Zoeterwoudse Rijntamboers
naar Wereldconcours Kerkrade
„Ik moest er aan
wennen dat mijn
mening belangrijk is"
iGINjt
LEIDEN OMGEVING
CeidóeSouttmt
DINSDAG 18 APRIL 1989 PAGINA 11
Inzicht
„Op de fiets", viel de keuri
ge heer direct attent in toen
kantonrechter Rigters hem
gistermorgen „het rijden
aoor rood" in de schoenen
sehoof. „Dat ik op de fiets
wés lijkt me in dit geval van
niet gering belang", vulde
dé tot in de puntjes verzorg
de man aan.
Hét was duidelijk, de zaken
mochten bij deze fietsende
heer niet verdraaid of in
compleet over het voetlicht
gebracht worden. De zaak
waarvoor hij kwam, was al
ernstig genoeg. En dus ver
volgde hij met de opmerking
dat hij ..bij het uitschrijven
van de bekeuring geen ge
bruik had gemaakt van de
riante mogelijkheid om een
valse naam op te geven".
„Dat lijkt me een nauwelijks
verzachtende omstandig
heid". repliceerde Rigters.
De meneer dacht daar op
gfónd van ervaring anders
óver. „Je zal ze de kost
móeten geven die een valse
naam opgeven in zo'n ge
val", vond de roodlicht-ne-
geerder. Hij stond het woord
vervolgens niet meer af en
draafde direct door naar de
vorm van maatschappelijke
ontsporing waarvoor hij
kwam: de netelige situatie
waarin de fietser zich be
vindt en het rijden door
rood waaraan hij zich als ge
volg daarvan schuldig had
gemaakt.
„Door groen rijden is voor
fietsers vol gevaren. Zo
vverd ik op weg naar hier
nog zowat geschept door een
vrachtauto vol beton", intro
duceerde de man. „Door
róód rijden niet dan", pro
beerde Rigters voorzichtig
maar vergeefs het initiatief
térug te halen. „Jawel",
merkte de man beleefd
maar terloops op. „Als fiet
ser zit je echter altijd wat
ongerust op de fiets, ook bij
groen licht. Ik wilde dat
graag even met een paar fo
to's adstrueren". En voor
Rigters kon tegensputteren
dat de verduidelijking wat
hem betreft achterwege kon
blijven, was de keurige,
Weer op flinke snelheid lig
gende meneer in zijn al even
keurige aktentas gedoken.
Hij dook vervolgens weer op
met twee stukken karton
waarop hij keurig twee se
ries foto's had geplakt.
„Kijk, het licht voor de fiet
sers staat al op groen, maar
hier ziet u nog een Ford Es
cort vlak voor de fietsers
rechtsaf slaan terwijl zijn
licht op rood staat. En hier
glipt die rode Lada nog door
het rood terwijl de fietsers al
mogen rijden. Als u dan
denkt dat dat het was, dan
vergist u zich, want op de
volgende foto kunt u zien
dat er nóg een auto door
rood is gereden die midden
tussen de fietsers belandt".
Rigters en de officier van
justitie klapperden wat met
de oren en hadden niet meer
de moed de man te onder
breken in zijn relaas over
hét gevaarlijke leven van de
fietser. „De conclusie is dus
dat het groene licht gevaar
lijk is voor fietsers. Die heb
ben altijd zijverkeer te
duchten. Een oplossing is,
om fietsers op eigen verant
woording over te laten ste
ken. Dat betekent dat de
vérkeerlichten niet stomweg
gevolgd, maar geïnterpre
teerd moeten worden naar
eigen verkeersinzicht van de
fietser".
De nette meneer haalde diep
adem. Rigters dacht even
aan 'zet' te kunnen komen,
maar vergiste zich lelijk.
„Natuurlijk zorgt het rijden
dóór rood voor groot gevaar
in het verkeer", hernam de
man, duidelijk makend aan
een tweede etappe begonnen
te zijn. „Maar het is gek om
selectief fietsers te bekeuren
als automobilisten op deze
plekken ongestoord door
rood mogen. Juist gemotori
seerd verkeer moet op de
bón". En verder doordra
vend: „Zo heb ik een telling
gehouden bij beide door mij
gefotografeerde situaties.
Daar reden per minuut vijf
auto's door rood. Vermenig
vuldigen wij dat met het
aantal verkeerslichten in
Leiden, dan wordt duidelijk
dat het rode verkeerslicht
zijn aanduidende waarde
verloren heeft. De fietser
op eigen inzicht moeten
mogen oversteken en ik zou
geen boete moeten krijgen".
De officier had respect ge
kregen voor het principiële
'eer. „Maar ik vind dat
ik dc oorspronkelijke boete
moet opleggen. Twintig gul
den". Rechter Rigters ging
door het betoog geheel door
de bocht zonder de fietser te
raken. „Wel schuldig. Maar
geen boete", meldde hij ge
tuigend van inzicht.
ERIK HUISMAN
Pieters
Op mijn omwegen door
stad en land kom ik
graag mensen tegen. U
kunt mij telefonisch of
schriftelijk vertellen wie
u graag in deze rubriek
zou willen tegenkomen.
Ik ben bereikbaar via
071-122244.
die zij aan de Rijndijk naar
buiten dragen.
In Kerkrade nemen De Rijn-
tamboers deel aan het mars-
concours, op de sintelbaan
van Roda JC. K&G zit op die
2e juli in de afdeling drum
fanfares in dezelfde le divisie
(Kerkrade kent slechts een 2e
en 1ste divisie en geen ere-di-
visie, omdat die laatste divisie
in andere landen niet bekend
is; en divisies moet je in de
hand houden), maar K&G, als.
oude rot en geslepen vos, doet
ook mee aan het showcon
cours. Wat dat betreft kijken
de Rijntamboers nog even de
fanfarekat uit de concours
boom. Over vier jaar zien ze
wel weer verder.
Onvoorstelbaar
J.de Vreede: „We zijn er toch
wel een beetje trots op dat we
mogen meedoen. Uiteindelijk
zijn we gewone mensen die
graag met elkaar muziekma-
ken. Het is onvoorstelbaar als
je ziets met elkaar kunt doen
en tot die prestaties kunt ko
men. Het is niet kinderachtig
wat er gespeeld wordt". De
Rijntamboers hebben twee
nummers in hun „mars"op de
sintelbaan: Army of the Nile
en Voice of the Guns, oorlog
zuchtige composities van de
Engelse fanfare-toondichter
Elford die waarschijnlijk nog
stammen uit de tijd dat „the
honourable Horatio", de late
re Lord Kitchener of Kart-
houm, vlak voor de eeuwwis
seling onder het strijdlusti
ge oog van ene Winston
Churchill de met zwaarden
en klingen slechtbewapende
horden van derwishen met
zijn Britse eskadrons en „guns
and rifles" in het zand der
Soedaanse woestijn deden bij
ten. De Engelsen zijn (bijna)
altijd „good sports" geweest,
en dat tref je zeker terug in
hun „bewogen", nostalgisch
aandoende „krijgsmuziek" die
vele bandmusici geïnspireerd
heeft. Kanonnen en geweren,
„Pomp and Circumstance",
daarmee is het Britse wereld
rijk uitgeluid. Maar hun mu
ziek voor brassbands, fanfare
en harmonie is gebleven, en
die klinkt nog altijd „om de
rillingen van te krijgen".
Dat krijgen we dus ook op 2
juli, als De Rijntamboers van
de Rijndijk in Kerkrade aan
treden en de pas erin zetten.
Met één van die Elfordnum-
mers is in '85 een Deens korps
in zijn categorie kampioen ge
worden. De Rijn tamboers ho
pen nu die titel te kunnen
overnemen. Het is nog een
paar maanden hard werken
en bijslijpen. De twee Dubbe-
laars staan daarbij als rotsen
in de branding, waar onge
veer 23 landen hun bijdrage
aan leveren. „We laten nu an
deren beoordelen wat ze er
van vinden", aldus verwoord
de J.de Vreede de overgave
van zijn „club" binnen het
niets ontziende veld van het
Kerkraadse strijdperk. „We
gaan er nu met bussen naar
toe. De NS doen het niet meer
in hun jubileumjaar van 150
jaar Nederlandse Spoorwe
gen". Met de bus naar een
hele klus. In Kerkrade, waar
nu al de vuren worden opge
stookt voor een paar weekein
den vol tonale spanning. Stel
nou, dat De Rijntamboers op
die zondagavond.. Laten we
maar niet meteen aan het po
sitief ongedachte denken.
Maar stel nou...
Nou, dan zien we wel weer
verder aan de Rijndijk. De
Rijntamboers worden straks
gemotiveerd in het diepe ge
gooid voor een internationaal
publiek. Ondergedompeld in
dat heel bijzondere sfeertje
van het Kerkraadse stadion.
Dan gaat er weer iets door je
heen, met al die internationa
le spanning. Een hele erva
ring voor de Rijndijkers. Sup
porters zijn op die 2e juli van
harte welkom. Ruggesteun
moet er zijn. Men kan zich
opgeven elke donderdag
avond van 19.00 tot 21.30 uur
in De Eendenkooi, de plaats
waar de Rijntamboers elke
week repeteren en zich nu
voorbereiden op een onge
dacht succes. De Rijndijk
hoeft waarlijk niet onder te
doen voor „big brother"
K&G, bij dat heel bijzondere
sfeertje in Kerkrade. Simon
Dubbelaar z'n naam zegt
het bijna al weet waar de
schoen wringt en hoe hij te
heeft. We
wachten af.
MET DE BUS NAAR EEN HELE KLUS
MARIETJE VAN DER MOLEN HEEFT HET NAAR HAAR ZIN ALS
WETHOUDER
Wie het vier jaar geleden
heeft meegemaakt zal
zich het feest nog goed
kunnen herinneren: het
Leidse keurkorps Kunst
Genoegen (K&G dus)
behaalde in '85 een inter
nationale titel op het 10e
Wereld muziekconcours in
het zonovergoten stadion
van Roda JC in Kerk
rade. Markanter, stoerder
en muzikaler kon het
niet. Het was een zondag
om niet gauw te vergeten.
Vanuit Leiden vertrok 's mor
gens een K&G-trein vol en
thousiaste aanhangers naar de
voormalige mijnstad in het
meest zuidoostelijke puntje
van ons land. 's Avonds werd
de retourrit gemaakt; de meu
te was toen nog geestdriftiger
en overal langs de route waar
gestopt werd, op zowat elk
station, klonken de fanfares
en trompetstoten en vreug
dekreten om te verkondigen
dat de „Leidse muziek" we
reldkampioen was geworden.
Men was ook wel een beetje
vermoeid na zo'n enerveren
de dag, maar het lieve vader
land werd in elk geval inge
licht omtrent de zegepraal.
Om een uur of 11 werd er nog
geblazen en geroffeld in de
thuishaven en het gemeente
bestuur kon zich alleen nog
maar lovend uitlaten over zo
veel bruisende dadendrang.
Jawel, wie daar bij was zal
het zich herinneren als de dag
van gisteren. „Kerkrade" is
nu eenmaal een klinkend be
grip, eens in de vier jaar. Dan
marcheren en showen enkele
tientallen korpsen uit de ge
hele wereld voor wat ze
waard zijn. Je kijkt, als sup
porter, je ogen uit en laat de
dreunende en jubelende klan
ken tot je doordringen en je
hoort van de speaker aan de
hand van de behaalde punten
hoe de zaken er voor staan.
„Kerkrade" is enerverend,
werkt slopend, stelt deelne
mers teleur of zweept hen op
tot de ontroering erop volgt.
Dit staat ons dit jaar, in '89,
opnieuw te wachten tijdens
het lie WMC. K&G is er we
derom als de kippen en als ge
routineerde „grootmacht" bij,
maar in het Zoeterwoude van
de Rijndijk gieren nu al de ze
nuwen door de keel. Geen
wonder, immers de rood-wit-
ten van de Drumfanfare De
Rijntamboers zijn uitverkoren
om aan de Kerkraadse wedij
ver mee te doen. Het is, uit-
LEIDEN Een jaar gele
den was ze nog van plan
om in 1990 de Leidse poli
tiek te verlaten. Inmid
dels hoopt Marietje van
der Molen (44) het nog
een tijdje uit te zingen als
wethouder ruimtelijke or
dening, openbare werken,
verkeer en milieu
(ROVM) in Leiden. Het
onverwachte vertrek van
Jit Peters luidde vorig
jaar een nieuwe episode in
haar politieke carrière in.
Na het werk in de Leiderdorp-
se gemeenteraad, provinciale
staten en de Leidse gemeente
raad kreeg ze de kans om na
mens de PvdA wethouder in
Leiden te worden. Een kans
die ze met beide handen aan
greep. „Het is soms wel wen
nen. In de fractie moest je zor
gen dat iedereen het eens was.
Nu kijken ambtenaren je
hoopvol aan of je de knoop
wilt doorhakken".
De post ROVM in het college
had al langere tijd haar be
langstelling. Toen vijf jaar ge
leden Cees Waal naar Deven
ter vertrok besloot ze echter
om zich niet kandidaat te stel
len. Jit Peters, tot dan toe wet
houder onderwijs, toonde grote
interesse. Om een interne
strijd om de macht te vermij
den trok ze zich terug, ook
omdat de PvdA in Henriëtte
van Dongen een logische op
volgster had voor de post on
derwijs. Ook een praktische
overweging speelde een rol: de
volledige baan viel op dat mo
ment moeilijk te combineren
met de opvoeding van haar
twee kinderen.
Van der Molen bleef dan ook
fractievoorzitter, een rol waar
ze direct bij haar entree in de
Leidse politiek in 1982 min of
meer in werd geduwd. Aan de
ene kant een vrij ongebruike
lijke start voor een nieuwko
mer, aan de andere kant ook
weer niet: begin jaren zeventig
was ze raadslid in Leiderdorp
en van 1974 tot 1982 lid van
provinciale staten. Het politie
ke werk had ze derhalve al
behoorlijk in de vingers en bo
vendien had ze al ervaring als
fractieleider; in provinciale
staten was ze voorzitter van de
PvdA-fractie. „Ik voelde eerst
niets voor dat voorzitterschap,
maar anderen ook niet. Toen
bleef er weinig anders over".
Wetenschap
Vorig jaar besloot ze dat acht
jaar fractievoorzitterschap in
de Leidse raad wel genoeg
was. De part-time baan van
Van der Molen bij de vak
groep politicologie van de
Leidse universiteit kon uitge
breid worden. „Een leuke
baan, dus ik zag het wel zitten
om me na 1990 meer aan de
wetenschap te wijden". De on
verwachte aankondiging van
Jit Peters in april 1988 dat hij
zou vertrekken doorkruiste
die plannen. Van der Molen
zag haar kans schoon en de
PvdA steunde haar kandida-
Van der Molen was dan wel
een ervaren kracht in de Leid
se politiek, ze had toch het ge
voel in het diepe te worden
gegooid. De politieke kwesties
kende ze, de bestuurlijke kan
ten waren nieuw. „Ik had het
in het begin van de zomer
nogal druk met colleges. Daar
door kon ik pas in juli met Jit
wat zaken doornemen hier op
eindelijk, gelukt. Kwaliteit
verloochent zich niet.
Ik had een gesprekje met J.de
Vreede, per adres De Eenden
kooi aan het Kooikerspad,
daar waar alle doorgaande
wegen en straten doodlopen
en de gemeenschappelijke
Rijndijkse gezelligheid gere
geld hoogtij viert bij het ge
roezemoes van allerlei activi
teiten. Geen wonder, dat ook
de Rijntamboers daar hun
hoofdkwartier hebben en er
alle noten van hun repertoire
beoefenen alvorens in de
openbaarheid te treden. Een
volkje apart, naast hun broe
ders en zusters in en uit de
kunst uit het Zoeterwoudse
Dorp, waar het hooggeprezen
VIOS onlangs ten overstaan
van het ganse dorp celebreer
de na gepromoveerd te zijn
van de 2e naar de 1ste divisie.
Rijndijk en Dorp: het zijn bij
na „Belgische" toestanden. De
Rijndijk is de Rijndijk en het
Dorp is het Dorp; daar is geen
gekozen speld tussen te krij
gen, ook muzikaal niet. Wat
dat betreft leven beide ge-
meentedelen hun eigen lusten
uit, onderscheiden binnen een
federatie. De burgemeester,
de edelachtbare heer Houdijk,
Ing., houdt daar overkoepe
lend rekening mee, maar hij
moet wel op z'n tellen passen
met zoveel gescheiden scha
pen als gemeentenaren. Hoe
dan ook: Zoeterwoude krijgt
nu op uitnodiging een
stem in het kapittel van
„Kerkrade '89", het summum
voor de liefhebbers op we
reldniveau, en dat is veel eer
voor een kleine gemeente.
Na veel inspanning
J.de Vreede is nu 5 jaar lid
van De Rijntamboers en heeft
zich toegelegd op het public
relations-aspect van de nu 25-
jarige vereniging. Dat vergt
inmiddels zo veel werk, dat
hij het zich niet zou kunnen
veroorloven zelf een instru
ment te bespelen. Maar hij
„verkoopt" De Rijntamboers
graag en met liefde. „Het
heeft ons veel inspanning
vereist om tot Kerkrade door
te dringen. Onze pogingen
zijn 4 jaar geleden mislukt.
Het was lobbyen. Zo is ook
K&G begonnen. Maar de laat
ste 4, 5 jaar zijn we behoorlijk
op niveau gekomen. We zitten
nu in de ere-divisie met onze
blazers en tamboers: 50 man
(en vrouw); zowat fifty-fifty,
en het lichte overwicht van
de vrouwen is wel frappant.
Vijf jaar geleden trokken we
de grens over en speelden we
in Nice, na veel contacten ge
legd te hebben. Vorig jaar was
er. bijvoorbeeld, een weekend
Parijs, ook op uitnodiging. We
komen in België, Duitsland,
Frankrijk; en we komen ook
graag in Holland uiteraard".
P.R.man De Vreede vertelde
me, dat er ook veel „taptoe-
werk" is; „straks weer in Rot
terdam, Delft en Zand voort;
puur op uitnodiging. We ver
zorgen dan Engelse en Ameri
kaanse shows, met twee uni
formkeuzen. Ook via con
coursen zijn we opgevallen.
Het is altijd druk voorberei
den en repeteren op een ge
richt programma. We drijven
daarbij op de ervaringen en
verworvenheden van de twee
gebroeders Dubbelaar".
Nou, dat is een verhaal apart,
dacht ik. Daar is de Dubbe
laar Simon, zeg maar Simon
de Grote, de ex-K&G-er die
vier jaar geleden nog als on
verstoorbare, gebruinde, ge
loogde, martiale tamboer-maï-
tre in Kerkrade furore maak
te met z'n Britse „drill" (als
voerde hij een compagnie van
de Royal Guards aan) en nu
bij de Rijntamboers de tam
boers en het show-technische
gedeelte „doet". Broer Hans
heeft de globale muzikale lei
ding. De Dubbelaars zijn er
goed voor, als de twee moto
ren die de Rijndijkse zaak
muziektechnisch op gang
houden, met ieder hun eigen
verantwoordelijkheid. Het
zijn kwekers van kwaliteit,
het stadsbouwhuis. Daarna
ontstond er een soort vacuüm.
Jit was al weg, maar ik was
nog niet gekozen door de raad.
Dan moet je toch voorzichtig
zijn in de omgang met ambte
naren. Toen ik eenmaal wet
houder was moest ik vragen
hoe het zat met stukken voor
B en W-vergaderingen, het be
stuurlijk overleg met andere
gemeenten en hogere overhe
den kende ik niet
Vorig jaar juni nam de drumfanfare De Rijntamboers deel aan een „stadsfeest" in het Franse Evreux, een „kathedrale" stad
tussen Parijs en Rouaan. De Fransen stonden er ademloos bij stil. Maar het kostte wel geld en overredingskracht. FOTO: PR
Meningsverschillen
Haar nieuwe rol viel haar uit
eindelijk mee. „Als raadslid
moest ik steeds mijn aandacht
verdelen tussen mijn baan en
het politieke werk. Nu hoef ik
als full-time wethouder mijn
aandacht niet te verdelen. Het
zijn wel verschillende dingen
waar je mee bezig bent, maar
het zit allemaal in de zelfde
sfeer".
Ook de omgang met ambtena
ren verliep probleemloos.
„Ambtenaren in Leiden zijn
zich bewust van de discussie
die in de raadscommissies en
de raad gevoerd moet worden.
Ik had geen moeite om mijn
positie in het overleg te bepa
len. De rol van voorzitter was
ik gewend. Het verschil met
de fractie was dat ik daar
moest zorgen dat iedereen het
eens werd. Nu zitten ambtena
ren bij meningsverschillen
hoopvol te kijken of je de
knoop wilt doorhakken. Ik
moest er wel aan wennen dat
mijn mening zo belangrijk is.
De wethouder vindt dit en de
wethouder vindt dat, las ik
dan in een verslag. Je opvat
tingen krijgen meer lading,
hebben direct consequenties.
Voor je het weet zet je iets in
gang waarvan je later denkt:
Marietje van der Molen achter de collegetafel: „Als wethouder hoef je je aandacht minder te verdelen"
was dat niet te snel? Soms
moet je wachten tot de tijd rijp
is voor bepaalde dingen'
Van der Molen had verder het
voordeel dat ze met een rede
lijk schone lei kon beginnen:
hete hangijzers als het afslui
ten van de Breestraat en het
bouwen in bestaande wijken
waren net de raad gepasseerd.
Ze hoefde niét direct fel in de
slag met burgers en de raad.
„De grote lijnen van het beleid
waren er natuurlijk al, en daar
kon ik mij prima in vinden".
Ontwikkeling
Het stationsgebied ziet ze als
een van de belangrijke zaken
die tijdens haar wethouder
schap tot ontwikkeling moeten
komen. Ook wil ze toewerken
naar een herziening van het
structuurplan voor de binnen
stad dat uit 1978 dateert. „Het
wordt tijd om de uitgangspun
ten te herzien, zodat voorgeno
men ingrepen in een breder
kader geplaatst kunnen wor
den. Wat gaan we doen met de
stationsomgeving, het Schut
tersveld, de Leeuwenhoek,
stroken langs de singels zoals
het terrein van Van Gend en
Loos? Hoe moet het verder
met huisvesting, hoe verbete
ren we het parkeerregime?"
„Toen ik hier kwam als raads
lid wilde ik wat doen aan het
blik en de hondepoep in de
stad. Daar werd wat om gela
chen, maar nu zijn het grote
problemen. Nu slagen we erin
om het blik te ordenen, de
hele agglomeratie is tegen de
aanleg van Rijksweg 11 West.
en in de nota 'Schone Stad'
wordt het hondepoepprobleem
serieus aangepakt. Ik streef
naar verbetering van de kwa
liteit van de stad Leiden, on
danks het feit dat we niet
meer op rijksbijdragen als de
interim-saldoregeling kunnen
rekenen".
Lastenverzwaring
Van der Molen vreest dat het
de komende jaren nodig zal
zijn om de lasten voor de Leid
se burger te verhogen, ten ein
de de voorzieningen in de stad
op peil te houden. De geld
stroom uit Den Haag slinkt
zienderogen. En Leiden staan
forse uitgaven te wachten, bij
voorbeeld voor het opknappen
van het Stationsplein en het
vernieuwen en onderhouden
van rioleringen. „Het is de
keuze die je ook in de landspo-
litiek tegen komt: private rijk
dom of collectieve rijkdom. Ik
kies dan voor het laatste. Pro
bleem is wel dat als je die keu
ze als gemeente maakt, het
moeilijk wordt om de minima
te ontzien. De inkomstenbelas
ting is natuurlijk het beste in
strument om de lasten zo
rechtvaardig- mogelijk te ver
delen, maar als gemeente heb
je dat middel niet. De onroe
rend goedbelasting is in dat
opzicht ook maar een beperkt
instrument. Toch zal het
moeten. Die investeringen le
veren ook weer werkgelegen
heid op, ik denk wat dat be-
treft nogal Keynesiaans".
Die bereidheid om de burgers
met een lastenverhoging te
confronteren zal een promi
nente rol spelen in de college
onderhandelingen volgend
iaar, zo verwacht Van der Mo
len. „Ik denk dat die kwestie
een belangrijke rol gaat spelen
bij het opstellen van de ver
kiezingsprogramma's en de
college-onderhandelingen".
Zonder voorkeuren of bezwa-
opzichte van andere
duidelijk uit te spre-
geeft Van der Molen aan
dat voortzetting van de samen
werking met de VVD bepaald
niet vanzelfsprekend is. De li
beralen zijn altijd fel gekant
tegen lastenverzwaring voor
de burger.
Van der Molen is bereid de
verantwoordelijkheid voor een
eventuele lastenverzwaring te
dragen als wethouder in een
nieuw college. „Als de partij
en de kiezers het tenminste
willen".
PAUL VAN DER BIJL
partijen
ken geef