chetsen van verdriet van vroeger Boeiende pendelaar 1 ^4eken/platen kinderboeken Mendelssohn ging ten onder aan het lijden Verboden boeken, gevolgen van echtscheiding en een mislukt dichter £cidóc@ouxont VRIJDAG 24 MAART 1989 PAGINA 13 ngm -ond: mis sprci leer n kanji Jen. irdt vaak spottend en cy- over gedaan: „Een onge- jeugd is een goudmijn ?n schrijver" en dat tspraken. Een eeuwig thema, dat door heel schrijvers gekozen is: ver- >OCk)([üit vroeger tijd. Bij hen l:<Tr,i-c ri zich Mischa de Vreede "oevi Weemoedt, die jk beiden al veel autobio- che elementen in hun brachten, maar nu terug- naar hun kinderjaren, iver zijn heel nare din- melden, ik bedoel dit op rken zonder enige ironie, lang-sind in kamp" en "Acte i verlating" vertellen zij J aankun jeugd en het verdriet eet clt.Etyrminkel de beklemmende ge- Mischa de Vreede (links) en Levi Weemoedt: autobiografisch. die Mischa de Kind in kamp", lein boekje met herinne- i aan haar kindertijd in bppenkamp in „De Oost", n dat meisje, dat heel lang is geweest. Haar moeder t haar vader portretjes de kinderen, maar laat vant dat ziet er zo slecht uit na de ziek te en daar zou papa maar van schrikken. Later bleek dat haar vader uit het feit, dat haar portretje er niet bij was, opmaakte dat zij inmiddels was overleden. Maar dat hoor de ze pas toen hij al dood was en zijzelf groot. „Hij heeft daar vreselijk veel verdriet om ge had, hij had het altijd over zijn gestorven dochtertje..". Mischa de Vreede vertelt in FOTO'S: SP dit boekje over het leven in dat kamp. Als zodanig is het een goede aanvulling op alles wat tot dusver over deze kam pen in onze literatuur is ver schenen. Sober verteld, aan grijpend, authentiek. Een nare episode, gezien in een smalle optiek, die van het kind, dat er nog niets van begrijpt. Verlating Levi Weemoedt heeft het in „Acte van verlating" niet over zulke grote historische gebeur tenissen, waar hij als kind het slachtoffer van is geweest. Het centrale deel van dit boekje gaat over zijn moeder, die rond zijn 15e (toen hij op de middelbare school zat) uit zijn leven verdween. Er zijn meer verlatingen, als je ze zo mag noemen: het laatste deel van het boekje is gewijd aan de vrouw die van hem weg is ge gaan, Claire, en hun zoontje Tobias, dat met haar vertrekt. Het leed krijgt subtieler en daardoor effectiever vorm in het boekje van Weemoedt. In het verscheurde beeld dat hij van zijn moeder schetst, blijkt dat duidelijk. Zij stuurt hem op zijn veijaardag telkens weer een uiterst vrolijke ver jaardagskaart, waar zij dan een tekst op schrijft, die het uiter- n verdriet is. Zonder dat geven, overigens, want ste de toon blijft vrolijk. Maar de moeder is al vele jaren weg uit het leven van de verteller, de moeilijkheden die zij in het ouderlijk gezin aanbracht wa ren legio. Een kleine episode, waarin hij het maniakale ge drag van zijn moeder, om alles maar schoon te poetsen, tot in het absurde toe beschrijft (het eindigt met het van de trap af keilen van die vreselijke stof zuiger), is een prachtig en ver drietig verhaal waarin dat leed geschetst wordt. De compassie van Weemoedt voor zijn ex-vrouw en kind, voor zijn moeder ook, de ma nier waarop hij daar literair vorm aan geeft, maakt van 'Akte van verlating' een erg mooi boekje, dat de sterke kanten van Levi Weemoedt laat zien: leed en twijfel aan zichzelf, bijna onverenigbaar en kwetsend samen. JAN VERSTAPPEN Mischa de Vreede: „Kind in kamp". Uitgeverij De Arbei derspers. Prijs 19,90. Levi Weemoedt: „Acte van verlating". Uitgeverij Rap. n chten op eurkalender Loesje leer. emier i-Tijdschriften fermolen 10, f PB Leiden 1071-22.00.22 Ginsberg bv istraat 127-129 1 CM Leiden 071-12.46.42 en kantoorboekhandel 'inerick deinde 33 CM Roelofarendsveen 01713-16033. Is zcinövlicl - BOCKHANDEL BV °asen 35.09 BIJLAGE BIJ UW KRANT MET O cl?RMATIE0VEnEILMS,MUZIEK nC.OIEATER. RECREATIE, EXPOSITIES iltenkaarEEN complete agenda |c sector „toiletlectuur" Loesje al enige tijd een rdige plaats in. De derde r e in de reeks van de bring, die zich aanvanke- B-dienst (Judiek-politiek manifes- t met leuzen op deuren iiren maar later zelfs aan pingen deelnam, is weer netwerkwoekje dat op het lees- |e in de huiselijke wc huishoort. Veel écht leu- jndsten zijn er overigens laatste Loesje „Mooi hè niet te vinden. Toch een (roefje met twee van de isle: „Stel uw horoscoop eleur" en „Geloven is luilenaardse relatie aan- je zelf". Het wachten .oesje's scheurkalender. 'I FRANK WERKMAN Op de Nederlandse televisie heeft Jan de Hartog al eens eerder een aarzelend pleidooi gehouden voor de pendel, een kraal, bolletje of wat dan ook aan een touwtje dat, mits aan het zwaaien gebracht, met ja en nee antwoord geeft op vra gen die verband houden met voorwerpen of afbeeldingen, waarboven de pendel tot zwaaien werd gebracht. De Hartogs betoog kwam vriende lijk, maar niet opvallend over tuigend over. Dat wordt anders in zijn ro man „De Centurio", waarin De Hartog een avontuur be schrijft van de inmiddels 75 jaar geworden en zeer kriti sche oud-sleepbootkapitein Harinxma en zijn echtgenote Sylvia. Het echtpaar is op fa miliebezoek en komt toevallig terecht in een congres van pendelaars, wichelroedelopers en andere zonderlingen. Me vrouw Harinxma gaat zich be moeien met het leven der planten, de kapitein raakt be trokken bij een Romeinse ge neraal, in het jaar 368 na Christus bezig met het herove ren van Britannia. De roman verandert dan van leuige boterham in een soort sandwich, waarin het verhaal in het heden een syn- chroon-verhaal uit de oudheid bedekt: het echtpaar Harinx ma volgt al pendelend de hui dige restanten van een Ro meinse veldtocht waarbij De Hartog afwiselend het heden beschrijft, gevolgd door be schrijvingen van die plaats 16 eerder. Ongeloof De Hartog houdt verstandig het ongeloof van die oude, cy nische zeevaarder in dat ge- pendel heel lang vol; de roman mag kennelijk vooral geen overtuigend pleidooi worden voor de pendel, alleen het slot mag dat doen, wanneer de twijfel voldoende aan het hart van de lezer heeft geknaagd. Want De Hartög is schrijver genoeg om de aandacht van de lezer tot het einde vast te hou den en dat over het geheel iets mystieks rust, ach, dat maakt het hele verhaal prettig ge stoord: want als het toch eens allemaal waar was. Al komt er een bedenkelijk moment waarop De Hartog zich wel heel sterk afzet tegen de we tenschap, alsof kennis en ge voel elkaar niet kunnen aan vullen, maar eikaars vijandige tegenovergestelden zijn. Als verteller heeft Jan de Har tog zich weer helemaal en zelfs dubbel bewezen; het ver haal dat in het heden speelt is aardig, het eeuwenoude dub- belverhaal over de Romeinse legereenheden, met soldaten die behoorlijk tot leven ko men, is spannend, boeiend en onderhoudend. Ook en mis schien wel juist, wanneer de oude zeesleper niet alleen tot de ontdekking komt dat hij ge neraties geleden een Romeinse generaal was, maar zelfs de meelevende, geest van zijn zoon moet zijn geweest. Heel wonderlijk allemaal en Jan de Hartog onderschrijft alle verwondering c.q. onge loof als de beste: het is alle maal ook niet best te begrij pen, het is meer een kwestie, van willen geloven. Of niet.' Maar verwonderlijk is het niet, wanneer de lezer van deze roman op onbewaakte ogenblikken zelf iets pendel achtigs terhand neemt en bela den met kilo's schroom ermee aan de slag gaat. Het mooie van deze roman is bovendien, dat De Hartog niet alleen overtuigend wordt met een verhaal dat historisch ver antwoord lijkt, hij geeft ook een heel fraaie gedachten mee over tijd en tijdeloosheid. Al maakt hij slechts één keer een fout, door aan het slot een Duitse kunsthistorica een in het Nederlands gehouden be toog op cassette zonder meer volkomen te laten begrijpen. Dat kan dus niet. FRITS BROMBERG Jan de Hartog: „De Centu rio". Uitgeverij De Prom. Prijs: ƒ32,50. Theologie en wetenschap: een spannende relatie De verhouding tussen God en natuurwetenschap is een heel spannende. Kernachtig uitgedrukt: wat was dat eigenlijk voor ster die boven de velden van Bethlehem scheen? Geen gewone, maar een theologische.... Of: toen de Russische ruimtevaarder Gagarin „boven" was geweest, zei hij: „ik ben God niet tegen gekomen". Over het thema: geloof- (natuur)wetenschap wordt tegenwoor dig veel gedacht en geschreven. Het lijkt er op dat met de actue le kritische doordenking van het westers rationeel denken meer ruimte ontstaat voor een dialoog tussen de twee werelden van geloof en wetenschap. Heel informatief wordt die ontwikkeling in kaart gebracht door het boekje „Teksten over theologie en natuurwetenschap" in de serie „Sleutelteksten" van uitgeverij Meinema. De Utrechtse hoogleraar dogmatiek H.W. de Knijff selecteerde voor dit boekje teksten van onder andere de Leuvense hoogleraar J. van der Veken en de Duitse bioloog-theoloog G. Altner en de Westuidtse theoloog G.k Liedke. De bijdrage van Van der Veken is de basis van een andere uit gave. namelijk „Kosmologie en geloof, kansen voor een nieuwe dialoog". Van der Veken gaat in deze uitgave van de Radboud- stichling door op de tekst die in hij in 1980 hield bij de jubileren de Radboudstichting en die in het bovengenoemde boekje van Meinema werd opgenomen. Van der Veken gebruikt in zijn nieuwere werkje het begrip „kosmologie" als uitdrukking van het zicht op de wereld als geheel. LÜTSEN KOOISTRA „Teksten over theologie en natuurwetenschap" ingeleid door dr. H.W. de Knijff is een uitgave van Meinema en kost ƒ23,50. „Kosmologie en geloof" door dr. J. van der Veken is een uitgave van de Radboudstichting te Vught, te bestellen op tel. nr. 073-579017. Illustratie uit „Dit vind ik leuk". Leuk Paasboek Bij Van Holkema Waren- dorf is een heel leuk paasboek voor kinderen verschenen, ge titeld „Drie ei is een Paasei". Het boekje, geschreven door Jaques Vriens en gellustreerd door Dagmar Stam, spelen Mieke en haar broertje de hoofdrol. Eerder kwamen we dat tweetal tegen in soortgelij ke boeken. „Drie ei is een Paasei" besteedt op speelse wijze aandacht aan de ver schillende kanten van Pasen (ook de bijbelse) en bevat ook nog leuke paasei-versierringen om uit te knippen. Het kost ƒ9,90. Aapje Prent uit „Vlinder in de wei". Een heel vriendelijk aapje is de hoofdrolspeler in twee ge zellige prentenboekjes van Gottmer. De boekjes „Dit vind ik leuk" en „Ik hou van boe-1 ken" zijn van de hand van de Engelsman Anthony Browne. De allerkleinsten zullen deze boekjes prachtig vinden. De grappige, vrolijk gekleurde plaatjes zijn voorzien van één korte regel tekst, die de klein tjes na luttele keren voorlezen al uit het hoofd kennen. De boekjes kosten 14,90 per deeltje. Vlinder Het prentenboek „Een vlinder in de wei" van de hand van Eric Carle en Arnold Sund- gaard, dat onlangs bij Gottmer is verschenen, gaat over de be levenissen van een schaapje in de wei. De illustraties in dit boek dat een fors formaat heeft zijn prachtige collage achtige kunstwerken. De voorlees-teksten zijn kort en bondig. Al met al een heel bij zonder, fraai prentenboek dat de prijs van ƒ21,50 beslist waard is. Felix Mendelssohn. Litho van August Direks naar een schil derij van Theodor Hildebrandt. Het is vaak verleidelijk om bepaalde gebeurtenissen in het leven van (grote) men sen, bijvoorbeeld componis ten, met elkaar in verband te brengen. Begrijpelijk is die verleiding wel. Wie een heel leven van iemand kan overzien, ziet soms verban den die iemand zelf gedu rende zijn leven vaak niet ziet. Zulke gedachten komen op bij het luisteren naar de fragmenten van Felix Men- delssohns oratorium Chris tus (opus 97). Immers, de componist wilde zijn beste krachten voor dit nieuwe werk sparen, maar door de dood van zijn zusje Fanny, in mei 1847, heeft hij alle kracht verloren; hij leed het onder het grootste verdriet dat hem kon overkomen. En juist over het lijden ging zijn oratorium Christus, het werk dat hij niet kon afma ken. In brieven aan familie en vrienden gewaagt hij van het grote verdriet. Aan Re becca, zijn zusje schreef hij: „God geve jou te zijner tijd de berusting. Ach, lieve zus ter, ik kan over niets anders schrijven en aan niets an ders denken dan aan Fanny. En dat wordt nooit anders, zo lang wij hier nog op aarde zijn". Dat woordje „lang" bleek maar betrekkelijk, want nog geen half jaar later was hij al niet meer op aarde. Het zijn maar vier stukjes die van zijn oratorium „Christus" zijn overgeleverd, de uitvoering ervan neemt nauwelijks twintig minuten in beslag, maar de „impact" ervan is niet minder groot. Mendelssohn had drie delen voorzien: over de geboorte van Christus, over het lijden en over de opstanding. Van dat derde deel is niets geko men. Wat we hebben van die eerste twee delen zijn een inleidend recitatief over de geboorte; een terzett (de drie koningen) en het koor over de „ster van Jacob" die is opgegaan (Jezus). Het passie-gedeelte bestaat uit recitatieven en koor-ge deelten (onder meer een in drukwekkend: „kruisigt Hem"). Op een ontroerende tekst van Christian von Bunsen zingt het koor ten slotte het laatste wat Men delssohn van het oratorium heeft kunnen afmaken: Hij neemt op zich de lasten die mij terneer drukken Paasmorgen Het tweede couplet verwijst naar Goede Vrijdag maar is geschreven vanuit het per spectief van paasmorgen: „Waar is de zon gebleven, de nacht heeft haar verdreven, de nacht, vijand van de dag. Maar de zon in de wereld mag uitdoven zolang Jezus, mijn vreugde, in mijn hart Sommigen zien in de plan nen van Mendelssohn voor „Christus" de afsluiting van een „drieluik". Hij schreef immers al eerder de „Elias", opus 70 (de oudtestamenti sche profeet), de „Paulus", opus 36 (de tot het christen dom bekeerde jood) en het derde oratorium zou moeten gaan over Christus, de ver binding tussen oude en nieu we tesament. Bovendien kan men wijzen op de geschiede nis van de familie Mendels sohn: de grootvader van de componist was de zeer voor aanstaande joodse filosoof Mozes Mendelssohn; vader Abraham werd christen en zoon Felix getuigde daarvan in zijn muziek. Blijven dergelijke zaken spe culatief, vaststaat dat het la bel Erato de afgelopen tijd voortreffelijke produkties uitbracht met de geestelijke muziek van Mendelssohn. Michel Corboz met koor en orkest van de „Fondation Gulbenkian" in Lissabon verzorgde voortreffelijke uitvoeringen van de Elias, van de Paulus en zeer recent van de „Christus", met op diezelfde cd-plaat „Hör mein Bitten" en het „Te Deum". Vele koorleden zullen blij zijn met een andere uitgave met daarop de psalmen 98v en 114 en tenslotte „Lauda\ Sion", opus 73. De uitvoeringen van Corboz kenmerken zich door een vi tale muzikaliteit; musiceer- plezier en een zekere opge ruimdheid. Wellicht zijn dat allemaal kwaliteiten die pre cies bij Mendelssohn passen, voordat hij het verlies van zijn zus te verwerken kreeg. We kunnen dus blij zijn met de produkties van Corboz en de zijnen; ze betekenen wel licht de ontdekking van deze magnifieke muziek (met ook wel eens wat min dere delen) door nieuwe ge neraties muziekliefhebbers. En voor anderen zijn ze een plezierige her-ontdekking? LÜTSEN KOOISTRA n 114, „Hymiw" «n „Lauda Sten" Era- ~r Op de valreep van deze Boe kenmaand nog even aandacht voor enkele speciale uitgaven die vanwege De Boekenmaand voor een zacht prijsje in de winkel liggen. Twee verhalen vallen daarbij op, van Marijke Höweler verscheen als éénma lige HEMA-uitgave een boekje met de titel „Jij mag de kaars jes uitblazen" en van Remco Campert is er „Zachtjes neer komen", een uitgaafje van Vroom Dreesmann. Boven dien heeft de Bijenkorf naast het Mulisch-verhaal, waarvan ik reeds melding maakte, nog een ander speciaal boek ge bracht, „Verboden boeken". De zo omstreden Salman Rushdie is de hekkesluiter in het boek „Verboden boeken", waarin allerlei boeken uit he den en verleden die ooit ver boden zijn, aan de orde ko men. C.J. Aarts en Mizzi van der Pluijm zijn verantwoorde lijk voor de keuze van de hon derd boeken die hier de revue passeren. Het begint met de „Odyssee" van Homerus, waar Plato liever een gekuiste ver sie van zag en die door de Ro meinse keizer Caligula verbo den werd in Rome, omdat het epos gevaarlijke Griekse vrij heidsidealen inhield. De klassieke verboden boeken komen natuurlijk aan de orde, zoals D.H. Laurence's „Lady Chatterley's minnaar", „Juliet te" van De Sade. „Ulysses van Joyce, „Nana" van Zola, „De Kreutzersonate" van Tolstoi en „Bob en Daphne" van Han Aalberse. De klassiekers in dit genre, al dan niet in het bezit van literaire kwaliteiten. Maar veel andere meesterwerken uit de literatuur zijn wel eens korter of langer verboden. „Don Quichote" van Cervan tes, „Candide" van Voltaire, „De brave soldaat Schwejk" van Hasek, „Madame Bovary" van Flaubert, „Lysistrata" van Aristophanes. Dat Pasternak's „Dokter Zhi- vago" in dit boek een plaats krijgt is te verwachten, net als „Lolita" van Nabokov. Ook beroemde Nederlandse schrij vers zijn weieens onder een verbod gevallen, of er is een poging ondernomen hun werk te verbieden: Claus is met „De Metsiers" door Belgische en Nederlandse boekmoralisten van IDIL en de Belgische te genhanger daarvan tot „verbo den lectuur" uitgeroepen. Mu- lisch werd met „Stenen Bruidsbed" in Spanje zwaar gecensureerd. Dik Trom Maar ook minder „literaire" werken werden door de ban getroffen. Dik Trom werd om spottende uitlatingen door de Duitse bezetter gecensureerd, waarna het boek altijd in de gecensureerde versie bleef herdrukt. En ook de stripfi guur Kuifje werd wel eens het slachtoffer van boze overhe den. Toch is de uitgave van „Ver boden boeken" een laffe daad. Met zo'n boek wek je als uitge ver toch de suggestie dat de vrijheid van drukpers en me ningsuiting je na aan het hart ligt. Zeker als je ook nog af sluit met het boek van Rush die. Maar uit het gedrag van de Bijenkorf blijkt dan, dat dit alleen puur koopmansgeest en Winstbejag is. Want het sjieke warenhuis zal het boek van Rushdie niet op zijn boekenaf- deling te koop aanbieden. Rushdie: hekkesluiter. Marijke Höweler heeft voor de HEMA een ironisch verhaal geschreven over een echtpaar van middelbare leeftijd, dat uit elkaar gaat. Zowel de ouders als de kinderen, met allerlei andere mensen in de omge ving van de scheidenden, rea geren daar op steeds heel ei- Höweler: veel warmte. gen manier op. In een heel ge varieerd vertelpatroon, waar bij telkens een andere persoon centraal staat, laat Höweler in „Jij mag de kaarsjes uitblazen" zien hoeveel gevolgen die scheiding heeft. Met name de dochter Esther is een bijzonder mooi getekende figuur, maar Mislukte dichter In het boekje dat Remco Cam- ƒ3,95. pert voor V D maakte, „Zachtjes neerkomen", staat de alcoholische, mislukte dich ter Onno Mulder centraal. Hij is zo'n beroemd Campert-type, dat wel allerlei mooie verha len heeft, maar wie toch niets zal lukken, omdat de menselij ke tekortkomingen al te groot zijn. Met vrienden en vrien dinnen gaat het steeds mis in het leven van Onno, zijn werk belooft ook niet veel meer. En telkens is er weer de drank, zijn verontschuldiging en zijn verslaving. JAN VERSTAPPEN „Verboden boeken" sa mengesteld door C.J. Aarts Mizzi van der Pluijm inleiding Nico Scheepmaker. Uitgave van De Bijenkorf. Prijs ƒ12,50. Marijke Höweler „Jij mag de kaarsjes uitblazen" - uit gave HEMA. Prijs ƒ5,75. (In maart 3,95) Remco Campert: „Zachtjes neerkomen" Uitgave Vroom Dreesmann. Prijs

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1989 | | pagina 13