Welk boek krijgt de AKO-prijs?
ir-
Simple Minds en
de onderdrukten
Herdruk „De wereld van Van Gogh": goedkoop maar gedateerd
ioEKEN/PLATEN
EeidaeSoinattt
VRIJDAG 28 APRIL 1989 PAGINA 17
v, DE KEUZES VAN DE JURY OP EEN RIJTJE
BIJLAGE BIJ UW KRANT MET
INFORMATIE OVER FILMS.MUZIEK
THEATER. RECREATIE,EXPOSITIES
EN EEN COMPLETE AGENDA
(ADVERTENTIE)
Oos-
de
van
Om
bij
aarna
is
voor
ngen.
ppen-
Tref-
Om
de
er
straat
rolks-
uur
van
De
20.30
War- I
ehou-
?r 7e-
epie.
De grote slag is aan de gang. Een week of drie geleden
zijn de nominaties voor de grootste - voor wat betreft
de financiën -literatuurprijs van ons land bekend
gemaakt. Nog een week of drie en via een bijeenkomst
met veel publiciteit maakt de jury bekend welk boek
de AKO-literatuurprijs die voor de derde keer wordt
uitgereikt, krijgt. Terwijl de jury onder voorzitterschap
van Erik Jurgens studeert, leest en overleg, hier een
overzicht van de zes genomineerde boeken en wat zo
met die nominaties en de jurering te maken heeft.
>evers in
le Biesbosch
In 1824 werd de laatste bever
idsveijn ons land, aan de oever van
je IJssel, doodgeslagen. De be-
dammenbouwers bij
litstek kregen telkens weer
van Be schuld van overstromingen
en tfen dat werd hen noodlottig.
"ifeinds kort is aan de roep van
oen, ^eej natuurvorsers gehoor ge-
tea,even en zjjn deze bijzondere
mëev0ieren terug in ons waterland-
>mmite jn de Biesbosch werden een
Igekejjrietak uit de DDR „geïmmi-
kefereerde", beverfamilies uitge-
zijn v
hver dit gegeven is een inter-
we °fessant boek verschenen, „Be-
:orgeiyers jn de Biesbosch" getiteld.
akkope auteur, Kees Duinker, be-
het ofechrijft op boeiende wijze de
%eie onderneming: de selectie
en orLan de bevers die in de Elbe
leven, de reis naar Nederland
mde kn het uitzetten van de diertjes
de Westbrabantse wateren,
beho^aar voorts hun wedervaren
erk «wordt beschreven. Men komt
akt. lop die manier zeer veel over
mde bevers en hun biotoop en
pog'Be andere dieren die daarin le-
yen aan de weet. De fraaie te-
Aiktkeningen in het boek zijn van
end ye hand van Kees van Scher-
van benzeel.
^oor I LEO HENNY
it inM
it dirt
groeKees Duinker en Kees van
Scherpenzeel: „Bevers in de
KerlBiesbosch". Uitgeverij De la
Rivière en Voorhoeve. Prijs
T ƒ32,50.
Drie gerenommeerde auteurs
en drie beginners, dat zijn de
kandidaten voor de binnen
kort uit te reiken AKO-litera-
tuurprijs.
J. Bernlef, Rudy Kousbroek
en Helene Nolthenius zijn al
tientallen jaren bekende na
men in de Nederlandse lette
ren. Margriet de Moor, Leo
Pleysier en Brigitte Raskin, de
andere genomineerden, zijn
debutant of nieuwkomer. Die
tegenstelling is opmerkelijk in
de voordracht van de jury,
maar dat is niet het enige op
vallende om even bij stil te
staan.
Laten we eens nagaan wat er
allemaal verscheen in de pe
riode waaruit de jury kandida
ten mocht kiezen.
Van de „groten" kwamen: „De
zondvloed" (Jeroen Brouwers),
„Een zachte vernieling"
(Claus), „De elementen" (Mu-
lisch), „Bezorgde Ouders"
(Reve weer helemaal terug!).
Het betreft de periode dat het
veelbesproken en geroemde
„Het leven uit een dag" van A.
F. Th. van der Heijden kwam,
dat Hugo Raes zijn come-back
bestendigde met „De strik".
Kees van Kooten consolideer
de zijn schrijversschap met
„Zeven sloten" en Jan Brok
ken met zijn indringende
„Zaza en de president". Om
maar wat te noemen.
Poëzie
Aan mooie literaire boeken
heeft het de jury dus niet ont
broken om te kiezen maarvan
bovengenoemde belangrijke
uitgaven is niets terug te vin
den in de voordracht.
Poezië komt al helemaal niet
voor in de nominatie. Dat is
jammer, zoals ik verderop wil
toelichten, want in de benade
ring van de jury, voor zover
die uit deze zes nominaties is
te begrijpen, zou via dichtbun
dels van het afgelopen-jaar
veel te bereiken zijn geweest.
Een paar boeken van deze zes
nominaties zijn in onze literai
re besprekingen al aan de orde
geweest. .Andere niet, met
name ook omdat het hier uit
gaven betrof die de uitgever
naar lang niet alle persorga
nen had toegestuurd. De Leu
vense uitgeverij Kritak bleek
totaal verrast door de AKO-
nominatie van de debuutro
man van Brigitte Raskin, „Het
Koekoeksjong". Meulenhoff
maakte niet zo'n haast met het
toezenden van Rudy Kous-
broeks essaybundel, zijn ze
vende boek „Anathema's". De
titel ervan is „De onmogelijke
liefde".
Sint Franciscus
Het meest opvallende boek, al
leen al door omvang, prijs en
onderwerp, is de prachtig uit
gegeven versie die Helene
Nolthenius schreef van het le
ven van Sint Franciscus. „De
man uit het dal van Spoleto"
(waar ik al eerder over
schreef) is een heel knap en
mooi geschreven boek. Het is
bovendien heel literair, hoe
wel het hier niet om fictie
gaat, maar om een boeiende
verwerking van historische
stof. Bronnen worden op
knappe manier verwerkt in
het relaas en het mooiste is dat
de wetenschappelijke wijze
van benaderen nergens in
strijd komt met de warme per
soonlijke betrokkenheid van
de schrijfster bij haar onder
werp. Helene Nolthenius deed
het ook zo in eerdere boeken
over historische onderwerpen,
maar nooit bereikte zij in zo'n
mooi geheel de synthese. Een
klassiek boek, zonder meer.
Autisme
Een andere nominatie werd
gegeven aan een nieuw boek
van Bernlef, die de eerste
AKO-prijs won. „Vallende
ster" is een novelle, die de weg
voortzet die Bernlef eerder
insloeg. Hij onderzoekt op
nieuw een verschijnsel dat in
zekere zin psychisch is, maar
dat tegelijk alles met taalge
bruik en herkenning van taal
te maken heeft. Na de demen
tie in „Hersenschimmen" is
hier het autisme het ziekte
beeld dat zijn aandacht krijgt.
Het verhaal doet er dit keer
eigenlijk helemaal niet toe. De
lezer wordt geconfronteerd
met een tekst van korte, ogen
schijnlijk onsamenhangende
zinnen, die weer worden afge
wisseld door andere groepen
korte, onsamenhangende zin
nen. Samenhang is er natuur
lijk wel. Maar na de eerste pa
gina denk je dat je Beckett zit
te lezen en zowaar, het blijkt
dat een deel van „Vallende
ster" geciteerd is uit een tekst
van Beckett. Bernlef doet ove
rigens geen enkele handrei
king naar zijn lezer, zoals in
„Hersenschimmen", waar hij
het taalprobleem van de de
mente Maarten Klein toch
heel knap vertaalde naar de
ondeskundige lezer via een
duidelijke verhaalvorm.
Van de gerenommeerde au
teurs die op het lijstje van de
AKO-jury staan, vind ik Rudy
Kousbroek met zijn nieuwe
„Anathema's" de aardigste en
boeiendste. Vorig jaar won
Geerten Meijsing ook met een
boek vol beschouwingen deze
prijs, dus waarom Kousbroeks
reputatie dan niet bekroond?
„De onmogelijke liefde" is een
prachtig boek, vol overtuigin
gen en vol kwetsbaarheid. Wat
telkens weer zo goed doet aan
de lezer is de onafhankelijk
heid van denken van de au
teur, die bereid is elke kant op
te gaan die zijn observatie hem
ingeeft.
Opvallend is dat Kousbroek in
deze bundel heel veel met fo
to's doet. Ze zijn dan ook in
ruime mate ppgenomen. Hij
kijkt ernaar, hij denkt erover,
interpreteert en komt tot con
clusies over de absurditeit van
het bestaan van mens, dier en
cultuur. Raadselachtig, droevig
en verrukkelijk.
Debuten
De drie overige nominaties be
treft minder of onbekende au
teurs. Twee ervan debuteren.
Over de verhalenbundel „Op
de rug gezien" van Margriet
de Moor gaf ik eerder al een
indruk. Het bevat zeven aardi
ge verhalen, die kwaliteiten
hebben, maar die zeker nog
geen ontwikkeld schrijvers
schap vertonen. Het eerste
verhaal uit het boek, „Varia-
Leo Pleysier: echte kanshebber r
Literaire
avond rond
genomineerden
Margriet de Moor en Leo
Pleysier, twee van de voor
de AKO-prijs genomineer
de schrijvers, zullen op 2
mei aanwezig zijn bij een
literaire avond over hun
boeken in Café Schlem-
mer aan de Lange Hout
straat in Den Haag. De
Moor werd genomineerd
voor de verhalenbundel
„Op de rug gezien", Pley
sier, in 1971 winnaar van
de Stijn Streuvelsprijs,
voor zijn roman „Wit is al
tijd schoon". De schrijvers
worden 2 mei geïnter
viewd door Hanneke Eg-
gels en Koos Hageraats.
Dit dubbelportret begint
om 21.00 uur.
tions pathetiques" is een mooie
vertelling over een vader die
via muziek (op papier) kontakt
zoekt met de pianolerares van
zijn kind. De afstand tussen
hen is niet te overbruggen.
Het titelverhaal vertelt over
een rector van een school die
voor zijn vriendinnetje (een
oud-leerling) een huisje koopt,
ver van de school. Het kind zit
daar door de week alleen,
want pas in het weekend komt
haar geliefde naar haar toe.
Het spookt er ook nog. De ver
halen uit dit boekje hebben
best kwaliteiten, maar ze ver
raden ook ervaringstekorten.
Een overmacht aan feiten en
beschrijvingen doet vaak af
breuk aan de scherpte in dit
debuut.
Opmerkelijk is „Wit is altijd
schoon" van Leo Pleysier, al is
het geen gemakkelijk boekje.
Maar het is heel knap van be
nadering en taalgebruik. Een
zoon vertelt over de dood van
zijn moeder. Zij heeft altijd te
gen hem gepraat en hij praat
als het ware met haar mee, nu
zij dood is. In allerlei gedach
ten, invallen, uitspraken, for
muleringen (een groot aantal
korte episodes, telkens van
één alinea) komt er van alles
boven uit de relatie tussen
moeder en zoon. Een heel in
tens en doorleefd relaas, dat
door zijn vorm bijzonder mag
worden genoemd. De originele
benadering wordt overtuigend
en consequent toegepast.
De voordracht van „Het koe
koeksjong" is zeker de grootste
verassing. Dit verhaal van Bri
gitte Raskin (ook een debuut)
zou zonder deze erkenning
zeer onbekend zijn gebleven.
Het gaat hier om een jonge
vrouw (Brigitte R.) die op zoek
is naar een zekere Frans Maes.
Een verschoppeling, die toch
ook zijn eigen leven en waarde
moet hebben gehad. Het boek
is een verslag van een zoek
tocht naar die verdwenen
man. In heel eenvoudige,
maar beeldende en soms
prachtige taal geschreven,
komt deze debutante met een
verrassing.
Bij zo'n wedstrijd moet er al
tijd een de beste zijn. Hoe uit
eenlopend de boeken ook, hoe
verschillend van reputatie en
ervaring de schrijvers, er moet
een winnaar komen. De eerste
twee prijswinnaars waren
mannen; Hannes Meinkema
zit in de jury, en velen ver
wachten dat het wel een
vrouw zal worden, die wint.
Maar hoe mooi en warm en
erudiet en literair „Een man
uit het dal van Spoleto" ook te
noemen is, het boek van Hele
ne Nolthenius blijft een niet
als zodanig literair boek. Lite
raire kwaliteit is niet meer
dan een extra dimensie in dit
boek.
Margriet de Moor is naar mijn
smaak nog teveel een beginne
linge, zoals in bijna elk van de
zeven verhalen uit van „Op de
rug gezien" duidelijk wordt.
En „Het Koekoeksjong" is
toch nog lang niet te beschou
wen als een boek van het ni
veau, dat veel boeken afgelo
pen jaar hadden. Dat terwijl
een dichteres als Carla Boog-
aers is overgeslagen, die in
haar debuut, „De reigers van
Amsterdam" al zeer verraste,
wat ze geheel voortzet in haar
nieuwe bundel, „De bruinvis
vrouw".
Bij de mannelijke kandidaten
is het ook een strijd. Bernlef
had beter genomineerd kun
nen worden met zijn dichtbun
del „Geestgronden", poëzie
van enorme kracht, waarbij
„Vallende ster" het niet haalt.
Bernlef heeft de AKO-prijs al
eens gewonnen, hij zal dus wel
toe blijven kijken. Pleysier
heeft een opmerkelijk boekje
gemaakt, is dus een serieus ge
gadigde, bovendien is zijn
boekje een indringend beeld
van een vrouw. Een echte
kanshebber. Dat terwijl Kous
broek met al zijn eruditie en
eigenzinnigheid het wel zal
verliezen. De reeks „Anathe
ma's" is immers al zo lang een
opmerkelijk verschijnsel en
bovendien waagt Kousbroek
het al te vaak, met name in
zijn stukken over pornografie,
die in „De onmogelijke liefde"
zijn opgenomen, dwars tegen
over de beweringen over dit
onderwerp uit strijdbare vrou
wenkringen te gaan staan. Fe
ministische jury-leden zullen
die bult moeilijk nemen, mag
je veronderstellen.
Net als vorig jaar, toen het
prachtige boekje van Tip Ma-
rugg („De morgen loeit weer
aan") het pleit verloor, terwijl
daar duidelijk de winnaar zat,
zal er nu ook weer een com
promis uit komen, dat aan
vechtbaar is. De keuze van
kandidaten houdt dat in. Ik
hou het er maar op dat Brigit
te Raskin of Leo Pleysier de
kanshebbers zijn. Beide nogal
aanvechtbaar.
JAN VERSTAPPEN
De genomineerde boeken
voor de AKO-prijs, die hier
boven zijn besproken:
J. Bernlef: „Vallende ster" -
novelle. Uitgave Querido.
Prijs ƒ18,50.
Rudy Kousbroek: „De onmo
gelijke liefde" -Anathemas
7. Uitgave Meulenhoff. Prijs
ƒ29,50.
Helene Nolthenius: „Een
man uit het dal van Spole
to". Uitgave. Prijs ƒ79,50.
Momenteel niet verkrijg
baar, wordt herdrukt.
Margriet de Moor: „Op de
rug gezien", verhalen. Uitga
ve Contact. Prijs 22,90.
Leo Pleysier: „Wit is altijd
schoon" - Uitgave De Bezige
Bij. Prijs ƒ22,50.
Brigitte Raskin: „Het koe
koeksjong" - Uitgeverij Kri
tak. Prijs 23,-.
Cazemier
Boeken- Tijdschriften
Kopermolen 10.
2317 PB Leiden
Tel. 071-22.00.22
J. Ginsberg bv
Breestraat 127-129
2311 CM Leiden
Tel. 071-12.46 42
Boek- en kantoorboekhandel
Veenerick
Noordeinde 33
2371 CM Roelofarendsveen
Tel. 01713-16033.
ft&i zondvlicl"
DEKfiER
...uw l.ibris boekhandel
Deze top 5 ia aamengeateldi
naar aanleiding van de
verkoopcijfers bij de boven
staande handelaren.
Simple Minds maken met „Streetfighting Years" een aardig
tusendoortie.
FOTO: PR
Simple Minds leek de laatste
jaren zo langzamerhand sy
noniem geworden voor lief
dadigheid. Het Mandela-con-
cert, dat vorig jaar in Lon
den werd gehouden, is daar
van misschien het beste
voorbeeld, ook omdat zanger
Jim Kerr speciaal voor die
gelegenheid het nummer
„Mandela Day" schreef. Van
langspelers maken kwam
door al die bezigheden bitter
weinig terecht. Dat niemand
Simple Minds uit het oog
verloor, had vooral met de
succesvolle wereldtournee,
de liefdadigheidsconcerten
en het turbulente liefdesle
ven van Jim Kerr te maken,
dat uiteindelijk eindigde in
zijn scheiding van Preten
ders-zangeres Chrissie Hyn-
de.
Maar nu is er dan toch de
nieuwe elpee „Streetfighting
Years", waarop Kerr het in
zijn composities vooral op
neemt voor de onderdruk
ten. Hij is begaan met de so
ciaal-maatschappelijke mis
standen in deze wereld en
brengt zijn gedachten daar
over onder woorden in nogal
wisselvallige composities.
Overgeven
Waar Kerr de ene keer kip-
pevel bezorgt, is bij een vol
gende compositie de wc niet
dichtbij genoeg om over te
kunnen geven van ellende.
Simple Minds, die een jaar
aan het album werkte, heeft
zijn soms yermoeiende, bom
bastische composities op
„Streetfighting Years" inge
ruild voor wat doorzichtiger
werk. Daarbij drukken pro
ducers' Stephen Lipson en
Trevor Horn een duidelijk
stempel op het eindresultaat.
Soms heb je het gevoel dat
Frankie Goes To Hollywood,
Simple Minds ontmoet en
het gevolg daarvan is in de
beste gevallen memorabel.
De verdiensten van het
tweetal is vooral dat elke in
strument glashelder uit de
groeven spat en dat bijvoor
beeld de gitaarpartijen van
Charles Burchill als een
vlijmscherp mes door de
composities snijden. Hoewel
Jim Kerr in een aantal com
posities zonder enige passie
zingt, kent de langspeler
toch zijn sensuele momenten
zoals bijvoorbeeld in „This Is
Your Land", waarvoor ook
Lou Reed twee minuten in
de studio verbleef om drie
tekstregels te zingen.
Echte emotie
Opvallend is dat de emotie
in het beste werk echt is.
Deze keer spreekt het hart
inplaats van de dollartekens,
zoals op de drie-en-een-half
jaar geleden verschenen
„Once Upon A Time".
De grootste misstap op
„Streetfighting Years" is het
Peter Gabriel-nummer
„Biko", dat. weliswaar bin
nen het concept van de plaat
past, maar dat in de uitvoe
ring van Simple Minds ver
watert tot een niemendalle
tje en dat verdient deze com
positie niet. Waar Gabriel
zijn bewogenheid bij het on
derwerp verpakt in huive
ringwekkend mooie en emo
tionele zang, wandelen Kerr
en zijn maten er zonder veel
passie zowel vocaal als muzi
kaal overheen.
Dat Simple Minds een zeker
gebrek aan inspiratie
moeten hebben gehad, blijkt
niet alleen uit de versie van
„Biko", maar ook uit een
song als „Belfast Child" een
traditional, waarvoor Ken
de woorden schreef terwijl
de hulp van John Giblin
werd ingeroepen voor „Let
It All Come Down" (of was
het een vriendendienstje,
Jim?). Het feit dat alle sin
gles die het afgelopen jaar
verschenen op de elpee zijn
terug te vinden is daarbij
eveneens een vingerwijzing.
Het aantal echte verrassin
gen blijft hierdoor beperkt
tot een handjevol, want van
de tien composities blijven
er op die manier maar zes
over Als troost is er voor de
cd-liefhebber het extra num
mer „When Spirits Rise".
Hoewel er zeker een drietal
meesterwerkjes opstaan, zal
„Streetfighting Years" niet
de geschiedenis ingaan als
dé Simple Minds-elpee. Het
is hoogstens een aardig tus
sendoortje, als we tenminste
niet te lang hoeven te wach
ten op de opvolger.
HANS PIËT
Simple Minde. Streetfighting Yeare.
Produktie: Stephen Lipaon en Trevor
Horn. Met: Jim Kerr (zeng), Charles
Helene Nolthenius: mooi, warm en erudiet.
FOTO: SP
Rudy Kousbroek: Feministische jury-leden zul- Margriet de Moor: nog teveel een beginneling,
len die bult moeilijk nemen.
FOTO: SP
Filmtaal van Alastair MacNeill
Voor een film wordt doorgaans een boek als basis gebruikt,
waarbij een scenario-schrijver de lijnen uitzet voor daad en dia
loog. Het kan ook anders. Dat toont Alastair MacNeill, die zich
heeft gezet aan het „transponeren" van een filmscript tot een
boek. MacNeill koos waarschijnlijk niet voor niets zijn pseudo
niem én een scenario van zijn bijna-naamgenoot Alistair MacLe-
an voor zijn „Dodentrein".
MacLean, die in 1977 opdracht kreeg om filmscenario's voor
vooral actiefilms te schrijven, wordt door MacNeill tot leven ge
wekt. En de manier waarop is alleszins acceptabel. „Dodentrein"
gaat over een crimineel transport van zes vaten met voor Libië
bestemd plutonium. De Unaco, de uiterst geheime anti-misdaad
organisatie van de Verenigde Naties, komt met een speciaal
team in actie om de zaak uit te zoeken. Dat loopt uiteraard goed
af, maar niet nadat het uit drie agenten bestaande gezelschap -
onder wie een jonge, beeldschone, scherp schietende jongedame
- de nodige hachelijke avonturen heeft beleefd.
Het nadeel van MacNeill is dat hij wel iwaar keurig het scenario
volgt van MacLean, maar aan de filmtaal iets te weinig toevoegt
Er zit echter wel vaart in het verhaal en dat maakt veel goed
voor degenen, die het oorspronkelijke boek niet kennen of te
dik vinden.
FRANK WERKMAN
Alastair McNeill: „Dodentrein'.' Uitgeverij De Boekerij.
Vincent van Gogh voor een
betaalbaar prijsje dichter bij de
mensen brengen. Dat is de be
doeling van Libris, een club
van zo'n tachtig boekwinkels
door het hele land, met het
uitbrengen van „De wereld
van Van Gogh". Het gaat hier
om heruitgave van een boek
van Robert Wallace uit 1969,
deel uit een serie kijk/leesboe
ken van Time/Life, vertaald
door Lize van Dam.
Er is weinig tegen zo'n doel
stelling in te brengen natuur
lijk, en het boek in kwestie
mag er zijn, met een schat aan
heel behoorlijk gedrukte kleu
renillustraties, een gedegen
tekst waarin de kunst en het
leven van Van Gogh in de
juiste context worden geplaatst
(collega's als Gauguin en Tou-
loase-Lautrec bijvoorbeeld
krijgen ruim aandacht) - en de
prijs is inderdaad reuze schap
pelijk: nog geen vijftien gul
den.
Het boek (herdrukt in zo'n
vijftienduizend exemplaren)
zal zijn weg wel vinden, en dat
kan geen kwaad: er is over
Van Gogh elders al heel wat
meer onzin verkocht, en in
heel veel duurdere boeken
staat niet zo'n hoeveelheid
mooie platen.
Maar een kritische herwaarde
ring van de tekst van twintig
jaar geleden had geen kwaad
gekund: er staat bijvoorbeeld
ergens dat ir. Van Gogh, de
zoon van Vincents broer Theo,
in 1960 zijn geërfde verzame
ling Van Goghs heeft overge
dragen aan „een stichting", en
dat de Nederlandse regering
heeft besloten een nieuw mu
seum in Amsterdam te bou
wen om die verzameling te
huisvesten. Het Rijksmuseum
Vincent van Gogh staat er in
middels al vele jaren en is we
reldberoemd - dat had er wel
even bij gemogen.
Al was het maar in de nieuwe
inleiding die John Sillevis op
verzoek van Libris voor het
boek leverde. Was er trouwens
geen indrukwekkender Van
Gogh-autoriteit te vinden ge
weest dan deze conservator
van het Haags Gemeentemu
seum, die in zijn stukje geen
enkel nieuw licht werpt op de
persoon en de kunstenaar Van
Gogh? Integendeel: hij her
kauwt gewoon een paar feitjes
die ook verderop in het boek
aan de orde komen. Maar, eer
lijkheidshalve, nogmaals: voor
dit geld mogen we misschien
helemaal niet klagen.
RENE DE COCQ
Robert Wallace: „De wereld
van Van Gogh". Uitgave Ti
me/Life, uitsluitend ver
krijgbaar bij Libris-boek-
handels. Prijs 14,90.