Wandeling door tijd en ruimte Notities van een dilettant Teveel talent om te zwijgen „De Canadese muur": cynisch beeld van het Vlaamse leven dekker De Abele Spelen volgens Komrij KSMj boeken/platen £eidóc6omcmt VRIIDAG 14 APRIL 1989 PAGINA 17 Andy Pratt bewijst zich weer op nieuwe elpee FOTO: PERS UNIE Vaak heeft Andy Pratt, zit tend aan de vleugel, zich af gevraagd of de wereld wel zat te wachten op weer een nieuwe rockstar. De Ameri kaanse zanger/componist stuurde zijn muziek alleen de wereld in, als hij er met hart en ziel achterstond. Nooit viel hij het publiek lastig met goedkope deuntjes, nooit be vuilde hij de ether om een snel commercieel succes bin- Maar hoe mooi zijn muziek ook was en hoe gewetensvol ook naar buiten gebracht, al tijd bleef Andy Pratt twijfe len of hij er wel goed aan deed. Hadden anderen er wel iets aan, bestond er wel een publiek voor hem? Het ant woord luidde aanvankelijk, in het begin van de jaren ze ventig," aarzelend ja. Het nummer „Avenging Annie" van de elpee Andy Pratt (1973) bracht het tot hit in de Verenigde Staten en trok sterk de aandacht van de cri tici die de eigenzinnige, te gendraadse muziek van Pratt (een volstrekt onvergelijkba re stem, originele melodieeii, verrassende arrangementen) nogal waardeerden. Maar van critici alleen kan een kunstenaar niet leven; zon der publiek is zijn stem te eenzaam om goed te klinken. Het werd stil rond Andy Pratt. En de artiest, nooit te vreden met goedkope ant woorden, zocht door en zocht verder, tot op de bodem. Hij probeerde elke nieuwe thera pie uit die in Amerika ont dekt werd, en er worden daar nogal wat therapieën ontdekt. Maar het antwoord vond Pratt in die therapieën niet. Dat vond hij elders, in de bijbel. Het werd hem niet in dank afgenomen. Pratt verborg zijn geloof niet, hij bleef eerlijke muziek ma ken, muziek uit zijn ziel -en dat sloeg niet aan. Platen als „Motives" (uit 1979, zijn mooiste) en „Not just for dan cing" (1986) bleven onopge merkt. De wereld zat te wachten op Prince („In love with heavens above") en Ma donna („Like a prayer"), niet op Pratt. Moest hij zich ook in strakke pakjes hijsen of een flinke dosis erotiek toe voegen aan zijn christelijke boodschap? Het zou verraad zijn. Liever dan dat trok hij zich terug uit de muziek. Als welzijnswerker ging hij de sloppenwijken van New York in. Maar zo gemakke lijk kwam hij niet van zijn talent af. Hij heeft er teveel van om te zwijgen. Pratt, inmiddels getrouwd met een Nederlandse en woonachtig in Rotterdam, heeft zijn schroom weer eens Hij heeft een elpee uitgebracht („Perfect therapy") en treedt weer regelmatig op. Hij geeft zich weer bloot, schuchter en verlegen in zijn presentatie, overdonderend in zijn mu ziek. Nu eens speelt hij in een Utrechtse grachtenkel der, dan in het Amsterdamse Paradiso en desnoods in afge legen jeugdholen. Zichzelf begeleidend op piano of gi taar bezingt hij, met die angstwekkend hoge stem van hem, het tekort van de mens („Michelangelo had his days he never could quite get it right") en de therapie („I don't have to rule my world, I can give it to You") die hij daarvoor gevonden heeft. Bij de presentatie van zijn el pee, verleden week in Hil versum, liet hij bij monde van zijn manager weten nog altijd muziek te maken om gehoord te worden. De we reld hoeft niet op hem te wachten, maar als er twintig mensen zouden zijn die door „Perfect therapy" geraakt werden, dan was de elpee niet voor niets gemaakt, zei hij. Dat was veel te beschei den. De melodieuze rock van Andy Pratt verdient een dui zenden malen groter publiek. STEVO AKKERMAN Toen een authentieke uitvoe ringspraktijk, dus het ge bruik van oude i (of copiën daarvan) en probe ren te spelen zoals toen werd gespeeld, nog omstreden was, leverde onder meer muziek van Haydn veel argumenten voor die speelwijze op. Tot dan bijna vergeten mu ziek klonk bijna letterlijk als nieuw door die eigentijdse musiceerpraktijk. Indruk wekkend klonken bijvoor beeld de divertimenti eclave- cimbelconcerten van Haydn, uitgevoerd door Ton Koop man en het Amsterdam Ba roque Orchestra (1982). Der gelijke muziek verdraagt ei genlijk niet de nivellerende negentiende eeuwse muziek- praktijk en laat haar ware aard horen bij de bijpassende uitvoeringscondities. Een soortgelijke ervaring als toen is te beleven bij Haydns vioolconcerten en wel in de uitvoering door Simon Stan- dage en the English Concert onder leiding van Trevor Pinnock. Vanaf de eerste maat weet je het: dit is pure Haydn in goede handen bijStandage muzikale kwaliteit. Met een prachtige toon op een mooi instrument (een in 1987 door David Rubio gemaakte copie van een Stradivarius uit 1710) en vooral met een zeer wel overwogen voordracht. Trevor Pinnock lijkt in ver gelijking met een aantal ja ren geleden (bijvoorbeeld zijn Bach-cla'vecimbelconcerten) weer te zijn gegroeid. Hij di rigeert met wat meer bewe ging; de muziek klinkt daar door wat leniger. De afstan delijkheid die eerder weieens klonk door de wat „engels- aristocratische" trekjes is verdwenen. Daardoor kan de muziek wat meer ademen; de vorm is minder strak en dus minder nadrukkelijk aanwe- De cd met drie concertjes is een aanwinst voor de disco theek en zou best eens een „klassieker" kunnen worden. In ieder geval is het een ab solute aanrader. De naam van Ton Koopman is gevallen; hij zorgde al voor menige muzikale verrassing. Dat is eigenlijk ook zo met zijn nieuwe cd met muziek van Carl Ph. Bach, die vorig jaar zo in de belangstelling stond wegens zijn tweehon derdste sterfjaar. Met zijn Amsterdam Bèroque Orchestra speelt hij vier sym fonieën (Wq 183/1-4). Deze zeer karakteristieke muziek komt op voortreffelijke wijze tot klinken bij Koopman en de zijnen. Opnieuw een cd dus die in de hoogste catego rie thuishoort. Niet in prijs, want de cd is gedurende drie maanden in de aanbieding! LÜTSEN KOOISTRA „HET BEELD EN DE KLOK": SPEELSE FABEL VAN HARRY MULISCH „Ik bedoel niets. Ik bedoel nooit iets," merkt de persoon, in wie je Mulisch zelf herkent, op als hij met het standbeeld van Laurens Janszoon Coster een wandeling door Haarlem gemaakt heeft, van de Grote Markt naar de plek waar in dertijd door deze Coster de boekdrukkunst zou zijn uitge vonden. Deze wandeling hééft veel verhalen en gedachten losgemaakt bij beide heren en de lezer zal ongetwijfeld het vermoeden gaan koesteren dat er nog veel meer achter het verslag van die wandeling schuilt dan voor de hand ligt. Hij moet de geruststellende woorden van Mulisch' alter ego maar voor waarheid ne men. In het laatste leesteken van het verhaal bevestigt Mu lisch dat op een heel geestige manier: de lezer kan zonder bezwaar alle kanten op in zijn interpretatie, uitleg of appreci atie van dit nieuwe verhaal „Het beeld en de klok". Deze novelle van Mulisch telt acht tien korte hoofdstukjes: in ne gentig bladzijden wordt de le zer meegevoerd op een merk waardige en spannende reis. Het gaat om pure fictie. De verteller is dan ook een heel bijzonder figuur: Als „ik" van het verhaal staat hij sinds de helft van de vorige eeuw op een sokkel op een plein in Haarlem, de geboortestad van Mulisch. Op dit plein met zijn zeven uitgangen naar straten zag hij steeds de man die hij de Meester noemt en met wie hij gaat wandelen. Al gauw is het de lezer duidelijk dat deze Meester Mulisch is, maar ner gens staat dat als feit. Op een erg leuke manier nadert Mu lisch op zeker moment een dergelijke „onthulling" tot op een haar, als hij de Meester laat vertellen over de initialen van zijn naam, die hij in zijn jeugd op de bast van een boom wilde insnijden, op de plek waar Coster de boekdrukkunst zou hebben uitgevonden, toen hij in de bast een letter sneed, die er daarna afviel en in het zand een afdruk achterliet. De schrijver, de Meester, blijkt geobsedeerd door de tijd, beter gezegd, door de klok. Tijdens hun vondeling door Haarlem (of „Helraam") vertellen ze verhalen. De Meester vertelt Coster over z reldreis en zijn beschouwingen over de tijd, over het van rechts naar links gaan en om gekeerd van de zon, over het digitale horloge, over tijdzo- ne's. Het beeld van Coster ver telt de lezer in herinneringen over zijn „geboorte", hoe hij in brons werd gegoten en op een trekschuit van Den Haag naar Haarlem werd getranspor teerd, om daar binnengehaald te worden in een feestvierende stad. 1856 was dat. De obsessie van Mulisch met de voortgang van de tijd en de fases van de tijd brengt de le zer in een wonderlijk, span nend gebied. Alsof het om raadsels gaat, zo vertelt Mu lisch aan Coster over gedach ten en berekeningen, die zich tenslotte verenigen in wiskun dige modellen van een klassie ke en eeuwigdurende aard: Die van het pentagram, de ster die je kunt tekenen in het pentagon. Het is haarfijn uit gelegd, de lezer hoeft niet be vreesd te zijn voor het tekort schieten van zijn wiskundige aanleg om deze beschouwin gen te volgen. Harry Mulisch HET BEELD EX DE KLOK Ondanks deze duidelijkheid en de bewering dat hij er niets mee bedoelt, zoals hij nooit iets bedoeld heeft, spelen er een paar „storende" details mee. Zo gaat het steeds over de schaduw van de Meester, die geen gelijkenis vertoont met de Meester zelf. Uit een enkele passage van het verhaal is iets te begrijpen van deze twee spalt tussen persoon en scha duw: de Meester heeft daar het woord: „Terwijl ik mij niet meer bewoog, kwamen er her inneringen aan mijn dood in mij op, zes jaar geleden, toen mijn schaduw plotseling in op stand kwam en zich tegen mij keerde. „Even later vindt hij dat hij al te veel zegt: „Niet al les is voor alle oren bestemd," beaamt Coster. „Het beeld en de klok" is een boekje dat met veel plezier ge lezen kan worden en dat de le zer op zijn vermogen tot den ken en speels redeneren aan spreekt. Alles is mogelijk in fictie, is het standpunt van Mulisch zonder enige twijfel. Dat daarbij nog een paar prachtige schrijversmomenten aanwezig zijn in het verhaal, is een plus. Ik denk in dit ver band vooral aan de prachtige beschrijving van de vliegreis en het bezoek aan de zuidelij ke punt van Australië, maar ook aan de zeldzaam mooie scheldtirade van Mulisch te gen het verfoeilijke digitale horloge. JAN VERSTAppEN Harry Mulisch: „Het beeld en de klok" - Uitgave De Be zige Bij. Prijs ƒ24,50. Gerrit Komrij: alle mogelijkheden.. FOTO: PERS UNIE De vier beroemde Abele Spe len, welke scholier kent ze niet? Hij heeft zeker de titels van de hoofse stukken moeten leren, waarin liefdesperikelen het onderwerp waren: „Esmo- reit", „Gloriant", „Lanseloet van Denemarken" en „Van de winter en de zomer". Daar hoorden dan kluchten bij, we ten we uit de literatuurles, zo als „Nu noch" of de „Busken- blazer", want die werden na afloop van zo'n ernstig toneel stuk graag gespeeld, om het publiek nog een leuke uitsmij ter te bezorgen. We lazen ze op school, die vier stukken, of één ervan. De om zwervingen van Esmoreit, die in Sicilië geboren werd maar naar Damascus moest, omdat in zijn gesternte een slechte toekomst voorspeld stond. La ter zoekt hij zijn ouders dan weer, een groot drama blijkt zich te hebben afgespeeld in zijn kindertijd. Gelukkig komt alles goed. En weet u nog van Sanderijn, het meisje dat zo vurig misbruikt werd door Lanseloet van Denemarken? Gelukkig liep het met hem slecht af en kwam zij uiteinde lijk nog in goed gezelschap. Gloriant was te trots om een vrouw te vinden die iets kon zijn. Maar omdat Florentijn, de schone, hetzelfde dacht elkaar bestemd. En in de Win ter en de Zomer twisten de jaargetijden wie het leukst voor liefde is. Een erg mooi verhaal. Je las ze in die flodderige schoolboekjes. Met allerlei woordverklaringen in de kantlijn. Grof, goedkoop pa pier met ouderwets gedrukte teksten. Er zijn goede voor beelden van betere benadering en van meer respect voor de oude literatuur. Gerrit Komrij heeft voor deze middeleeuwse toneelstukken een voorbeeldi ge uitgave gamaakt, waar alle respect voor literatuur van vroeger uit spreekt. En dat is werkelijk een verademing. De vier Abele Spelen en een aan tal kluchten staan in dit mooie boek bijeen. Op de linkerpagi na de middeleeuwse tekst, rechts de moderne versie van Komrij. Dat is heel mooi ge daan. Zo zegt Sanderijn tegen de gemenerik Lanseloet: „Maer ic wille gerne gherechte minne, Draeghen sonder dor- pernie" hetgeen vertaald is als: „Maar wel lijkt mij de liefde Die eerbaar is en niet vulgair". Dat is een gedurfde teksting- reep, maar wel heel precies, levendig en werkzaam als to neelclaus. Je zou aan de hand van deze uitgave bijna kunnen denken dat de Abele Spelen een nieu we levensloop zullen beginnen en dat de toneelgezelschappen er eens aandacht aan besteden. Komrij biedt in ieder geval alle mogelijkheden. JAN VERSTAPPEN „Abele Spelen" - bewerkt door Gerrit Komrij. Uitgave SDU. Prijs ƒ39,95. (ADVERTENTIE) Het veelgeroemde NRC-Han- delsblad, onstaan uit een fusie van de Nieuwe Rotterdamse Courant en het Algemeen Handelsblad, is een niet zo grote krant. Het blad heeft cir ca tweehonderdduizend abon nees. Vele miljoenen lezen kennelijk liever iets anders dan de „kwaliteitskrant" uit Rotterdam. Men kan hun dit moeilijk kwalijk nemen, om dat veel van de inhoud van de NRC („het" Handelsblad, zegt men in Amsterdam) het bevat tingsvermogen van mensen met weinig opleiding te boven gaat. Niet voor niets geeft ei genaar NDU ook het gemak kelijker lezende Algemeen Dagblad uit. Deze krant heeft een oplage die tweeëneenhalf keer zo groot is"1 als die van haar deftige zuster, en brengt waarschijnlijk navenant meer geld in het laatje. In één opzicht is het echter jammer dat zovelen nooit ken nis nemen van NRC-Handels- blad. Deze mensen missen daardoor ook de column „De zer Dagen" die mr. J.L. Hel dring (71) al jarenlang met ij zeren regelmaat twee keer per week in deze krant schrijft. Heldring is één van de weini ge journalisten die kan laten zien waar het bij mensen en zaken die in het nieuws zijn werkelijk om gaat. Hij is een meester in het onderscheiden van bijzaken en hoofdzaken en het ontmaskeren van valse argumenten. En: geen zee gaat hem te hoog. Hij schrijft net zo gemakkelijk over de opmerke lijke belangstelling van de so cialistische VARA voor Xavie- ra Hollander, voormalig call- girl voor de rijken, als over de veronderstelde overeenkomst tussen Gorbatsjov en de Fran se koning Lodewijk XVI (wiens pogingen tot hervor ming van zijn dictatuur be loond werden met de dood on der de guillotine). Het knappe van Heldring is ook dat hij in zijn kroniekjes, geschreven in kristalheldere taal en getui gend van een kaarsrechte logi ca, zelden of nooit een „moei lijk" woord gebruikt. Men kan hem alleen verwijten dat hij de talenkennis van zijn lezers overschat. Zelfs niet iedere NRC-lezer heeft, zoals hijzelf, Latijn geleerd of thuis aan ta fel - vanwege de gouvernante - Frans gesproken. Bundel Wie desondanks nieuwsgierig is geworden naar de stukjes van Heldring, behoeft niet snel alsnog een abonnement te nemen op NRC-Handelsblad. de de bundel „Een Dilettant", waarin 75 columns zijn opgenomen die Heldring tussen 1975 en begin 1989 heeft geschreven. De titel is ontleend aan het inleidende hoofdstuk waarin de auteur, zoon van de gefortuneerde en invloedrijke Amsterdamse za kenman Ernst Heldring, zijn jeugd beschrijft. De schrijver gaat ook na -welke mensen - naast zijn vader - een blijven de invloed op hem hebben ge had. Eén van hen is dr. L. Alma, rector van het Barlaeus- gymnasium in Amsterdam, die in 1933 zijn toen vijftienjarige leerling Jerome Heldring maar een dilettant vindt. Terecht, zegt de schrijver nu. „Ik had alleen liefhebberij in de vakken die ik leuk vond of waarvan de kennis mij aan kwam waaien (met name ge schiedenis)". Na een studie rechten in Leiden, die naar zijn eigen zeggen veel minder heeft bijgedragen tot zijn intel lectuele en politieke vorming dan het gymnasium, koos Hel dring voor de journalistiek. Dat is „immers bij uitstek di lettantenwerk". Volgens Van Dale is een dilettant iemand die aan minder hoge eisen vol doet dan een vakman. Een journalist mag aan die eisen niet eens proberen te voldoen, vindt Heldring, omdat hij „middelaar blijft tussen de vakmensen en anderen. Als hij dat werk goed doet, „dat wil zeggen: zo accuraat en ob jectief mogelijk, dan is er geen reden op dat dilettantenwerk neer te zien of zich ervoor te schamen". Ivens Tot slot enige voorbeelden van de „dilettanterige" wijze waar op Heldring te werk gaat. In 1982 brengt koningin Beatrix een officiëel bezoek aan de Verenigde Staten. Daarbij had zij, zo bleek uit de verslagge ving van meegereisde journa listen, als belangrijkste doel het bevorderen van de econo mische betrekkingen. Prach tig, vindt Heldring, „maar kan men zich koningin Elizabeth van Engeland of generaal De Gaulle voorstellen op een reis waarvan handelsbevordering het belangrijkste aspect is? Waarschijnlijk zouden die staatshoofden dit hun eer te na hebben gevonden. Daar had den en hebben ze hun aparte mensen voor, zoals dertig jaar geleden Nederland prins Bern- hard ervoor had". In 1978 wordt aan de filmer Joris Ivens de Dick Scherpen- zeel-prijs (voor mensen die veel gedaan hebben voor de Derde Wereld) uitgereikt. Hel dring constateert dat het va derland probeert „de schade in te halen die het hem (Ivens) door jarenlange miskenning en, in feite, verbanning heeft aangedaan". Hij heeft daar be grip voor, omdat de op dat mo ment 80-jarige Ivens „een be genadigd kunstenaar" ge noemd wordt. Maar moet daarom de waar heid geweld worden aange daan? De tv-journalist Aad van den Heuvel, lid en woord voerder van de jury, prijst Ivens uitbundig, onder meer omdat hij „altijd aan de goede kant heeft gestaan met zijn grensoverschrijdende en toe komstgerichte visie". Heldring valt bijna van zijn stoel. „Ivens altijd aan de goede kant ge staan? Dat zegt Ivens niet eens meer van zichzelf: want Ivens is jarenlang stalinist geweest. In de jaren '30, op het hoogte punt van de zuiveringsproces sen, filmde hij rustig in de Sovjet-Unie - ter meerdere glorie van Stalin. Na de oorlog deed hij hetzelfde in Oost-Eu ropa, terwijl daar het stalinis me woedde". Ivens erkent nu dat dit fout is geweest. Hij geeft als verklaring dat hij „zijn hele leven lang de nei ging heeft gehad te idealise ren". Maar dat heeft hij nooit gedaan „om de dingen mooier te maken dan ze waren en*de mensen voor de gek te hou den". Nee, zegt Heldring, „hij hield zichzelf voor de gek en daardoor de mensen". Iets om in herinnering te roe pen, wannéér Ivens weer eens uitbundig geprezen wordt, zo als onlangs op het filmfestival in Rotterdam, in aanwezigheid van koningin en prins. RIK IN 'T HOUT Mr. J.L. Heldring: „Een Di lettant". Uitgeverij: Van Oorschot. Prijs 39,00. Cazemier Boeken- Tijdschriften Kopermolen 10, 2317 PB Leiden Tel. 071-22.00 22 J. Ginsberg bv Breestraat 127-129 2311 CM Leiden Tel. 071-12.46.42 Boek- en kantoorboekhandel Veenerick Noordeinde 33 2371 CM Roelofarendsveen Tel. 01713-16033. li 17onövlicl Hi BOEKHANDEL BV KPDREMAN^STOLX Nieuwe Rijn 9 Leiden - 071-12.21.44 Voor al uw boeken en CD's Voorlopig zal Nederland het moeten doen met de boekuit gave van „De Canadese muur", een nieuw toneelstuk van de Vlaamse schrijvers Herman Brusselmans en Tom Lanoye, dat is uitgegeven door de Nederlandse uitgever Bert Bakker. Een week of twee ge leden is het als voorstelling uitgebracht door het Antwerp se „Raamtheater op 't Zuid", maar het duurt tot in januari 1990 voor deze prachtige voor stelling op tournee door Ne derland komt. De Nederlandse lezer moet zich voorlopig dus met de boekuitgave van dit in dringende toneelstuk tevreden stellen. „Een harteloos familiedrama over voetbal, drank en Vlaan deren", zo noemen de auteurs hun toneelstuk. Vijf personen treden er in op. Een echtpaar, want Vlaamse toneelschrijvers hebben een voorkeur voor echtparen in problemen. De man is een impotente alcoho list, de vrouw is een sexueel veel tekort komende eigena resse van een winkel in bouw materialen. Daar zit ook al de klad in. Een oude vriend komt op be zoek. Hij zal de kwade genius blijken, die zichzelf en vooral alle andere dronken probeert te voeren om uiteindelijk door beschuldigingen en onthullin gen over het verleden zijn gram te halen. Zwakkkeling De vader van zijn oude vriend, de zwakkeling die met die leu ke vrouw trouwde, wordt ook uitgenodigd. Tegen de zin van de echtelieden. Dan is er ook nog een stomme trut uit de buurt, een verschrikkelijke koe van een mens, dat bij het bevriende echtpaar het huis houden regelt, omdat haar ei gen kapsalon na en door de dood van haar man in de ver nieling is geraakt. Drank drijft deze mensen tot over de grenzen van hun zelf bescherming. Alles heeft te maken met de voetbalcarrières die de twee oude vrienden on der hoede van pa vroeger le ken te gaan maken. Nu zijn ze het uitschot van de voetbalwe reld, zelfs zijn ze niet in staat geweest er nog iets als „de Ca nadese Muur" van te maken, het symbool van een mislukte topvoetballer die er in ieder geval nog rijk van wordt. Brusselmans en Lanoye leu nen tegen een paar klassieke toneelstukken, in dit genre. „Kat op een heet zinken dak" en „Wie is bang voor Virginia Woolf?" zijn overduidelijk aanwezig. Maar gelukkig ont regelen de auteurs de vorm en inhoud van hun stuk herhaal delijk, met songs, droomscè- nes, herhalingen, overdrijvin gen en grand-guignoleffecten. Dit vreselijk larmoyante ver haal heeft daardoor een enor me vitaliteit. Toneeltechnisch zit het uitstekend in elkaar en het laat zich lezen als een dwaas avontuur. Na de laatste boeken van Brusselmans is dit toneelstuk opeens stap voorwaarts in zijn werk. Ongetwijfeld beïnvloeden La noye en Brusselmans elkaar op vruchtbare wijze. Precies De voorstelling die het Ant werpse „Raamtheater op 't Zuid" ervan geeft, houdt zich tamelijk precies aan het stuk, met weglating van een paar ambitieuze decorelemen ten. Onder regie van Walter Tillemans zijn er uitstekende rollen, in een leuke vormge ving van Jan Vanriet, waarin het Belgische oersymbool, de plant die „vrouwentongen' heet, op krankzinnige manier het toneelbeeld overheerst. De rollen zijn prachtig uitge werkt, met name die van dat buurvrouwtje, dat kakelend en stom door het leven gaat. Maar vooreerst zult u voor dit suc cesvolle geschrift van Brussel mans en Lanoye naar de boek handel moeten. Dat is dichter bij de deur dan Antwerpen. JAN VERSTAPPEN ...uw I.ibris boekhandel Leiden, Leiderdorp, Oegstgeest Katwijk, Voorschoten Deze top 5 is samengesteld naar aanleiding van de verkoopcijfers bij de boven staande handelaren. GRATIS ELKE WOENSDAGDE BIJLAGE BIJ UW KRANT MET INFORMATIE OVER FILMS, MUZIEK THEATER. RECREATIE, EXPOSITIES EN EEN COMPLETE AGENDA

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1989 | | pagina 17