Met Mozes en Mirjam mee": eenheid van liturgie en uitleg Lotgevallen van de katholieke pers fieidóc SouAcmti01 Verpleging kerk wereld GEESTELIJK LEVEN/OPINIE £etdóc Gomant ZATERDAG 29 APRIL 1989 PAGINJ INE door Marinus van der Berg Verzorgenden en verplegen- den zijn in opstand gekomen. Dat is een opvallende ge beurtenis. In 1986 zei een vakbondsbestuurder van de christelijke vakbond CFO: „Ze zijn meer dienstbaar dan strijdvaardig". Een ander vakbondsbestuurder zei: „Je hoort ze, hoe slecht het ook gaat, nooit praten over hun eigen salaris. Ze hebben het altijd over hun werk, hoe ze het niet meer goed kunnen doen, hoe ze moeten rennen en draven en hoe de patiën ten eronder lijden". Als buitenstaander zou je kunnen denken dat het alleen maar gaat om salarisverho ging, maar het gaat om veel meer. De actie van de verzor genden en verplegenden roept de vraag op hoeveel wij in onze samenleving uit willen geven aan een goede ge zondheidszorg. Er lijkt een neiging om wel veel geld te willen besteden aan technische hoogstandjes, maar veel minder bereidheid om geld te besteden aan de verzorging van mensen. Juist nu er steeds meer hulpbe hoevende ouderen komen en onder meer het aantal de mente ouderen stijgt, is dit dringend nodig. Een samen leving die zichzelf respec teert, heeft zorg om de hulp behoevende in haar midden. Vanaf het begin van de acties is steeds gezegd dat de pa tiënten er niet onder mogen lijden. Al meerdere jaren is gezegd dat de patiënten lij den onder de bezuinigingen. In de ziekenhuizen waar de opname-duur is gedaald is als effect daarvan het „ern stig ziek-zijn" alsmaar geste gen. Het herstellen gebeurt nu thuis. Vroeger in het zie kenhuis. In de verpleeghuizen moeten steeds minder ver zorgenden steeds meer werk doen. In sommige periodes is het niet ongewoon dat er in één week tijds drie a vier mensen sterven. Dit betekent steeds veel extra werk. Een helder en indrukwekkend beeld van de gestegen werk druk in een verpleeghuis biedt het zojuist verschenen boek: „Tranen achter het glas aan". Peter Heerkens heeft gedurende drieënhalve maand zich van binnenuit verdiept in het leven van een verpleeghuis voor lichamelijk en hulpbehoevende ouderen en in een verpleeghuis voor demente ouderen. Hij heeft geluisterd en gesproken met bewoners, familie, verzorgen den, met leiding en met be leidsmakers. Zijn verhalen worden onderstreept met cij fermateriaal. Met groot respect heb ik het boek gelezen en het verdient juist in deze weken de aan dacht van velen. In de afgelo pen jaren hebben ook ande ren zoals familieleden en geestelijke verzorgers in zie ken- en verpleeghuizen de noodklok geluid. De overheid schijnt bang te zijn voor de olievlekwerking. Als de een komt, komt ook de ander. Salarisverhoging alleen lost ook niets op. Er dient een politiek bereidheid te groeien om een groter per centage van het nationale huishoudboekje te besteden aan de zorg voor zieken en hulpbehoevenden. In 1986 leek er nauwelijks actiebe reidheid. Nu is het anders ge worden. We kunnen het niet afdoen met te zeggen: „Er is nu een nieuwe generatie die lastiger en kritischer is ge worden". Er is een diepe on vrede: het gevoel niet echt gehoord te worden, maat schappelijke onderwaarde ring, onderschatting van de geestelijke en lichamelijke belasting van dit werk. Het is dan ook een opvallend en verheugend gegeven dat uif onderzoek blijkt dat er in de samenleving een grote sympathie is voor de actie van de verplegenden en ver zorgenden. „De minister moest hier maar eens een tijdje als patiënt worden op genomen en dan behandeld worden zoals iedereen", is een ander veel gehoorde leu ze. Hopelijk komt er al eerder een oplossing die zowel op korte als op lange termijn voorwaarden schept voor een gezondheidszorg die aan dacht voor heel de mens heeft. Christelijke leiders buigen voor islamitisch terrorisme' JERUZALEM De burgemeester van Jeruza lem heeft de leiders van de christelijke kerken in het Heilige Land ervan beschuldigd dat ze zijn gezwicht voor „islamitisch terrorisme en dreigementen van de Arabieren". De leiders van de Grieks-Orthodoxe, Rooms-Katholieke, Melkitische, Armeense, Syrische, Koptische en Anglicaanse Kerk in Israël uitten deze week in een brief aan secretaris-generaal Perez de Cuellar van de Verenigde Naties zware kritiek op het beleid van Israël in de bezette gebieden. „Het volk dat in het Heilige Land woont, is van zijn fundamentele rechten beroofd, omdat het onderworpen is aan de willekeur van de autoriteiten", zo schreven zij onder meer. Kol iek verwondert zich erover dat de christelijke leiders het stilzwijgen bewaren, „als het terro risme onder de joden slachtoffers maakt, als stenen worden geworpen naar joodse gelovi gen die bij de Klaagmuur bidden, of als joodse begraafplaatsen worden ontheiligd". Hij sprak tijdens een plechtigheid die door de Grieks-Or thodoxe Kerk in Jeruzalem was georganiseerd. Koliek beklemtoonde nog dat Israël er alles aan zal doen om alle godsdiensten de toegang tot hun heilige plaatsen te verzekeren. Het boeiende van ons klimaat vind ik dat het bij machte is vier seizoenen in een week te leveren. Simon Carmiggelt MODEL VAN PASSIESPEL IN HEDENDAAGSE VORM DEN HAAG „Cantate" („Zing") heet het zang-, speel- en dramastuk „Met Mirjam en Mozes mee", over de uittocht van het volk Israel uit Egypte. Het is gemaakt door Gea Boessenkool, tekst en Jan-Willem van de Vel de, muziek. De titel „Cantate" is ei genlijk te beperkt, er ge beurt immers veel meer dan zingen. „Je kunt mis schien ook wel spreken van een soort bibliodra- ma", vinden Gea Boes senkool, de Haagse tekst dichter en-theologe-uit- liefhebberij en Jan-wil- lem van de Velde, Haags componist en muziekle raar. „Want er gebeurt van alles. In wat wij dan Cantate hebben genoemd spelen mensen een toneelrol, wordt gezongen en gespeeld, geimproviseerd, ge danst en geluisterd. Het is in derdaad veel meer dan mu ziek. Bovendien is er bij „Cantate" niet, zoals bij veel muziek in de kerk, sprake van een opvoering. Iedereen kan er aan mee doen, nie mand blijft buiten spel". Boessenkool en Van de Velde kijken met plezier terug naar de grote „happening" waar de Cantate door zo'n achthon derd mensen werd uitgevoerd en beleefd. Dat was tijdens de jubileumbijeenkomst van de Mirjam (r) deelt water en brood uit aan het volk, de deelnemers aan „Cantate" in de Amster damse Dominicuskerk, tijdens de viering van tien jaar Basisbeweging foto: hans kempkes. Basisbeweging, enkele weken terug in Amsterdam. Het verhaal van de uittocht is verdeeld in tien scènes die werden gespeeld door ver schillende groepen: vrouwen groepen, slavengroepen, een „Mozesgroep" en een groep droomuitleggers. Tijdens en tussen de scènes klonken spreekkoren, werden dia's ge toond, liederen en werden licht-en geluideffecten ge bruikt. Kenmerkend voor het stuk is de vrijheid die de deelnemers hebben (improvisatie) en an derzijds zijn er de „spelregels" die gevolgd kunnen worden waardoor de bedoeling van de makers het beste tot haar recht komt. „We hebben ge probeerd het verhaal van de uittocht actueel te laten zijn. Want dat verhaal heeft ook nu nog heel wat te zeggen. Er is immers ook nu veel slaver nij. We zitten gevangen in structuren van arm/rijk, die van het vijanddenken en ie dereen kan zelf nog allerlei „slavernijen" bedenken, van roken tot en met de baan. Voor de uitvoering in Am sterdam hadden plaatselijke basisgroepen bijdragen voor bereid. Zo kwam er een Mo- zes-figuur op die kritische vragen stelde bij al die versla vingen, maar ook een „cap tain of industry" die de belan gen van de westerse indus triële wereld verdedigde". De inhoud van het uittocht verhaal kwam daardoor heel dicht bij de mensen: de groe pen van Voorschoten/Zoeter- meer verbeeldden de tien pla gen van Egypte in actuele mi lieuvraagstukken. De basis groep uit Deventer die deed „verslag" van het proces dat christenen in die plaats door maakten toen ze een Marok kaanse vluchteling opnamen: solidariteit met die man bete kent het uittreden uit het vei lige verzekerde bestaan en dat blijkt vreselijk moeilijk. Passiespel Boessenkool en Van de Velde, beide betrokken bij de basis gemeente Ekklesia Den Haag, hebben veel positieve reacties gehad. De deelnemers in Am sterdam voelden zich met huid en haar betrokken bij dat oude verhaal. Zelfs zo dat ze de Exodus lieten zien: mas saal de kerk uit en het Spui op, de Mozes-figuur achterna. „Onze werkwijze lijkt wel een beetje op het middeleeuwe passie- of kerstspel", vinden de auteurs. „Volks- en kunst toneel waren toen nog niet gescheiden. Je had én de overgeleverde teksten en de improvisatie. In dat laatste konden de mensen hun eigen leven kwijt. Zo gaat het bij ons eigenlijk ook. In „Met Mirjam en Mozes mee" geven we teksten, voorzien van een inhoudelijke, theologische toe lichting. Het gaat er om die oude grondwoorden te laten klinken in hun authentieke betekenis, in de omstandighe den van vandaag. Want dat is voor ons de kern: het je toeëi- genen van het verhaal van toen in het hier en nu. Het moet zó gaan leven dat men sen tot de ervaring komen: het had mij kunnen gebeuren, wat het volk is overkomen. Of: Wat Mozes allemaal tegen God zei om onder zijn op dracht uit te komen, heb ik ook niet heel vaak heel mooie woorden voorhanden om din gen niet te doen? En: durven we de woestijn van onzeker heid wel in te gaan? De Amsterdamse uitvoering was niet de eerste; in kleiner verband werd het werk al di verse keren uitgevoerd. Het werk is namelijk zo opgezet dat het ook met groep van zo'n twintig, vijfentwintig mensen. En „Cantate" kan ook heel goed in één dag wor den ingeoefend en uitgevoerd; het hoeft dus niet zoals voor de Amsterdamse happening, echt langdurig te worden voorbereid. „Het is maar net wat je wilt en wat de omstandigheden zijn. Je kunt als gespreks groep, als actiegroep of als wat dan ook besluiten om ge durende meerdere avonden de Cantate voor te bereiden. Je kunt ook zeggen: als afslui ting van een het gesprekssei- zoen besteden we een dag aan voorbereiding en uitvoering. De ervaring heeft inmiddels wel geleerd dat deze manier van werken gemeenschap sticht. Je bent op een heel in tensieve wijze met elkaar be zig, in vormen die je vaak niet gewend bent. Van de Velde en Boesenkool hebben vage plannen voor een nieuw project, maar zeker is er nog niets. Wat wel zeker is dat hun „Cantate" wordt ervaren als een vernieuwende integratie van liturgie en bij beluitleg. LÜTSEN KOOISTRA (Tekst, toelichting, adviezen, exegese en liederen van „Met Mozes en Mirjam mee" staan gebundeld in Doek „Cantate", uitgave Luyten, Aalsmeer. Prijs ƒ15, -,) Het Katholiek Documentatie Centrum (KDC) in Nijmegen viert maandag zijn twintigja rig bestaan met een bezinning over de journalist in de con fessionele media. Het is duide lijk dat diens rol een ingrij pende verandering heeft on dergaan, niet eens zozeer in de afgelopen twintig jaar waarin het documentatiecen trum actief is geweest als wel veeleer in de direct daaraan voorafgaande periode. Het in stituut is zelf produkt van een voltooide (katholieke) eman cipatie en centrum van vooral (historische) bezinning op het recente katholieke verleden, hetgeen tot uiting komt in de jaarboeken van het KDC. Jan Roes, directeur van het KDC, wijst er echter op dat de taak van zijn instituut niet alleen bedoeld is het verleden zicht baar te maken (dit jaar tot ui ting komend in de uitgave van het eerste van een vijf delen omvattende bibliografie van katholieke periodieken vanaf de Franse tijd; een monnikkenkarwei vanwege de vele lacunes en het slechte beheer van deze vaak in het niet verdwenen bladen), het instituut wil inspelen op actu ele ontwikkelingen in het Ne derlandse rooms-katholicisme. In dat verband heeft Roes ooit gesproken van de gemankeer de emancipatie die hierin tot uiting komt dat tegen de hoopvolle verwachtingen di rect na Vaticanum II in de oorspronkelijke identiteit en rol van katholieken in de sa menleving vrijwel is ver dampt. Het betekent ook dat als gevolg van deze toene mende versmelting van ka tholieken met de hen omrin gende samenleving „de rele vantie terugloopt" van een in stituut als het KDC. Het is hier niet de plaats om op de oorzaken en omstandig heden die tot deze ontwikke lingen geleid hebben verder in te gaan, maar het is zon neklaar dat deze situatie zich ook weerspiegelt in de* confes sie-gebonden journalistiek. De journalist tussen roeping en beroep, luidt het motto waar onder maandag in Nijmegen gediscussieerd zal worden tus sen deskundigen, vooral his torici, en journalisten. Werd katholieke journalistiek ooit als een vorm van apostolaat opgevat, nu zijn haar verte genwoordigers beroepsmen sen die in de eerste plaats wil len inspelen op de behoefte van lezers gebeurtenissen en situaties adequaat te verwoor- Jaarboek Bij gebrek aan een duidelijk toekomstbeeld is het niet ver wonderlijk dat de aandacht in het jaarboek voornamelijk uitgaat naar de tijd dat de ka tholieke pers nog echt katho liek was. Het jaarboek biedt een betrekkelijk willekeurige verzameling hoofdstukken over de geschiedenis van ka tholieke landelijke en regio nale bladen, geschreven door aankomende historici en en kele veteranen uit de journa listiek. De nodige pagina's worden besteed aan die na oorlogse episode van kranten en weekbladen waarin de grote omslag van orthodoxie naar pluriformiteit plaats had. De periode ook waarin er nog volop kansen leken te bestaan voor een nieuwe taakopvat ting, maar waarin menig blad kopje onderging. Twee van die momenten die karakteristiek mogen heten voor de lotgevallen en de richting van de na-oorlogse katholieke pers waren de fu- Jarr Roes. foto. cees verkerk sie van De Tijd en de (Rotter damse) Maasbode in 1959 en het laten vallen door de Volkskrant van de onderkop Katholiek dagblad voor Ne derland in 1965. Over. dat laatste komt de oud-hoofdre dacteur van de Volkskrant, drs. J. van der Pluim, zelf aan het woord in een bijdrage die hij vlak voor zijn plotselinge overlijden vorig jaar voltooi de. De plannen voor het laten vallen van die onderkop be stonden al lange tijd. De in wijding van het nieuwe ge bouw aan de Wibautstraat (met wijwater dus) bleek een mooie aanleiding, aldus Van der Pluim. We wilden laten zien dat we een krant maak ten die ook voor niet-katho- lieken interessant was. Ook al verdween de onder kop, Van der Pluim zei toen dat zijn krant een katholieke krant zou blijven. Er heeft nooit een strategie bestaan om naar een linkse krant toe te werken zoals soms wel is ge suggereerd. Het is volgens hem een kwestie geweest van het benutten van de mogelijk heden -die zich na schrapping van de ondertitel voordeden. En er waren volop journalis tieke mogelijkheden dank zij de ontwikkelingen in de sa menleving. De naar de vak bond overhellende sympathie van de oud KAB-krant bleef in het (eerste) redactiestatuut van 1975 bewaard: (De krant) beoogt de ontwikkelingen te bevorderen die een belofte in houden voor een menswaar diger samenleving, luidt een zinsnede uit dat statuut die in de huidige tijdgeest al weer enigszins gedateerd overkomt. Heel anders verliepen de ont wikkelingen bij de Katholie ke Illustratie waarover een andere hoofdrolspeler schrijft, Herman Pijfers. Hij streefde in de jaren vijftig naar ver breding van de Katholieke Il lustratie dat in zijn soort toon aangevend was, maar met na drukkelijke handhaving van de katholieke identiteit. Het zou er niet van komen en het blad ging in 1969 op in de Nieuwe Revue dat zich radi caal ontdeed van zijn katho lieke verleden. Fusie Dat er andere tijden op til wa ren bleek uit de fusie tussen De Tijd en De Maasbode in 1959. Vóór de oorlog waren zij de twee toonaangevende lan delijke katholieke bladen, maar daarna waren ze enigs zins in de versukkeling ge raakt. De Tijd leek voor De Maasbode de meest aangewe zen fusiepartner. Voor de oor log had De Maasbode gepro beerd tot vier keer toe De Tijd op te kopen die toen veel minder abonnees had dan De Maasbode. Haar reputatie als landelijke krant was groot in commerciële kringen, terwijl De Tijd toch vooral doorging voor een pastoorskrant. De Rotterdamse krant kwam echter totaal berooid uit de oorlog te voorschijn. Niet al leen werd het gebouw en al het materieel van de krant verwoest, ook kreeg ze al in het begin van de oorlog een verschijningsverbod opgelegd. Daar herstelde ze zich nooit van. Toen in 1958 duidelijk was dat er hoe dan ook iets moest gebeuren, is door direc teur Kuipers van de Maasbo de serieus overwogen aanslui ting te zoeken bij Haagse dag blad Het Binnenhof. Een for meel gesprek heeft echter nooit plaats gevonden, zo schrijft H. Vermeulen die het archief van de Maasbode heeft bestudeerd. Samenwer king met De Tijd leek meer voor de hand te liggen en in 1959 sloeg dat nieuws dat con current De Volkskrant naar buiten bracht als een bom in, en haalde ook de wereldpers. Het Franse blad Le Monde meldde in een zesregelig be richt dat „De Maasbode sera absorbé par De Tidj" (De Maasbode zal worden opge slokt door De Tijd) met dat onverwoestbare gallische ta lent voor verhaspeling van Nederlandse namen. De her innering aan de vroegere overnamepogingen van de Maasbode indachtig lachte men bij De Tijd in zijn vuistje, maar dat zou slechts van kor te duur, want nauwelijks een decennium later dienden de rentabiliteitsproblemen zich bij dit dagblad opnieuw in volle omvang aan. PAUL VAN VELTHOVEN De gezegende pers: aspecten van de Nederlandse katholieke persge schiedenis. Jaarboek van het Ka tholiek Documentatiecentrum. Uit gave: Kerckebosch, Zeist. Gerelativeerd optimisme ■fcSEL 10 gul. 10 gul steun an d< geer ;een •n de President Duisenberg van de Nederlandsche Bank minister Ruding van financiën zijn het de afgelopen jai roerend eens geweest over het financieel-economische bel r° dat in ons land moet worden gevoerd. Hamerend op looniiet tiging, waarschuwend tegen een gebrek aan begrotingsdis is ges pline, mopperend over de omvang van de staatsscht n wo vormden zij de gewetensvolle kascommissie van de BV derland. Het gaat momenteel goed met de BV. De economist groei overtreft de stoutste verwachtingen, er wordt stevig ïnvesteerd, de werkgelegenheid stijgt spectaculair. Beide vloedrijke economen geven dit gaarne toe al was maar omdat het hun jarenlange gelijk bevestigt doch kost hun moeite zich los te maken van de rol van bederv der feestvreugde. Ruding is er nu eenmaal de persoon naar om de toeter aan de mond te zetten. Duisenberg dat wat vlotter af. Hij verhaalt in het jongste jaarverslag zijn bank van een succesvol jaar 1988 en schetst een ro perspectief voor 1989 en de periode daarna. Maar hij kan natuurlijk toch niet nalaten enkele relativerende kanttel ningen te plaatsen bij een overwegend zonnige ontwikkelii DUISENBERG maakt zich met name zorgen over de staa m schuld, die nog altijd een te zwaar beslag legt op de rijks! jn groting en op de geldmarkt. In dat opzicht is hij anderm; or r geheel eensgezind met Ruding, die de strijd tegen de natior jne^ le schuldenlast tot eerste prioriteit heeft verheven. Ook en 0 bankpresident maakt duidelijk dat een loongolf, laat sta nj, een loonexplosie, veel zo niet alles ongedaan kan maken v n v0 ih de achterliggende jaren is opgebouwd dank zij de ge: ^er; menlijke inspanning van overheid, werkgevers en vakbar(j0( den. p. v verr De stijging van de loonkosten is ruim achtergebleven bij is de groei van de arbeidsproduktiviteit. Die winst ten opziclèar v van de buitenlandse concurrentie mag ons land pertinent r niet uit handen geven, te meer daar eerder sprake is gewe 'ra^ van een inhaalrace dan van het nemen van een voorsproi matl; Het is het bekende verhaal waartegen weinig is in te brenotoi gen, hoe vervelend het op dit ogenblik bijvoorbeeld de actiputei voerende verpleegkundigen in de oren zal klinken. fsdier l(wa BUITENSPORIGE looneisen in de bedrijven en de ovffl Bui heidssector zouden niet alleen het financieringstekijng doen oplopen en de bedrijfsrendementen in gevaar breng# ge^ maar tevens de inflatiespiraal in beweging brengen. En daap'*le in schuilt volgens Duisenberg thans wellicht het grootste ri|aans co voor onze opgebloeide economie. Hij hoort in de verte nl,w i melijk het inflatiespook reeds zachtjes aan de kettingen ran de t melen. fden fi het TT i. Mo xlET Nederlandse bankwezen heeft de laatste jaren \j Voo ruimhartige kredietverstrekking steeds meer (giraal) geldjirme< omloop# gebracht. Geruime tijd geleden stelde de Nederlangen sche Bank daarom al een „beperkte dijkbewaking" in. V|°rnJ gens afspraak werd de groei van de geldscheppende activitl. van kredietinstellingen aan banden gelegd. Nu is zo'n £p- spraak slechts een zeer voorzichtige en vrijblijvende ingrefend met een uiterst beperkte werking. Op de (inter)nationa dan geldmarkt staan te veel kramen waarover zelfs marktm€Fr ke ster Duisenberg geen zeggenschap heeft. Het geldvolumer vo dan ook blijven uitdijen, en daarmee is een voedingsbodeLee ontstaan voor inflatie, een verschijnsel dat in ons land bij^r Z] leek uitgebannen. vrac oud DUISENBERG overweegt nu hardere maatregelen. HjBet dichtdraaien van de geldkraan betekent een stijging van (jen l rentetarieven. Dat heeft vervelende neveneffecten, maar gi als zien de tekenen van oververhitting die onze economie begiet N te vertonen is enige afkoeling misschien niet eens zo slech Het is in elk geval te verkiezen boven een aanwakkerende!* inflatie, die een verwoestende loon- en prijsspiraal in we* king kan zetten en de herwonnen concurrentiekracht v«J~1J onze economie kan ondermijnen. Het is een geruststellend^ gedachte dat Duisenberg waakzaam blijft, en temidden vauct€ al het economisch optimisme de inflatiegeest niet uit de flfrt wenst te laten. jn r Zonnige perioden DE BILT (KNMI) Een rug van hogedruk strekt zich over de Britse Eilanden naar de Noordzee uit. Het trekt naar het oosten en bepaalt het weer vandaag. In de nabijheid van deze rug kunnen we een flin ke zonnige dag tegemoet zien. Veel bewolking ontwikkeld zich niet. Na een koude nacht loopt de temperatuur morgen op tot 10 graden aan de kust en tot zo'n 12 graden in het binnenland. Dat zijn enkele graden te wei nig voor dit jaargetijde, maar een prettige bijkomstigheid is dat de wind zwak en veran derlijk blijft. Met al een zonni ge dag met weinig wind en geen neerslag, waarbij regen- gebieden ver van ons verwij derd blijven. Een bevindt er zich boven Ierland, de ander moeten we boven Oost-Europa zoeken. Weersvooruitzichten voor di verse Europese landen, mede gedeeld door het KNMI, geldig voor morgen en maandag: Benelux: Perioden met zon, maar in Belgie en Luxemburg maandag wolkenvelden en een kleine kans op wat motre gen. Middagtemperatuur onge veer 15 graden. Zuid-Skandinavië en Dene marken: Perioden met zon en droog. Middagtemperatuur ca.12 graden. Groot-Brittanië: Morgen veel bewolking en af en toe regen, maandag opklaringen en op de meeste plaatsen droog. Mid dagtemperatuur ca. 14 graden. Duitsland: Perioden met zon en droog. Middagtemperatuur ca. 15 graden. Frankrijk: Perioden met zon en op de meeste plaatsen droog. Middagtemperatuur van 13 graden in het noorden Alpenlanden en Noord-Italit afj Perioden met zon en op meeste plaatsen droog. Miiaa^. dagtemperatuur ongeveer L pp graden. Lee Midden- en Zuid-Italië: Wissl1 lend bewolkt en vooral m„prst< gen enkele regen- of onween°es buien. MiddagtemperatuiPme ca. 18 graden. N ZL Spanje: Perioden met zo|uut maar in het uiterste noordejde ook wolkenvelden. Droofotei Middagtemperatuur van ongfaarc veer 18 graden in het noorde[er tot ruim 25 graden in het zi inko Hen gen-of onweersbuien. Middag temperatuur ongeveer 17 grit" WEERRAPPORT HEDENMORGEN Waer Max M Amsterdam onbew 11

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1989 | | pagina 2