Jacht op infecties ■QQQQQQEMO' Geen tijd meer voor 'gezellige' hulpverleners 'CeicUeSou/icwit ZATERDAG 22 APRIL Tijdens een operatie is het gevaar voor infecties groot. De kleding van het operatieteam moet goed sluiten zodat onder meer de talloze onzichtbare huidschilfertjes die een infectie kunnen overbrengen niet door de ruimte kunnen zweven. FOTO: SP leidse hogeschool start hbo-opleiding hygiënist Het lichaam zit vol bacteriën, van binnen en van buiten. Ze hebben het, met miljoenen tegelijk, gewel dig naar hun zin op vooral warme, vochtige plekjes. Dat lijkt eng, maar dat is het niet. Met enkele andere afweersystemen beschermen ze ons tegen andere bacteriën die het minder goed menen. Niet altijd lukt dat, vooral in een ziekenhuis is de kans groot dat het natuurlijk evenwicht wordt verstoord en je een infectie oploopt. Ongeveer één op de twintig patiënten moet daar rekening mee houden. Zo'n infectie is in een aantal gevallen te voorkomen en dat is met name de taak van de hygiënist. Die moet dat soort ge varen in de gaten houden, opsporen en als het even kan uitschakelen. Niet door elke dag de zalen een goede beurt te ge ven; de naam geeft niet helemaal weer wat het beroep inhoudt. De Engelse term „infection prevention" geeft beter weer dat het vak zich toespitst op het voorko men van infecties. „Je bent eigenlijk epi demiologisch bezig", zegt hygiéniste Coby Paardekooper van het Diacones- senhuis in Voorburg. Hygiënist is een nogal onbekend beroep, niet in de laatste plaats omdat er geen officiële opleiding voor bestond. Als een ziekenhuis zo iemand wilde aanstellen, dan werd dat een analist met microbio logische opleiding of een verpleegkundi ge die werd bijgeschoold. De Leidse Ho geschool voor Beroepsonderwijs heeft verandering in die situatie gebracht. Evenals op de hogeschool in Eindhoven is het daar mogelijk vanaf het cursusjaar '89-'90 een vierjarige hbo-opleiding tot hygiënist te volgen. Als vooropleiding is havo/vwo vereist. In de studie ligt de nadruk op vakken als epidemiologie, mi crobiologie, sterilisatie, desinfectie en agogiek - voorlichting aan het personeel is een uiterst belangrijke taak van de hy giënist. Barrière In een ziekenhuis wordt de natuurlijke barrière van de huid en de slijmvliezen doorbroken, onder meer als gevolg van van een infuus, een catheter of een ope ratie. De micro-organismen van de huid .of uit de omgeving kunnen dan naar binnen dringen en een infectie veroorza ken. Ook kan de afweer in het lichaam niet in orde zijn - men ligt niet voor niets in een ziekenhuis. Het maagzuur, dat gevaarlijke bacteriën doodt, kan bij voorbeeld niet optimaal functioneren. Het zijn allemaal zaken waar de hygië nist zich mee bezighoudt. Want volgens een Amerikaanse studie is één op de drie infecties in een ziekenhuis te voorko men. Coby Paardekooper: „Dat klinkt eenvoudiger dan het is, want doorgaans is een infectie een samenloop van om standigheden. Tegelijk is het wel een be langrijk deel van het werk, speuren en praten om er achter te komen waar de risico's liggen: bij de patiënt, de verple ging, dë arts, de apparatuur? Je moet uit gaan van hypotheses en omdat je een to taalbeeld hebt van een ziekenhuis kun je inschatten waar de gevaren schuilen en hoe je die het best kunt bestrijden". Steenpuist Wat heel onschuldig lijkt, hoeft dat ab soluut niet te zijn, waarmee eens te meer wordt bewezen dat het voorkomen van infecties niet zo simpel is. Neem een steenpuist. Als iemand die heeft, en ze ker iemand die ziek is, dan brengt dat gevaren met zich mee. Een operatie- wond kan bijvoorbeeld geïnfecteerd wor den. De huid produceert de hele dag enorm veel schilfertjes, omdat die zich steeds vernieuwt, en in geval van een steenpuist zijn veel schilfertjes infec tueus 'Gevaarlijke' bacteriën worden dan onzichtbaar verspreid en kunnen ook bij anderen infecties veroorzaken. Er zijn veel meer van die gevallen waar bij de schijn bedriegt. Wat te denken van een vieze nagel; daar zitten al mil joenen bacteriën onder. En bij een ont stoken nagelriem zijn al net zoveel bac teriën te vinden als er mensen op aarde zijn. Een verpleegkundige die een ont stoken wondje aan de vinger heeft, kan maar beter helemaal geen patiënt aanra ken. Zeker niet als die patient al een tijdje in het ziekenhuis ligt, en daar steeds kwetsbaarder is geworden. Het zelfde geldt voor patiënten op de afde lingen chrirurgie, intensive care en neo natologie (vroeggeborenen). Nogal onderschat ook wordt het gevaar van verspreiding via water, waarin bac teriën zich echt blijven vermeerderen, en voedsel - het kleinste stukje rauwe kip kan de oorzaak zijn van een infectie. Een hygiënist kan daar op hameren, maar kan niet alles voorkomen. Boven dien, benadrukt Coby Paardekooper, is het ook niet de bedoeling dat iedereen paranoïde door het ziekenhuis loopt. Als ze maar wel letten op de handen. Daarmee wordt het overgrote deel van de infecties overgebracht. Go^d wassen kost enige tijd en daarom gebeurt dat vaak niet. Coby Paardekooper heeft fo to's van handen die op het eerste gezicht uitstekend gewassen leken. Maar door een speciale belichting kon worden aan getoond dat ze tussen de vingers, op de duim en op de toppen van middel- en ringvinger nog vuil zijn. Onder de douche Er bestaan, zegt Coby Paardekooper, nog veel misverstanden over infecties. Zo wordt het verkoudsheidsvirus veel snel ler overgebracht via de handen dan via de lucht. Het is dus onzin als mensen in zo'n geval zeggen: ik geef je alleen maar een hand en geen zoen. Zo mogen pa tiënten met hepatitis-b soms niet onder de douche. Maar dë infectie zit bij deze mensen in het bloed, dus het gevaar op besmetting is bij deze patiënten te ver waarlozen, indien men niet in contact komt met het bloed. De hygiënist ziet het met gefronste wenkbrauwen aan; vaak in zijn of haar eentje. „Het is een vrij eenzaam beroep", zegt Coby Paardekooper, „en daar moet je tegenkunnen. Een verplee- gundige die het geworden is, kan altijd weer terug naar haar oude werk als ze het contact met de collega's en de pa tiënten mist. Als je de hbo-opleiding voor hygiënist hebt gevolgd, is die moge lijkheid er niet. daar moet je wel reke ning mee houden. Daarentegen is het enorm boeiend werk. Soms voel je je net een detective, je moet veel zaken nas peuren". De grote vraag is of je als hygiënist mak kelijk een baan kunt vinden. Er is mo menteel zeker plaats voor zo'n vijftig hy giënisten in ziekenhuizen, uitgaande van de ideaalnorm van één hygiënist op 250 a 300 bedden. Coby Paardekoper: „Ook in verpleeghuizen en andere instellingen in de gezondheidszorg zouden in feite hygiënisten aangesteld moeten worden, eventueel als consulent. Hoewel bewe zen is dat een optimale infectie-preven tie kosten bespaart, wordt er nog te wei nig geld beschikbaar voor gesteld. Het is dus nog maar de vraag of al die open plaatsen die er theoretisch bestaan ook werkelijk opgevuld worden". DICK HOFLAND Een maatschappelijk werker heeft een groot takenpakket. Hij geeft advies en informatie, hij bemiddelt tussen cliënten en instellingen, hij begeleidt hen en geeft psycho-soci- ale hulp. Dat is een intensieve hulpverlening waarbij het gedrag of de belevingswereld van de cliënt verandert, bijvoorbeeld wanneer hij relatieproblemen heeft. In de jaren zeventig werden opleidingen in de zogenaamde 'zachte sector' erg po pulair bij studenten. De 'geitewollensok- kentypes' waren symbool voor 'gezellige' hulpverleners, die met een aardige bab bel en een kopje koffie de problemen van cliënten probeerden op te lossen. Dit beeld is in de loop der jaren sterk veranderd. Nu zijn er drie gradaties maatschappelijk werkers: de vrijwilli gers, die vaak zonder opleiding eenvou dige maatschappelijke problemen probe ren op te lossen. Dan zijn er beroeps krachten die een middelbare beroepsop leiding doorlopen hebben, al dan niet op maatschappelijk gebied. Zij bieden hulp aan mensen met problemen die in de ju ridische of politieke sfeer moeilijk op te lossen zijn. De hoger opgeleide beroepskrachten zijn meer te vinden op bedrijfsmaatschappe lijk terrein, bij de>overheid, de reclasse ring en de kinderbescherming. Het werk veld van de maatschappelijk werker be vat ook migranten die moeilijkheden hebben met de aanpassing aan de Neder landse cultuur. Aan vreemde culturen in onze samenleving wordt in een flink deel van de opleiding aandacht besteed. Haagse hogeschool De Haagse Hogeschool is een fusie van onder meer twee sociale academies, de katholieke en de Haagse. Twee jaar gele- De hoger opgeleide maatschappelijk werkers krijgen vaak te maken met migrantenc FOTO: ANP den is door de fusie het lesaanbod op het gebied van welzijn en sociaal beleid aan zienlijk uitgebreid. Studenten kunnen nu een richting kieken die hen opleidt voor een leidinggevende functie. Deze studierichting haakt direct in op de trend van de laatste jaren: professionele hulpverlening. Vrijwilligerswerk is bij fulltime-studenten niet in de mode, de studenten willen na hun opleiding als betaalde beroepskrachten verantwoorde lijke functies vervullen. Bovendien zor gen de verschuivingen in de functies voor meer arbeidsplaatsen voor begin nende hulpverleners. Stage In het eerste jaar van de opleiding gaan de leerlingen zes weken op 'snuffelstage'. Dat is een stage waarbij ze niet echt ac tief meedraaien, maar zich alleen oriënt eren op het beroep. Deze stage is nodig om de leerlingen de mogelijkheid te ge ven gemotiveerd te kiezen voor deze op leiding. Het tweede jaar wordt gecombi neerd met twee dagen stage en drie da gen les per week, in het derde jaar lopen de studenten drie dagen stage per week. De stage-adressen worden verkregen via contacten met het 'werkveld'. Het 'regio naal ove.leg opleiding-werkveld' is een samenwerking tussen opleiding, over heid en bedrijfsleven. Dit orgaan zorgt er onder meer voor dat de opleiding goed aansluit op de beroepspraktijk. Per jaar melden zich zo'n zeventig leer lingen aan voor het eerste jaar in de stu dierichting maatschappelijk werk. waar van tweederde deel uit vrouwelijke stu denten bestaat. Naast maatschappelijk werk kunnen op de school ook nog per soneelswerk, cultureel/opbouwwerk, in richtingswerk en multi-etnische studies gevolgd worden. MARGIÊ DE L'ETANG Frank Bloemsaat student politicologie ..Het is kenmerkend voor mij dat ik altijd pas over hel volgende ben gaan nadenken, nadat ik het vorige had afgemaakt Frank Bloemsaat corrigeert zichzelf door daaraan toe te voegen dal dat vroeger vooral zi was. „Kijk hier ligt het aanmeldings -formulier voor een bijeenkomst over carrière- afgestudeerde politicologen Frank hoopt over anderhalf jaar af te studeren aan de Leidse universiteit. Op latere leeftijd besloot hij met een universitaire studie te beginnen, omdat hij zoveel mensen zag die elke dag hetzelfde doen en voor de rest van hun leven geen ander vooruitzicht hebben". Het is niet de eerste universitaire studie waaraan hij is begonnen. Na de middelbare school ging hij eerst een iaar via uitzendbureaus werken, omdat hij niet precies wist wat hij wilde. Uiteindelijk koos hij voor geschiedenis in Leiden; een keuze die niet echt gemotiveerd werd gemaakt. ..Het eerste jaar was heel erg feitelijk en daar ben ik op afgeknapt. Nu kijk er daar anders tegen aan. omdat ik weet dat de volgende jaren veel leuker en interessanter zijn". De volgende stap werd de opleiding toegepaste huishoudwetenschappen. een hbo-opleiding die gericht is op het management bij instellingen als bejaardenhuizen. Ook is het mogelijk je te specialiseren op voorlichting Frank deed dat laatste en toen hij hel diploma op zak had. ging hij in Amsterdam bij het gemeentelijk woningbedrijf werken. Daar gaf hij aan bewoners voorlichting over stadsvernieuwing. Helaas was de arbeidsovereenkomst van tijdelijke aard en een saaie kantoorbaan bij een woningbouwvereniging in Den Haag volgde. De nu derdejaars student hoopt door de universitaire opleiding zijn horizon te verruimen. „Ik probeer met de studie politicologie een goed analytisch vermogen op te bouwen waarmee ik later op beleidsniveau kan werken. Maar een uitgesproken wens voor een bepaald beroep heb ik niet". Antoinette Bröcker „Aan het einde van mijn studietijd ben ik gaan solliciteren naar banen als docente Engels, maar overal kreeg ik te horen dat ik geen ervaring had. Je kent dal wel". Eigenlijk wilde Antoinette Bröcker helemaal niet het onderwijs in. Weliswaar was dat een van haar drijfveren geweest om aan de opleiding te beginnen, maar uit de sollicitatie resultaten van andere mensen die de studie deden, alsook uit eigen ervaring met lesgeven tijdens een stage op een middelbare school had ze de conclusie getrokken dat dat niet hetgene was dat ze haar hele leven zou willen doen. In het voorjaar van 1983 deed ze een poging om bij de KLM als stewardess te werken. „Ik wilde puur iets anders doen dan wat ik tijdens de studie had geleerd. Maar wat met een grapje begon, liep uit op een zomercontract". Het daaropvolgende iaar verbleef ze samen met haar vriend in' de Verenigde Staten aan de Wayne University in Detroit. Daar werkte ze als vrijwilligster op de bibliotheek. Nadat ze uit de VS terug was, kon ze zo weer bij de KLM aan de slag en had ze hel idee om van daaruit naar een baan te solliciteren. „Maar als je vliegt ben je te onregelmatig aanwezig en te vaak weg om dat goed te doen. Uileindelijk lukte het me toch. Ik was het vliegen trouwens goed zat en bovendien zag ik bij de KLM genoeg voorbeelden van afgestudeerden die daar bleven hangen Antoinette werd bij de ABN op een jaarcontract binnengehaald om mee te werken aan hel opzetten van een nieuw functiewaarderingssysteem. „Samen met een grote groep andere academici werd ik voor dat project binnengehaald. Binnen twee weken moesten we beginnen en na een maand stoomcursus werden we in het diepe gegooid". De gok die werd genomen, bleek goed uit te pakken en na dat jaar kon Antoinette als part-time assistent personeelsfunctionaris bij de ABN blijven. „Het is een ideale combinatie met het moederschap. En ik blijf in de roulatie".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1989 | | pagina 39