Hoe de baron en barones het Oranjehuis bewonderen Koninginnedag vieren met de ziel onder de arm Onderscheidingen blijven altijd handwerk Leidse Courant: voor meer dan nieuws alleen. Een krant voor u! ÏINNENLAND/SPORT DEN HAAG Een beetje oneerbiedig misschien, maar wat zou dat mooi zijn. Prinses Juliana naar de heksen waag te Oudewater teneinde voor het oog _ans het volk haar gewicht te laten vaststellen, waarna dit gewicht in de vorm van goud en edelge steente onder het volk wordt verdeeld. Helemaal onzin is de gedachte bovendien niet. De Aga Khan placht jaarlijks een dergelijke geste te stellen en slechts zijn dood in 1957 kon een streep zetten onder zoveel vrijgevigheid. Deze Aga Khan, leider van ismaïlitische sekte met vooral in Pakistan een miljoenenaanhang, baarde bij zijn leven opzien door zich te laten fotograferen aan de zijde van Rita Hay- worth en andere, in wulps bochtenwerk vergelijk bare filmgodinnen. Maar de meeste opzien baarde hij door zich te laten fotograferen terwijl hij in vol ornaat op een bascule plaats nam, niet Jn het minst bekommerd over de vraag hoeveel e> goud zijn lustige levenswandel met bijbehorende trollen hem nu weer zou gaan kosten. Nou ja, zo'n Aga Khan is natuurlijk géén vergelij king. Juliana, die moedert over een totaal verschil lend volk en 's lands wijs 's lands eer. Een beetje op QsidsaQowtxvnt VRIJDAG 28 APRIL 1989 PAGINA 9 z'n kruideniers dus. Zuinig. Een vorm van vrijge vigheid die budgettair neutraal is. Geen cadeaus voor haar op haar tachtigste verjaardag, nee, „het liefst zou ik zien", zei ze op de televisie, „dat de har telijkheid die mij altijd ten deel is gevallen, nu wordt gericht op anderen". Hier klinkt het bijbel woord dat geven zaliger is dan ontvangen, maar wel op z'n Hollands uitgelegd, door namelijk het geven te delegeren aan degenen van wie ontvangen zou worden. De kerken waren de eerste die het snapten. Koud was de voormalige vorstin uitgesproken of ze deden, te Driebergen in vergadering bijeen, de vol gende oproep uitgaan: „Breng de cadeaus en giften voor prinses Juliana naar uw plaatselijke bedehuis met het verzoek om deze ten goede te laten komen aan asielzoekers". Nou, toen was het hek natuurlijk van de dam. „In naam van Oranje, doe open de por temonnee", luidde alom het parool. Meer meepik- kers waren er dan er graantjes mee te pikken wa ren, logisch, want prinses Juliana was vergeten dat haar plannetje pas kans van slagen heeft wanneer de Postbank een manier heeft uitgevonden om een zelfgebakken krentenwegge te gireren. Een rare dag evengoed, deze koninginnedag 1989. Hoeveel Nederlanders zouden er rondlopen met hun ziel onder de arm? Laat deze regels opgedragen zijn aan hen. Nee, niet aan gravin M.H. van Lim burg Stirum-Hoefft van Velsen. Ook zij gaat gebukt onder de wens' van Juliana om voortaan gevrij waard te blijven van hartelijkheid, het is waar, maar bij haar is er sprake van een soort bedrijfsrisi co; zij heeft als oprichtster en voorzitster van de Haagse Oranjevereniging Oranje Hofstad' de liefde voor het vorstenhuis tot professie verheven en moet bijgevolg een tegenslag als deze kunnen incasseren. Haar publieke sputteren van „wie zijn wij dat onze hartelijkheid niet langer gewenst is?", verdient geen medeleven. Ook bij de beste bakker rijst het deeg wel eens minder dan hij zou hebben gewild. Medeleven, dat verdienen de anonieme velen van wie mevrouw A.v.d.Heide-Hulzenga uit Heeg de verpersoonlijking is. „Op een dag toen onze konin gin Juliana jarig was", aldus haar relaas, „stelde ik voor om haar een kaart te sturen. Onze kinderen zeiden toen, ik hoor het ze nog zeggen: maar moe der, de koningin kun je toch niet zomaar een prent briefkaart sturen? Ik zei: we doen daar niets ver keerds mee. En zo is het eerst met een kaart begon nen. Later stuurde ik de koningin en prins met hun verjaardag en ook nu nog een cadeautje, bij voorbeeld: Friese drabbelkoeken, dümkes, kruid koek, kaas, Wilhelmina-pepermunt, gedichtbundels enzovoort. Toen de prinsessen trouwden, ging er een gelukwens heen, in blijde en in droeve dagen gaat er bericht heen". Men vindt deze ontboezeming in het Nationaal Foto-album dat Mies Bouwman, die andere moeder des vaderlands, samenstelde toen prinses Juliana 75 werd. Ach heden, wat haar blijkens dit bladerboek in de loop der jaren is toegestopt. Een kistje met vier doosjes aardbeien. Een pony wagen. Een zelf ge klost kanten tafelkleed. Een afgietsel van de Beerse Overlaat. Een kaas-uienstokbrood. Een reddings boei. Een poppenkast. En steevast eindigt de bijbe horende ontboezeming met „het was een dag om nooit te vergeten" of wat voelden we ons trots en gelukkig". Mevrouw H. Oostra-van Hemert uit Genderen: „Als de dag van gisteren kan ik me alles nog herinneren. M'n zus bood een Edammer kaas aan en de jongste van de twee zei tegen de prinses: hier, en gaf haar snijbloemen uit de tuin". Mevrouw M. Eikelenboom uit Haarlem: „En daar stond ze: een vrouw die bijna alle bekenden van de wereld heeft gezien, onze oude koningin over wie zoveel boeken zijn geschreven. Twee a drie seconden had ik haar voor mijzelf. Toen gaf ik haar de bloemen Aan dezulken worden deze regels opgedragen. Zij kunnen, koninginnedag 1989 vierend met hun ziel onder de arm, wat hartelijkheid gebruiken. PIET SNOEREN BEESD Als het 'meest bittere moment' in zijn relatie met het koninklijk huis herinnert mr. Otto Willem Arnold baron Van Verschuer (roep naam Otto) zich het inci dent tijdens de inhuldi ging van Beatrix. Onder het verheven oog van een in olieverf vereeuwigde voorvader ontsteekt de baron in het royale werkvertrek van zijn sinds 1723 („onge schonden") in de familie ge bleven landgoed een verse si gaar en vertelt: „Ik maakte die plechtige inhuldiging mee als lid van de Raad van State. We gingen die dag met auto's van buiten Amsterdam naar het paleis op de Dam. We re den dwars door de stad. Op een gegeven moment zag je van weerskanten mensen op auto's aansturen. En het Baron en barones Van Verschuer vieren Koninginnedag op hun schitterende landgoed Mariënwaard bij Beesd op de Betuwe. Zonder oranjebitter, maar met uitgesproken bewondering voor Beatrix, de regerende vorstin. De baron, voormalig Gelders gedeputeerde en ex-voorzitter van de CHU, is een trouwe Oranjeklant. Wat ook weer niet betekent dat Willem-Alexander er in zijn ogen goed aan doet een meisje-uit-het-volk tot de troon te verheffen. Ook de barones heeft daar zo haar twijfels over. Een interview met twee mensen uit de adel, een uitstervend ras. dat file stilstonden, een aantal auto's met lekke banden en een aan tal met rooie verf d'r over heen. Een heel vervelende er varing. Een dieptepunt". Zijn gezicht blijft nog even op afschuw staan: „Eenmaal in de Nieuwe Kerk zat ik met m'n rug tegen de Dam an, za'k maar zeggen, en dan hoorde je tijdens die hele plechtigheid dat opkomende lawaai van dat volksoproer". Barones Catrien van Ver schuer, geboren Van Sminia („Friese adel"), een ranke, hoogbenige dame met klare blik en melodieuze zinnen, heeft die benarde momenten in de Oranje-historie ook meegemaakt. Op de canapé gezeten, haar echtgenoot flan kerend, merkt ze op: „Het was net als in de Gijsbrecht van Aemstel. Ze zijn al bij de Magere Brug, werd er gefluis terd. Zoiets onwerkelijks". Ze griezelen beiden nog even na. Voor de baron wordt de situatie later die dag nog angstwekkender als het mor rend volk hem en nog een stuk of wat hoogwaardig heidsbekleders opsluit in het koninklijk paleis. „We had den onze opwachting bij Bea trix gemaakt en na afloop zouden we voor een gezellig samenzijn naar het Concert gebouw, waar mijn vrouw in middels al was. Maar we kon den onmogelijk weg. We za ten gewoon gevangen. Uitein delijk zijn we in een bus ont snapt. We hadden echt het idee: dit zou het einde kunnen betekenen van de monarchie en de democratiè in Neder- De baron huivert nog als hij denkt aan die dag in Amsterdam toen Beatrix werd ingehuldigd. land. Het was heel macaber". Ongelijk Het doet de baron deugd dat hij ongelijk heeft gehad. De der Wilhelmina maar ook Beatrix omarmd. „Ja", beaamt de barones enigszins verwonderd „alle opstand, alle weerzin van toen, is weg geëbd eigenlijk". Nog sterker, Beatrix is inmiddels razend populair, benadrukt haar echtgenoot. En hij wijst fijn tjes op de spontane zoen-uit- het-volk die de vorstin een jaar geleden ten deel viel, no- tabene in datzelfde Amster dam waar eertijds de republi keinse haan opstand kraaide. Hoe verklaren zij die popula riteit van de vorstin? De barones zegt wat aarze lend: „Moeilijk te zeggen. Hoewel Beatrix aan de ene kant wel de majesteit blijft en aan zekere vormen vast wil houen denk ik dat ze aan de andere kant door haar ontzet tende harde werken en haar kennis van zaken heel veel respect heeft afgedwongen". Juliana was geliefd en Beatrix wordt gerespecteerd en be wonderd? Nee, dat gaat de ba ron iets te ver. „Dat vind ik niet aardig tegenover Beatrix, dat ze niet geliefd zou zijn. Zeker, van Juliana zeg ik: ze had m'n moeder kunnen zijn, ze roept allerlei gevoelens op van warmte en liefde. Beatrix vult haar koningschap in door haar enorme uitstraling, haar kennis van zaken en door op de goeie momenten datgene te zeggen waar het op aankomt. Ik wijs u op haar laatste kersttoespraak over het milieu. Dat was toch prachtig!". Zoals zij het kabinet op de vingers tikte, nadat ze eerder in de troonrede had moeten vertellen dat Nederland al weer bijna schoon was? „Ja. Ze is natuurlijk de best geïnformeerde vrouw'in Ne derland. Bij Beatrix komen in een continue lijn allerlei gege vens, informatie en ervarin gen bij elkaar en die gebruikt ze op een constitutionele ma nier. Met die kersttoespraak tilde ze een problematiek op een niveau zoals zij kan doen. Het goeie is natuurlijk, dat FOTO'S: PERS UNIE hebben we ook vorig jaar ge zien op die televisiefilm met haar, dat zij heel nadrukkelijk het evenwicht aangeeft tussen de verschillende facetten van de samenleving. Ze dirigeert het harmonieorkest van de Nederlandse samenleving". President Was Nederland een republiek, dan zouden we Beatrix zonder meer als president kiezen? „Ongetwijfeld, ja, ja", vallen beiden van harte bij. De ba ron: „Beatrix is echt een hele sterke bestuurder. Een hele sterke bestuurder. Ze zou ook een hele goeie burgemeester van Amsterdam kunnen zijn. En dan haar plichtsgetrouw heid: waar ze ook komt, en ze zal best 's een keer een baai- De baron Van Verschuer beschikt over een immense en kostbare verzameling tinnen soldaatjes. dag hebben, ze doet alsof de wereld pas begonnen is bij het bezoek dat ze nu op dit mo ment brengt aan de mensen die ze op dit moment ontmoet. Er zijn nauwelijks momenten waarvan je kunt zeggen: nou kun je echt zien dat ze er schoon genoeg van heeft en dat ze denkt: zat ik maar rus tig ergens een kopje thee te drinken achter de warme ka chel". In dit verband vindt de baron de meest interessante vraag voor de toekomst of wij in Nederland zo gewend zijn aan een koningin dat we moeite zullen hebben met een koning op de troon. Met lichte ironie zegt de barones: „Ik snap niet hoe je dit durft te zeggen voor de courant, maar ik dacht daar ook al aan. Ik vroeg me af: is het niet eigenlijk echt een baan voor een vrouw?". „Wij spraken laatst iemand", neemt de baron na een lange trek aan zijn sigaar het over, „en iemand die tot enig oor delen bevoegd is, ja, zegt-ie, dat is nou typisch een baan voor een vrouw. Ik denk dat dat best begrijpelijk is en dat een heleboel mensen in het land er ook zo over denken". Zijn vrouw vindt die uit spraak niet echt iets voor de publiciteit. Een lichte vorm van majesteitsschennis? „Nee," lacht ze, „maar ik vind het een beetje zielig voor Wil- lem-Alexander". En voorzich tig: „Zal een man in staat zijn aan zijn positie als constitutio neel monarch, waarbij je toch niet zo verschrikkelijk veel meer te vertellen hebt, toch inhoud te geven? Ik weet niet of een man daartoe in staat is. Mentaal bedoel ik. Omdat hij tenslotte maar heel weinig macht en invloed heeft uit eindelijk hè. Of hem dat niet gaat vervelen of zo". Het heeft er alle schijn van dat prins Willem-Alexander met een mooie Amsterdamse studente vrijt. Wat vinden de twee van een meisje-uit-het- volk op de troon? De baron gaat er eens goed voor zitten: „Hoe gewoon en hoe normaal, met de benen op de grond, tussen de bevolking in, de vorst ook moet leven en zijn, hij moet toch iets uitstra len van de mystiek van dat koningschap. Het valt me al tijd op, als je de koningin er gens ziet, dan zeg je: nou ja, het is een gewoon mens als alle anderen, maar ze straalt toch iets koninklijks uit, za'k maar zeggen. Zoals dat ook gemanifesteerd wordt door de gouwen koets op Prinsjesdag en vroeger het défilé van de bevolking langs Soestdijk, met de hele koninklijke famieje op 't bordes. Het enige gevaar van het verburgerlijken van het koningschap, laa'k 't dan zo maar zeggen hè, en het trouwen met iemand uit het gewone volk, is dat er iets van die mystiek van het koning schap verloren dreigt te gaan. Dat zou het begin van 't einde kunnen zijn". Bezwerend zwaaiend met zijn sigaar: „Er moet enige afstand denk ik blijven. Het wordt anders te gewoontjes". Wat is de mening van de ba- „Weet u, ik ben zo bang dat zo'n meisje het zó prachtig vindt, maar zich toch een beetje moeilijk in die rol zal bewegen. Als je er helemaal niet in opgevoed bent". Ze valt even stil met een zorgelij ke blik. „Ach, maar lieve kind", troost haar echtgenoot, „ze krijgt zeker nog twintig jaar de tijd om zich voor te bereiden". De barones wil vooral niets ten nadele van 'het lieve kind' zeggen. „Ik vind het een ontzettend aardig meisje, wat ik zo van d'r lees en wat het kind doet en wat ze presteert. En ik vind dat d'r gezicht er heel levendig en aardig uit ziet. Dus het gaat niet om haar persoonlijk, helemaal niet. Daar gaat het niet om", zegt zij. „Even in het alge meen: iedereen moet eigenlijk een beetje in z'n eigen kring trouwen, want anders krijg je al gauw problemen en toe standen. Als boeren niet met boeren trouwen, dat geeft problemen, cveral". Zijn hun eigen kinderen in adellijke kring getrouwd? „Nee, en daar hebben we ook nooit een punt van gemaakt", lacht hij. „Van onze vijf kin deren zijn er drie getrouwd en geen van allen met adel. Wel met goeie partners in de ware zin van het woord. En dat is voor ons en hen het eni ge wat telde. Ze zaten en zit ten ook niet op een prins of prinses te wachten". Hoe is het eigenlijk gesteld met de vroegere heerlijkhe den van de adel? Bij de baron wordt nu een ge voelige snaar geraakt. „De adel", zegt hij met enig aplomb, „is de meest gediscri mineerde groep in Neder land". Voor een carrière is een adellijke titel eerder een barrière dan een voordeel, be toogt hij. „Als ik ergens kom waar ik vind dat ik officieel ben, noem ik de titel. Maar onze zoon in Friesland staat in het kerkblaadje gewoon als dominee Van Verschuer. Ik zou het op dit moment hele maal niet zo erg vinden als ze zouden zeggen: doe die adellij ke titels maar weg. Want als het een nadeel gaat wor den Hij blaast wat rook weg, neemt een korte pauze en zegt: „Wat ik wèl jammer vind, en dat is de enige kri tiek die ik op dit moment op ons koningshuis uit, is dat ze sinds tientallen jaren de hele adeldom hebben laten verpie teren door geen nieuwe adel te creëren. De enige adellijke titel die ze gegeven hebben is aan de kinderen van Pieter van Vollenhoven". Er klinkt onmiskenbare afschuw door in de laatste woorden, maar hij wil er niet over uitwijden. „Die ontwikkeling brengt ons natuurlijk steeds meer in een soort exclusiviteit van een uit stervend ras. Het zou veel normaler en juister geweest zijn als in Nederland ook de adeldom opnieuw verleend werd". HOMME KROL VERWACHTING OP 'S RIJKS MUNT: UTRECHT Het regende vandaag weer lintjes in ons land. Burgemeesters, commis sarissen der koningin en mi nisters waren massaal in de weer om zo'n 2500 Nederland se burgers de orde- en ereteke nen op te spelden. Van Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw tot de eremedaille in brons. Achter de dikke, zwaar bevei ligde muren van 's Rijks Munt aan de Leidseweg in Utrecht werken negen mensen in de aparte afdeling 'onderscheidin gen' het gehele jaar door om de eretekenen op tijd klaar te hebben. Elders in het gebouw spuwt de geldpers vijfhonderd stuivers per minuut uit. Automatisering is uit den boze. Geheel in stijl met de voor naamheid en de traditie van het produkt worden de onder scheidingen van begin tot eind handmatig gemaakt. Nog bijna net zoals in 1815, toen de eerste Ridderorde bij wet werd inge steld. Vakmanschap is mees terschap: de spaarzame machi nes die het handwerk verlich ten, ademen de degelijkheid en het vernuft van het begin van deze eeuw. Het lokaal waarin zich alles afspeelt, lijkt op de oude ambachtschool. Hoge ra men, kale muren, lange werk banken. Vito Ferro is bezig een officierskruis te slijpen. De scherpe randjes moeten eraf. Vijftien jaar geleden is hij bij de Munt in dienst gekomen. Daarvoor was hij zeeman. „Ik heb het vak hier geleerd van mijn collega's, door te kijken en hen te vragen het me voor te doen". Kostprijs Ferro weet zeker dat het ma ken van onderscheidingen al tijd handwerk zal blijven. Een officierskruis bijvoorbeeld be staat zeker uit vijftien onder deeltjes die minutieus met smeedwerk en door middel van scharniertjes in elkaar worden gezet. In het maken van één kruis zit negen tot tien uur werk. De kostprijs van zo'n onderscheiding ligt rond de vijfhonderd gulden, zegt Andries van Lunteren, hoofd van de afdeling vormgeving. Vito Ferro en zijn twee colle ga's D. Boom en G. van Eist hebben zich vooral gespeciali seerd in het emailleren en as sembleren van de onderschei dingstekenen. Een eindje ver derop maken zes mensen de verschillende onderdeeltjes. Dat zijn de edelsmeden. De medailles worden geslagen, maar de kruizen worden eerst door een machine geponst en dan verder met de hand afge werkt. De lintjes die aan de eretekenen vastzitten, zijn een hoofdstuk apart. Het maken daarvan is als thuiswerk door 's Rijks Munt uitbesteed aan drie vrouwen. Margo Bos, hoofd marketing, vertelt dat de lintjes worden gemaakt van zeer speciale zijde. Die wordt in Tollen betrokken van de Franse firma Neyret Frères cie in Saint Etienne. „Als de rupsen van Neyret weer eens aan het werk moeten", lacht Bos. Vorig jaar heeft 's Rijks Munt 7075 orde- en eretekenen gemaakt. Want behalve op 30 april worden zeker net zoveel Nederlanders door het gehele jaar heen gedecoreerd voor moed, trouw of verdienste. Veertig jaar trouwe dienst le vert in de meeste gevallen toch wel een eremedaille in zilver op. In april al krijgt 's Rijks Munt van de Kanselarij der Nederlandse Orden in Den Haag te horen hoeveel onder scheidingen er voor het vol gend jaar gemaakt moeten worden. Vorig jaar was het echter pas oktober voordat de kanselier zijn bestelling deed. Van Lunteren: „Dat had moge lijk te maken met de onzeker heid over het voortbestaan van het huidige systeem van on derscheidingen". Al vanaf het begin van de ja ren zestig is er een discussie gaande over een herziening van het decoratiestelsel. De eerste voorstellen dateren van 1964. Inmiddels heeft een nieu we wet alle politieke organen gepasseerd en wordt er ge werkt aan wijzigingsvoorstel len. „Voorlopig trekken we ons daar nog niets van aan", zegt mevrouw P. Brens van de Kanselarij. „Als het anders wordt dan horen wij dat wel. Wij moeten ervoor zorgen dat er voldoende voorraad is. Zo lang de wet niet is goedge keurd, doen we dat dan ook". De Kanselarij voert het beheer over de orde- en eretekenen. Daar komen de aanvragen, via de kabinetten van burgemees- teries binnen en worden dan administratief verwerkt. De Kanselarij zorgt er ook voor dat de onderscheidingen weer terug komen bij de staat, wan neer iemand is overleden. Ook die onderscheidingen gaan weer naar 's Rijks Munt, waar ze worden schoongemaakt en zo nodig hersteld. Dan kunnen ze weer aan iemand anders worden uitgereikt. „Maar in de praktijk worden ze echter na overlijden lang niet altijd weer ingeleverd", meent Margo Bos. „Want dan zouden we er veel meer moeten terugkrijgen". Ook penningen Van Lunteren gaat er niet van uit dat een nieuw decoraties telsel veel zal veranderen aan het werk van zijn afdeling. Bo vendien is de afdeling niet al leen van de onderscheidingen afhankelijk. Bij de Munt, waar in totaal honderd mensen wer ken, worden ook penningen en medailles voor bedrijven en particulieren gemaakt. Voor beelden zijn de erepenning die de TROS laat maken van zijn medewerkers, de penning die Rolde in 1987 liet slaan bij ge legenheid van het 800-jarig ju bileum en de hondepenning van Amsterdam. Het jongste voorbeeld is de gedenkpenning die wordt uitgegeven ter gele genheid van de tachtigste ver jaardag van prinses Juliana. Volgens Van Lunteren en Bos is ook de produktie van specia le munten en dukaten de laat ste tijd toegenomen als gevolg van een actiever marketing beleid. Via de nieuwe brochure 'Muntpers' worden liefhebbers op de hoogte gehouden van uitgiften. „We moeten De Kanselarij der Nederlandse Orden in Den Haag maakt na overlijden teruggezonden onder scheidingen schoon en herstelt ze zonodig. Dan kunnen ze weer aan iemand anders worden uitgereikt. FOTO: ANP zorgen dat we zoveel mogelijk opdrachten krijgen om aan het werk te blijvenWant ook 's Rijks Munt hangt een privati sering boven het hoofd, het geen dan vaak gepaard gaat met reorganisatie en ver door gevoerde automatisering. Dat zou wel eens kunhen inhouden dat het Ridderkruis niet meer die persoonlijke aandacht krijgt, die het nu geniet. HENK VAN DEN BOOM

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1989 | | pagina 9