Hoe de baron en barones
het Oranjehuis bewonderen
Koninginnedag vieren met de ziel onder de arm
Onderscheidingen blijven altijd handwerk
Leidse Courant: voor meer dan nieuws alleen. Een krant voor u!
ÏINNENLAND/SPORT
DEN HAAG Een beetje oneerbiedig misschien,
maar wat zou dat mooi zijn. Prinses Juliana naar de
heksen waag te Oudewater teneinde voor het oog
_ans het volk haar gewicht te laten vaststellen,
waarna dit gewicht in de vorm van goud en edelge
steente onder het volk wordt verdeeld. Helemaal
onzin is de gedachte bovendien niet. De Aga Khan
placht jaarlijks een dergelijke geste te stellen en
slechts zijn dood in 1957 kon een streep zetten onder
zoveel vrijgevigheid. Deze Aga Khan, leider van
ismaïlitische sekte met vooral in Pakistan een
miljoenenaanhang, baarde bij zijn leven opzien door
zich te laten fotograferen aan de zijde van Rita Hay-
worth en andere, in wulps bochtenwerk vergelijk
bare filmgodinnen. Maar de meeste opzien baarde
hij door zich te laten fotograferen terwijl hij in vol
ornaat op een bascule plaats nam, niet Jn het minst
bekommerd over de vraag hoeveel e>
goud zijn lustige levenswandel met bijbehorende
trollen hem nu weer zou gaan kosten.
Nou ja, zo'n Aga Khan is natuurlijk géén vergelij
king. Juliana, die moedert over een totaal verschil
lend volk en 's lands wijs 's lands eer. Een beetje op
QsidsaQowtxvnt
VRIJDAG 28 APRIL 1989 PAGINA 9
z'n kruideniers dus. Zuinig. Een vorm van vrijge
vigheid die budgettair neutraal is. Geen cadeaus
voor haar op haar tachtigste verjaardag, nee, „het
liefst zou ik zien", zei ze op de televisie, „dat de har
telijkheid die mij altijd ten deel is gevallen, nu
wordt gericht op anderen". Hier klinkt het bijbel
woord dat geven zaliger is dan ontvangen, maar wel
op z'n Hollands uitgelegd, door namelijk het geven
te delegeren aan degenen van wie ontvangen zou
worden. De kerken waren de eerste die het snapten.
Koud was de voormalige vorstin uitgesproken of ze
deden, te Driebergen in vergadering bijeen, de vol
gende oproep uitgaan: „Breng de cadeaus en giften
voor prinses Juliana naar uw plaatselijke bedehuis
met het verzoek om deze ten goede te laten komen
aan asielzoekers". Nou, toen was het hek natuurlijk
van de dam. „In naam van Oranje, doe open de por
temonnee", luidde alom het parool. Meer meepik-
kers waren er dan er graantjes mee te pikken wa
ren, logisch, want prinses Juliana was vergeten dat
haar plannetje pas kans van slagen heeft wanneer
de Postbank een manier heeft uitgevonden om een
zelfgebakken krentenwegge te gireren.
Een rare dag evengoed, deze koninginnedag 1989.
Hoeveel Nederlanders zouden er rondlopen met
hun ziel onder de arm? Laat deze regels opgedragen
zijn aan hen. Nee, niet aan gravin M.H. van Lim
burg Stirum-Hoefft van Velsen. Ook zij gaat gebukt
onder de wens' van Juliana om voortaan gevrij
waard te blijven van hartelijkheid, het is waar,
maar bij haar is er sprake van een soort bedrijfsrisi
co; zij heeft als oprichtster en voorzitster van de
Haagse Oranjevereniging Oranje Hofstad' de liefde
voor het vorstenhuis tot professie verheven en moet
bijgevolg een tegenslag als deze kunnen incasseren.
Haar publieke sputteren van „wie zijn wij dat onze
hartelijkheid niet langer gewenst is?", verdient geen
medeleven. Ook bij de beste bakker rijst het deeg
wel eens minder dan hij zou hebben gewild.
Medeleven, dat verdienen de anonieme velen van
wie mevrouw A.v.d.Heide-Hulzenga uit Heeg de
verpersoonlijking is. „Op een dag toen onze konin
gin Juliana jarig was", aldus haar relaas, „stelde ik
voor om haar een kaart te sturen. Onze kinderen
zeiden toen, ik hoor het ze nog zeggen: maar moe
der, de koningin kun je toch niet zomaar een prent
briefkaart sturen? Ik zei: we doen daar niets ver
keerds mee. En zo is het eerst met een kaart begon
nen. Later stuurde ik de koningin en prins met hun
verjaardag en ook nu nog een cadeautje, bij
voorbeeld: Friese drabbelkoeken, dümkes, kruid
koek, kaas, Wilhelmina-pepermunt, gedichtbundels
enzovoort. Toen de prinsessen trouwden, ging er
een gelukwens heen, in blijde en in droeve dagen
gaat er bericht heen".
Men vindt deze ontboezeming in het Nationaal
Foto-album dat Mies Bouwman, die andere moeder
des vaderlands, samenstelde toen prinses Juliana 75
werd. Ach heden, wat haar blijkens dit bladerboek
in de loop der jaren is toegestopt. Een kistje met
vier doosjes aardbeien. Een pony wagen. Een zelf ge
klost kanten tafelkleed. Een afgietsel van de Beerse
Overlaat. Een kaas-uienstokbrood. Een reddings
boei. Een poppenkast. En steevast eindigt de bijbe
horende ontboezeming met „het was een dag om
nooit te vergeten" of wat voelden we ons trots en
gelukkig". Mevrouw H. Oostra-van Hemert uit
Genderen: „Als de dag van gisteren kan ik me alles
nog herinneren. M'n zus bood een Edammer kaas
aan en de jongste van de twee zei tegen de prinses:
hier, en gaf haar snijbloemen uit de tuin". Mevrouw
M. Eikelenboom uit Haarlem: „En daar stond ze:
een vrouw die bijna alle bekenden van de wereld
heeft gezien, onze oude koningin over wie zoveel
boeken zijn geschreven. Twee a drie seconden had
ik haar voor mijzelf. Toen gaf ik haar de bloemen
Aan dezulken worden deze regels opgedragen. Zij
kunnen, koninginnedag 1989 vierend met hun ziel
onder de arm, wat hartelijkheid gebruiken.
PIET SNOEREN
BEESD Als het 'meest
bittere moment' in zijn
relatie met het koninklijk
huis herinnert mr. Otto
Willem Arnold baron
Van Verschuer (roep
naam Otto) zich het inci
dent tijdens de inhuldi
ging van Beatrix.
Onder het verheven oog van
een in olieverf vereeuwigde
voorvader ontsteekt de baron
in het royale werkvertrek
van zijn sinds 1723 („onge
schonden") in de familie ge
bleven landgoed een verse si
gaar en vertelt: „Ik maakte
die plechtige inhuldiging mee
als lid van de Raad van State.
We gingen die dag met auto's
van buiten Amsterdam naar
het paleis op de Dam. We re
den dwars door de stad. Op
een gegeven moment zag je
van weerskanten mensen op
auto's aansturen. En het
Baron en barones Van Verschuer vieren
Koninginnedag op hun schitterende landgoed
Mariënwaard bij Beesd op de Betuwe. Zonder
oranjebitter, maar met uitgesproken bewondering
voor Beatrix, de regerende vorstin. De baron,
voormalig Gelders gedeputeerde en ex-voorzitter
van de CHU, is een trouwe Oranjeklant. Wat ook
weer niet betekent dat Willem-Alexander er in
zijn ogen goed aan doet een meisje-uit-het-volk tot
de troon te verheffen. Ook de barones heeft daar zo
haar twijfels over. Een interview met twee
mensen uit de adel, een uitstervend ras.
dat
file
stilstonden, een aantal auto's
met lekke banden en een aan
tal met rooie verf d'r over
heen. Een heel vervelende er
varing. Een dieptepunt".
Zijn gezicht blijft nog even op
afschuw staan: „Eenmaal in
de Nieuwe Kerk zat ik met
m'n rug tegen de Dam an,
za'k maar zeggen, en dan
hoorde je tijdens die hele
plechtigheid dat opkomende
lawaai van dat volksoproer".
Barones Catrien van Ver
schuer, geboren Van Sminia
(„Friese adel"), een ranke,
hoogbenige dame met klare
blik en melodieuze zinnen,
heeft die benarde momenten
in de Oranje-historie ook
meegemaakt. Op de canapé
gezeten, haar echtgenoot flan
kerend, merkt ze op: „Het
was net als in de Gijsbrecht
van Aemstel. Ze zijn al bij de
Magere Brug, werd er gefluis
terd. Zoiets onwerkelijks".
Ze griezelen beiden nog even
na. Voor de baron wordt de
situatie later die dag nog
angstwekkender als het mor
rend volk hem en nog een
stuk of wat hoogwaardig
heidsbekleders opsluit in het
koninklijk paleis. „We had
den onze opwachting bij Bea
trix gemaakt en na afloop
zouden we voor een gezellig
samenzijn naar het Concert
gebouw, waar mijn vrouw in
middels al was. Maar we kon
den onmogelijk weg. We za
ten gewoon gevangen. Uitein
delijk zijn we in een bus ont
snapt. We hadden echt het
idee: dit zou het einde kunnen
betekenen van de monarchie
en de democratiè in Neder-
De baron huivert nog als hij denkt aan die dag in Amsterdam toen Beatrix werd ingehuldigd.
land. Het was heel macaber".
Ongelijk
Het doet de baron deugd dat
hij ongelijk heeft gehad. De
der Wilhelmina maar ook
Beatrix omarmd. „Ja",
beaamt de barones enigszins
verwonderd „alle opstand,
alle weerzin van toen, is weg
geëbd eigenlijk". Nog sterker,
Beatrix is inmiddels razend
populair, benadrukt haar
echtgenoot. En hij wijst fijn
tjes op de spontane zoen-uit-
het-volk die de vorstin een
jaar geleden ten deel viel, no-
tabene in datzelfde Amster
dam waar eertijds de republi
keinse haan opstand kraaide.
Hoe verklaren zij die popula
riteit van de vorstin?
De barones zegt wat aarze
lend: „Moeilijk te zeggen.
Hoewel Beatrix aan de ene
kant wel de majesteit blijft en
aan zekere vormen vast wil
houen denk ik dat ze aan de
andere kant door haar ontzet
tende harde werken en haar
kennis van zaken heel veel
respect heeft afgedwongen".
Juliana was geliefd en Beatrix
wordt gerespecteerd en be
wonderd? Nee, dat gaat de ba
ron iets te ver. „Dat vind ik
niet aardig tegenover Beatrix,
dat ze niet geliefd zou zijn.
Zeker, van Juliana zeg ik: ze
had m'n moeder kunnen zijn,
ze roept allerlei gevoelens op
van warmte en liefde. Beatrix
vult haar koningschap in door
haar enorme uitstraling, haar
kennis van zaken en
door op de goeie momenten
datgene te zeggen waar het op
aankomt. Ik wijs u op haar
laatste kersttoespraak over
het milieu. Dat was toch
prachtig!".
Zoals zij het kabinet op de
vingers tikte, nadat ze eerder
in de troonrede had moeten
vertellen dat Nederland al
weer bijna schoon was?
„Ja. Ze is natuurlijk de best
geïnformeerde vrouw'in Ne
derland. Bij Beatrix komen in
een continue lijn allerlei gege
vens, informatie en ervarin
gen bij elkaar en die gebruikt
ze op een constitutionele ma
nier. Met die kersttoespraak
tilde ze een problematiek op
een niveau zoals zij kan doen.
Het goeie is natuurlijk, dat
FOTO'S: PERS UNIE
hebben we ook vorig jaar ge
zien op die televisiefilm met
haar, dat zij heel nadrukkelijk
het evenwicht aangeeft tussen
de verschillende facetten van
de samenleving. Ze dirigeert
het harmonieorkest van de
Nederlandse samenleving".
President
Was Nederland een republiek,
dan zouden we Beatrix zonder
meer als president kiezen?
„Ongetwijfeld, ja, ja", vallen
beiden van harte bij. De ba
ron: „Beatrix is echt een hele
sterke bestuurder. Een hele
sterke bestuurder. Ze zou ook
een hele goeie burgemeester
van Amsterdam kunnen zijn.
En dan haar plichtsgetrouw
heid: waar ze ook komt, en ze
zal best 's een keer een baai-
De baron Van Verschuer beschikt over een immense en kostbare verzameling tinnen soldaatjes.
dag hebben, ze doet alsof de
wereld pas begonnen is bij het
bezoek dat ze nu op dit mo
ment brengt aan de mensen
die ze op dit moment ontmoet.
Er zijn nauwelijks momenten
waarvan je kunt zeggen: nou
kun je echt zien dat ze er
schoon genoeg van heeft en
dat ze denkt: zat ik maar rus
tig ergens een kopje thee te
drinken achter de warme ka
chel".
In dit verband vindt de baron
de meest interessante vraag
voor de toekomst of wij in
Nederland zo gewend zijn aan
een koningin dat we moeite
zullen hebben met een koning
op de troon. Met lichte ironie
zegt de barones: „Ik snap niet
hoe je dit durft te zeggen voor
de courant, maar ik dacht
daar ook al aan. Ik vroeg me
af: is het niet eigenlijk echt
een baan voor een vrouw?".
„Wij spraken laatst iemand",
neemt de baron na een lange
trek aan zijn sigaar het over,
„en iemand die tot enig oor
delen bevoegd is, ja, zegt-ie,
dat is nou typisch een baan
voor een vrouw. Ik denk dat
dat best begrijpelijk is en dat
een heleboel mensen in het
land er ook zo over denken".
Zijn vrouw vindt die uit
spraak niet echt iets voor de
publiciteit. Een lichte vorm
van majesteitsschennis?
„Nee," lacht ze, „maar ik vind
het een beetje zielig voor Wil-
lem-Alexander". En voorzich
tig: „Zal een man in staat zijn
aan zijn positie als constitutio
neel monarch, waarbij je toch
niet zo verschrikkelijk veel
meer te vertellen hebt, toch
inhoud te geven? Ik weet niet
of een man daartoe in staat is.
Mentaal bedoel ik. Omdat hij
tenslotte maar heel weinig
macht en invloed heeft uit
eindelijk hè. Of hem dat niet
gaat vervelen of zo".
Het heeft er alle schijn van
dat prins Willem-Alexander
met een mooie Amsterdamse
studente vrijt. Wat vinden de
twee van een meisje-uit-het-
volk op de troon?
De baron gaat er eens goed
voor zitten: „Hoe gewoon en
hoe normaal, met de benen op
de grond, tussen de bevolking
in, de vorst ook moet leven en
zijn, hij moet toch iets uitstra
len van de mystiek van dat
koningschap. Het valt me al
tijd op, als je de koningin er
gens ziet, dan zeg je: nou ja,
het is een gewoon mens als
alle anderen, maar ze straalt
toch iets koninklijks uit, za'k
maar zeggen. Zoals dat ook
gemanifesteerd wordt door de
gouwen koets op Prinsjesdag
en vroeger het défilé van de
bevolking langs Soestdijk, met
de hele koninklijke famieje
op 't bordes. Het enige gevaar
van het verburgerlijken van
het koningschap, laa'k 't dan
zo maar zeggen hè, en het
trouwen met iemand uit het
gewone volk, is dat er iets van
die mystiek van het koning
schap verloren dreigt te gaan.
Dat zou het begin van 't einde
kunnen zijn". Bezwerend
zwaaiend met zijn sigaar: „Er
moet enige afstand denk ik
blijven. Het wordt anders te
gewoontjes".
Wat is de mening van de ba-
„Weet u, ik ben zo bang dat
zo'n meisje het zó prachtig
vindt, maar zich toch een
beetje moeilijk in die rol zal
bewegen. Als je er helemaal
niet in opgevoed bent". Ze
valt even stil met een zorgelij
ke blik. „Ach, maar lieve
kind", troost haar echtgenoot,
„ze krijgt zeker nog twintig
jaar de tijd om zich voor te
bereiden".
De barones wil vooral niets
ten nadele van 'het lieve
kind' zeggen. „Ik vind het een
ontzettend aardig meisje, wat
ik zo van d'r lees en wat het
kind doet en wat ze presteert.
En ik vind dat d'r gezicht er
heel levendig en aardig uit
ziet. Dus het gaat niet om
haar persoonlijk, helemaal
niet. Daar gaat het niet om",
zegt zij. „Even in het alge
meen: iedereen moet eigenlijk
een beetje in z'n eigen kring
trouwen, want anders krijg je
al gauw problemen en toe
standen. Als boeren niet met
boeren trouwen, dat geeft
problemen, cveral".
Zijn hun eigen kinderen in
adellijke kring getrouwd?
„Nee, en daar hebben we ook
nooit een punt van gemaakt",
lacht hij. „Van onze vijf kin
deren zijn er drie getrouwd
en geen van allen met adel.
Wel met goeie partners in de
ware zin van het woord. En
dat is voor ons en hen het eni
ge wat telde. Ze zaten en zit
ten ook niet op een prins of
prinses te wachten".
Hoe is het eigenlijk gesteld
met de vroegere heerlijkhe
den van de adel?
Bij de baron wordt nu een ge
voelige snaar geraakt. „De
adel", zegt hij met enig
aplomb, „is de meest gediscri
mineerde groep in Neder
land". Voor een carrière is
een adellijke titel eerder een
barrière dan een voordeel, be
toogt hij. „Als ik ergens kom
waar ik vind dat ik officieel
ben, noem ik de titel. Maar
onze zoon in Friesland staat
in het kerkblaadje gewoon als
dominee Van Verschuer. Ik
zou het op dit moment hele
maal niet zo erg vinden als ze
zouden zeggen: doe die adellij
ke titels maar weg. Want als
het een nadeel gaat wor
den
Hij blaast wat rook weg,
neemt een korte pauze en
zegt: „Wat ik wèl jammer
vind, en dat is de enige kri
tiek die ik op dit moment op
ons koningshuis uit, is dat ze
sinds tientallen jaren de hele
adeldom hebben laten verpie
teren door geen nieuwe adel
te creëren. De enige adellijke
titel die ze gegeven hebben is
aan de kinderen van Pieter
van Vollenhoven". Er klinkt
onmiskenbare afschuw door
in de laatste woorden, maar
hij wil er niet over uitwijden.
„Die ontwikkeling brengt ons
natuurlijk steeds meer in een
soort exclusiviteit van een uit
stervend ras. Het zou veel
normaler en juister geweest
zijn als in Nederland ook de
adeldom opnieuw verleend
werd".
HOMME KROL
VERWACHTING OP 'S RIJKS MUNT:
UTRECHT Het regende
vandaag weer lintjes in ons
land. Burgemeesters, commis
sarissen der koningin en mi
nisters waren massaal in de
weer om zo'n 2500 Nederland
se burgers de orde- en ereteke
nen op te spelden. Van Ridder
in de Orde van de Nederlandse
Leeuw tot de eremedaille in
brons.
Achter de dikke, zwaar bevei
ligde muren van 's Rijks Munt
aan de Leidseweg in Utrecht
werken negen mensen in de
aparte afdeling 'onderscheidin
gen' het gehele jaar door om de
eretekenen op tijd klaar te
hebben. Elders in het gebouw
spuwt de geldpers vijfhonderd
stuivers per minuut uit.
Automatisering is uit den boze.
Geheel in stijl met de voor
naamheid en de traditie van
het produkt worden de onder
scheidingen van begin tot eind
handmatig gemaakt. Nog bijna
net zoals in 1815, toen de eerste
Ridderorde bij wet werd inge
steld. Vakmanschap is mees
terschap: de spaarzame machi
nes die het handwerk verlich
ten, ademen de degelijkheid en
het vernuft van het begin van
deze eeuw. Het lokaal waarin
zich alles afspeelt, lijkt op de
oude ambachtschool. Hoge ra
men, kale muren, lange werk
banken. Vito Ferro is bezig een
officierskruis te slijpen. De
scherpe randjes moeten eraf.
Vijftien jaar geleden is hij bij
de Munt in dienst gekomen.
Daarvoor was hij zeeman. „Ik
heb het vak hier geleerd van
mijn collega's, door te kijken
en hen te vragen het me voor
te doen".
Kostprijs
Ferro weet zeker dat het ma
ken van onderscheidingen al
tijd handwerk zal blijven. Een
officierskruis bijvoorbeeld be
staat zeker uit vijftien onder
deeltjes die minutieus met
smeedwerk en door middel
van scharniertjes in elkaar
worden gezet. In het maken
van één kruis zit negen tot tien
uur werk. De kostprijs van
zo'n onderscheiding ligt rond
de vijfhonderd gulden, zegt
Andries van Lunteren, hoofd
van de afdeling vormgeving.
Vito Ferro en zijn twee colle
ga's D. Boom en G. van Eist
hebben zich vooral gespeciali
seerd in het emailleren en as
sembleren van de onderschei
dingstekenen. Een eindje ver
derop maken zes mensen de
verschillende onderdeeltjes.
Dat zijn de edelsmeden. De
medailles worden geslagen,
maar de kruizen worden eerst
door een machine geponst en
dan verder met de hand afge
werkt. De lintjes die aan de
eretekenen vastzitten, zijn een
hoofdstuk apart. Het maken
daarvan is als thuiswerk door
's Rijks Munt uitbesteed aan
drie vrouwen. Margo Bos,
hoofd marketing, vertelt dat de
lintjes worden gemaakt van
zeer speciale zijde. Die wordt
in Tollen betrokken van de
Franse firma Neyret Frères
cie in Saint Etienne. „Als de
rupsen van Neyret weer eens
aan het werk moeten", lacht
Bos. Vorig jaar heeft 's Rijks
Munt 7075 orde- en eretekenen
gemaakt. Want behalve op 30
april worden zeker net zoveel
Nederlanders door het gehele
jaar heen gedecoreerd voor
moed, trouw of verdienste.
Veertig jaar trouwe dienst le
vert in de meeste gevallen toch
wel een eremedaille in zilver
op. In april al krijgt 's Rijks
Munt van de Kanselarij der
Nederlandse Orden in Den
Haag te horen hoeveel onder
scheidingen er voor het vol
gend jaar gemaakt moeten
worden. Vorig jaar was het
echter pas oktober voordat de
kanselier zijn bestelling deed.
Van Lunteren: „Dat had moge
lijk te maken met de onzeker
heid over het voortbestaan van
het huidige systeem van on
derscheidingen".
Al vanaf het begin van de ja
ren zestig is er een discussie
gaande over een herziening
van het decoratiestelsel. De
eerste voorstellen dateren van
1964. Inmiddels heeft een nieu
we wet alle politieke organen
gepasseerd en wordt er ge
werkt aan wijzigingsvoorstel
len. „Voorlopig trekken we ons
daar nog niets van aan", zegt
mevrouw P. Brens van de
Kanselarij. „Als het anders
wordt dan horen wij dat wel.
Wij moeten ervoor zorgen dat
er voldoende voorraad is. Zo
lang de wet niet is goedge
keurd, doen we dat dan ook".
De Kanselarij voert het beheer
over de orde- en eretekenen.
Daar komen de aanvragen, via
de kabinetten van burgemees-
teries binnen en worden dan
administratief verwerkt. De
Kanselarij zorgt er ook voor
dat de onderscheidingen weer
terug komen bij de staat, wan
neer iemand is overleden. Ook
die onderscheidingen gaan
weer naar 's Rijks Munt, waar
ze worden schoongemaakt en
zo nodig hersteld. Dan kunnen
ze weer aan iemand anders
worden uitgereikt. „Maar in de
praktijk worden ze echter na
overlijden lang niet altijd weer
ingeleverd", meent Margo Bos.
„Want dan zouden we er veel
meer moeten terugkrijgen".
Ook penningen
Van Lunteren gaat er niet van
uit dat een nieuw decoraties
telsel veel zal veranderen aan
het werk van zijn afdeling. Bo
vendien is de afdeling niet al
leen van de onderscheidingen
afhankelijk. Bij de Munt, waar
in totaal honderd mensen wer
ken, worden ook penningen en
medailles voor bedrijven en
particulieren gemaakt. Voor
beelden zijn de erepenning die
de TROS laat maken van zijn
medewerkers, de penning die
Rolde in 1987 liet slaan bij ge
legenheid van het 800-jarig ju
bileum en de hondepenning
van Amsterdam. Het jongste
voorbeeld is de gedenkpenning
die wordt uitgegeven ter gele
genheid van de tachtigste ver
jaardag van prinses Juliana.
Volgens Van Lunteren en Bos
is ook de produktie van specia
le munten en dukaten de laat
ste tijd toegenomen als gevolg
van een actiever marketing
beleid. Via de nieuwe brochure
'Muntpers' worden liefhebbers
op de hoogte gehouden van
uitgiften. „We moeten
De Kanselarij
der
Nederlandse
Orden in Den
Haag maakt na
overlijden
teruggezonden
onder
scheidingen
schoon en
herstelt ze
zonodig. Dan
kunnen ze
weer aan
iemand anders
worden
uitgereikt.
FOTO: ANP
zorgen dat we zoveel mogelijk
opdrachten krijgen om aan het
werk te blijvenWant ook 's
Rijks Munt hangt een privati
sering boven het hoofd, het
geen dan vaak gepaard gaat
met reorganisatie en ver door
gevoerde automatisering. Dat
zou wel eens kunhen inhouden
dat het Ridderkruis niet meer
die persoonlijke aandacht
krijgt, die het nu geniet.
HENK VAN DEN BOOM