. De mensen die het niet bij één lange zomervakantie houden, maar twee, drie of vier keer per jaar er op uit gaan. En dus ook de men sen die dat kunnen betalen. Om die groep van 45- tot 60-jarigen uit de hoogste inkomensgroepen te bedie nen, heeft het Frans Nationaal Verkeers bureau vier 'produkten' ontwikkeld: kant en klare vakantie-ideeën speciaal voor dit type vakantieganger. Het is de bedoeling dat die voortaan ook in het voor- en het naseizoen de weg naar Frankrijk weet te vinden. Die vier produkten zijn de georganiseer de fiets/hoteltrektochten; rondritten per auto door 'nog niet ontdekte streken' aan de hand van routes; het verblijf in gerestaureerde boerenwoningen of hel rondvaren op een zogenaamde 'house boat' of 'penichette'. Op het rijtje af: in het lieflijke landschap van de westelijke Loire-streek, langs de kastelen en eeuwenoude stadjes in de Centre-Val-de-Loire of door de bossen en langs de meren van de Limousin zijn prachtige fietsroutes uitgestippeld. En aan het einde van de dag wacht een gere serveerde kamer in een sfeervol hotel van de Logis de France, waar de bagage al weer klaar staat. De reisgids 'Frans en Vrij', die deze maand in de boekhandel komt, geeft acht autoroutes door de nog niet zo be kende streken Ain (tussen Lyon en Ge- nève), Centre-Val-de-Loire, Pays-de-la- Loire en de Limousin. Een nauwkeurige beschrijving per dag geeft ook aan waar je die leuke wijnboer, kaasmaker en dat authentieke restaurantje kunt vinden. De rit eindigt elke dag bij een goed mid denklasse hotel, waarvoor het beste van uit Nederland kan worden gereserveerd. De 'gite' is het derde produkl waarmee Frankrijk de Nederlandse toerist wil trekken. Gites zijn gerestaureerde boe renwoningen, plattelandshuisjes of ap partementen in een boerderij, die altijd een flink eind weg van de snelweg lig gen. Op die manier kom je meer in aan raking met het echte Franse plattelands leven. Een gïte is voorzien van alle noodzakelijke inboedel: alleen linnen goed moet je zelf meenemen. Er zijn er ruim tweeduizend in het hele land te vinden. Informatie geeft de stichting 'Gï- tes de France Nederland' in Amsterdam. De vierde nieuwe attractie is het varen op een zogenaamde woonboot, of op z'n Frans 'penichette'. Dat is een rivierkrui ser die van alle gemakken is1 voorzien. Ze zijn er in alle soorten en maten: je kunt er met z'n tweeén op varen, maar ook met meer families tegelijkertijd een e1ti< tocht maken over de Franse rivieren erfl kanalen. Een heel ontspannen manier van reizen] waarvoor geen vaarbewijs of zwemdiplo-Upi ma nodig is. Geen files, geen haast engn aanleggen waar het gezellig is. De adres-U sen van reisorganisaties die zich met da,^ verhuur van zulke boten bezighouden^ zijn verkrijgbaar bij het Frans Nationaal^ V{ Verkeersbureau. |0i0 Directeur Bernard Crouset van hetjht Frans Nationaal Verkeersbureau: „Vrij-lpW heid, maar niet op de bonnefooi. Vakan-! tie met de zekerheid van een boekingj Een voorgeprogrammeerd, maar nieten bindend reisplan". Zó wil Frankrijk de welgestelde jonge se-T^, nioren binnenhalen. Ze worden meK. open armen ontvangen. £oidóc0oiwant ^ein Ayr

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1989 | | pagina 30