Zoeterwoudse Rijntamboers naar Wereldconcours Kerkrade „Ik moest er aan wennen dat mijn mening belangrijk is" iGINjt LEIDEN OMGEVING CeidóeSouttmt DINSDAG 18 APRIL 1989 PAGINA 11 Inzicht „Op de fiets", viel de keuri ge heer direct attent in toen kantonrechter Rigters hem gistermorgen „het rijden aoor rood" in de schoenen sehoof. „Dat ik op de fiets wés lijkt me in dit geval van niet gering belang", vulde dé tot in de puntjes verzorg de man aan. Hét was duidelijk, de zaken mochten bij deze fietsende heer niet verdraaid of in compleet over het voetlicht gebracht worden. De zaak waarvoor hij kwam, was al ernstig genoeg. En dus ver volgde hij met de opmerking dat hij ..bij het uitschrijven van de bekeuring geen ge bruik had gemaakt van de riante mogelijkheid om een valse naam op te geven". „Dat lijkt me een nauwelijks verzachtende omstandig heid". repliceerde Rigters. De meneer dacht daar op gfónd van ervaring anders óver. „Je zal ze de kost móeten geven die een valse naam opgeven in zo'n ge val", vond de roodlicht-ne- geerder. Hij stond het woord vervolgens niet meer af en draafde direct door naar de vorm van maatschappelijke ontsporing waarvoor hij kwam: de netelige situatie waarin de fietser zich be vindt en het rijden door rood waaraan hij zich als ge volg daarvan schuldig had gemaakt. „Door groen rijden is voor fietsers vol gevaren. Zo vverd ik op weg naar hier nog zowat geschept door een vrachtauto vol beton", intro duceerde de man. „Door róód rijden niet dan", pro beerde Rigters voorzichtig maar vergeefs het initiatief térug te halen. „Jawel", merkte de man beleefd maar terloops op. „Als fiet ser zit je echter altijd wat ongerust op de fiets, ook bij groen licht. Ik wilde dat graag even met een paar fo to's adstrueren". En voor Rigters kon tegensputteren dat de verduidelijking wat hem betreft achterwege kon blijven, was de keurige, Weer op flinke snelheid lig gende meneer in zijn al even keurige aktentas gedoken. Hij dook vervolgens weer op met twee stukken karton waarop hij keurig twee se ries foto's had geplakt. „Kijk, het licht voor de fiet sers staat al op groen, maar hier ziet u nog een Ford Es cort vlak voor de fietsers rechtsaf slaan terwijl zijn licht op rood staat. En hier glipt die rode Lada nog door het rood terwijl de fietsers al mogen rijden. Als u dan denkt dat dat het was, dan vergist u zich, want op de volgende foto kunt u zien dat er nóg een auto door rood is gereden die midden tussen de fietsers belandt". Rigters en de officier van justitie klapperden wat met de oren en hadden niet meer de moed de man te onder breken in zijn relaas over hét gevaarlijke leven van de fietser. „De conclusie is dus dat het groene licht gevaar lijk is voor fietsers. Die heb ben altijd zijverkeer te duchten. Een oplossing is, om fietsers op eigen verant woording over te laten ste ken. Dat betekent dat de vérkeerlichten niet stomweg gevolgd, maar geïnterpre teerd moeten worden naar eigen verkeersinzicht van de fietser". De nette meneer haalde diep adem. Rigters dacht even aan 'zet' te kunnen komen, maar vergiste zich lelijk. „Natuurlijk zorgt het rijden dóór rood voor groot gevaar in het verkeer", hernam de man, duidelijk makend aan een tweede etappe begonnen te zijn. „Maar het is gek om selectief fietsers te bekeuren als automobilisten op deze plekken ongestoord door rood mogen. Juist gemotori seerd verkeer moet op de bón". En verder doordra vend: „Zo heb ik een telling gehouden bij beide door mij gefotografeerde situaties. Daar reden per minuut vijf auto's door rood. Vermenig vuldigen wij dat met het aantal verkeerslichten in Leiden, dan wordt duidelijk dat het rode verkeerslicht zijn aanduidende waarde verloren heeft. De fietser op eigen inzicht moeten mogen oversteken en ik zou geen boete moeten krijgen". De officier had respect ge kregen voor het principiële 'eer. „Maar ik vind dat ik dc oorspronkelijke boete moet opleggen. Twintig gul den". Rechter Rigters ging door het betoog geheel door de bocht zonder de fietser te raken. „Wel schuldig. Maar geen boete", meldde hij ge tuigend van inzicht. ERIK HUISMAN Pieters Op mijn omwegen door stad en land kom ik graag mensen tegen. U kunt mij telefonisch of schriftelijk vertellen wie u graag in deze rubriek zou willen tegenkomen. Ik ben bereikbaar via 071-122244. die zij aan de Rijndijk naar buiten dragen. In Kerkrade nemen De Rijn- tamboers deel aan het mars- concours, op de sintelbaan van Roda JC. K&G zit op die 2e juli in de afdeling drum fanfares in dezelfde le divisie (Kerkrade kent slechts een 2e en 1ste divisie en geen ere-di- visie, omdat die laatste divisie in andere landen niet bekend is; en divisies moet je in de hand houden), maar K&G, als. oude rot en geslepen vos, doet ook mee aan het showcon cours. Wat dat betreft kijken de Rijntamboers nog even de fanfarekat uit de concours boom. Over vier jaar zien ze wel weer verder. Onvoorstelbaar J.de Vreede: „We zijn er toch wel een beetje trots op dat we mogen meedoen. Uiteindelijk zijn we gewone mensen die graag met elkaar muziekma- ken. Het is onvoorstelbaar als je ziets met elkaar kunt doen en tot die prestaties kunt ko men. Het is niet kinderachtig wat er gespeeld wordt". De Rijntamboers hebben twee nummers in hun „mars"op de sintelbaan: Army of the Nile en Voice of the Guns, oorlog zuchtige composities van de Engelse fanfare-toondichter Elford die waarschijnlijk nog stammen uit de tijd dat „the honourable Horatio", de late re Lord Kitchener of Kart- houm, vlak voor de eeuwwis seling onder het strijdlusti ge oog van ene Winston Churchill de met zwaarden en klingen slechtbewapende horden van derwishen met zijn Britse eskadrons en „guns and rifles" in het zand der Soedaanse woestijn deden bij ten. De Engelsen zijn (bijna) altijd „good sports" geweest, en dat tref je zeker terug in hun „bewogen", nostalgisch aandoende „krijgsmuziek" die vele bandmusici geïnspireerd heeft. Kanonnen en geweren, „Pomp and Circumstance", daarmee is het Britse wereld rijk uitgeluid. Maar hun mu ziek voor brassbands, fanfare en harmonie is gebleven, en die klinkt nog altijd „om de rillingen van te krijgen". Dat krijgen we dus ook op 2 juli, als De Rijntamboers van de Rijndijk in Kerkrade aan treden en de pas erin zetten. Met één van die Elfordnum- mers is in '85 een Deens korps in zijn categorie kampioen ge worden. De Rijn tamboers ho pen nu die titel te kunnen overnemen. Het is nog een paar maanden hard werken en bijslijpen. De twee Dubbe- laars staan daarbij als rotsen in de branding, waar onge veer 23 landen hun bijdrage aan leveren. „We laten nu an deren beoordelen wat ze er van vinden", aldus verwoord de J.de Vreede de overgave van zijn „club" binnen het niets ontziende veld van het Kerkraadse strijdperk. „We gaan er nu met bussen naar toe. De NS doen het niet meer in hun jubileumjaar van 150 jaar Nederlandse Spoorwe gen". Met de bus naar een hele klus. In Kerkrade, waar nu al de vuren worden opge stookt voor een paar weekein den vol tonale spanning. Stel nou, dat De Rijntamboers op die zondagavond.. Laten we maar niet meteen aan het po sitief ongedachte denken. Maar stel nou... Nou, dan zien we wel weer verder aan de Rijndijk. De Rijntamboers worden straks gemotiveerd in het diepe ge gooid voor een internationaal publiek. Ondergedompeld in dat heel bijzondere sfeertje van het Kerkraadse stadion. Dan gaat er weer iets door je heen, met al die internationa le spanning. Een hele erva ring voor de Rijndijkers. Sup porters zijn op die 2e juli van harte welkom. Ruggesteun moet er zijn. Men kan zich opgeven elke donderdag avond van 19.00 tot 21.30 uur in De Eendenkooi, de plaats waar de Rijntamboers elke week repeteren en zich nu voorbereiden op een onge dacht succes. De Rijndijk hoeft waarlijk niet onder te doen voor „big brother" K&G, bij dat heel bijzondere sfeertje in Kerkrade. Simon Dubbelaar z'n naam zegt het bijna al weet waar de schoen wringt en hoe hij te heeft. We wachten af. MET DE BUS NAAR EEN HELE KLUS MARIETJE VAN DER MOLEN HEEFT HET NAAR HAAR ZIN ALS WETHOUDER Wie het vier jaar geleden heeft meegemaakt zal zich het feest nog goed kunnen herinneren: het Leidse keurkorps Kunst Genoegen (K&G dus) behaalde in '85 een inter nationale titel op het 10e Wereld muziekconcours in het zonovergoten stadion van Roda JC in Kerk rade. Markanter, stoerder en muzikaler kon het niet. Het was een zondag om niet gauw te vergeten. Vanuit Leiden vertrok 's mor gens een K&G-trein vol en thousiaste aanhangers naar de voormalige mijnstad in het meest zuidoostelijke puntje van ons land. 's Avonds werd de retourrit gemaakt; de meu te was toen nog geestdriftiger en overal langs de route waar gestopt werd, op zowat elk station, klonken de fanfares en trompetstoten en vreug dekreten om te verkondigen dat de „Leidse muziek" we reldkampioen was geworden. Men was ook wel een beetje vermoeid na zo'n enerveren de dag, maar het lieve vader land werd in elk geval inge licht omtrent de zegepraal. Om een uur of 11 werd er nog geblazen en geroffeld in de thuishaven en het gemeente bestuur kon zich alleen nog maar lovend uitlaten over zo veel bruisende dadendrang. Jawel, wie daar bij was zal het zich herinneren als de dag van gisteren. „Kerkrade" is nu eenmaal een klinkend be grip, eens in de vier jaar. Dan marcheren en showen enkele tientallen korpsen uit de ge hele wereld voor wat ze waard zijn. Je kijkt, als sup porter, je ogen uit en laat de dreunende en jubelende klan ken tot je doordringen en je hoort van de speaker aan de hand van de behaalde punten hoe de zaken er voor staan. „Kerkrade" is enerverend, werkt slopend, stelt deelne mers teleur of zweept hen op tot de ontroering erop volgt. Dit staat ons dit jaar, in '89, opnieuw te wachten tijdens het lie WMC. K&G is er we derom als de kippen en als ge routineerde „grootmacht" bij, maar in het Zoeterwoude van de Rijndijk gieren nu al de ze nuwen door de keel. Geen wonder, immers de rood-wit- ten van de Drumfanfare De Rijntamboers zijn uitverkoren om aan de Kerkraadse wedij ver mee te doen. Het is, uit- LEIDEN Een jaar gele den was ze nog van plan om in 1990 de Leidse poli tiek te verlaten. Inmid dels hoopt Marietje van der Molen (44) het nog een tijdje uit te zingen als wethouder ruimtelijke or dening, openbare werken, verkeer en milieu (ROVM) in Leiden. Het onverwachte vertrek van Jit Peters luidde vorig jaar een nieuwe episode in haar politieke carrière in. Na het werk in de Leiderdorp- se gemeenteraad, provinciale staten en de Leidse gemeente raad kreeg ze de kans om na mens de PvdA wethouder in Leiden te worden. Een kans die ze met beide handen aan greep. „Het is soms wel wen nen. In de fractie moest je zor gen dat iedereen het eens was. Nu kijken ambtenaren je hoopvol aan of je de knoop wilt doorhakken". De post ROVM in het college had al langere tijd haar be langstelling. Toen vijf jaar ge leden Cees Waal naar Deven ter vertrok besloot ze echter om zich niet kandidaat te stel len. Jit Peters, tot dan toe wet houder onderwijs, toonde grote interesse. Om een interne strijd om de macht te vermij den trok ze zich terug, ook omdat de PvdA in Henriëtte van Dongen een logische op volgster had voor de post on derwijs. Ook een praktische overweging speelde een rol: de volledige baan viel op dat mo ment moeilijk te combineren met de opvoeding van haar twee kinderen. Van der Molen bleef dan ook fractievoorzitter, een rol waar ze direct bij haar entree in de Leidse politiek in 1982 min of meer in werd geduwd. Aan de ene kant een vrij ongebruike lijke start voor een nieuwko mer, aan de andere kant ook weer niet: begin jaren zeventig was ze raadslid in Leiderdorp en van 1974 tot 1982 lid van provinciale staten. Het politie ke werk had ze derhalve al behoorlijk in de vingers en bo vendien had ze al ervaring als fractieleider; in provinciale staten was ze voorzitter van de PvdA-fractie. „Ik voelde eerst niets voor dat voorzitterschap, maar anderen ook niet. Toen bleef er weinig anders over". Wetenschap Vorig jaar besloot ze dat acht jaar fractievoorzitterschap in de Leidse raad wel genoeg was. De part-time baan van Van der Molen bij de vak groep politicologie van de Leidse universiteit kon uitge breid worden. „Een leuke baan, dus ik zag het wel zitten om me na 1990 meer aan de wetenschap te wijden". De on verwachte aankondiging van Jit Peters in april 1988 dat hij zou vertrekken doorkruiste die plannen. Van der Molen zag haar kans schoon en de PvdA steunde haar kandida- Van der Molen was dan wel een ervaren kracht in de Leid se politiek, ze had toch het ge voel in het diepe te worden gegooid. De politieke kwesties kende ze, de bestuurlijke kan ten waren nieuw. „Ik had het in het begin van de zomer nogal druk met colleges. Daar door kon ik pas in juli met Jit wat zaken doornemen hier op eindelijk, gelukt. Kwaliteit verloochent zich niet. Ik had een gesprekje met J.de Vreede, per adres De Eenden kooi aan het Kooikerspad, daar waar alle doorgaande wegen en straten doodlopen en de gemeenschappelijke Rijndijkse gezelligheid gere geld hoogtij viert bij het ge roezemoes van allerlei activi teiten. Geen wonder, dat ook de Rijntamboers daar hun hoofdkwartier hebben en er alle noten van hun repertoire beoefenen alvorens in de openbaarheid te treden. Een volkje apart, naast hun broe ders en zusters in en uit de kunst uit het Zoeterwoudse Dorp, waar het hooggeprezen VIOS onlangs ten overstaan van het ganse dorp celebreer de na gepromoveerd te zijn van de 2e naar de 1ste divisie. Rijndijk en Dorp: het zijn bij na „Belgische" toestanden. De Rijndijk is de Rijndijk en het Dorp is het Dorp; daar is geen gekozen speld tussen te krij gen, ook muzikaal niet. Wat dat betreft leven beide ge- meentedelen hun eigen lusten uit, onderscheiden binnen een federatie. De burgemeester, de edelachtbare heer Houdijk, Ing., houdt daar overkoepe lend rekening mee, maar hij moet wel op z'n tellen passen met zoveel gescheiden scha pen als gemeentenaren. Hoe dan ook: Zoeterwoude krijgt nu op uitnodiging een stem in het kapittel van „Kerkrade '89", het summum voor de liefhebbers op we reldniveau, en dat is veel eer voor een kleine gemeente. Na veel inspanning J.de Vreede is nu 5 jaar lid van De Rijntamboers en heeft zich toegelegd op het public relations-aspect van de nu 25- jarige vereniging. Dat vergt inmiddels zo veel werk, dat hij het zich niet zou kunnen veroorloven zelf een instru ment te bespelen. Maar hij „verkoopt" De Rijntamboers graag en met liefde. „Het heeft ons veel inspanning vereist om tot Kerkrade door te dringen. Onze pogingen zijn 4 jaar geleden mislukt. Het was lobbyen. Zo is ook K&G begonnen. Maar de laat ste 4, 5 jaar zijn we behoorlijk op niveau gekomen. We zitten nu in de ere-divisie met onze blazers en tamboers: 50 man (en vrouw); zowat fifty-fifty, en het lichte overwicht van de vrouwen is wel frappant. Vijf jaar geleden trokken we de grens over en speelden we in Nice, na veel contacten ge legd te hebben. Vorig jaar was er. bijvoorbeeld, een weekend Parijs, ook op uitnodiging. We komen in België, Duitsland, Frankrijk; en we komen ook graag in Holland uiteraard". P.R.man De Vreede vertelde me, dat er ook veel „taptoe- werk" is; „straks weer in Rot terdam, Delft en Zand voort; puur op uitnodiging. We ver zorgen dan Engelse en Ameri kaanse shows, met twee uni formkeuzen. Ook via con coursen zijn we opgevallen. Het is altijd druk voorberei den en repeteren op een ge richt programma. We drijven daarbij op de ervaringen en verworvenheden van de twee gebroeders Dubbelaar". Nou, dat is een verhaal apart, dacht ik. Daar is de Dubbe laar Simon, zeg maar Simon de Grote, de ex-K&G-er die vier jaar geleden nog als on verstoorbare, gebruinde, ge loogde, martiale tamboer-maï- tre in Kerkrade furore maak te met z'n Britse „drill" (als voerde hij een compagnie van de Royal Guards aan) en nu bij de Rijntamboers de tam boers en het show-technische gedeelte „doet". Broer Hans heeft de globale muzikale lei ding. De Dubbelaars zijn er goed voor, als de twee moto ren die de Rijndijkse zaak muziektechnisch op gang houden, met ieder hun eigen verantwoordelijkheid. Het zijn kwekers van kwaliteit, het stadsbouwhuis. Daarna ontstond er een soort vacuüm. Jit was al weg, maar ik was nog niet gekozen door de raad. Dan moet je toch voorzichtig zijn in de omgang met ambte naren. Toen ik eenmaal wet houder was moest ik vragen hoe het zat met stukken voor B en W-vergaderingen, het be stuurlijk overleg met andere gemeenten en hogere overhe den kende ik niet Vorig jaar juni nam de drumfanfare De Rijntamboers deel aan een „stadsfeest" in het Franse Evreux, een „kathedrale" stad tussen Parijs en Rouaan. De Fransen stonden er ademloos bij stil. Maar het kostte wel geld en overredingskracht. FOTO: PR Meningsverschillen Haar nieuwe rol viel haar uit eindelijk mee. „Als raadslid moest ik steeds mijn aandacht verdelen tussen mijn baan en het politieke werk. Nu hoef ik als full-time wethouder mijn aandacht niet te verdelen. Het zijn wel verschillende dingen waar je mee bezig bent, maar het zit allemaal in de zelfde sfeer". Ook de omgang met ambtena ren verliep probleemloos. „Ambtenaren in Leiden zijn zich bewust van de discussie die in de raadscommissies en de raad gevoerd moet worden. Ik had geen moeite om mijn positie in het overleg te bepa len. De rol van voorzitter was ik gewend. Het verschil met de fractie was dat ik daar moest zorgen dat iedereen het eens werd. Nu zitten ambtena ren bij meningsverschillen hoopvol te kijken of je de knoop wilt doorhakken. Ik moest er wel aan wennen dat mijn mening zo belangrijk is. De wethouder vindt dit en de wethouder vindt dat, las ik dan in een verslag. Je opvat tingen krijgen meer lading, hebben direct consequenties. Voor je het weet zet je iets in gang waarvan je later denkt: Marietje van der Molen achter de collegetafel: „Als wethouder hoef je je aandacht minder te verdelen" was dat niet te snel? Soms moet je wachten tot de tijd rijp is voor bepaalde dingen' Van der Molen had verder het voordeel dat ze met een rede lijk schone lei kon beginnen: hete hangijzers als het afslui ten van de Breestraat en het bouwen in bestaande wijken waren net de raad gepasseerd. Ze hoefde niét direct fel in de slag met burgers en de raad. „De grote lijnen van het beleid waren er natuurlijk al, en daar kon ik mij prima in vinden". Ontwikkeling Het stationsgebied ziet ze als een van de belangrijke zaken die tijdens haar wethouder schap tot ontwikkeling moeten komen. Ook wil ze toewerken naar een herziening van het structuurplan voor de binnen stad dat uit 1978 dateert. „Het wordt tijd om de uitgangspun ten te herzien, zodat voorgeno men ingrepen in een breder kader geplaatst kunnen wor den. Wat gaan we doen met de stationsomgeving, het Schut tersveld, de Leeuwenhoek, stroken langs de singels zoals het terrein van Van Gend en Loos? Hoe moet het verder met huisvesting, hoe verbete ren we het parkeerregime?" „Toen ik hier kwam als raads lid wilde ik wat doen aan het blik en de hondepoep in de stad. Daar werd wat om gela chen, maar nu zijn het grote problemen. Nu slagen we erin om het blik te ordenen, de hele agglomeratie is tegen de aanleg van Rijksweg 11 West. en in de nota 'Schone Stad' wordt het hondepoepprobleem serieus aangepakt. Ik streef naar verbetering van de kwa liteit van de stad Leiden, on danks het feit dat we niet meer op rijksbijdragen als de interim-saldoregeling kunnen rekenen". Lastenverzwaring Van der Molen vreest dat het de komende jaren nodig zal zijn om de lasten voor de Leid se burger te verhogen, ten ein de de voorzieningen in de stad op peil te houden. De geld stroom uit Den Haag slinkt zienderogen. En Leiden staan forse uitgaven te wachten, bij voorbeeld voor het opknappen van het Stationsplein en het vernieuwen en onderhouden van rioleringen. „Het is de keuze die je ook in de landspo- litiek tegen komt: private rijk dom of collectieve rijkdom. Ik kies dan voor het laatste. Pro bleem is wel dat als je die keu ze als gemeente maakt, het moeilijk wordt om de minima te ontzien. De inkomstenbelas ting is natuurlijk het beste in strument om de lasten zo rechtvaardig- mogelijk te ver delen, maar als gemeente heb je dat middel niet. De onroe rend goedbelasting is in dat opzicht ook maar een beperkt instrument. Toch zal het moeten. Die investeringen le veren ook weer werkgelegen heid op, ik denk wat dat be- treft nogal Keynesiaans". Die bereidheid om de burgers met een lastenverhoging te confronteren zal een promi nente rol spelen in de college onderhandelingen volgend iaar, zo verwacht Van der Mo len. „Ik denk dat die kwestie een belangrijke rol gaat spelen bij het opstellen van de ver kiezingsprogramma's en de college-onderhandelingen". Zonder voorkeuren of bezwa- opzichte van andere duidelijk uit te spre- geeft Van der Molen aan dat voortzetting van de samen werking met de VVD bepaald niet vanzelfsprekend is. De li beralen zijn altijd fel gekant tegen lastenverzwaring voor de burger. Van der Molen is bereid de verantwoordelijkheid voor een eventuele lastenverzwaring te dragen als wethouder in een nieuw college. „Als de partij en de kiezers het tenminste willen". PAUL VAN DER BIJL partijen ken geef

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1989 | | pagina 11