Historici lonken naar bedrijfsleven 'QGQOGQi^M Campagne „Kies exact" is ongenuanceerd en soms zelfs misleidend 1 £eidóc (Bowuvnt ft 6 S f ZATERDAG 22 APRIL 1989 straat 21 n Haag 0-631935 „Ben jij al uit je vakkenpakket? Een vakkenpakket kiezen doe je niet zomaar. Met natuurkunde en scheikunde, en vooral wiskunde, kun je meer kanten op en verhoog je de kans op een baan". Vele malen hebben deze zinnetjes, aan sluitend op de STER-reclamc, in de af gelopen maanden door de Nederlandse huiskamers geklonken. Het ministerie van onderwijs en wetenschappen was weer met zijn campagne „Kies exact" begonnen. „Praat erover, vooral met je decaan", werd leerlingen via de tv-spot aangeraden. Mijn aversie tegen deze campagne neemt met het jaar toe. De informatie, die via brochure, tv, dagblad en reclame bord kwistig over Nederland wordt uit gestrooid, is ongenuanceerd en soms zelfs misleidend. Deze boude uitspraak kan met harde fei ten worden waargemaakt. Dat wil ik doen aan de hand van de de brochure „Ben jij al uit je vakkenpakket?" - die weer op elk postkantoor en in alle open bare bibliotheken verkrijgbaar is. „Met natuur- en scheikunde en vooral wiskunde kun je meer kanten op", staat in de brochure. Maar hoeveel kanten? Ben je zonder „iets exacts" in je vakken pakket kansloos bij het vervolgonder wijs, of verbeter je je positie van 60 naar 75 Dat wordt niet duidelijk. Wanneer heb je eigenlijk „exact" geko zen: wanneer je wiskunde in je pakket hebt? Of in plaats daarvan alleen schei kunde? Of pas wanneer je de klassieke combinatie wiskunde, natuurkunde en scheikunde hebt? Eisen sling as nie tevoren te doen ts waar ND Een paar vuistregels. (Meer dan vuistregels geven is onmoge lijk. De vakkenpakketmaterie is uiterst complex. Het wetenschappelijk onder wijs (wo) stelt naast formele eisen infor mele eisen. De formele eis voor genees kunde is natuurkunde en scheikunde; in formeel is echter ook biologie nodig. Het hoger beroepsonderwijs (hbo) kent pak- keteisen en pakketwensen; bovendien heeft hier elk instituut een eigen toela tingsbeleid.) Voor het wetenschappelijk onderwijs: Wiskunde A is vereist voor de sociale wetenschappen. Voor de exacte of de technische wetenschappen is het niet toereikend. Wanneer wiskunde B niet wordt ge bruikt als substituut voor wiskunde A is een combinatie met natuurkunde nodig. Scheikunde wordt uitsluitend ge vraagd in combinatie met natuurkunde. Voor het hbo: Ook hier levert wiskunde pas echt iets op in combinatie met natuurkunde of met economie. Let wel: in de campagne wordt met geen woord gerept over de maatschappelijk zeer relevante en in zekere zin ook exac te vakken economie en handelsweten schappen (havo) of economie I en II (vwo). Een laatste opmerking omtrent het onge nuanceerd karakter van de campagne. In de brochure is uitsluitend een overzicht opgenomen van opleidingen en studie richtingen waarvoor één of meer exacte vakken vereist of gewenst zijn. De .stu dierichtingen waarvoor geen exacte vak ken nodig zijn - die bestaan echt! - wor den niet genoemd. Misleidend De brochure is kennelijk geschreven door mensen die (gelukkig?) meer ver stand van reclame dan van onderwijs hebben. Als gewiekste zakenlieden prij zen zij hun waar, het exacte vakkenpak- ket, aan, besteden uitvoerig aandacht aan de sterke kant en gaan voorbij aan de zwakke kant van hun produkt. Daar om noem ik de campagne soms mislei dend. In de brochure worden leerlingen die voor een pakketkeus staan geïnterviewd. Als eerste komt Dominique aan het woord. „Ze heeft moeite met natuurkun de en scheikunde, maar wiskunde gaat haar gemakkelijk af', vertelt ze. Dat is vreemd: wel problemen met natuur- en scheikunde, en niet met wiskunde. Dat komt zelden voor. Haar geval is te uit zonderlijk om als voorbeeld te kunnen dienen in een voorlichtingscampagne. Vriendin Sharon kiest beide vakken. „Natuurkunde is niet mijn sterkste kant, maar laatst had ik een repetitie heel goed geleerd en toen haalde ik een 8", De omslag van de door het ministe rie van onderwijs en wetenschappen verspreide brochu re Kies Exact. zegt ze. Maar je gaat, bij het kiezen van een vakkenpakket, toch niet af op het re sultaat van een repetitie, Sharon? Wat zijn je andere cijfers? Vijven, zesjes, vie ren? Kies dan toch maar geen natuur kunde. Of moet ik uit je woorden aflei den dat die onvoldoendes ook achten hadden kunnen zijn wanneer je voor alle repetities hard had gewerkt? Dan moet je niet beweren dat natuurkunde niet je sterkste kant is, maar dat je voor die vakken weinig of niets hebt uitgevoerd. Ellen, uit 3 vwo, kletst uit haar nek. „In de eerste en tweede klas was ik heel slecht in wiskunde, maar nu gaat het fantastisch. Ik haal achten en negens". Maak dat de kat wijs, Ellen, of wanneer je verhaal toch waar is - je krijgt tot het uiterste het voordeel van de twijfel - is ook jouw geschiedenis zo uitzonderlijk dat jouw relaas in een voorlichtingsbro chure beter achterwege had kunnen blij ven. Ander onderdeel In de brochure wordt toegegeven dat leerlingen soms problemen met de exac te vakken kunnen hebben. Maar waar om? Die vraag wordt door Carla - 4 VWO - beantwoord. „Wiskunde gaat nu niet zo goed. Daar zit ik wel mee", moet zij toegeven. „Ik weet niet waardoor het komt. Waarschijnlijk ligt het onderdeel dat we nu aan het behandelen zijn me niet zo goed. Maar dan kan ik bij een ander onderdeel mijn cijfer wel weer op halen". j Aha Carla, het probleem zit dus bij een bepaald onderdeel van de stof, en wan neer je volgend jaar een ander onderdeel krijgt - en dat gebeurt zeker - ga je ze vens en achten scoren. Dat wens ik je toe. Maar de kans is natuurlijk niet uit gesloten dat je in plaats daarvan tweeën en drieèn haalt, want, zoals je zelf al zei, je weet uiteindelijk niet waardoor je aan die lage cijfers komt. Carla heeft nog een andere verklaring voor haar matige wiskundeprestatie. „Of ik een vak leuk vind, hangt af van... de leraar. Voornamelijk aan de manier waarop hij zijn lessen geeft. Als er een gezellige sfeer in de klas is, leer ik met meer plezier". Die slag is voor jou, Carla; inderdaad, een goed leraar en de sfeer in zijn les kunnen je tot prestaties brengen die an ders ondenkbaar zijn. De kans dat Carla echter bij een leraar in de klas komt die minder gezellig is, is groter dan ooit te voren. Er is namelijk een tekort aan do centen in de exacte vakken. Daardoor zijn veel schoolleiders gedwongen voor die vakken leraren aan te trekken die ei genlijk niet of minder geschikt zijn voor het onderwijs. Opgescheept Door de campagne „Kies exact" worden deze minder getalenteerde leerkrachten opgescheept met overvolle klassen, waarin leerlingen zitten die hun vak nooit hadden moeten kiezen en nooit zouden hebben gekozen ware het niet dat ze er door dit soort „voorlichting" vrijwel toe geprest werden. Exacte vakken zijn moeilijk, dat wil zeg gen: de exameneisen liggen hoog in ver houding tot de capaciteiten van veel leerlingen. Dat blijkt uit de eindexamen resultaten. In bijgaand kader treft u de resultaten van de havo- en vwo-examens (eerste tijdvak) van 1988 aan. Op het vwo had meer dan 30 van het aantal eindexamenkandidaten een on voldoende voor de exacte vakken - voor scheikunde 29 Die percentages wer den alleen geëvenaard door economie één en economie twee. Voor de andere vakken lagen ze beduidend lager. Op het havo had niet minder dan 43 van de kandidaten tijdens het eerste tijdvak een onvoldoende voor wiskunde, een percentage dat alleen door economie overtroffen werd. Het resultaat van na tuurkunde is aanmerkelijk gunstiger. Tot voor enkele jaren lag voor dit vak het percentage onvoldoendes op ca. 35 Dit examen is dus gemakkelijker gewor den. Hierdoor is het probleem van de moeilijkheidsgraad van dit vak echter niet opgelost, maar verschoven. Havo leerlingen met natuurkunde in hun pak ket hebben de grootste moeite om zich te handhaven in de sector Techniek van de Hogescholen - tot voor kort de HTS -; die aansluitingsproblemen zullen nu nog groter worden. Mijn grootste be zwaar tegen de campagne „Kies exact" is dan ook dat met geen woord gerept wordt over de moeilijkheidsgraad van de betreffende vakken. In de brochure komt de schooldecaan Yvonne Visser aan het woord. Zij con stateert dat op de havo-afdeling minder meisjes wiskunde in hun pakket opne men dan op het vwo. „Deze meisjes hebben dus nog een steuntje in de rug nodig", zegt ze. Dat is uitstekend. Ook ik raad leerlingen aan - ongeacht of het jongens of meisjes zijn - wiskunde in hun pakket op te nemen, tenzij ze kans loos zijn in dat vak. Maar evenals ik zal mijn collega Yvonne toch ook - en door deze campagne in toenemende mate - leerlingen moeten afraden wiskunde te kiezen. Uit paniek Wie kritiek levert op een weinig genuan ceerde voorlichtingscampagne loopt het gevaar daar even eenzijdig op te reage ren. Om dit te voorkomen nog een af sluitende opmerking. De werkgelegenheid in onze maatschap pij is van dien aard, dat veelal een voor opleiding met wiskunde, met wiskunde en natuurkunde of wiskunde en econo mie (één) of natuurkunde en scheikunde, dan wel scheikunde en biologie vereist is. Leerlingen moeten dit weten, en met name schooldecanen hebben de plicht hen daarop te wijzen. Het is ook een feit dat veel leerlingen geen van de hierboven genoemde com binaties kiezen en dat vooral meisjes daarbij verstek laten gaan. Er is geen en kele reden aan te nemen dat meisjes minder aanleg voor exacte vakken heb ben dan jongens. Voor zover de campag ne „Kies exact" traditionele rolpatronen wil doorbreken, verdient ze waardering. Er is echter een niet bedoeld, maar daar om niet minder ernstige neveneffect: op grote schaal wordt op scholen van voort gezet onderwijs uit paniek „exact" geko Percentages onvoldoendes exa mens havo en vwo 1e tijdvak Vak havo vwo Latijn 29 Grieks 14 Nederlands 23% 20.5% Frans 16% 20 Duits 19% 19 Engels 26% 21 Spaans 20% 20 Russisch 0% 5 Wiskunde 43% Wiskunde-A 32 Wiskunde-B 36 Natuurkunde 17% 38 Scheikunde 25% 29 Biologie 28% 23 Economie, Economie 147% 34 H.wet.+R Economie 1139% 36 Aardrijkskunde 20% 17 Geschiedenis 20% 21 Maatschappijleer 31% 13 Muziek 12% 17 Tekenen/Kunstbesch 9% 28 Text.werkv./cent. ex. 10% Bron: Cito; algemene publicatie nr. 58. zen, ook door leerlingen die daarvoor niet de nodige capaciteiten hebben. Schooldecanen hebben hun handen vol aan de problemen die hieruit voortvloei en. De brochure „Ben je al uit je vak kenpakket?" gaat hieraan voorbij, ster ker nog, bevordert de problematiek door' betrokkenen aan het woord te laten die te luchthartig over hun pakketkeus pra ten. Voor het ministerie van onderwijs en wetenschappen is het kiezen van een vakkenpakket een abstracte, onderwij stechnische aangelegenheid. Algemeen vormend en voorbereidend wetenschap pelijk onderwijs moeten in de pas blij ven lopen met hbo en wo, en uiteinde lijk met de arbeidsmarkt. Leerlingenbe geleiders en leraren van het voortgezet onderwijs zien daarentegen achter iedere pakketkeus een concrete leerling staan, met haar of zijn sterke en zwakke kan ten. Annelies, Bas, Edwin, Fatima, Je roen, Songul, Karin, Dennis, Oesha, Eveling, Henk-JanDie leerlingen moeten zeker niet ondoordacht een op dit moment voor hen aantrekkelijker, maar wellicht minder waardevol pakket kiezen. Ze mogen echter evenmin een vakkencombinatie opgedrongen krijgen, waarin ze zullen vastlopen. Daarom moet zorgvuldiger voorgelicht worden dan thans gebeurt. Enige jaren geleden veranderde de cam pagne van slagzin. „Slaag exact" heette het toen. Die verandering was van korte duur. Het zou wenselijk zijn er weer naar terug te keren. AB RIDDER (schooldecaan havo/vwo aan de Louise de Coligny/Scholengemeenschap te Lei den). Historici komen al lang niet meer automatisch in het archief terecht. FOTO: SP „Heeft u wel eens overwogen een stageplaats voor een historicus te creëren?". Deze vraag wordt ge steld in een foldertje dat de vak groep geschiedenis van de Leidse universiteit onlangs heeft toegezon den aan een groot aantal bedrijven en overheidsinstellingen. De vak groep timmert aan de weg om de kansen op een baan voor de aanko mende historici te vergroten. En da*» is hard nodig, want hoewel de L storici op de banenmarkt de laat- s[e jaren terrein winnen, stijgt het werkloosheidscijfer onder hen nog steeds. Doky Verhagen, werkzaam bij het stu diecoördinaat van de Leidse vakgroep, benadrukt dat er voor historici wel dege lijk perspectieven zijn. „Het gaat erom dat we de overheid en het bedrijfsleven ervan kunnen overtuigen dat historici, door het brede karakter van hun oplei ding, op veel plaatsen inzetbaar zijn. Over het algemeen kunnen ze goed schrijven en zijn ze in staat tot analy tisch denken. Maar het wantrouwen is nog altijd groot. Er bestaat bij velen nog steeds het volkomen verouderde beeld van de historicus als een wat wereld vreemde uitsluitend in het verleden gei- ïnteresseerde figuur". In Engeland wordt de historicus als mul- ti-inzetbare academicus al lang algemeen gewaardeerd. Bij de Engelse vestiging van Shell bijvoorbeeld, werken 146 his torici plus nog eens ruim honderd acade mici die een andere opleiding aan een letterenfaculteit hebben gevolgd. In Ne derland werken bij Shell slechts vier voormalige letterenstudenten. Verhagen: „De cijfers spreken voor zichzelf. We moesten wat doen om de kloof die hier gaapt tussen universiteit en arbeids markt te overbruggen. Daarom is het sinds juni '85 mogelijk in plaats van keuzevak te volgen stage te lopen om werkervaring op te doen". Fokker Vorig jaar besloot de vakgroep een stage coördinator aan te stellen. Geld was er niet, vandaar dat de functie officieel het karakter heeft van een werkervarings plaats. Dat deze aanpak werkt blijkt on der meer uit het feit dat de eerste coördi nator binnen een jaar voor zichzelf een baan vond bij Fokker, een van de bedrij ven die stageplaatsen aanbieden. De nieuwe coördinator Gert-Jan Spakman heeft in de anderhalve maand dat hij aan te werk is vijftien stageplaatsen „ge regeld". „Ik schrijf bedrijven en overheidsinstel lingen aan met het verzoek of ze een sta geplaats beschikbaar hebben. Naast de praktische aspecten van de stage, pro beer ik meteen de aandacht te vestigen op de vaardigheden van de historicus om zo wat te doen aan de beeldvorming. Wat erg goed loopt zijn de stages in de journalistiek en de politiek. D66 bij voorbeeld is vaste klant met elk jaar vier plaatsen". Spakman werkt momenteel aan een gro te reclameposter die duidelijk moet ma ken wat historici waard zijn. „Op de poster komen portretten te staan van een aantal bekende personen. Waar schijnlijk worden het Vonhoff, staatsse cretaris Evenhuis, oud-minister Van der Klaauw, Kissinger en Ben Knapen, cor respondent voor NRC-Handetsblad in Washington. Allemaal historici!". HERMAN ROSENBERG Maaike Meulenbroek Vanuit Frankrijk 1 bericht Maaike f Meulenbroek j - v - getrouwd en de JÉ <jr V zorg voor een kind - dat er A daar voor sociologen geen droog Brood valt te verdienen. Maaike kwam in dat land terecht nadat ze tijdens haar studie haar latere echtgenoot had leren kennen. De laatste drie jaar van de opleiding volgde ze aan twee Franse universiteiten: in Parijs aan Nanterre, de universiteit waar in 1968 de studenten opstand begon, en aan de universiteit van Straatsburg. ..De tijd in Nanterre is me prima bevallen. Er was een open sfeer en je kon zelf je studieprogramma samenstellen. Ook had je met de andere studenten veel contact omdat je veel in allerlei werkgroepen samenwerkte. Bovendien waren er veel buitenlandse, vooral Afrikaanse studenten die voor een heel bijzonder sfeer zorgden. In Straatsburg viel het daarna vreselijk tegen. In mijn ogen was het daar een uit de kluiten gewassen kleuterschool. Het onderwijs was puur éénrichlingyerkeer. Toen ik na één jaar mijn 'maitrice' had behaald - een examen dat ergens tussen het Nederlandse kandidaats- en doctoraalexamen ligt - was er bij mij absoluut geen animo meer om verder te studeren. Als ik in Parijs was gebleven was ik ongetwijfeld verder gegaan". Voordat Maaike Meulenbroek naar Frankrijk vertrok, studeerde ze twee jaar in Utrecht. „Als ik Utrecht en Nanterre met elkaar vergelijk dan is het grootste verschil dat in Nederland in de aanvang van de studie iedereen min of meer hetzelfde, algemene pakket krijgt voorgeschoteld. In Parijs kon je al gelijk je eigen voorkeuren uitspreken". Na het behalen van de universitaire graad probeerde Maaike die inmiddels de Franse nationaliteit heeft, twee jaar lang een baan te krijgen in haar vakgebied. „Neen. ik heb nooit gemerkt dat mijn van origine Nederlandse nationaliteit daarin een negatieve rol speelde. Sociologie is hier gewoon niet te slijten, terwijl het zo hard nodig is. Als ik om me heen kijk, zie ik dat het steeds meer een noodzaak is". Frank Bruins Al van jongs af wist Frank Bruins dat hij arts wilde worden en na de middelbare school kon hij na eerst te zijn uitgeloot, alsnog via een naplaatsing de studie geneeskunde in Rotterdam beginnen. Via ouders van vrienden kreeg hij het advies er voor te zorgen dat hij zien zou onderscheiden van zijn studiegenoten, omdat het toen al duidelijk was dat de arbeidsmarkt voor artsen steeds krapper zou worden. Een Rotterdam bood genoeg mogelijkheden om over de grens wetenschappelijk onderzoek te doen. Samen met een vriend stortte Frank zich op die kansen. Basisregel één is simpel: ie moet er zelf actief achteraan gaan", aldus Frank Bruins, die via de. ouders van zijn studiegenoot in Parijs terechtkwam. We regelden een aanbevelingsbrief van een Nederlandse arts die in de Franse hoofdstad connecties had. De taal vormde in eerste instantie een struikelblok, omdat hij op de middelbare school maar een paar jaar Frans had gehad. „Ik heb in de avonduren wat taalcursussen gedaan, maar je leert het toch het beste in de praktijk. Toch was er een ander nadeel: dat vriendje beheerste de taal beter, dus die voerde meestal het woord. De tweede keer dat ik in Parijs studeerde, heeft de professor ons uit elkaar gezet en toen moest ik zelf wel de taal spreken". Frank bevestigt de gedachte dat het met z'n tweeën makkelijker is dan alleen. „Alleen had ik het nooit gedaan. Ik denk dan ook dat het goed is om samen te beginnen, maar daarna moet je het alleen doen. Dan sta ie ook veel sterker". Na zijn studie vertrok de jonge arts Bruins naar de Amerikaanse stad Chicago om daar onderzoek te doen voor een professor. „Die twee jaar over de oceaan zijn de binnenkomer geweest voor de opleidingsplaats dermatologie die ik nu bij de Vrije Universiteit bezet. Ik had zelfs de luxe om uit twee plaatsen te kiezen, want op een of andere manier is het buitenland magisch. Maar volgens mij hebben ze nauwelijks gecontroleerd wat ik daar heb uitgespookt".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1989 | | pagina 37