De „draaikontenj" van Ruud Lubbers
„Dan is het
gras zwart.
Pikzwart"
Politiek
Partij
Parlement
BINNENLAND
£eidóe0otrumt
ZATERDAG 22 APRIL 1989 PAGIN
DEN HAAG „Ik haak
af, ik weet het echt niet
meer", zuchtte deze week
een voorlichtingsambte
naar toen hem werd ge
vraagd commentaar te le
veren op de zoveelste uit
gelekte berekening over
de financiële toekomst
van ons land. De moede
loosheid straalde er vanaf.
Dat is ook niet zo gek, ge
zien de cijferbrij die de
laatste weken op de sa
menleving is afgevuurd.
De recente ontwikkelingen en
voorspellingen over de econo
mische groei, de daardoor ver
wachte extra inkomsten voor
het rijk en de ideeën en plan
nen die daaruit voortvloeien
leveren tezamen een warrig
beeld op. Minister Ruding
roept voortdurend dat de over
heid zo arm is als een kerkrat
en dat de beurs nóg leger
raakt als aan de wensen van
zijn collega-bewindslieden
wordt voldaan. Premier Lub
bers daarentegen beziet de toe
komst de laatste tijd steeds
meer van de zonnige kant,
waardoor hij is afgestapt van
een al te zuinig overheidsbe
leid.
Voorspellingen over een gun
stige economische groei leiden
gemakkelijk tot een optimisti-
sche stemming: die groei bete
kent immers meer winsten,
meer werk en dus meer belas
tinginkomsten en minder uit
gaven voor werkloosheidsuit
keringen. Eindelijk ruimte om
nieuwe dingen te doen en deze
en gene een extraatje te geven.
Toch heeft het Centraal Plan
bureau (CPB) bij haar becijfe
ringen voor dé zekerheid een
optimistische en een pessimis
tische variant gemaakt. Tel
kens komen er in beide va
rianten weer nieuwe cijfers
bij. Zo rekende het CPB zich
deze week suf over de vraag
wat het milieubeleid allemaal
aan extra's moet gaan kosten
en of dat allemaal wel betaal
baar zal zijn. Vooral dat laatste
is van belang, want het is
maar al te vaak voorgekomen
dat kabinetten zich rijk reken
den en enige tijd later sipjes
moesten bekennen dat lang
niet alle mooie plannen kon
den worden uitgevoerd van
wege tal van tegenvallers, zo
als zachte winters (dus minder
aardgasinkomsten), een toena
me van het aantal studenten
(meer uitgaven voor studie
beurzen) en de toekenning
van veel meer subsidies dan
was geraamd.
Om bij de actuele voorbeelden
van tegenvallers te blijven: vo
rig jaar bezorgde onderne
mend Nederland het kabinet
een flinke strop toen kort voör
het afschaffen van de Wir-
subsidies nog even snel voor
miljoenen guldens aan aanvra
gen voor deze investeringspre
mie werden ingediend. Pas nu
is de totale omvang van die
strop duidelijk geworden: an
derhalf miljard gulden. Het af
gelopen weekeinde gebeurde
iets soortgelijks. Een gerucht
over de naderende afschaffing
van de Kleinschaligheidstoe
slag, in het politieke jargon
aangeduid als KST (een pre
mie voor kleine investeringen,
waarvan met name de mid
denstand gebruik maakt) deed
honderden ondernemers bij
hun notaris aankloppen om
een investeringsplan en een
aanvraag voor een KST-subsi-
die officieel op papier te laten
Salarissen
tal van werknemersgroeperin
gen. Ondernemers roepen wel
iswaar dat hogere lonen slecht
zijn voor de werkgelegenheid
en de 'gezondheid' van de be
drijven, maar ondertussen zijn
er wel in onder meer de bouw
sector en de grafische indus
trie aanzienlijke loonsverbete
ringen bedongen.
Het kabinet roept eveneens
ach en wee als het gaat om de
looneisen van (semi-)ambtena-
ren en trendvolgers. Niet al
leen zou het werkgelegen
heidsbeleid erdoor geschaad
worden maar bovendien zou
elke salarisverhoging andere
groepen aanzetten om maan
delijks óók meer geld op giro
of bank te eisen. En ja hoor,
na het extraatje voor de politie
kwamen de verpleegkundigen
met hun looneisen en inmid
dels staan ook leerkrachten en
bejaardenverzorgsters te trap
pelen om salarisverhoging.
Volkomen begrijpelijk en zelfs
terecht, maar het oude liedje
'Wie zal dat betalen?' stijgt dan
weer hoog op de politieke hit
parade.
Na zeven jaar van harde be
zuinigingen onder de kabinet-
ten-Lubbers is een voor de ja
ren tachtig unieke situatie ont
staan. Voor het eerst sinds hij
minister van financiën is,
heeft Ruding niet om nóg
meer bezuinigingen gevraagd,
maar louter om 'compenseren
de maatregelen' voor over
schrijdingen van de ministe
riële begrotingen. Gevoegd bij
de opbloei van het bedrijfs
leven is dit te meer een teken
dat het prima gaat met Neder
land Bijna niemand durft dan
ook te veronderstellen dat het
de komende jaren wel weer
eens slecht zou kunnen gaan.
Onder 'slecht' moet dan niet
een iets minder gunstige eco
nomische groei worden ver
staan, maar een dramatische
wending waardoor de groei
wederom stagneert. Wie dit te
berde brengt (Ruding bijvoor
beeld) loopt grote kans wegge
hoond te worden.
Ook premier Lubbers lijkt
aangestoken te zijn door het
virus van optimisme, zo erg
zelfs dat sommigen in het re
geringskamp hem al fluiste
rend beschuldigen van 'draai-
konterij'. De premier is ervan
overtuigd dat het rijk de fi
nanciële teugels langzamer
hand wel weer kan laten vie
ren. Hij vindt het dan ook
vreemd dat Ruding zich zo na
drukkelijk heeft opgeworpen
als beschermer van de schat
kist en de burgers.
In liberale kring echter wordt
niet Ruding, maar Lubbers
verweten een koers te varen
die niet meer te volgen is.
Voorhoeve en de zijnen vin
den dat Ruding duidelijke taal
spreekt, zij het dat ze zijn drei
gement met aftreden voorba
rig vonden en zijn sneer naar
de VVD-ministers die op kos
ten van het bedrijfsleven het
peperdure concert van Frank
Sinatra bijwoonden („de kavi-
aareters") ronduit belachelijk.
Maar omdat Ruding in een
nieuw kabinet toch niet terug
keert en niet hij maar Lubbers
het gezicht van het CDA is,
worden de manoeuvres van de
minister-president door de
VVD met argusogen gevolgd.
Wantrouwen steekt de kop op.
Wil Lubbers écht af van het
strenge overheidsbeleid of oe
fent hij alvast het verhaal
waarmee hij volgend jaar als
lijsttrekker voor het CDA het
land door wil? Vindt hij voort
aan dat bewindslieden die bui
ten hun schuld met extra uit
gaven kampen geen compen
satie meer hoeven te zoeken of
vindt hij dit omdat het nu
vooral om CDA-ministers
gaat? Heeft hij genoeg van de
VVD? Lonkt hij soms naar de
PvdA? Zelfs ambtenaren die
dagelijks met Lubbers samen
werken weten het allemaal
niet en houden het er maar op
dat de premier de verkiezin
gen ruikt.
Milieubeleid
Die verkiezingen van 1990
werpen inderdaad hun scha
duwen ver vooruit. Maar zij
vormen geen afdoende verkla
ring voor het gedrag van Lub
bers. De premier heeft immers
een reeks impopulaire milieu
maatregelen in petto. Hij vindt
dat burgers en bedrijfsleven
flink moeten mp^hptalpr. aon
een schonere leefomgeving. Ze
mogen het best in hun porte
monnee voelen, luidt zijn filo
sofie. Dan maar wat minder
belastingverlaging.
Hiermee neemt Lubbers een
groot risico. De kiezers voelen
namelijk wél voor een effec
tief milieubeleid, maar zullen
niet accepteren dat zij daar
voor (veel) geld moeten inle
veren. Ook hier komt weer de
economische groei om de hoek
kijken. Als het beter gaat met
ons land, dan kan de samenle
ving (overheid, burgers en be
drijven) zonder al te veel pijn
méér aan het milieubeleid be
steden. Maar valt de groei te
gen of doemen er weer zware
tegenvallers op, dan zal het
enthousiasme ras bekoelen.
Ruding speelt hoog spel, maar
Lubbers ook. Op 9 mei ont-
vangt de econoom Lubbers
een eredoctoraat in de rechten
van de Georgetown-universi-
teit in Washington. Hij krijgt
het doctoraat uit „erkenning
voor zijn werk als staatsman
en politiek leider op het we
reldtoneel", aldus de universi
teit. Deze internationale waar
dering komt voor de premier
als geroepen op een moment
waarop hij in eigen land wordt
beticht van draaikonterij.
ROB SEBES
DICK VAN RIETSCHOTEN
De psychiatrische kliniek Bloemendaal in Den
Haag gaat de komende drie jaar mensen met een
depressie op een nieuwe manier behandelen. Een
belangrijk onderdeel daarvan is toediening van het
in Nederland niet toegelaten medicijn brofaromine,
familie van de uiterst omstreden mao-remmers.
Een voorbereidende studie leverde zoveel succes op,
dat er de komende drie jaar een wetenschappelijk
verantwoord onderzoek naar zal worden gedaan.
Men denkt aan de hand hiervan voortaan te
kunnen bepalen welke behandeling bij welke
patiënt resultaat zal hebben. Met als gevolg een
aanzienlijk snellere genezing.
DEPRESSIE-PROJECT BLOEMENDAAL
DEN HAAG „Ik stuif naar
buiten, de kamer uit, krijsend:
„God, God!". Dit is niet uit te
houden. Ik schreeuw tegen de
verpleger: „Zie je niet dat dit
de hel is?". Ik brul het uit:
„Ben ik nu werkelijk zo
slecht? Staat dit in verhouding
tot wat ik misdeed? Kan je zo
slecht zijn dat dit de straf moet
wezen0 Was ik dan zo wreed?
Raapte ik niet ieder dier op
van de weg, wanneer ik dacht
dat het zou worden overreden?
O, zeker, maar je assistenten
tergde je door enkelen voor te
trekken. De diepste put waar
ik in val is de gedachte dat
zelfs God me niet helpen kan,
want Hij kan niets ongedaan
maken en die hemellichamen,
bewogen door de tijd, zijn Hem
verre de baas. Ik ben een
woord dat moet worden uitge
gumd, een vers dat nooit had
moeten worden gezongen. Ik
kan het Niets nooit meer in,
want ik ben er"
Als Piet Kuiper dit schrijft, is
hij al lang weer genezen. Maar
op het moment dat hij het
meemaakt, zit hij zo diep in de
ellende, dat zijn depressie psy
chotisch wordt angsten, pa
niek, waandenkbeelden, gi
gantisch schuldbesef. Het le
ven een hel. „Ik ben bang dat
ik, hoewel ik al dood ben, me
toch dood zal maken". In zijn
boek Ver Heen beschrijft
hoogleraar psychiatrie Piet
Kuiper hoe hij zelf ziek werd
(„gek") en hoe hij genas. Zijn
„verslag van een depressie"
werd een ongekend succes,
wekenlang stond het boek bo
venaan de top-tien van de
meest verkochte boeken.
Zoals veel psychische ziekten
heeft ook depressie een myste
rieuze aantrekkingskracht.
Maar in dit geval kun je zelfs
spreken van een mode; de de
pressie heeft de wereld vero
verd - „Daar word ik wel effe
depri van", wie zegt het tegen
woordig niet. Heel gezellig,
heel leuk. Tot je het echt bent.
Schrijver Maarten Biesheuvel:
„Dan is het gras zwart. Pik
zwart".
In Vrij Nederland zei Biesheu
vel eens, na een depressie van
drie maanden: „Het was weer
héél, héél erg hoor. Je merkt
nu niets aan me, maar het
komt voor dat ik met het
schuim op de lippen in bed lig
te hakken. De meeste mensen
kunnen zich niet voorstellen
hoe érg die krankzinnigheid
is. Het komt voort uit een
mengeling van melancholie,
manische depressiviteit, som
berheid, impulsiviteit, woede
en te hoog gestemde levens
verwachtingen. Steeds maar
komt die waanzin boven van:
als ik niet op weg ben een Na
bokov, een Kafka of een Hei
ne te worden, dan snijd ik
maar liever m'n strot af. Het is
vreselijk hysterisch en kinder
achtig, maar het is wél zo".
Het boekenweekgeschenk dat
hij in die tijd schreef, heette
Een Overtollig Mens.
Ziekelijk
Een depressie is geen zeld
zaamheid, zeker één op de
twintig Nederlanders lijdt er
aan. Lijdt met een lange ij, zo
als psychiaters het vaak noe
men, want het is meer dan al
leen een slecht humeur, meer
dan alleen verdriet. Een de
pressie is een ziekelijke vorm
van somberheid; zwartgallig
heid die niet na een paar da
gen overgaat, maar, als er
niets gebeurt, maanden, jaren,
een heel leven zelfs kan du
ren. Een ziekte ook die grote
gevolgen kan hebben; suïcide
(zelfdoding), invaliditeit als ge
volg van een mislukte poging
tot suïcide, onmeetbare een
zaamheid, een constant gevoel
mislukt te zijn. Je kunt letter
lijk wegkwijnen; afsterven
noemen sommigen het ook
Een depressie - of het tegeno
vergestelde: manie; ziekelijk
verhoogde stemming kan
geleidelijk ontstaan, maar
soms ook binnen een week of
zelfs een dag. Bijna alle de
pressies gaan ook weer over,
soms zonder behandeling. Aan
het begin van deze eeuw, toen
er nog geen behandelingen te
gen depressie bestonden, ont
dekte men dat een niet behan
delde depressie doorgaans vier
SUSKE EN WISKE DE SPEELGOEDSPIEGEL
nigheid is".
tot zes maanden duurt, ie
mand kan eenmaal in zijn of
haar leven een depressie door
maken, maar het kunnen er
ook meerdere zijn die met tus
senpozen terugkeren. Daar
naast is er ook een vorm waar
bij iemand zowel manieën als
depressies doormaakt; in zo'n
geval spreekt men van ma-
nisch-depressief. In dit geval
heeft men het tegenwoordig
vaak over een bipolaire (twee-
polige) ziekte, in het andere
geval over een unipolaire
(éénpolige) ziekte.
Tijdens een depressie voelen
mensen zich vaak ook licha
melijk niet in orde, bewegen
en praten ze traag, hebben ze
angsten, soms paniekaanvallen
en veelal last van schuldge
voelens (Ik ben nutteloos; ik
verwaarloos mijn gezin; ik ben
zondig geweest). Die kunnen
soms dermate ernstig worden
dat ze de vorm aannemen van
wanen- gedachten die niët op
feiten berusten, maar voor de
patiënt toch waar lijken. Dan
is er sprake van een psychose,
de ernstigste, diepste vorm
van een depressie. Sommigen
lijden dan ook aan hallucina
ties, men hoort stemmen die
anderen in de omgeving niet
kunnen horen. Dat kan de
stem van de duivel zijn, die de
patiënt veroordeelt en de op
dracht geeft een eind aan zijn
leven te maken. In zo'n situa
tie wordt de patiënt altijd op
genomen, wat bij een „gewo
ne" depressie zelden het geval
Erfelijk
Een depressie heeft vrijwel
nooit één oorzaak, het is
meestal een combinatie van
oorzaken, of die nou lichame
lijk, geestelijk of sociaal zijn.
De lichamelijke factor in een
depressie is hoogstwaarschijn
lijk mede erfelijk bepaald, wat
is aangetoond door onderzoe
ken binnen families en onder
adoptiekinderen. „In theorie
kan iedereen depressief wor
den, al zijn er zeker mensen
die genetisch kwetsbaarder
zijn. Maar dat betekent niet
dat als er in je familie depres
sies voorkomen jij het ook zult
worden", zegt psychiater Eric
Hoencamp. Hij is hoofd poli
kliniek van het psychiatrisch
centrum Bloemendaal in Den
Haag en in die functie leider
van het onderzoek naar de
pressies.
Door middel van gesprekken
en medisch onderzoek kan
men erachter komen waarom
iemand depressief is gewor
den. Daarvoor onderscheidt de
psychiatrie enkele hoofdfacto
ren, die uiteindelijk ook bepa
len of de patiënt op een be
handeling zal reageren. Het
zijn de genetische aanleg, de
persoonlijkheid (Hoencamp:
„Maak je van een mug een oli
fant?"), de sociale inbedding
(„Hoeveel steun heeft iemand
in z'n leven?") en het type van
de pressief („De ene is de an
dere niet"). Naast het praten
(psychotherapie) kan de ziekte
worden behandeld door maat
schappelijke hulp en medicij
nen. Óver het algemeen werkt
een combinatiebehandeling
van „pillen en praten" het
best, zeker als de depressie
ernstig is.
Medicijnen
Het doel van het onderzoek op
de polikliniek van Bloemen
daal is om te achterhalen of
die factoren inderdaad een rol
spelen en in hoeverre medicij
nen een oplossing kunnen zijn.
Het onderzoek c.q. de behan
deling bestaat uit vier fasen.
Eerst wordt gedurende twee
weken met de patiënt en
eventueel zijn of haar partner
nagegaan of er sprake is van
depressie en zo ja om welke
vorm van depressie het gaat.
Blijkt daaruit dat het gebruik
van antidepressiva aan te ra
den is, dan kan de patiënt
meedoen aan het project, mits
deze voldoet aan een aantal
voorwaarden. Is dat niet het
geval, dan wordt-ie volgens de
gebruikelijke mogelijkheden
behandeld.
Patiënten die in aanmerking
komen voor het project krij
gen één gesprek van twee en
een half uur met een psycho
loog en /Jaarna eens per week
een gesprek met hun behande
laar. Daarnaast krijgen ze het
antideprsessivum maprotiline.
Door middel van bloedonder
zoek wordt bekeken of hqt
middel in voldoende concen
tratie in het bloed aanwezig is.
Reageert de patiënt goed op
maprotiline (ofwel vermindert
de depressie) dan blijft de pa
tiënt dit middel slikken. Rea
geert de patiënt na zes weken
niet of niet voldoende, dan
gaat hij of zij over naar de vol
gende fase.
Gedurende opnieuw zes we
ken krijgt de patiënt dan het
middel brofaromine of een
combinatie van maprotiline en
lithium. Deze behandeling
wordt „dubbel-blind" gegeven,
wat inhoudt dat patiënt noch
behandelaar weet welk varv
beide behandelingen wordt ge
geven. Reageert de patiënt
voldoende, dan wordt de be
handeling doorgezet, reageert
hij niet, dan gaat hij over naar
de volgende fase. Daarin krijgt
De psychiatrische kliniek Bloe
mendaal in Den Haag. FOTO: SP
hij dan de behandeling die hij
de voorgaande zes weken niet
kreeg. Er wordt dus gekruist,
wie eerst alleen brofaromine
slikte, krijgt nu de combinatie
behandeling en wie eerste de
combinatie-behandeling kreeg,
krijgt nu alleen brofaromine.
Maar niemand weet dus wat
de patiënt eerst slikte en wat
daarna, dat blijkt pas aan het
eind van het onderzoek. Pa
tiënten moeten zich tijdens de
behandeling aan een redelijk
streng dieet houden. Ook mo
gen ze geen andere medicijnen
slikken, omdat brofaromine in
combinatie met medicijnen die
normaal niet gevaarlijk zijn
toch tot gevaarlijke reacties
kan lijden. Zelfs in combinatie
met pijnstillers, afslankmidde
len en drankjes tegen hoest of
keelpijn.
Hoge bloeddruk
Brofaromine behoort tot de
omstreden mao-rémmers en
het gebruik daarvan in dit
project is daarom zeer opmer
kelijk. Mao-remmers zijn
vooral in de publiciteit geko
men door het hierboven aan
gehaalde boek Ver Heen van
professor Piet Kuiper. Hij
werd in Bloemendaal met suc
ces behandeld, ondermeer met
mao-remmers die hij nota
bene weigerde aan zijn eigen
patiënten te geven omdat hij
ze levensgevaarlijk vond. Het
middel veroorzaakte soms ver
hoging van de bloeddruk en
een enkele keer zou iemand er
zelfs een hersenbloeding door
hebben gekregen. Het middel
wordt door Nederlandse artsen
nauwelijks meer voorgeschre-
Eric Hoencamp: „Die mao-
remmers hebben een slechte
naam, maar de tegenstanders,
inclusief Kuiper, hebben dat
wel overdreven. Brofaromine
is bovendien een nieuw, onge
vaarlijk type mao-remmer. De
enige bijwerking kan een lich
te verlaging van de bloeddruk
zijn, waardoor duizelingen
kunnen optreden. Sporadisch
komt ook misselijkheid voor.
Als onze veronderstellingen
kloppen, wordt brofaromine
erg belangrijk in de behande
ling van depressies".
Voor Hoencamp is het geen
vraag of medicijnen wel thuis
horen in de behandeling van
een psychische ziekte. „Na
tuurlijk moet je kritisch zijn",
zegt hij, „want je moet niet per
definitie met pillen aankomen.
Maar het is evengoed zeer on
ethisch iemand medicijnen te
onthouden als hij ze echt nodig
heeft".
DICK HOFLAND
wordt
reactie op mijn
drielettergrepige antwoodLel
meestal positief. „JournalL
Goh, wat leuk zeg. Waar F
schrijf je allemaal over?" L"1",
breekt er een kritiek mo\^
aan. In de helft van de
gevallen zie ik enkele tellr
later een tot dan toe zonn
gelaat bewolken, hetgeen f0]
steevast g
verschrikte uitroepen. „0(111
politiekJakkes.' Is dat nk -
vreselijk saai?" Voor dit
momenten heb ik een
begrijpend glimlachje»
ontwikkeld en een antwdp"
dat de verwarring nog gn
maakt. „Inderdaad. Er zij JK'
aangenamer dingen om o va
te schrijven...Even latei
inwerken. En dan: „Maar
maak ook wel eens leukeP^r
dingen mee hoor, ik bedo(he
de politiek dus hè? Echt idv
waar!". fbe
De ongelovigen dringen aua
onmiddellijk aan op
voorbeelden. Die heb ik Q^.
ook rijkelijk achter de hafd
Deze week nog werd er iprz
Tweede Kamer een debaig.
gehouden dat mij enkele]
malen op de lachspieren oe
werkte. Niet omdat dat dpn
bewindslieden en kamerlij-
gekke kunstjes vertoondeF*1
smakelijke grappen vertel001
of vechtend door de zaal 'uit
rolden. Nee, het was omdiov
zich een psychologisch drj m
afspeelde. Achter de 'F
regeringstafel zat het r
ministersduo dat PPF
verantwoordelijk is voor I8§(
politie: Frits Korthals Altfet
(rijkspolitie) en Kees vanP's
(gemeentepolitie). Dit twareë
ligt, zo willen hardnekkig*0^
geruchten in het politieké,ex
circuit, verschrikkelijk mi
elkaar overhoop. De minf
zijn het oneens over de v6''0
hoe de inmiddels beruchtt ,ul1
plannen voor een oe
verschuivingsoperatie tusi
de politiekorpsen (hier wP
agenten erbij, daar wat a6
manschappen eraf) uitgew
moeten worden. nc
Het PvdA-kamerlid Pietèx^J
Stoffelen wilde wel eens 00
weten wat er van die rui"e
verhalen waar was en du!n 1
hij een spoeddebat de
aangevraagd. Dat leverdev"(
prachtig schouw- en lrei
woordenspel op. Na enké*0 1
zuigende inleidende "oc
opmerkingen van Stoffel) tf
(„Is het tussen u beiden 1
steeds love and P
understanding?") branddeF n
ministers geïrriteerd los. Pnc
alle toonaarden ontkendef zx
Frits en Kees, die elkaar,
tijdens het hele debat
overigens geen blik waari
keurden, om beurten datOu
erbij.' Het ging om een
moeilijke operatie, dat wé)AI
maar eensgezind werktenen
aan een oplossing.' Al c/Ie ster
geruchten over ruzies he
berustten louter op in
misverstanden! Stoffelen
zich hierdoor niet uit hefji
slaan. Jennend maakte h\oet
duidelijk dat hij van al dia I
mooie woorden geen snanors
geloofde. „Ik ben blij" )ru;
verzuchtte hij, „dat de ituu
ministers zo eensgezind z|er\
want zo hoort het ook. éér
Gelukkig waren er e/jJreJjjns
misverstanden in het spek s
Maar nu begrijp ik alles, ten
de heer Van Dijk in allerlpaV
toespraken over de poli tit
woord 'ikin de mond
bedoelt hij natuurlijk: 'wif
Wat een akelig mis vers taïdc
Ook Gerrit Jan
Wolffensperger van D66 |ia:
nog wat zure duiten in Midi
zakje. Het doet me deugiigC
horen dat de ministers saLni
naar een oplossing zoek effort
houd van harmonieuze lon<
relaties!". Jet
De bewindslieden vertrolkei
geen spier, ook niet toen jst
Stoffelen een motie indiqlec
om, naar hij zei, de minimnt
een handje te helpen. In b m
motie stond simpelweg cty m
meer geld voor de politiejn 1
moest worden uitgetrokktnp
Dat zou immers alle jr
problemen rond de üaa
verschuivingsoperatie jbij
oplosbaar maken. De Win
Dijkstal had het daar duiklen
moeilijk mee. Hij was hel
de motie eens, maar wik
ministers nog niet voor
blok zetten. Dus begon
Stoffelen en diens motie
graf in te prijzen. „Ik kei
een wijs en vriendeli"
Welnu, de ministers 1
januari beloofd dat ze l
mei met een definitief P#\J
zullen komen. Gun ze daf-
éven de tijd!" Zwijgend
verlieten de twee
bewindslieden even la te A
vergaderzaal. Op de ganL
stond Gert Koffeman,
voorzitter van de
politievakbond ACP. W«
toneelstuk!" riep hij tege§
groepje journalisten. „Ik
wel beter hoor: het is ècm
hommeles tussen die tw«|
niet zo zuinig ook.'".
TRUBBELS