Jongeren geven de toon aan Terug naar oorsprong van Lingerie Komt het omdat ik haar hul gelukkig, al jaren niet meer heb nodig gehad, dat ik haai uit het oog ben verloren, de wijkzuster? Toen had ik haa in mijn gezin zo niet dagelijï dan toch zeker wekelijks nodig. Mijn steun en toeveria was ze, jarenlang. Ik weet ni of ze nog net als vroeger lan, haar patiënten fietst. Vermoedelijk berijdt ze tegenwoordig fiets noch brommer, maar tuft ze in ee auto van patiënt naar patiën langs 's Heren wegen. Dat is praktischer en bespaart tijd. Onder mensen die haar huif. niet behoeven, of haar niet l familieverband kennen, hoo\ ik haar zelden noemen. Heej ze geen status, geen aanzien'. Ik zou eigenlijk willen zegge, dat nog altijd geldt dat wie ai de weg timmert, veel bekijk, heeft. Maar misschien is het dat precies: ze sjouwt en rijd wel door straten en lanen, maar aan de weg timmeren doet ze net niet. Opzien baai ze niet als ze rustig achter d zoveelste straatdeur verdwiji om haar taak te verrichten. Geen sterveling buiten slaat verder acht op haar. Binnen wordt ze meestal met open armen ontvangen. Haar wer doet ze geruis- en geluidloos, deskundig als ze is door haa opleiding, praktisch door hai ervaring. Wat heb ik in het verleden vaak met dankbaarheid geconstateerd dat ze voor de vele kleine ongemakken die ziekten en handicaps nogal eens veroorzaken, eenvoudige, doelmatige oplossingen bedacht. De wijkverpleegster heeft ei andere vormen van dienstverlening bij gekregen Onlangs heeft in deze krant een verslag ervan gestaan, hoezeer zij zich inzet voor d thuisverpleging van termina patiënten. Met haar deskundigheid kan ze de naaste familie in de verzorgïi van de patiënt die de laatste, periode van zijn leven thuis wil doorbrengen, de zeer -yj nodige aandacht - ook morel steun - verlenen. We lezen dagelijks in de krant j merendeels, zo niet uitsluitend, negatieve berichten. Dat betekent -\ opwinding, sensatie. Leven -y daarvanHet lijkt er dan w eens op dat inderdaad de eri mens de andere een wolf is, zoals de Ouden het uitdrukte Vandaag wil ik dan eens de loftrompet steken voor de wijkverpleegkundige. Uit contact met vrienden weet ij hoe zorgvuldig deze engel vj hulpvaardigheid ook na het overlijden van een patiënt thuis, de eerste tijd van rou\ de nabestaanden niet in de steek laat door ineens helemaal weg te blijven. Aandacht heeft ze voor de lichamelijke verzorging van de emotionele behoeften var de achterblijvenden. Mensen die uit ervaring spreken, of zoals ik, veelvuld in contact komen met rouwenden, zien voor hun ogen wat het betekent dat o< op deze wijze verdriet een uitweg krijgt. Iemand die bij de ziekte en het sterven vi een mens nauw betrokken geweest, weet en begrijpt zoveel van de treurende. Di meelevende is' een geweldig steun en troost na het overlijden van een dierbare. De wijkverpleegster staat nooit in de schijnwerper. Er nog niet een dag in het jaaé speciaal voor haar uitgeroepen. Ze heeft in Nederland, waar Berend Bo\ Bartje, 't Peerd van Ome Louks en de hemel weet - welke aardige figuren nog meer, vereeuwigd zijn, nog, nergens een standbeeld gekregen. En of er onder hi velen zijn die een ridderord verwerven, is mij niet bekèi Maar ik waag het te betwijfelen. Gelukkig ben ik wel één kh literair monument v tegengekomen. Jaren geledt al. In 1960 heeft ze haar welverdiende plek gekregei in de door Anna Blaman nagelaten roman „De Verliezers". Daarin staat he beeld van Zuster Driekje, d hoogstens naar moderne maatstaven wellicht wat bijgewerkt mag worden. Ma dat in ieder geval niet mag verbleken. WASS hoofd r niet b digt. Is fieidóeSoivuwit wereld verschanst binnen de om walling van een geestelijk fort: hij komt er niet uit. en hij zal nie mand binnenlaten. Nu niet, nooit niet. Mensen aankijken doet hij niet; psychiater, verzorger en broer lijkt hij niet te. zien. hij wendt zijn blik af of kijkt dwars door ze heen. Hij lijkt zelfs niet echt bewust te zijn van andermans bestaan. Zelfs de verzorger, die hem al negen jaar onder zijn hoede heeft, kent hij nauwelijks en hij laat zich, typisch!, ook niet door die man aanraken. Door niemand trouwens. Zich schijnbaar niet be wust van enig menselijk leven bui ten zijn geestelijke omwalling, speelt Raymond op de binnen plaats van zijn fort eindeloos bizar re spelletjes met voorwerpen. Vooral alles wat zich herhaalt of glinstert fascineert hem buitenge woon: een draaiende droogtrom- mel, de eindeloos voorbijflitsende strepen op het wegdek, het lam- penspel van een lichtreclame. (Het aardige van de film is dat de ca meravoering af en toe ook autis tisch is: zich steeds herhalende be wegingen blijven extra lang in beeld.) Heel opvallend bij Raymond, en ook zeer typisch, is wat deskundi gen de 'insistence on sameness' noemen, de obsessie voor gelijk blijvendheid. 's Maandags moet en zal pizza op het menu staan met tapioca-pudding toe; dinsdags: pan nekoeken; 's woensdags: vissticks, niet 4, 5 of 6 maar exact 8 enzo voort. Zijn bed moet altijd bij het raam staan, elk voorwerp op zijn kamer heeft zijn eigen plaats, en o wee als de orde verstoord dreigt te worden of een ritueel gedwars boomd: dan barst hij los in een niet te temmen woede. Praten doet hij meestal emotieloos met vlakke stem. Hij herhaalt wat anderen zeggen, of hij dreunt telkens de zelfde stoplappen op: reclame jin gles, een woordje als 'beslist' (defi nitely). Komt het onderwerp auto ter sprake dan zegt hij steeds: „Ik ben beslist een goed chauffeur", is er iets met kleren dan zegt hij al tijd: „Ik moet beslist naar de K- Mart" en dan volgt steevast het adres (400 Oakstreet). Er gaat niks in, er komt niks uit. Lopen, pra ten, doen, alles gaat even houterig. Mythe Omdat niet één autist op de andere lijkt, duurde het tot 1942 voordat Leo Kanner dit bizarre gedrag on der het hoedje van het ziektebeeld 'kinderlijk autisme' kon vangen. Dit komt bij 4 tot 5 op de 10 000 kinderen onder de 15 voor, en de oorzaak is nog steeds onbekend. Dat autisten vooral kinderen zijn van weliswaar intelligente, ambi tieuze, maar liefdeloze ouders Kanner noemde ze 'ijskastouders') op het eind een grapje met zijn broer maakt, dus eventjes echt contact met hem schijnt te hebben, is een concessie aan het publiek dat zolang op iets moois heeft moeten wachten). Wat klopt er nou van Hoffman's rol? Tot zover is Raymond een au tist volgens het boekje. Hij is wel een bijzondere, want 'intelligente' autist: hij kan goed praten, en 50 procent van de autisten kan niet eens praten. Dat zowel zijn vader als broer op het autistische af con tactgestoord zijn, is niet volgens het boekje (want familieleden van autisten zijn net zo abnormaal als iedereen), maar is natuurlijk niet onmogelijk. Wat beslist niet klopt is het volgende. Raymond's hoofd is tot aan de nok gevuld met nutte loze quizkennis, triviale feitjes zonder enige samenhang. Zo wei gert hij consequent om te vliegen, want van elke maatschappij weet hij alle ongelukken. („Panam?, Nee niet Panam: 13 februari 1974, Albaquerque, crash van vlucht 3012, 134 doden. TWA? Nee niet TWA, 8 april 1982 enzovoort") Dat is bij autisten niet eens ongewoon, want vaak ontwikkelen ze speciale vaardigheden op de vierkante mil limeter waar ze dan heel virtuoos in kunnen zijn. Maar Raymond is niet zomaar virtuoos, hij is in zijn specialiteiten zelfs geniaal. Raymond is een 'idiot savant", een geestelijk gehandicapte met een geniaal eilandje in zijn hersens (co pyright B. Kokke). Dat komt ui terst zelden voor, en daarmee is Raymond een heel bijzondere au tist, en geen 'klassiek' geval. Maar in hun ijver om de film „zo waar heidsgetrouw, maar toch onder houdend" te laten zijn hebben de makers Raymonds capaciteiten tot in het onmogelijke overdreven. Raymond kent na een keer door bladeren van een telefoonboek, alle namen, adressen en nummers van buiten. Dat kan. Noem een da tum in willekeurig welk jaar, en Raymond vertelt onmiddellijk op welke dag die datum valt. Dat kan ook Broer Charlie laat een pakje tandenstokers vallen, en Raymond zegt onmiddellijk 196, en inder daad, er liggen ook 196 tandensto kers op de vloer. Verder kan Ray mond als een computer zo snel jongleren met getallen van zes cij fers of meer; hij heeft een 'eide- tisch geheugen', ofwel hij onthoudt alles wat hij ziet; bovendien kan hij alles wat hij gezien heeft, hoe ingewikkeld ook, feilloos nateke nen. Dat alles kan, dat alles is door 'idiot savants' eerder vertoont, maar ze kunnen niet allemaal te gelijk. Raymond is daardoor mis schien onderhoudender, maar ver liest aan geloofwaardigheid. „O ooh, we definetely have a problem here". UIT THUIS Demonstratie patiënt Hoffman Bij het medisch onderricht is het niet ongewoon om op col lege de medische studenten kennis te laten maken met een patiënt. Dat is de zogehe ten demonstratiepatiënt. Meestal is die behept met alle klassieke symptomen van een ziekte of kwaal en demon streert zo de levende werke lijkheid achter de dorre theo rie. Vorige week geleden won de film Rainman, waarin Dustin Hoffman een autist speelt, liefst vier Oscars, waarvan een voor Hoffman 'als^ beste acteur'. De voorzitster van de Nederlandse Vereniging van Au tisme was zeer in haar noppen. „Met deze film zullen mensen ein delijk wat beter begrijpen wat au tisme is",vertelde ze aan Maartje van Weegen. Hoe geloofwaardig is Raymond Babbit, de creatie van Hoffman, als demonstratiepatiënt? Als elke echte autist heeft Ray mond zich tegen de boze buiten is een mythe. Autisten, zo luidt de laatste theorie, zijn door een aan geboren defect in de hersenen van kind af aan niet in staat om nieu we, ingewikkelde gewaarwordin gen te verwerken. De autist vlucht niet weg, hij probeert wanhopig orde te scheppen in de totale chaos door zich maar op een ding te richten of zich te verliezen in rust gevende rituelen. Vandaar die bi zarre spelletjes. Vandaar de niet te temmen woede als er iets onver wachts gebeurt. Ze vermijden geen contact, zoals men weieens denkt, ze zijn er gewoonweg niet toe in staat. Vandaar ook dat de moge lijkheden tot behandeling maar zeer beperkt zijn. (Dat Raymond door Joke Forceville-Van Rossum Wijkverpleegster In het Vlaamse Schelle- belle draaien drie linge- riefabrieken, maar ook in Overmere, in Oude naarde en omstreken fladderen de slipjes, hemdjes en behaatjes met duizenden per dag van de lopende band. Je zou dus met recht en reden kunnen spreken over Lingerie Valley. En aan de grondslag daarvan ligt het klooster van Herzele. Beste korsetten kwamen uit het klooster van Herzele Rond de eeuwwisseling was er in grote steden als Ant werpen, Gent en Brussel ont zettend veel vraag naar kor setten. Omdat de fabrikant van deze keurslijven voort durend te kampen had met een tekort, even knellend als deze textielprodukten zelf, deed hij uiteindelijk een beroep op de kloosterzusters van Herzele. Zij waren toen immers de onomstreden spe cialisten in het vervaardigen van korsetten. Uiteindelijk zwichtten de zusterkens voor de smeekbede van de keurige man, en naast het atelier richtten z>j een schooltje op waar meisjes uit de streek het vak konden leren. Dat deden de meisjes dan ook, en meer dere onder hen stichtten mettertijd hun eigen bedrijf in de omgeving. MAANDAG 3 APRIL 1989 PAGINA 1, Als er één leef tijdsgroep is die snel inspeelt op trends, dan zijn het wel de jonge ren. Meisjes of jongens, ze zullen altijd proberen mee te gaan met de laatste ontwik kelingen. Voor de komende terug naar de ja ren zestig. Denk eens aan de flo wer power en de wijde omajurken die werden ge dragen over hip piebroeken met Welnu, dit soort mode, de franje incluis, werd overvloedig ge presenteerd in de voorjaarsshow van enfant terri ble Jean Paul Gaultier en ver volgens braaf na geaapt door de mindere goden en de confectie. Maar couturiers spelen hun be langrijke rol in de mode- bij de gratie van de confectie. Ze vormen het la boratorium waar nieuwe ideeën ontstaan, die later afgezwakt in de rekken van de warenhuizen te recht komen. Onze eigen onvol prezen Marianne David maakte flower power (veelkleurige ge bloemde) „blouse blazers" op een uni linnen broek en geheel ge- bloemde shorts bij een pullover met brede strepen. Dit zijn kleren voor hockey-meisjes. Ietwat noncha lanter komt Cruyff-Sports voor de dag met speelse sweats en pakken, en broekjes en sin glets in leuke prints. Een knal in het doel. De Zo werd in het jaar onzes Heren 1919 in Schellebelle het bedrijfje gesticht van Achiel en Margaretha van de Velde. Hij bracht de korset ten die zij vervaardigde aan de vrouw. Na enkele jaren werd hun huiskamertje al te klein en, de Van de Veldes verhuisden met hun balen stof en baleinen naar een oud schoenatelier. Met de bevrij ding kwam ook de verlossing uit het keurslijf. De Van de Veldes produceerden van toen af niet alleen korsetten, maar ook step-ins, beha's, panty's en zogenaamde com binés. Vandaag de dag staat de N.V. Van De Velde Gebroeders voor een uiterst dynamisch bedrijf, dat werkgelegenheid verschaft aan 270 mensen en verleden jaar een omzet haal de van 470 miljoen Belgische frank. Er wordt geëxporteerd naar zeventien verschillende landen, waaronder de Vere nigde Staten, de Duitse Bondsrepubliek, Nederland, Zwitserland, Denemarken, Frankrijk, Groot-Brittannië, Canada, Australië, Costa Rica en Japan. Karei van de Velde, bestuur der-directeur en ontwerper van de lingerie-collecties, weet waarschijnlijk meer over de anatomie van vrou wen wereldwijd dan een an tropoloog of een naaktschil- der. „Japanse vrouwen heb ben een heel ander figuur dan Europese vrouwen", zegt hij, „en daarom hebben wij speciale paspoppen besteld met het oog op de Japanse markt". Proefdragen Tien werkneemsters met verschillende maten en ge wichten proberen aan den lij ve elk nieuw stukje lingerie uit. Tegelijk zorgen deze da mes er voor dat de wasbaar- heid van de produktjes wordt uitgetest. Maar er komt nog veel meer bij kijken vóór zo'n nietig stukje textiel in diverse maten en kleuren in de lingeriezaak belandt. In den beginne is er zo goed als niets. Behalve stilisten die de blikken over de muur la ten dwalen, waarop lapjes, kantjes, knipsels en zelfs de verpakking van een par fumflesje zijn geprikt. Ter in spiratie. Aan een rekje han gen elfenhemdjes van gebor duurde zijde. Karei van de Velde: „Via relaties zijn we aan deze Chinese zijde ge raakt, met de hand gebor duurd. In Sjanghai houden zich wel een nalf miljoen mensen daarmee bezig". Achiel en Margaretha zouden nogal opkijken, als ze de rare kleding verraadt hobby en levens stijl. Mc.Gregor heeft voor junioren ook fantastische sets, die op cricket zijn geïnspireerdEen gestreept shirt met V-hals pullo ver, een oversized geruite blazer en een witte bermu da met naald- streep vormen een mooi geheel op het groene veld. En dan is er nog de Lois-jeugd. Dat zijn de jongens en meisjes van de jeans en de India- gangers. Ze zijn in hun uiterlijk typisch twee slachtig. De sim pele jeans (niet te saai...) worden op gesierd met ko- gelriemen, brede metalen armban den, grote oorbel len, zware kettin gen en shawltjes. Kortom, een vro lijk beeld. Deze jongeren zijn niet uit op schandalen, het zijn feitelijk yuppies in de dop, die nog even uit hollen voordat ze aan hun klim op de maatschappe lijke ladder be ginnen. Nog even de „fun" van de zestiger jaren met franjeshawls en spijkergoed, vóór dat ze een dure hypotheek nemen op een huis en aan de credit card beginnen. TINY FRANCIS machientjes zagen die de ba sismaten met een druk op de knop haarfijn tot op de milli meter uitvergroten of het knipplan in kleurige lijnen en bogen over het scherm doen vloeien. Of een soort van weefgetouw, dat luid ra telend en snokkend patronen uittekent. Een systeem, dat een investering van acht of negen miljoen frank vergde; Karei van de Velde weet het niet meer precies, want van af 1983 investeert de familie tussen 20 en 25 miljoen per jaar. Aan de confectie van één be- haatje komen tien tot vijftien verschillende grondstoffen te pas. De kleurnuance, het ge wicht en de elasticiteit van de materialen moeten dus vooraf grondig gekeurd wor den. En ook dit gebeurt niet met de natte vinger en het blote oog. Daar zijn alweer machines voor, die het bij voorbeeld mogelijk maken om in Schellebelle kleuren te bekijken onder hetzelfde licht als de Italièanse fabri kant. Schroevedraaier In het produktie-atelier zelf is de romantiek van lingerie en bloemetjeskant ver te zoe ken en eigenlijk alleen maar te vinden in de buurt van en kele dametjes die met de hand kanten bloempjes uit knippen. Want rechts en links moeten eikaars spiegel beeld zijn. Voor de rest be speuren we vooral vrouwelij ke werknemers die - in alle opzichten - in een, vaste baan zijn beland. Eentje zoeft voor- en achterwaarts op een liftstoeltje langs een lange ta fel: zij houdt een oogje in het zeil bij de machine die de stof in rimpelloze lagen legt. Haar medewerker is een robot die de minuscule patroondeeltjes snijdt. Onder de tafel werkt een vacuümpomp, die deze vijftig tot honderd lagen stof, de zogenaamde „matras", te gen het werkblad zuigt. Er zijn machines die het kant „stansen" (ontleend aan de schoennijverheid) en machi nes die schouderbandjes en beugelbandjes spuien als wa ren het macaronislierten. In totaal zijn er wel negentien verschillende bewerkingen nodig voor de produktie van een beha. Toch ontwaren we ook nog een staaltje van am bachtelijk handwerk. De ba leinen van de 150 korsetten die het familiebedrijf nog da gelijks produceert, worden immers met een soort Van schroevedraaier in de daar voor bestemde sluifjes ge wurmd. Uitgerekend in de periode waarin de korsetten made by de zusterkens van Herzele wereldwijd werden geëxpor teerd, werden hier en daar schuchtere pogingen onder keurslijf te halen en tegelijk „de allure van hun boezem te verbeteren". Zo werd in 1887 in Engeland een uitvinding gepatenteerd die beschouwd zou kunnen worden als de betovergrootmoeder van de beugel-beha, maar die spre kend geleek op twee aan el kaar geklonken vermicelli- zeefjes. Ook Amerikaanse da mes mochten het comfort van deze constructie van ij- zerdraad én zijde naar waar de schatten. In het oude Oostenrijks-Hon gaarse rijk vroeg de indus trieel Hugo Schindler in 1891 een patent aan voor de uit vinding van een bustehouder ter vervanging van het kor set. En het keizerlijk patent Nr. 62.641 werd hem toege kend. De volgende uitvinder was er een, die de hand als het ware in eigen boezem stak. Ene Fröulein Christine Hardt uit Dresden kreeg op 5 september 1899 een eveneens keizerlijk patent voor „een lijfje voor de vrouw om de boezem overeind te houden, zonder de functies van een ■gezonde borst op enigerlei 'wijze aan te tasten". Juf frouw Hardt maakte overi gens aanspraak op een patent om twee bijzonder praktische redenen. Ten eerste was het mogelijk om de grootte van de „cups" avant la lettre aan te passen en bovendien kon den de verstelbare schouder bandjes losgeknoopt worden om de „Brusttrager" te was- Pas in het begin van deze eeuw echter begonnen beha's meer op luchtige stukjes lin gerie te lijken dan op middel eeuwse foltertuigen. Een goed voorbeeld daarvan was de uitvinding van Mary Anne Phelp Jacobs, dochter van Robert Fulton, die toen pas de stoomboot had be dacht. Zij knoopte twee zij den zakdoeken aan elkaar, maakte er linten aan vast en kreeg een patent voor deze boezemvriendelijke beha. Dat patent werd overigens in 1914 overgenomen door de Amerikaanse lingeriefabri kant Warner Brothers. Zes en vijftig centimeter. Dat was, precies honderd jaar ge leden, de gemiddelde tailier omtrek van Parijse manne quins. Met korset, uiteraard. Een Londense kostschool stond er in die tijd om be kend, dat vijftienjarige meis jes die bij hun intrede in de instelling een taille van 83 cm hadden, na twee jaar pro gressief insnoeren nog slechts een wespetaille hadden van 53 cm. Het foltertuig met ijzerdra- den en/of baleinen, met ha ken en ogen, genoot eeuwen lang een wereldwijde popula riteit. In de middeleeuwen placht het korset een vast onderdeel van het kostuum te vormen. Iri de zestiende eeuw slaagde koningin Catharina de Medi ci erin om middels het korset haar taille te reduceren tot... 32 centimeter. Bleekheid, problemen met de bloedsom loop en de ademhaling, spijs verteringsstoornissen en ap pelflauwtes, niets kon de drang naar de wespetaille stuiten. Integendeel. Toen een vrou wenhater, Gache-Sarraute genaamd, in 1902 een nieuw- soortig tuig bedacht om vrou wenlichamen S-vormig om te buigen, plooide Lily Langtry, favoriete van Edward VII en ook wel van Leopold II, zich gewillig en gracieus naar de loodrechte stalen stang van deze constructie. En alle vrouwen die haar naaapten zagen eruit of ze in constante ademnood achter hun eigen boezem aanholden. Hoewel in de Lingerie Valley nog geregeld bestellingen binnenlopen voor korsetten, beleven we nu eigenlijk de eerste korsetloze tijd sinds mensenheugenis. LILY ARMON Flower power bij Marianne David. „Blouse-blazer" met korte mouw. Een nieuw begrip. Buiken leken anno 1902 met te bestaan dank zij de „sans ventre-ligne".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1989 | | pagina 12