De „draaikontenj" van Ruud Lubbers „Dan is het gras zwart. Pikzwart" Politiek Partij Parlement BINNENLAND £eidóe0otrumt ZATERDAG 22 APRIL 1989 PAGIN DEN HAAG „Ik haak af, ik weet het echt niet meer", zuchtte deze week een voorlichtingsambte naar toen hem werd ge vraagd commentaar te le veren op de zoveelste uit gelekte berekening over de financiële toekomst van ons land. De moede loosheid straalde er vanaf. Dat is ook niet zo gek, ge zien de cijferbrij die de laatste weken op de sa menleving is afgevuurd. De recente ontwikkelingen en voorspellingen over de econo mische groei, de daardoor ver wachte extra inkomsten voor het rijk en de ideeën en plan nen die daaruit voortvloeien leveren tezamen een warrig beeld op. Minister Ruding roept voortdurend dat de over heid zo arm is als een kerkrat en dat de beurs nóg leger raakt als aan de wensen van zijn collega-bewindslieden wordt voldaan. Premier Lub bers daarentegen beziet de toe komst de laatste tijd steeds meer van de zonnige kant, waardoor hij is afgestapt van een al te zuinig overheidsbe leid. Voorspellingen over een gun stige economische groei leiden gemakkelijk tot een optimisti- sche stemming: die groei bete kent immers meer winsten, meer werk en dus meer belas tinginkomsten en minder uit gaven voor werkloosheidsuit keringen. Eindelijk ruimte om nieuwe dingen te doen en deze en gene een extraatje te geven. Toch heeft het Centraal Plan bureau (CPB) bij haar becijfe ringen voor dé zekerheid een optimistische en een pessimis tische variant gemaakt. Tel kens komen er in beide va rianten weer nieuwe cijfers bij. Zo rekende het CPB zich deze week suf over de vraag wat het milieubeleid allemaal aan extra's moet gaan kosten en of dat allemaal wel betaal baar zal zijn. Vooral dat laatste is van belang, want het is maar al te vaak voorgekomen dat kabinetten zich rijk reken den en enige tijd later sipjes moesten bekennen dat lang niet alle mooie plannen kon den worden uitgevoerd van wege tal van tegenvallers, zo als zachte winters (dus minder aardgasinkomsten), een toena me van het aantal studenten (meer uitgaven voor studie beurzen) en de toekenning van veel meer subsidies dan was geraamd. Om bij de actuele voorbeelden van tegenvallers te blijven: vo rig jaar bezorgde onderne mend Nederland het kabinet een flinke strop toen kort voör het afschaffen van de Wir- subsidies nog even snel voor miljoenen guldens aan aanvra gen voor deze investeringspre mie werden ingediend. Pas nu is de totale omvang van die strop duidelijk geworden: an derhalf miljard gulden. Het af gelopen weekeinde gebeurde iets soortgelijks. Een gerucht over de naderende afschaffing van de Kleinschaligheidstoe slag, in het politieke jargon aangeduid als KST (een pre mie voor kleine investeringen, waarvan met name de mid denstand gebruik maakt) deed honderden ondernemers bij hun notaris aankloppen om een investeringsplan en een aanvraag voor een KST-subsi- die officieel op papier te laten Salarissen tal van werknemersgroeperin gen. Ondernemers roepen wel iswaar dat hogere lonen slecht zijn voor de werkgelegenheid en de 'gezondheid' van de be drijven, maar ondertussen zijn er wel in onder meer de bouw sector en de grafische indus trie aanzienlijke loonsverbete ringen bedongen. Het kabinet roept eveneens ach en wee als het gaat om de looneisen van (semi-)ambtena- ren en trendvolgers. Niet al leen zou het werkgelegen heidsbeleid erdoor geschaad worden maar bovendien zou elke salarisverhoging andere groepen aanzetten om maan delijks óók meer geld op giro of bank te eisen. En ja hoor, na het extraatje voor de politie kwamen de verpleegkundigen met hun looneisen en inmid dels staan ook leerkrachten en bejaardenverzorgsters te trap pelen om salarisverhoging. Volkomen begrijpelijk en zelfs terecht, maar het oude liedje 'Wie zal dat betalen?' stijgt dan weer hoog op de politieke hit parade. Na zeven jaar van harde be zuinigingen onder de kabinet- ten-Lubbers is een voor de ja ren tachtig unieke situatie ont staan. Voor het eerst sinds hij minister van financiën is, heeft Ruding niet om nóg meer bezuinigingen gevraagd, maar louter om 'compenseren de maatregelen' voor over schrijdingen van de ministe riële begrotingen. Gevoegd bij de opbloei van het bedrijfs leven is dit te meer een teken dat het prima gaat met Neder land Bijna niemand durft dan ook te veronderstellen dat het de komende jaren wel weer eens slecht zou kunnen gaan. Onder 'slecht' moet dan niet een iets minder gunstige eco nomische groei worden ver staan, maar een dramatische wending waardoor de groei wederom stagneert. Wie dit te berde brengt (Ruding bijvoor beeld) loopt grote kans wegge hoond te worden. Ook premier Lubbers lijkt aangestoken te zijn door het virus van optimisme, zo erg zelfs dat sommigen in het re geringskamp hem al fluiste rend beschuldigen van 'draai- konterij'. De premier is ervan overtuigd dat het rijk de fi nanciële teugels langzamer hand wel weer kan laten vie ren. Hij vindt het dan ook vreemd dat Ruding zich zo na drukkelijk heeft opgeworpen als beschermer van de schat kist en de burgers. In liberale kring echter wordt niet Ruding, maar Lubbers verweten een koers te varen die niet meer te volgen is. Voorhoeve en de zijnen vin den dat Ruding duidelijke taal spreekt, zij het dat ze zijn drei gement met aftreden voorba rig vonden en zijn sneer naar de VVD-ministers die op kos ten van het bedrijfsleven het peperdure concert van Frank Sinatra bijwoonden („de kavi- aareters") ronduit belachelijk. Maar omdat Ruding in een nieuw kabinet toch niet terug keert en niet hij maar Lubbers het gezicht van het CDA is, worden de manoeuvres van de minister-president door de VVD met argusogen gevolgd. Wantrouwen steekt de kop op. Wil Lubbers écht af van het strenge overheidsbeleid of oe fent hij alvast het verhaal waarmee hij volgend jaar als lijsttrekker voor het CDA het land door wil? Vindt hij voort aan dat bewindslieden die bui ten hun schuld met extra uit gaven kampen geen compen satie meer hoeven te zoeken of vindt hij dit omdat het nu vooral om CDA-ministers gaat? Heeft hij genoeg van de VVD? Lonkt hij soms naar de PvdA? Zelfs ambtenaren die dagelijks met Lubbers samen werken weten het allemaal niet en houden het er maar op dat de premier de verkiezin gen ruikt. Milieubeleid Die verkiezingen van 1990 werpen inderdaad hun scha duwen ver vooruit. Maar zij vormen geen afdoende verkla ring voor het gedrag van Lub bers. De premier heeft immers een reeks impopulaire milieu maatregelen in petto. Hij vindt dat burgers en bedrijfsleven flink moeten mp^hptalpr. aon een schonere leefomgeving. Ze mogen het best in hun porte monnee voelen, luidt zijn filo sofie. Dan maar wat minder belastingverlaging. Hiermee neemt Lubbers een groot risico. De kiezers voelen namelijk wél voor een effec tief milieubeleid, maar zullen niet accepteren dat zij daar voor (veel) geld moeten inle veren. Ook hier komt weer de economische groei om de hoek kijken. Als het beter gaat met ons land, dan kan de samenle ving (overheid, burgers en be drijven) zonder al te veel pijn méér aan het milieubeleid be steden. Maar valt de groei te gen of doemen er weer zware tegenvallers op, dan zal het enthousiasme ras bekoelen. Ruding speelt hoog spel, maar Lubbers ook. Op 9 mei ont- vangt de econoom Lubbers een eredoctoraat in de rechten van de Georgetown-universi- teit in Washington. Hij krijgt het doctoraat uit „erkenning voor zijn werk als staatsman en politiek leider op het we reldtoneel", aldus de universi teit. Deze internationale waar dering komt voor de premier als geroepen op een moment waarop hij in eigen land wordt beticht van draaikonterij. ROB SEBES DICK VAN RIETSCHOTEN De psychiatrische kliniek Bloemendaal in Den Haag gaat de komende drie jaar mensen met een depressie op een nieuwe manier behandelen. Een belangrijk onderdeel daarvan is toediening van het in Nederland niet toegelaten medicijn brofaromine, familie van de uiterst omstreden mao-remmers. Een voorbereidende studie leverde zoveel succes op, dat er de komende drie jaar een wetenschappelijk verantwoord onderzoek naar zal worden gedaan. Men denkt aan de hand hiervan voortaan te kunnen bepalen welke behandeling bij welke patiënt resultaat zal hebben. Met als gevolg een aanzienlijk snellere genezing. DEPRESSIE-PROJECT BLOEMENDAAL DEN HAAG „Ik stuif naar buiten, de kamer uit, krijsend: „God, God!". Dit is niet uit te houden. Ik schreeuw tegen de verpleger: „Zie je niet dat dit de hel is?". Ik brul het uit: „Ben ik nu werkelijk zo slecht? Staat dit in verhouding tot wat ik misdeed? Kan je zo slecht zijn dat dit de straf moet wezen0 Was ik dan zo wreed? Raapte ik niet ieder dier op van de weg, wanneer ik dacht dat het zou worden overreden? O, zeker, maar je assistenten tergde je door enkelen voor te trekken. De diepste put waar ik in val is de gedachte dat zelfs God me niet helpen kan, want Hij kan niets ongedaan maken en die hemellichamen, bewogen door de tijd, zijn Hem verre de baas. Ik ben een woord dat moet worden uitge gumd, een vers dat nooit had moeten worden gezongen. Ik kan het Niets nooit meer in, want ik ben er" Als Piet Kuiper dit schrijft, is hij al lang weer genezen. Maar op het moment dat hij het meemaakt, zit hij zo diep in de ellende, dat zijn depressie psy chotisch wordt angsten, pa niek, waandenkbeelden, gi gantisch schuldbesef. Het le ven een hel. „Ik ben bang dat ik, hoewel ik al dood ben, me toch dood zal maken". In zijn boek Ver Heen beschrijft hoogleraar psychiatrie Piet Kuiper hoe hij zelf ziek werd („gek") en hoe hij genas. Zijn „verslag van een depressie" werd een ongekend succes, wekenlang stond het boek bo venaan de top-tien van de meest verkochte boeken. Zoals veel psychische ziekten heeft ook depressie een myste rieuze aantrekkingskracht. Maar in dit geval kun je zelfs spreken van een mode; de de pressie heeft de wereld vero verd - „Daar word ik wel effe depri van", wie zegt het tegen woordig niet. Heel gezellig, heel leuk. Tot je het echt bent. Schrijver Maarten Biesheuvel: „Dan is het gras zwart. Pik zwart". In Vrij Nederland zei Biesheu vel eens, na een depressie van drie maanden: „Het was weer héél, héél erg hoor. Je merkt nu niets aan me, maar het komt voor dat ik met het schuim op de lippen in bed lig te hakken. De meeste mensen kunnen zich niet voorstellen hoe érg die krankzinnigheid is. Het komt voort uit een mengeling van melancholie, manische depressiviteit, som berheid, impulsiviteit, woede en te hoog gestemde levens verwachtingen. Steeds maar komt die waanzin boven van: als ik niet op weg ben een Na bokov, een Kafka of een Hei ne te worden, dan snijd ik maar liever m'n strot af. Het is vreselijk hysterisch en kinder achtig, maar het is wél zo". Het boekenweekgeschenk dat hij in die tijd schreef, heette Een Overtollig Mens. Ziekelijk Een depressie is geen zeld zaamheid, zeker één op de twintig Nederlanders lijdt er aan. Lijdt met een lange ij, zo als psychiaters het vaak noe men, want het is meer dan al leen een slecht humeur, meer dan alleen verdriet. Een de pressie is een ziekelijke vorm van somberheid; zwartgallig heid die niet na een paar da gen overgaat, maar, als er niets gebeurt, maanden, jaren, een heel leven zelfs kan du ren. Een ziekte ook die grote gevolgen kan hebben; suïcide (zelfdoding), invaliditeit als ge volg van een mislukte poging tot suïcide, onmeetbare een zaamheid, een constant gevoel mislukt te zijn. Je kunt letter lijk wegkwijnen; afsterven noemen sommigen het ook Een depressie - of het tegeno vergestelde: manie; ziekelijk verhoogde stemming kan geleidelijk ontstaan, maar soms ook binnen een week of zelfs een dag. Bijna alle de pressies gaan ook weer over, soms zonder behandeling. Aan het begin van deze eeuw, toen er nog geen behandelingen te gen depressie bestonden, ont dekte men dat een niet behan delde depressie doorgaans vier SUSKE EN WISKE DE SPEELGOEDSPIEGEL nigheid is". tot zes maanden duurt, ie mand kan eenmaal in zijn of haar leven een depressie door maken, maar het kunnen er ook meerdere zijn die met tus senpozen terugkeren. Daar naast is er ook een vorm waar bij iemand zowel manieën als depressies doormaakt; in zo'n geval spreekt men van ma- nisch-depressief. In dit geval heeft men het tegenwoordig vaak over een bipolaire (twee- polige) ziekte, in het andere geval over een unipolaire (éénpolige) ziekte. Tijdens een depressie voelen mensen zich vaak ook licha melijk niet in orde, bewegen en praten ze traag, hebben ze angsten, soms paniekaanvallen en veelal last van schuldge voelens (Ik ben nutteloos; ik verwaarloos mijn gezin; ik ben zondig geweest). Die kunnen soms dermate ernstig worden dat ze de vorm aannemen van wanen- gedachten die niët op feiten berusten, maar voor de patiënt toch waar lijken. Dan is er sprake van een psychose, de ernstigste, diepste vorm van een depressie. Sommigen lijden dan ook aan hallucina ties, men hoort stemmen die anderen in de omgeving niet kunnen horen. Dat kan de stem van de duivel zijn, die de patiënt veroordeelt en de op dracht geeft een eind aan zijn leven te maken. In zo'n situa tie wordt de patiënt altijd op genomen, wat bij een „gewo ne" depressie zelden het geval Erfelijk Een depressie heeft vrijwel nooit één oorzaak, het is meestal een combinatie van oorzaken, of die nou lichame lijk, geestelijk of sociaal zijn. De lichamelijke factor in een depressie is hoogstwaarschijn lijk mede erfelijk bepaald, wat is aangetoond door onderzoe ken binnen families en onder adoptiekinderen. „In theorie kan iedereen depressief wor den, al zijn er zeker mensen die genetisch kwetsbaarder zijn. Maar dat betekent niet dat als er in je familie depres sies voorkomen jij het ook zult worden", zegt psychiater Eric Hoencamp. Hij is hoofd poli kliniek van het psychiatrisch centrum Bloemendaal in Den Haag en in die functie leider van het onderzoek naar de pressies. Door middel van gesprekken en medisch onderzoek kan men erachter komen waarom iemand depressief is gewor den. Daarvoor onderscheidt de psychiatrie enkele hoofdfacto ren, die uiteindelijk ook bepa len of de patiënt op een be handeling zal reageren. Het zijn de genetische aanleg, de persoonlijkheid (Hoencamp: „Maak je van een mug een oli fant?"), de sociale inbedding („Hoeveel steun heeft iemand in z'n leven?") en het type van de pressief („De ene is de an dere niet"). Naast het praten (psychotherapie) kan de ziekte worden behandeld door maat schappelijke hulp en medicij nen. Óver het algemeen werkt een combinatiebehandeling van „pillen en praten" het best, zeker als de depressie ernstig is. Medicijnen Het doel van het onderzoek op de polikliniek van Bloemen daal is om te achterhalen of die factoren inderdaad een rol spelen en in hoeverre medicij nen een oplossing kunnen zijn. Het onderzoek c.q. de behan deling bestaat uit vier fasen. Eerst wordt gedurende twee weken met de patiënt en eventueel zijn of haar partner nagegaan of er sprake is van depressie en zo ja om welke vorm van depressie het gaat. Blijkt daaruit dat het gebruik van antidepressiva aan te ra den is, dan kan de patiënt meedoen aan het project, mits deze voldoet aan een aantal voorwaarden. Is dat niet het geval, dan wordt-ie volgens de gebruikelijke mogelijkheden behandeld. Patiënten die in aanmerking komen voor het project krij gen één gesprek van twee en een half uur met een psycho loog en /Jaarna eens per week een gesprek met hun behande laar. Daarnaast krijgen ze het antideprsessivum maprotiline. Door middel van bloedonder zoek wordt bekeken of hqt middel in voldoende concen tratie in het bloed aanwezig is. Reageert de patiënt goed op maprotiline (ofwel vermindert de depressie) dan blijft de pa tiënt dit middel slikken. Rea geert de patiënt na zes weken niet of niet voldoende, dan gaat hij of zij over naar de vol gende fase. Gedurende opnieuw zes we ken krijgt de patiënt dan het middel brofaromine of een combinatie van maprotiline en lithium. Deze behandeling wordt „dubbel-blind" gegeven, wat inhoudt dat patiënt noch behandelaar weet welk varv beide behandelingen wordt ge geven. Reageert de patiënt voldoende, dan wordt de be handeling doorgezet, reageert hij niet, dan gaat hij over naar de volgende fase. Daarin krijgt De psychiatrische kliniek Bloe mendaal in Den Haag. FOTO: SP hij dan de behandeling die hij de voorgaande zes weken niet kreeg. Er wordt dus gekruist, wie eerst alleen brofaromine slikte, krijgt nu de combinatie behandeling en wie eerste de combinatie-behandeling kreeg, krijgt nu alleen brofaromine. Maar niemand weet dus wat de patiënt eerst slikte en wat daarna, dat blijkt pas aan het eind van het onderzoek. Pa tiënten moeten zich tijdens de behandeling aan een redelijk streng dieet houden. Ook mo gen ze geen andere medicijnen slikken, omdat brofaromine in combinatie met medicijnen die normaal niet gevaarlijk zijn toch tot gevaarlijke reacties kan lijden. Zelfs in combinatie met pijnstillers, afslankmidde len en drankjes tegen hoest of keelpijn. Hoge bloeddruk Brofaromine behoort tot de omstreden mao-rémmers en het gebruik daarvan in dit project is daarom zeer opmer kelijk. Mao-remmers zijn vooral in de publiciteit geko men door het hierboven aan gehaalde boek Ver Heen van professor Piet Kuiper. Hij werd in Bloemendaal met suc ces behandeld, ondermeer met mao-remmers die hij nota bene weigerde aan zijn eigen patiënten te geven omdat hij ze levensgevaarlijk vond. Het middel veroorzaakte soms ver hoging van de bloeddruk en een enkele keer zou iemand er zelfs een hersenbloeding door hebben gekregen. Het middel wordt door Nederlandse artsen nauwelijks meer voorgeschre- Eric Hoencamp: „Die mao- remmers hebben een slechte naam, maar de tegenstanders, inclusief Kuiper, hebben dat wel overdreven. Brofaromine is bovendien een nieuw, onge vaarlijk type mao-remmer. De enige bijwerking kan een lich te verlaging van de bloeddruk zijn, waardoor duizelingen kunnen optreden. Sporadisch komt ook misselijkheid voor. Als onze veronderstellingen kloppen, wordt brofaromine erg belangrijk in de behande ling van depressies". Voor Hoencamp is het geen vraag of medicijnen wel thuis horen in de behandeling van een psychische ziekte. „Na tuurlijk moet je kritisch zijn", zegt hij, „want je moet niet per definitie met pillen aankomen. Maar het is evengoed zeer on ethisch iemand medicijnen te onthouden als hij ze echt nodig heeft". DICK HOFLAND wordt reactie op mijn drielettergrepige antwoodLel meestal positief. „JournalL Goh, wat leuk zeg. Waar F schrijf je allemaal over?" L"1", breekt er een kritiek mo\^ aan. In de helft van de gevallen zie ik enkele tellr later een tot dan toe zonn gelaat bewolken, hetgeen f0] steevast g verschrikte uitroepen. „0(111 politiekJakkes.' Is dat nk - vreselijk saai?" Voor dit momenten heb ik een begrijpend glimlachje» ontwikkeld en een antwdp" dat de verwarring nog gn maakt. „Inderdaad. Er zij JK' aangenamer dingen om o va te schrijven...Even latei inwerken. En dan: „Maar maak ook wel eens leukeP^r dingen mee hoor, ik bedo(he de politiek dus hè? Echt idv waar!". fbe De ongelovigen dringen aua onmiddellijk aan op voorbeelden. Die heb ik Q^. ook rijkelijk achter de hafd Deze week nog werd er iprz Tweede Kamer een debaig. gehouden dat mij enkele] malen op de lachspieren oe werkte. Niet omdat dat dpn bewindslieden en kamerlij- gekke kunstjes vertoondeF*1 smakelijke grappen vertel001 of vechtend door de zaal 'uit rolden. Nee, het was omdiov zich een psychologisch drj m afspeelde. Achter de 'F regeringstafel zat het r ministersduo dat PPF verantwoordelijk is voor I8§( politie: Frits Korthals Altfet (rijkspolitie) en Kees vanP's (gemeentepolitie). Dit twareë ligt, zo willen hardnekkig*0^ geruchten in het politieké,ex circuit, verschrikkelijk mi elkaar overhoop. De minf zijn het oneens over de v6''0 hoe de inmiddels beruchtt ,ul1 plannen voor een oe verschuivingsoperatie tusi de politiekorpsen (hier wP agenten erbij, daar wat a6 manschappen eraf) uitgew moeten worden. nc Het PvdA-kamerlid Pietèx^J Stoffelen wilde wel eens 00 weten wat er van die rui"e verhalen waar was en du!n 1 hij een spoeddebat de aangevraagd. Dat leverdev"( prachtig schouw- en lrei woordenspel op. Na enké*0 1 zuigende inleidende "oc opmerkingen van Stoffel) tf („Is het tussen u beiden 1 steeds love and P understanding?") branddeF n ministers geïrriteerd los. Pnc alle toonaarden ontkendef zx Frits en Kees, die elkaar, tijdens het hele debat overigens geen blik waari keurden, om beurten datOu erbij.' Het ging om een moeilijke operatie, dat wé)AI maar eensgezind werktenen aan een oplossing.' Al c/Ie ster geruchten over ruzies he berustten louter op in misverstanden! Stoffelen zich hierdoor niet uit hefji slaan. Jennend maakte h\oet duidelijk dat hij van al dia I mooie woorden geen snanors geloofde. „Ik ben blij" )ru; verzuchtte hij, „dat de ituu ministers zo eensgezind z|er\ want zo hoort het ook. éér Gelukkig waren er e/jJreJjjns misverstanden in het spek s Maar nu begrijp ik alles, ten de heer Van Dijk in allerlpaV toespraken over de poli tit woord 'ikin de mond bedoelt hij natuurlijk: 'wif Wat een akelig mis vers taïdc Ook Gerrit Jan Wolffensperger van D66 |ia: nog wat zure duiten in Midi zakje. Het doet me deugiigC horen dat de ministers saLni naar een oplossing zoek effort houd van harmonieuze lon< relaties!". Jet De bewindslieden vertrolkei geen spier, ook niet toen jst Stoffelen een motie indiqlec om, naar hij zei, de minimnt een handje te helpen. In b m motie stond simpelweg cty m meer geld voor de politiejn 1 moest worden uitgetrokktnp Dat zou immers alle jr problemen rond de üaa verschuivingsoperatie jbij oplosbaar maken. De Win Dijkstal had het daar duiklen moeilijk mee. Hij was hel de motie eens, maar wik ministers nog niet voor blok zetten. Dus begon Stoffelen en diens motie graf in te prijzen. „Ik kei een wijs en vriendeli" Welnu, de ministers 1 januari beloofd dat ze l mei met een definitief P#\J zullen komen. Gun ze daf- éven de tijd!" Zwijgend verlieten de twee bewindslieden even la te A vergaderzaal. Op de ganL stond Gert Koffeman, voorzitter van de politievakbond ACP. W« toneelstuk!" riep hij tege§ groepje journalisten. „Ik wel beter hoor: het is ècm hommeles tussen die tw«| niet zo zuinig ook.'". TRUBBELS

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1989 | | pagina 4