Tango: het verdriet
waarop je kunt dansen
Televisie-amusement is verre van
dom
naie
SENSUALITEIT, NOSTALGIE EN HEIMWEE
i
g(
£cidóc6ou/icmt
ZATERDAG 6 MEI 1989 PAGINA 26
De hernieuwde belangstelling voor
de tango in Europa is ook bij
Argentijnen doorgedrongen. Tango,
„het verdriet waarop je kunt
dansen", raakt in Buenos Aires uit
haar sluimerend bestaan.
Tegenwoordig zijn het niet alleen
meer toeristen en bejaarde portenos
die zich door passie en nostalgie
laten meevoeren. Want de
Argentijnse ziel was, is en zal altijd
blijven: tango.
BUENOS AIRES - De 17-jarige
Carlos Corrales verschijnt geregeld
op de Argentijnse televisie. Een
muzikaal wonderkind dat op zijn
bandoneon even makkelijk tradi
tionele tango's als het jazzy werk
van Astor Piazzolla speelt.
Onlangs presenteerde hij zijn eigen or
kest: een gezelschap violisten en andere
strijkers en een pianist. Café Tortoni aan
de Avenida de Mayo in Buenos Aires
was die avond bomvol. Maar het pu
bliek bestond niet uit de gebruikelijke
buslading toeristen. Ditmaal vulden
overwegend portenos, de bewoners van
Buenos Aires zelf, het beroemde etablis
sement. Want ook bij hen is de traditio
nele tango weer populair aan het wor
den. In kleine volkskroegjes schijnen
spontaan liedjes van Gardel te worden
gezongen zonder dat ook maar één bui
tenlander zich laat zien. En in een oud
theater in Montevideo dat ook niet be
paald werd overlopen door toeristen, gaf
het nieuwe Buenos Aires Tango Ballet
een voorstelling. Maar tot ongenoegen
van de honderden toeschouwers ging
daarbij het nodige mis. Rook, bedoeld
om het grote podium de intieme sfeer
van een bruine kroeg te geven, werd
recht in het gezicht van de pianist gebla
zen. De man moest al hoestend zijn spel
staken en kon pas verder nadat hij met
zijn piano aan de zijkant van het podi
um werd gezet. Kort daarvoor was de
eerst bandeneon-speler al in de proble
men geraakt. Bij hem brak de leren
handgreep van zijn instrument. Een re
censent kraakte vervolgens het optreden
tot de grond toe af. Het Buenos Aires
Tango Ballet had hem een van de verve
lendste avonden uit zijn leven bezorgd,
zo schreef hij. Hij moest kijken naar
dansers die niet konden dansen en luis
teren naar het meest afgezaagde tango
repertoire ter wereld. Bovendien jam
merde volgens hem de zangeres met veel
te harde stem. Kortom, de nieuwe ont
wikkelingen op het tango-gebied worden
kritisch gevolgd.
Bij de gevestigde tango-gezelschappen is
de herontdekking van hun repertoire
door de autochtonen nog niet in de por
temonnee te merken. „De opleving is
klein, de jongeren blijven trouw aan de
Amerikaanse popmuziek en door de eco
nomische crisis hebben Argentijnse tan-
go-liefhebbers te weinig geld om platen
te kopen", zegt tango-zanger Fernando
Soler. Voor hem blijft het buitenland de
belangrijkste markt: toeristen die zijn
club „Tango Mio" in Buenos Aires be
zoeken en de toernees door Europa. Zo
treedt Soler aanstaande juni op in Rot
terdam tijdens een Latijns-Amerikaanse
handelsexpositie. Samen met negen mu
sici, drie dansparen en de zangeres
Roxanna Fontan. Vervolgens gaat het
gezelschap nog naar Belgié en Spanje.
De ook in „Tango Mio" dansende Luci
ano Frias is in mei al in Nederland. In
Amsterdam. Zijn agenda laat voor de
rest van het jaar alleen maar buitenland
zien. Duitsland, Spanje, Italië en zelfs
Japan. Volgens ingewijden is Luciano
een van de beste tango-dansers van dit
moment. In Buenos Aires is hij echter
nauwelijks bekend. „Ach, niemand is
profeet in zijn eigen dorp", merkt Fer
nando Soler over deze vreemde situatie
op.
Ordinair
Met de huidige revival lijkt het alsof de
geschiedenis zich herhaalt. Want de tan
go kon in de jaren twintig pas populair
worden, nadat zij Europa, in het bijzon
der Parijs, had veroverd. De Argentijnen
vonden haar in eerste instantie volks,
ordinair of domweg vies. De tango werd
geassocieerd, en niet bepaald ten onrech
te, met de bordelen in de volkswijken
van Buenos Aires. Want daar was zij,
eind 19e eeuw, ontstaan als een mengsel
van carnavalsmuziek en melancholieke
gaucholiederen (gaucho's zijn Argentijn
se cowboys die toen massaal naar de
stad trokken). Maar ook met invloeden
van polka, Spaanse flamengo en Napoli-
taanse smartlappen. En met de bandone
on als instrument ter versterking van de
nostalgie. Dit uit Duitsland geïmporteer
de draagbare orgeltje kwam door onbe
kende maar waarschijnlijk weinig zedige
redenen niet in de Argentijnse kerken
maar in 's lands hoerenkasten terecht.
En op haar droeve klanken werd in de
wachtzalen van de goedkope bordelen
gedanst. Eerst alleen door mannen, die
met elkaar imiteerden wat ze dadelijk in
praktijk wilden brengen, later ook samen
met de prostituees. Zo werd het allemaal
nog sensueler. Bij deze tango beeldt de
man de macho uit die probeert te impo
neren. Hij is het dominante mannetjes-
dier, zij meegaand en onderworpen. Het
is buikschuiven voor gevorderden. Want
de wijze waarop zij met haar benen tus
sen die van hem tekeer gaat vereist erva
ring. Anders blijft er weinig mannelijks
meer aan de macho over.
Bedrog
Uit de begeleidende liedteksten blijkt
overigens dat de passieve rol van de
vrouw maar schijn is. Zij bedriegt haar
partner bij het leven, een hartenbreek-
ster die mannen zelfs de dood injaagt.
„Toen voelde ik tranen in mijn ogen
en terwijl we onze messen trokken
gingen we buiten, hij en ik
toen ze me naderhand wegdroegen
speelden de bandoneons
en de vrouw om wie het ging
keerde terug naar de dansvloer
en danste".
In het begin van deze eeuw baanden rij
ke Argentijnen, die vertier zochten in
Parijs, een weg voor een gekuiste versie
van de tango. De dans bleef echter sen
sueel genoeg om de Franse hoofdstad te
veroveren. Haar populariteit verspreidde
zich over de hele westerse wereld dank
zij Rudolf Valentino. Hij kon niet alleen
goed dansen maar bezat ook de charme
en het charisma om via de bioscoop de
jeugd tot de tango te verleiden. Pas toen
ging ook het preutse Argentinië om. In
Buenos Aires werden deftige theesalons
men de teksten, die in Argentijns bar-
goens zijn, niet eens hoeft te begrijpen
om ontroerd te raken. Dit is het klassie
ke repertoire dat tot in de jaren vijftig
tango tot dé Argentijnse volkskunst
maakte. En het zijn ook deze liederen
die nog altijd in de dure toeristen-eta
blissementen in San Telmo te horen
zijn. Zoals „Adios Muchachos" een
smartlap waarin Gardel afscheid neemt
van het leven en zijn vrienden. Zwaar
ziek bedankt hij hen voor alle goede mo
menten. Terwijl hij denkt aan z'n moe
der en zijn geliefde, rollen tranen over
zijn wangen. Een vertolker van de heim
wee waaraan de vele immigranten in Ar
gentinië leden. Maar ook van hun liefde
voor Buenos Aires: „Mi Buenos Aires
querido. Quando yo te vuelve a ver no
habra mas penas ni olvides" (mijn ge
liefd Buenos Aires. Wanneer ik jou te
rugzie heb ik geen smart of heimwee
meer).
De neergang van de tango in Argentinië
is op drastische wijze ingezet. Toen de
populistische dictator Juan Peron door
een staatsgreep opzij werd geschoven,
was er direct geen tango meer te horen.
Van de militaire junta mocht alleen
maar Amerikaanse muziek de ether in.
Een gunstig toeval voor de generaals was
dat in diezelfde tijd de Rock Roll
doorbrak. De Argentijnse jeugd kreeg
nieuwe idolen, de platen van Elvis Pres
ley kwamen op de draaitafels, de bando
neons gingen naar de lommerd.
„Maar iedere porteho kent nog altijd de
klassieke tango's", zegt zanger Fernando
Soler. „De tango van Gardel. Zij schil
deren een Buenos Aires dat vrijwel is
verdwenen. Zonder flatgebouwen, televi
sie en razend verkeer. Nostalgie over cc»
tijd die nooit meer terugkeert. Daarvooi
is te veel veranderd".
FRANS BOTHOF
De ge
schiede
nis lijkt
zich te
herhalen.
In het
verleden
kon de
tango in
Argenti
nië pas
populair
worden,
nadat zij
Europa
had vero
verd.
FOTO: SP
ingericht waar de jonge dames en heren,
met weglating van alle pornografische
gebaren, de tango konden dansen. Tal
van orkestjes formeerden zich en de
dansconcoursen kenden honderden deel
nemers. Zo ontstonden in deze steeds
welvarender wordende Latijns-Ameri-
kaanse havenstad twee soorten tango:
die van de deftige burgerij en die uit de
achterbuurten. Beide werden vrij snel
verenigd door één zanger: Carlos Gardel.
Hij gaf de tango het romantische, wee
moedige karakter en zijn volledig nieu
we manier van zingen, recht uit het hart,
sloeg aan bij alle lagen van de bevolking.
Mede door zijn vroege dood, een vlieg
tuigongeluk op 45-jarige leeftijd, is hij
een legende geworden. Nog altijd klinkt
uit de tango's van Gardel een universeel
verdriet: „verscholen onder de rand van
mijn hoed kon ik de tranen niet weer
staan".
Een algemene sentimentaliteit waarvoor
LI
LI
(le
m
wi
ke
da
w<
Aj
m
va
ge
te
n<
m
se
M
vc
ke
C.
de
A
ac
st
cr
h<
g«
te
Drs. Addy Weijers zoekt voor de KRO uit wat wel en niet leuk is om uit te zenden.
FOTO: RON MOES
Om te beginnen een kwinkslag. „In
een treincoupé zitten een Hollan
der en een Belg. Zegt de Hollander:
Ik ken nog een leuke Belgenmop.
Zegt de Belg: Nou, ik ben anders
wel een Belg, hoor. Zegt de Hollan
der: geeft niets, dan vertel ik hem
twee keer". Nadat drs. Addy Weij
ers is uitgegrinnikt, vangt hij aan te
doen wat hem als serieuze weten
schapper te doen staat. Hij zet er
het ontleedmes in.
„Het eerste zinnetje", analyseert hij,
„wekt de verwachting dat er iets leuks
gaat volgen. Een Hollander en een Belg
in een coupé, nietwaar? Het tweede zin
netje staat daar haaks op, immers: een
Hollander die een Belg een Belgenmop
wil vertellen, dat gaat een probleem op
leveren. Het derde zinnetje - ik ben an
ders wel een Belg - versterkt die sugges
tie en houdt een voorspelling in over
wat er nu kan gebeuren. Bijvoorbeeld:
de Hollander slikt zijn woorden in.
Maar dan komt de grap. De Hollander
zegt iets wat totaal niet past binnen de
opgebouwde verwachting".
Ziedaar, althans volgens Weijers, het we
zen van dit type humor. Een verwach
ting wekken en die vervolgens verras
send invullen, maar wel op een dusdani
ge manier dat het toch logisch blijft. „Ei
genlijk zie je bij een crimi als Derrick of
Der Alte precies hetzelfde. Aan het einde
van een aflevering zeg je: ik had niet ge
dacht dat die of die de moord had be
gaan, maar het klopt allemaal wel. Nou,
het wekken van een verwachting, daar
heb je structuurtjes voor die steeds te
rugkeren. Ik bedoel: Mien Dobbelsteen
hoeft maar de telefoon te pakken en de
mensen lachen al".
Drs. A. Weijers onderwijst audiovisuele
communicatie aan het Instituut voor
Massacommunicatie van de Nijmeegse
universiteit. Op het ogenblik bijvoor
beeld begeleidt hij een afstudeerproject
dat gewijd is aan de grap - vandaar die
kwinkslag als binnenkomer. Aanleiding
voor het gesprek echter is een unieke ne
venactiviteit die hij ontplooit. Hij advi
seert een zendgemachtigde - in casu de
KRO - bij het beslissen over de vraag
wat er op de buis gebracht kan worden
en wat er maar beter kan eindigen in de
prullenmand.
„Ik beoordeel bijna alle scenario's die de
KRO krijgt aangeboden, ja. In produktie
nemen of niet, daar laat ik mijn stem
over horen. En vervolgens spreek ik alle
goedgekeurde scenario's door met de
schrijvers, de producers. Het doel? Heel
simpel: tot betere programma's komen".
Witte raven zijn het, wetenschappers die
zich nadrukkelijk bezighouden met zo
iets laag-bij-de-vloers als het massa-amu
sement op de televisie. En een academi
cus die een omroep op dit hachelijke ter
rein adviseert, dat was helemaal nog
nooit vertoond. Wordt er gelachen om
wat Sjaan in Vreemde Praktijken er nu
weer uitflapt? Tien tegen één dat de
tekst op wetenschappelijk verantwoorde
wijze net zolang is bijgeschaafd totdat er
wel gelachen moest worden. Langs pre
cies dezelfde analytische weg valt het
wegpinken van een traan te bewerkstelli
gen, het uitbreken van klam zweet, het
walgen van afkeer of juist het zwelgen in
zielsgenot. De trucendoos waaruit Weij
ers kan putten, kent geen bodem, maar
hij heeft ervoor moeten zwoegen. Ontel
baar zijn de uren die hij in zijn met elek
tronica volgestouwde werkvertrek voor
het scherm heeft doorgebracht, de ene
videoband draaiend na de andere, stop,
terugspoelen, start, pauze, elke scène
ontledend totdat hij op het bot ervan ge
komen was, de sleutel tot het geheim dat
succes heet. En daarover heeft hij ver
volgens weer geleerde verhandelingen
geschreven, wegwijzers voor wie zich
waagt aan het schrijven van een scena
rio. Handvaten noemt hij ze zelf.
Een van de grondregels: neem de kijker
serieus, zet hem aan tot actief gedrag en
geef hem dus geen hapklare brokken.
Hoe nu? Het imago van tv-kijkers wil
toch juist dat ze onderuitgezakt zitten?
Dat ze het gebodene kritiekloos in zich
opnemen, ongeveer zoals een spons om
het even welke vloeistof absorbeert? Te
levisie kijken, dat is toch het meest pas
sieve tijdverdrijf van alle, en slechts pro
grammamakers die op deze gemakzucht
inspelen, mogen hopen op hoge kijk- en
waarderingscijfers? Weijers blijkt het ge
heel met deze karikatuur oneens. „Dat
televisie kijken een passieve bezigheid
is, berust op een misverstand", zegt hij.
„Allemaal onzin. Er gebeurt juist ontzet
tend veel in het koppie van de tv-kij-
ker".
Kat en muis
Wat dan wel? „Voor mij staat vast dat
iedere Nederlander de basisstructuur,
het grondstramien van een verhaal in
zijn kop heeft zitten, hetzij aangeleerd
door te lezen, hetzij opgepikt uit de ei
gen levenspraktijk. Wanneer je nu op de
televisie een openingsscène aangeboden
krijgt, formuleer je voor jezelf meteen
een aantal verwachtingen van wat er
- volgens dat grondstramien in je kop -
zou kunnen gebeuren. En dat gaat zo
door. Steeds nieuwe verwachtingen naar
mate het verhaal zich ontwikkelt. En die
verwachtingen komen bijna nooit hele
maal uit. Het is dit spelletje van kat en
muis dat ten grondslag ligt aan het kijk
plezier. Want aan het einde moet de
puzzel in elkaar vallen. Dan moet er een
afgerond geheel zijn ontstaan waarvan je
opgelucht of voldaan zegt: ja, natuurlijk,
ik had het zelf kunnen verzinnen".
Iemand die televisie kijkt, is volgens
Weijers even actief bezig als iemand die
de krant leest. „In beide gevallen pro
beer je namelijk de binnenkomende in
formatie te plaatsen binnen de informa
tie die al in je hersenen zit opgeslagen.
Een simpel voorbeeld. Dokter Van der
Ploeg kampt met een lekkage in de bad
kamer. Mien Dobbelsteen roept: o, dat
maakt Koos wel even in orde. Maar de
kijker weet: het is helemaal niet zeker of
Koos dat zal doen en op z'n minst komt
er trammelant van. De kijker zit zich
dus te verkneukelen omdat hij die infor
matie over Koos al heeft en daar een
verwachting op kan baseren. Als je tele
visie kijkt, zit je, kortom, voortdurend
mee te denken, voortdurend te anticipe
ren op wat er gebeuren gaat. Vergelijk
het maar met kijken naar een voetbal
wedstrijd. Hé, daar loopt er rechts eentje
vrij. Of: ze staan met 1-0 achter, dus nu
zullen ze moeten komen. Een mens
heeft een heleboel ideeén in z'n kop over
voetbal. En idem over grappen. Idem
over allerlei situaties. Dank zij die idee
ën, die concepten, kan hij vooruit den
ken, anticiperen, en daarin zit het kijk
plezier".
Leren
Hoe slaagt men er als audiovisueel me
dium in de aandacht van zo'n verwach
tingsvol, actief meedenkend publiek te
prikkelen en vast te houden? Dat is één
kant van het door Weijers bestreken stu
dieterrein. Daarnaast onderzoekt hij wat
mensen kunnen leren van hetgeen de te
levisie biedt. Leren? Leren van Dallas of
van Cagney Lacey? „Zeker wel. Van
Dallas leert de kijker bijvoorbeeld dat
een groot probleem in onze cultuur
wordt gevormd door de botsing tussen je
privé leven en je maatschappelijk leven.
Die twee zijn eeuwig in conflict met el
kaar en een oplossing ervoor bestaat
nauwelijks. JR kan toch moeilijk een
miljoenentransactie laten schieten om
dat hij van Sue Ellen op tijd thuis moet
zijn voor het eten? In wezen is zo'n serie
niets anders dan het dramatisch opbla
zen van een alledaags conflict dat ieder
een kent en dat iedereen dwingt tot het
maken van een keuze".
Of Cagney Lacey, de favoriete serie
j
I
van Weijers, want volgens hem zeer t
knap geschreven, met een zuiver gevoel i
voor emoties. „Bij Cagney Lacey is j
het probleem vaak de botsing tussen j
morele en juridische opvattingen. Laatst
die aflevering over incest. De vader be- i
landde uiteindelijk geheel volgens het
boekje in de bak, dus dat was bevredi- i
gend, maar zijn twee dochtertjes werden
ondergebracht bij twee verschillende fa
milies. Ondanks de wettelijk juiste aan
pak raakte er een gezin verscheurd en i
dan blijft er moreel toch iets knagen. In
feite een dilemma waarvoor iedereen
wel eens komt te staan. Een stoplicht op
rood. Juridisch moet je stoppen, maar je
hebt haast. En je had het eigenlijk altijd
al een onzinnige plaats voor een stop
licht gevonden. Zulke dilemma's worden
in Cagney Lacey opgeblazen zonder
dat ze hun herkenbaarheid verliezen.
Scenarioschrijvers hebben goede voel
sprieten voor wat er leeft in de maat
schappij, hoor. Ze hebben een zesde zin
tuig voor de problemen die de heersende
cultuur met zich mee brengt en daar ma
ken ze dan een dramatisch verhaaltje
omheen".
Zedenspelen
Series op de televisie vertonen een frap
pante gelijkenis met de middeleeuwse
zedenspelen. Precies. Dat is de overeen
komst die Weijers zocht. „Daarom vind
ik dat je over die series ook niet scham
per mag doen. Het is onjuist om er altijd
zo op af te geven. Persoonlijk acht ik ze
zelfs even belangrijk als de actualiteiten
rubrieken, want je steekt er heel wat van
op over de wereld waarin we leven. Ac
tualiteitenrubrieken, ach, wat stellen die
voor? Als ik over het nieuws en de ach
tergronden ervan geïnformeerd wil wor
den, pak ik liever de krant. Maar de se
ries en ook andere amusementsprogram
ma's, daar zie je de televisie bezig als
spiegel van onze maatschappij. Op een
heel abstract niveau weliswaar, allemaal
enorm overdreven, een gebroken been in
het alledaagse leven wordt bij zo'n serie
meteen een geamputeerd onderlijf, maar
toch. Ik stel dus dat televisie veel meer
is dan gewoon dom amusement. Veel
meer ook dan een droom, glitter, edel
kitsch. De televisie laat zien wat de gel
dende normen en waarden zijn. Bena
drukt ze. Signaleert de veranderingen die
erin optreden. Stabiliseert die verande
ringen. Wanneer er over vijfhonderd
jaar iemand is die zou willen weten hoe
de samenleving van vandaag in elkaar
zat, dan kan hij het best maar videoban
den met televisieamusement bekijken.
Inderdaad. Zo is het".
PIET SNOEREN