ZATERDAG 8 APRIL 1989
Grootste
kasteelheer
van
Brabant
breidt
uit
„Het woord normaal
gebruiken we liever
niet", mag Arjan van
Dijk graag zeggen.
Dus organiseert deze
grootste kasteelheer
van Brabant vooral
ongewone feesten in
ongewone gebouwen.
Een griezelavond in
een chachot
bijvoorbeeld „waar
vers mensenvlees
voor u wordt
aangesneden". De
klap op de vuurpijl
komt eind mei. Dan
neemt hij een
sprookjestempel in
gebruik die zijn
weerga niet kent.
Duizend en één nacht
in een voormalige
seminarie van de
paters Lazaristen
voor 4000 gasten
tegelijk. Inderdaad:
niet normaal.
- V -• -
V; A-' ,v-j
Y* ■A? -
V-- V'.
ZUNDERT - Maison Van den
Boer te Veghel doet het al twee ge
neraties. Luchtreder Martin Schro
der ging er bij wijze van nevenacti
viteit begin jaren zeventig mee aan
de weg timmeren. Maar Aijan van
Dijk, wel de grootste kasteelheer
van Brabant bijgenaamd, bracht er
de fantasie binnen, de lichtvoetige
nostalgie, het sprankelen van de
bruistablet. Zo ongeveer liggen de
kaarten in het luilekkerland van
wat op zijn Engels de party service
heet, vrij vertaald: de feestverzor-
ging.
Vooral de laatste jaren is hier een be
drijfstak grootgegroeid waarin - zonder
dat iemand precieze cijfers kent - hon
derden miljoenen guldens 's jaars schij
nen om te gaan. Steeds ongeremder ver
wisselt de Nederlander zijn calvinisti
sche masker voor de feestneus en zet hij
het op een schranzen, een brassen, zij
het alles in het nette, dat wel.
Voor de klap op de vuurpijl kan deze
ontketende Nederlander vanaf 27 mei in
Zundert terecht, pal aan de grens met
België, het land van Pallieter. Daar
opent dan Jaiselings Royal Palace zijn
wagenwijde poorten, een feestgelegen
heid die in Europa en misschien wel in
de wereld zijns gelijke niet kent. Het
Versailles van de bruiloften en partijen.
Circus
Initiatiefnemer: de reeds genoemde Ar
jan van Dijk die zichzelf kenschetst als
zijnde „niet de onbelangrijkste van de
top vijf op het gebied van de party servi
ce". Hij kon, met zijn cascade van zil
vergrijs haar en donkere ringbaard, zo
zijn weggestapt uit het Laatste Avond
maal van Leonardo da Vinei. De apostel
Taddeüs. En ook qua herkomst leek hij
niet voorbestemd om de grossier in
grootschalig vermaak te worden die hij,
38 jaar jong, inmiddels is. „Ik stam uit
een goed calvinistisch gezin. Bezoeken
aan de kroeg waren er niet bij".
Circusdirecteur wilde hij als jongen wor
den. Geen clown, geen dompteur of
acrobaat. Maar wel een circus en daar
van directeur. Die combinatie. „Veel
daarvan vind ik terug in wat ik nu doe.
Alles inpakken en weer uitpakken. De
volgende dag op een andere plaats. Het
spannende van elke avond te moeten
presteren. En het gevoel van applaus
krijgen ook".
Het begon twaalf jaar geleden te Wou-
drichem, het stedeke dat sluimert in de
schaduw van slot Loevestein. Maar ei
genlijk begon het in Schotland. „Ik was
daar op reis en kwam terecht op een
middeleeuws feest in een oud kasteel.
Met de handen eten, minnestrelen, heel
authentiek. Het prikkelde me enorm. Ik
dacht: waarom zoiets niet in Neder
land?". Ooit waren er ook ten onzent
middeleeuwse smul- en drinkgelagen ge
weest. „Zo'n twintig, vijfentwintig jaar
geleden, in een Amsterdams grachten
pand dat De Drie Maagden heette, ge
loof ik. Maar dat ontaardde in bacchana
len. Daar mocht alles wat God verboden
had. Ik dacht, terug uit Schotland: het
moet toch ook kunnen zonder dat de
kippebouten door de lucht vliegen? En
zo ben ik als eerste op een beschaafde
manier met middeleeuwse feesten be-
gQnnen". In Woudrichem dus waar hij
de hand had weten te leggen op het
voormalige Kruithuis-Arsenaal, een pas
sende, want even historische als roman
tische locatie.
Slab
Zijn eerste gasten werden gevormd door
het,personeel van het bejaardencentrum
Geuzenveld te Amsterdam, herinnert hij
zich. Het enige bestek dat ze aan tafel
kregen, was een dolk en vooral de reus
achtige slab die iedereen zich zag voor
gebonden, deed het goed. Zo voldaan
waren die eerste gasten, en niet van de
opgediste porties edelgebraad alleen, dat
ze een lopend vuurtje van mondreclame
aanstaken. Al snel bleek Woudrichem te
klein.
Het fort St. Gertrudis in het vestingstad
je Geertruidenberg kwam erbij, toen ho
peloos vervallen, nu piëteitvol gerestau
reerd, plaats biedend voor partijen van
20 tot 1200 personen, belooft het bord
naast de toegangspoort. Het Cachot
kwam erbij, eveneens te Geertruiden
berg, een geheimzinnig gewelf tussen de
overblijfselen van oude verdedigingswal-
len, bij uitstek geschikt voor de griezel
feesten die Van Dijk ondertussen was
gaan organiseren - „mensenvlees wordt
vers voor u aangesneden en plotseling
staat er een bloedzuigende vampier ach
ter u", stelt de folder in het vooruitzicht.
Kasteel Dussen kwam erbij in het gelijk
namige Maasdorp. En zelfs de Grote
Kerk te Breda kreeg deze tot een culinai
re Goliath uit de kluiten gewassen Bra
bander ter beschikking, het mausoleum
van de Nederlandse Nassau's, voorvade
ren van het Oranjehuis. De opsomming
verraadt een voorkeur voor historische
bouwwerken, meestal toe aan een op
knapbeurt. „Ik vind het leuk om iets net
van de ondergang te redden, ja. Dat
geeft bevrediging. Fort St. Gertrudis was
echt ten dode opgeschreven".
Seminarie
Hypermodern daarentegen is de centrale
keuken van Van Dijks Party Service, pal
naast het Nationaal Automuseum op het
industrieterrein Dombosch 1 te Raams-
donksveer, van waaruit de bevoorrading
geschiedt van de 10.000 gasten die het
bedrijf verwent op een dag dat alles hele
maal is volgeboekt. En nu dus Jaiselings
Royal Palace, ook niet historisch, want
een voormalig seminarie van de paters
Lazaristen, tot 1967 bewoond door meer
dan 300 priesterstudenten en hun lera
ren, daarna - gebrek aan roepingen - in
leegstand en verval gedompeld. Een
bouwwerk ter grootte misschien wel van
pajeis Het Loo en dit in majesteitelijk
heid overtreffend dank zij zijn hemel
waarts wijzende torens. Zalen waarin, nu
ze nog leeg zijn, kan worden gevoetbald,
gangen, geschikt voor een motorcross.
Capaciteit, wanneer de verbouwing van
een slordige zeven miljoen zal zijn vol
tooid: drie- tot vierduizend gasten, alle
maal met hun natje en hun droogje.
Maar die naam? Jaiselings Royal Palace?
De bron ervan blijkt in het Verre Oosten
gezocht te moeten worden. „Jaiseling is
een Indiase naam", legt Van Dijk uit.
„Ik heb hem gekregen van vrienden
daar. Als je ooit iets heel dierbaars hebt,
zeiden ze, moet je het Jaiseling noemen.
Het betekent zoveel als: liefde, geluk,
vriendschap, warmte, maar ook hart
hebben voor commercie. Geen gebouw
met een historische of andere waarde,
nee en dat kwam me goed uit, want
daardoor kon ik ermee doen wat ik wil
de zonder er een rot gevoel bij te krijgen.
Centrum europa
Iets sprookjesachtigs zal het hebben, met
straks al die gouden koepels op de toren
transen. De sfeer zal erg bepaald worden
door de inspiratie waarmee ik van mijn
reizen naar het Verre Oosten ben thuis
gekomen. Veel kunst, decors en requisie-
ten uit landen als India, Burma, Thai
land. Door de bijzondere indeling kun
nen er niet alleen recepties, feesten en
partijen plaatsvinden, maar ook congres
sen, dealerdagen, presentaties op allerlei
terrein en concerten. In principe is alles
mogelijk wat ook al in mijn andere ves
tigingen gebeurt. Alleen zal het accent
anders komen te liggen. Op de huidige
locaties krijgen het bourgondische, de
spektakels met hele verkleedpartijen, de
middeleeuwse banketten veel nadruk. In
Jaiselings Royal Palace zal het er meer
sprookjesachtig en stijlvol aan toe gaan".
Nog nooit en nergens vertoond, een par-
deze schaal. Maar waar
om - behalve dat er een seminarie leeg
stond - in een uithoek als Zundert?
Nou, dat ziet Van Dijk een slag anders.
„Zundert", betoogt hij, „ligt met de auto
twintig minuten van Antwerpen en veer
tig minuten van Rotterdam. Precies tus
sen twee wereldhavensteden met hun
wisselwerking van bedrijvigheid. Ik zeg
wel eens: Zundert is het centrum van de
Randstad van Europa". De kroon op
zijn werk, daar? Of wil hij, net als het
Van der Valk-imperium, uit blijven dij
en? „Als ik twaalf jaar geleden de op
dracht had gekregen om uit de grond te
stampen wat ik nu heb, was het me
nooit gelukt. De kwestie is: ik heb het
niet gedaan vanuit winstbejag, maar
vanuit enthousiasme. En dan rol je van
het één in het ander. Dan blijk je op zo
veel gebieden je ei kwijt te kunnen dat
ieder moment van de dag bevrediging
geeft. Mijn doel in het leven is: de op
drachtgevers waar te bieden voor hun
geld en: mijn eigen creativiteit en geest
drift uit te stralen op mijn 125 vaste en
evenzoveel losse medewerkers. Ik lever
liever een perfect afgewerkt produkt dan
dat ik uit ben op wildgroei".
Kamelen
Op de vrachtwagens die de leef- en an
dere tocht van Van Dijks Party Service
transporteren waarheen in Nederland de
magen knorren, de kelen dorsten of de
tanden wateren, staat het motto „creatief
in organisatie en verzorging" geschil
derd. Drie sleutelbegrippen in één leus.
„Het een kan niet zonder het ander",
luidt de onderliggende filosofie. „Mijn
succes is aan een combinatie van ver
schillende elementen te danken. De loca
ties waar de feesten gehouden worden.
Het culinaire produkt dat we op tafel
brengen. Vindingrijkheid en creativiteit
in het bedenken en aanbieden van to
taalpakketten waarin alles zit wat. het
hartje van de opdrachtgever begeert -
dus echte kamelen op een feest van Dui
zend en één Nacht. En natuurlijk een
team van medewerkers waar je trots op
kunt zijn. Dit alles dan bovendien sa
mengebonden door liefde voor het vak.
Hoe dat vak precies heet? Tja. In wezen
ben ik createur van mijn vak. Schepper.
Want wat ik bied. dat zijn creaties, opge
bouwd uit een veelheid aan bestandde
len, culinair evengoed als cultureel, ver
tier naast sfeer, spanning naast nostalgie,
noem maar op. Wij gaan bij de vormge
ving van alles wat we organiseren, be
hoorlijk in de diepte".
Wat dient onder dit laatste te worden
verstaan? Welke diepte? „Je hebt dus de
themafeesten van de verschillende party
services. Zigeunerbruiloft, spookavond.
Caraïbisch feest. Het probleem is: slui
ten alle elementen wel aan op elkaar?
Het eten, de drankjes, de uitmonstering,
de muziek, het entertainment? Ik bedoel:
een Amerikaanse avond met een buik
danseres, dat slaat als een tang op een
varken. Voor een goed themafeest dien
je je te verdiepen in de historische en
andere achtergronden van het thema. Ik
zorg ervoor dat dit gebeurt. Wij hebben
een eigen entertainmentbureau dat zelf
scenario's bedenkt en scripts schrijft.
Mensen van de kunstacademie worden
door ons aangetrokken. Zelf reis ik
enorm over de wereld om inspiratie op
te doen, nieuwe ideeèn te vinden, recep
ten en decoratiestukken te zoeken die
aansluiten bij een thema. New Orleans
bijvoorbeeld. Ik was daar toevallig met
Mardi Gras, dat is de laatste dag van het
carnaval waarop maskerades een over
heersende rol spelen. Idee. Daar hebben
we ons grondig in verdiept. Vierhonderd
maskers laten ontwerpen. Een heel
draaiboek opgesteld. Er een themafeest
omheen gebouwd. Ik bedoel, je bent niet
met dat doel naar Amerika gegaan, maar
je kqmt toch met een heleboel terug. Ex
clusiviteit, niet door de prijs, maar door
originaliteit, ook dat is ons motto. Kijk,
eten kun je overal, maar zo'n thema
feest, dat is net ietsje anders".
PIET SNOEREN