„We zoeken neofascisme
op de verkeerde plaats"
"finals
Gebruik
chemische
stoffen
is dom
'foidóe <2owumt
ZATERDAG 4 MAART 1989 PAGINA 22
Het evenwicht in de natuur is ver
stoord en nog dagelijks doen indus
trie, land- en tuinbouw en alle con
sumenten te zamen allerlei kwalij
ke dingen die het milieu nog verder
aantasten. Her en der worden plan
nen gemaakt en maatregelen geno
men om die aantasting te voorko
men. Een niet eenvoudige zaak
omdat het gebruik van bepaalde
chemische middelen in de industrie
en agrarische wereld volkomen
aanvaard zijn. En door de gebrui
kers vaak als „onmisbaar" worden
omschreven.
In land- en tuinbouwkringen in ons land
is de laatste weken bijvoorbeeld veront
waardigd gereageerd op een verbod op
het gebruik van verschillende chemische
middelen met ingang van 1990. Wij lo
pen daarmee een jaar achter bij de ande
re landen van de Europese Gemeen
schap waar dezelfde middelen dit jaar al
niet meer gebruikt mogen worden.
Het gaat daarbij met name om het loof-
dodende middel dinoseb waarvan de
toepassing al per 1 maart sterk aan ban
den wordt gelegd. Volgend jaar wordt
het dan volledig verboden. Dinoseb
wordt gebruikt bij de teelt van bonen,
erwten en aardappelen om voor de oogst
het loof dood te spuiten. Het oogsten
zelf kan dan goedkoper en sneller gebeu
ren. Dinoseb is zeer giftig en gevaarlijk
voor degene die het middel spuit maar
ook voor het milieu. In ons land werd
het in de afgelopen jaren op ruim
160.000 hectare gebruikt.
In de kassenteelt wordt het eveneens
schadelijke methylbromide gebruikt
voor het ontsmetten van de grond. Voor
dit middel geldt dat het nog enkele jaren
gebruikt mag worden hoewel er in 1984
al plannen waren om het met ingang van
1985 op de lijst van verboden middelen
te zetten. Minister Braks van landbouw
heeft verleden week gezegd dat er moge
lijk tot 1992 een ontheffing van het ver
bod op het gebruik van methylbromide
kan komen.
Iedereen, ook de landbouwer zelf, is er
echter van overtuigd dat de landbouw
minder afhankelijk moet worden van
chemische middelen. Een flink deel van
deze vaak giftige middelen komt terecht
in grond- en oppervlaktewater. Daar
door wordt de drinkwatervoorziening in
het hele land in direct gevaar gebracht.
De waarschuwingen tegen het gebruik
van chemische produkten tegen onkruid
en insekten, als ontsmettingsmiddel of
in bepaalde soorten kunstmest zijn niet
nieuw. Integendeel. Tientallen jaren ge
leden waren al vele gevallen bekend
waarbij de chemische stoffen die in de
landbouw werden gebruikt, aanwijsbaar
de oorzaak waren van ziekten die bij
mensen en dieren werden geconstateerd.
Rachel Carson schreef in 1962 het boek
'Dode Lente' waarin ze de gevaren van
de chemische landbouwpreparaten hel
der op een rij zette. In 1968 vatte dr.
C.J. Briejér zijn inzichten en ervaringen
over het probleem van de bestrijdings
middelen samen in 'Zilveren sluiers en
verborgen gevaren'. Briejér had vele ja
ren de leiding van het biologisch onder
zoek op het gebied van bestrijdingsmid
delen bij het Shell Laboratorium in Am
sterdam. Daarna was hij directeur van
de Plantenziektekundige Dienst in Wa-
geningen. De schrijver was op dit gebied
dus zonder twijfel zeer deskundig.
Briejér stelde in zijn boek het gevaar dat
kinderen lopen centraal. „Zij zijn zeer
gevoelig voor schadelijke stoffen, waar
zij tegenwoordig vanaf het eerste le
suur zijn blootgesteld". Verder
schreef hij al in de jaren zestig dat insek
ten steeds vaker resistent worden tegen
verschillende bestrijdingsmiddelen. „Wij
bevinden ons dus op een gevaarlijke
weg, die bovendien doodloopt. Veiliger
en meer afdoende bestrijdingsmethoden
zijn reeds gevonden en door weten
schappelijk onderzoek kunnen er nog
meer worden ontdekt. Het gebruik van
middelen die een gevaar vormen voor
de mens en voor vele dieren neemt ech
ter nog steeds toe".
Toen Carson en Briejér hun boeken
schreven waren middelen als aldrin,
dieldrin en DDT nog vrij in de handel
hoewel al wel bekend was welke ver
schrikkelijke gevaren aan het gebruik er
van verbonden waren. Een voorbeeld: In
1965 werden alle baby's in de kinderkli
niek in het Duitse Kiel ziek. Ze werden,
zoals vele andere Duitse baby's, gevoed
met flinke porties wortelmoes. Hun ge
wicht nam af en onderzoek wees uit dat
ze een leveraandoening hadden. Veroor
zaakt door de chemicalién waarmee de
wortels bespoten waren. 87 procent was
bespoten met aldrin dat door koken in
water niet afgebroken wordt. De stof
hoopte zich wel op in de lichamen van
de baby's die daar ziek van werden.
Toen al constateerde een arts die bij het
onderzoek betrokken was dat „alle be
spuitingen op basis van chloride, arseni
cum, fosfor, parathion, aldrin, dieldrin,
etc., etc. uiteindelijk de vernietiging van
de mensheid betekenen".
Er zijn meer waarschuwingen op dit ter
rein gedaan. Rachel Carson beschreef de
ontwikkeling van DDT dat al in 1874
voor het eerst kunstmatig gemaakt werd.
In 1939 werden de kwaliteiten ontdekt
die de stof had als insektenverdelger.
Een van de eerste toepassingen was het
in de Tweede Wereldoorlog bestuiven
van grote groepen soldaten, gevangenen
en vluchtelingen om luis tegen te gaan.
Daarna werd het middel zo massaal^ toe
gepast dat niet alleen bij diepzeevissen
die op 10.000 meter onder de zeespiegel
leven, maar ook bij de pinguïns op de
Zuidpool DDT in onderhuidse vetlagen
is aangetroffen.
Weten wat gevaarlijk is en toch met dat
gevaar blijven spelen is dom. Een na
tuurlijke landbouw zonder schadelijke
chemische stoffen, kan. Iedere amateur
tuinier kan daarmee in het klein begin
nen. jan van KOOTEN
„We zoeken het
neofascisme op de
verkeerde plaats". In
Frankrijk Le Pen. In
België het Vlaams
Blok. En nu in West-
Berlijn Die
Republikaner weer.
Wanneer staat de
nieuwe Janmaat op?
Altijd weer de angst
dat de bruinhemden
hernieuwd komen
aangemarcheerd. De
sociaal-psycholoog dr.
Loek Hagendoorn
echter, bekend door
zijn onderzoek naar
extremisme, zet
vraagtekens bij de
volgens hem
vermeende dreiging.
Een nieuwe Hitier zal
er niet komen, want:
„Het gevaar zit altijd
ergens anders dan
waar je het verwacht".
dan andere. Waar deze factoren elkaar
kruisen, daar slaat de vlam van het ex
tremisme in de pan. Neem maar weer
Iran. Al die Amerikanen tijdens het
bewind van de sjah. De porno, de whis
ky, de raffinaderijen. Terwijl het voor de
bevolking geen moer opleverde. Dat is
vragen om Khomeiny".
Politieke porno
Terug naar dichter bij het bed. Die ha
kenkruizen op de spandoeken waar Ajax
speelt, op joodse grafstenen, in willekeu
rige straten. Andermaal schaart Hagen
doorn zich achter de historicus prof.
Von der Dunk, die weigert er zwaar aan
te tillen omdat het geen uitingen van een
herlevend fascisme zou betreffen, maar
een soort politieke pornografie met be
hulp waarvan bepaalde jongeren hun ge
voelens van onlust en onmacht afreage
ren. Dat een burgemeester Van Thijn,
een kamervoorzitter Dolman vervolgens
waarschuwen voor „de ratten die weer
uit de riolen kruipen", begrijpt de soci
aal-psycholoog echter opperbest. „Die
angst is irrationeel in zoverre dat Hitier
echt niet terug zal komen, maar hij is ra
tioneel gezien onze ervaringen uit het
verleden. Ik bedoel: nuchter beschouwd
kun je het links extremisme van Stalin
even afschrikwekkend vinden als het
rechts extremisme van Hitier, maar we
zijn in 1940 nu eenmaal door de nazi's
onder de voet gelopen en niet door de
communisten. Het is historisch bepaald.
Die collectieve angst zit er nog, want het
verleden geeft ons geen ander houvast".
Zondebok
Samenvattend vermag Hagendoorn zich
op geen enkele termijn de mogelijkheid
voor te stellen van een extreem rechtse
partij die meer zou zijn dan een splinter
van het formaat Boerenpartij oi Cen
trum Partij. Zo werkt de geschiedenis
niet. „Het gevaar zit volgens mij altijd
ergens anders dan waar je het verwacht.
Je moet kijken waar de grote angsten lig
gen, de grote onzekerheden. Daar dien je
beducht voor te zijn. En welke groepen
komen in aanmerking voor zondebok?
Het milieu, aids, genetische manipulatie,
ik doe maar een greep. Wie zal zeggen of
de milieubeweging straks niet met mi
trailleurs door de straten zal gaan? Elke
achterdocht, elke paranoia is anders. En
daarom is elk fascisme anders, het fas
cisme in brede zin dus, te omschrijven
als een agressieve, heftige reactie in het
kielzog van een extreme zuiverheidside
ologie die antwoord weet op het kwaad
in de wereld". Hoe nu? In 1982 toen hij
zijn spraakmakende onderzoek verricht
te, definieerde Hagendoorn fascisme in
termen van „een sterk accent op natio
nalisme; een gevoelde nationale saamho
righeid tegenover buitenlandse overheer
sing, beïnvloeding en penetratie; angst
voor nationaal moreel verval door ver
stedelijking, drugsgebruik, etnische min
derheden" en dies meer. Hij lacht ver
ontschuldigend. „Ja, maar ik ben intus
sen een stukje ouder en wijzer gewor-
den" PIET SNOEREN
NIJMEGEN - Extremisme, rechts
zowel als links. Fascisme en neo
fascisme. Religieus fundamentalis
me, ontaardend in het fanatisme
van Khomeiny. Gaandeweg zijn
verkenning van deze begrippen
krijgt de blik van dr. Loek Hagen
doorn iets dromerigs. „Als je er
naar kijkt", peinst hij hardop,
„kom je eigenlijk steeds weer bij
zuiverheid uit".
„Zuiverheid versus onzuiverheid. Bij
Mussolini de zuiverheid van de nieuwe
leider, de Duce, tegenover de onzuiver
heid van het bolsjewisme. Bij Hitier de
zuiverheid van het Arische ras tegenover
de onzuiverheid van andere rassen. Bij
het communisme de zuiverheid van de
leer tegenover de onzuiverheid van kapi
talistische systemen. Bij Khomeiny de
zuiverheid van de islam tegenover de
onzuiverheid van de heidenen. En mag
ik erop wijzen dat Pakistan niets anders
betekent dan het Land der Zuiveren?".
Eerder in het gesprek had de sociaal-psy
choloog - hij is als zodanig verbonden
aan de universiteit van Nijmegen - ge
weigerd zich aan een zielkundig profiel
van de extremist te wagen. Immers: „Er
bestaan op mijn vakgebied twee uitleg
gingen van het verschijnsel extremisme
en ik weet niet welke de juiste is. Vol
gens de ene interpretatie komt iemand
tot extremisme doordat het in zijn per
soonlijkheid zit, volgens de andere zijn
het de omstandigheden die een persoon
naar het extremisme toezuigen. Ach, dat
debat duurt al zolang".
Maar dan komt het. „Wat ik denk, is dat
op de een of andere manier het begrip
zuiverheid een wonderbaarlijke rol
speelt. Zodra de zuiverheid in het geding
is, worden de mensen panisch. Een heili
ge angst voor onzuiverheid hebben ze.
Kennelijk bezit de mens een ingescha
pen behoefte om de wereld op te delen
in zuiver en onzuiver, rein en onrein.
Het is van alle tijden. Het scheppings
verhaal in de bijbel gaat er al over -
Adam en Eva die hun zuiverheid verlo
ren en bijgevolg verjaagd werden uit het
paradijs. Of het Griekenland van de
klassieke oudheid. De bakermat van een
humanistisch wereldbeeld, ja, maar voor
de Grieken waren er alleen Grieken; de
rest van de mensen noemden ze barba-
Achterdocht
„Er moet", ontwikkelt Hagendoorn zijn
gedachte verder, „iets heel wezenlijks,
iets elementairs achter zitten". Enerzijds
het onzuivere dat slecht is en vernietigd
dient te worden, anderzijds het zuivere
dat men juist dient te verbreiden. Iets
missionairs zit er zelfs in. Tja, wisten we
maar wat het was. Dan zouden we tege
lijk meer weten over wat in de psycholo
gie nog steeds een vrij duister gebied is.
Het gebied van de achterdocht. Een
mens moet verschrikkelijk oppassen
voor het onzuivere, het onreine, dat
alomtegenwoordige gevoel. Teweerstel
len tegen de verlokkingen van de duivel
moet een mens zich. Zo'n denktrant
Loek Hagendoorn:
Het gevaar zit
altijd ergens anders
dan waar je het
verwacht. Je moet
kijken waar de grote
onzekerheden liggen.
Daar dien je beducht
voor te zijn".
FOTO: RON MOES
vind je bij Khomeiny, maar ook bij de
nazi's van Hitier tref je het aan, hoor. Er
zit een jood in iedereen die met je op de
loop kan gaan, leerden de nazi-ideolo-
gen. Het is een eeuwig thema".
Dr. Loek Hagendoorn raakte in 1982 be
kend door onderzoek dat hij - samen
met de sociaal-psycholoog Janssen -
verrichtte naar rechts-extremistische op
vattingen onder middelbare scholieren
in Nederland. „Dertig procent bleek
strikte ideeën te hebben over gezag en
orde", herinnert hij zich, „en 25 procent
oordeelde negatief over de aanwezigheid
van buitenlanders in onze samenleving.
Dat laatste vonden we intuïtief toch wel
veel. We keken ervan op. Maar waar we
echt verschrikkelijk van opkeken, dat
waren de acht tot tien procent middelba
re scholieren die extreem rechts bleken
in de zin van: rassenvermenging zou
niet mogen.. We kwamen nota bene
slechter uit het onderzoek dan de Duitse
jeugd. En later zou voor de Fransen het
zelfde gelden. Meer extreem rechtse
ideeën onder de Franse dan onder de
Duitse jeugd. Dat had helemaal nie
mand ooit durven denken. Zo zie je
maar weer hoe voorzichtig je moet zijn
met oordelen. Het kwam indertijd nogal
als een schok".
Ankerplaats
Vervolgonderzoek is door Hagendoorn
of anderen niet gepleegd. Niet in die zin
althans dat de geënquêteerden van toen,
inmiddels volwassen geworden, de wild
ste haren kwijt, opnieuw naar hun op
vattingen is gevraagd. Echter: „Ik denk
dat de kern constant blijft. Dat die acht
tot tien procent van toen nog steeds
rechts-extremistische ideeën aanhangt.
Onderzoek uit de Verenigde Staten wijst
in die richting. De leeftijd van de mid
delbare school, dat zijn de jaren waarin
de belangstelling voor politiek, voor
maatschappelijke vraagstukken ont
waakt. Dan worden bepaalde ideeën ver
worven en die blijven vervolgens zitten.
Maar een hard bewijs uit onderzoek is er
niet. Noch hebben we een hard ant
woord gevonden op de vraag waarom
het aantal mannen dat extreem rechts
dacht, tweemaal zo groot was als het
aantal vrouwen. En: stelt het politiek
echt wat voor of is het stoerdoenerij van
die jongens? Mijn antwoord toen: het
kan inhoudelijk wel niet veel te beteke
nen hebben, maar als dergelijke opvat
tingen een ankerplaats vinden in een po
litieke partij, dan stelt het wis en waar
achtig wat voor, want ook een stem van
een onbenul is een stem".
Republikaner
Hetgeen voert naar de directe aanleiding
tot het gesprek met Hagendoorn wiens
wetenschappelijke belangstelling voor
het verschijnsel extremisme zich sinds
1982 steeds meer blijkt te hebben ver
breed. De opzienbarende verkiezings
winst in West-Berlijn (11 zetels) van de
extreem rechtse partij „Die Republika
ner" onder aanvoering van de 66-jarige
Franz Schönhuber die er nog steeds prat
op gaat in 1943 vrijwillig te zijn toege
treden tot de beruchte Waffen-SS, meer
in het bijzonder tot de Leibstandarte
Adolf Hitler. Beginnen de bruinhemden
weer op te marcheren? Want Frans
Schönhuber staat niet alleen. Kort voor
Die Republikaner in West-Berlijn wist
het extreem-rechtse Vlaams Blok in het
kanton Antwerpen tien procent van de
stemmen in de wacht te slepen. Of neem
het Front National van Jean-Marie Le
Pen met liefst 34 zetels in het Franse en
tien zetels in het Europese parlement.
De Italiaanse Sociale Beweging MSI, re
gelrechte opvolger van Mussolini's Fas
cistische Partij, met 3é zetels in de
volksvertegenwoordiging, vijftien zetels
in de senaat en vijf zetels in het Euro
pees Parlement. En hoewel er van de ei
gen Centrum Partij weinig meer is ver
nomen sinds bij de verkiezingen van
1986 de kiesdrempel niet werd gehaald,
wanneer zal de nieuwe Janmaat of
Glimmerveen opstaan? Met hoeveel suc
ces? Het gezaghebbende Amerikaanse
blad Newsweek wijdde niet lang geleden
een analyse aan het verschijnsel en
kwam tot de slotsom: „De levensvat
baarheid van extreem rechts bewijst eens
te meer dat nauw verholen racisme en
een beroep op nationale of autoritaire
waarden ook in onze tijd nog een verba
zingwekkende aantrekkingskracht heb
ben".
Beginnen de bruinhemden dus weer op
te marcheren? Hagendoorn schudt van
nee. Hij blijkt het eens te zijn met een
man als de Utrechtse historicus prof.
Von der Dunk die één en andermaal
heeft betoogd: de jaren dertig komen
nooit meer terug; er bestaan geen rede
nen om voor een reveil van het natio-
naal-socialisme te vrezen; de geschiede
nis herhaalt zich weliswaar, maar altijd
anders. „We zoeken", zegt Hagendoorn,
„de nieuwe fascisten op de verkeerde
plaats, want een nieuwe Hitler, die komt
er niet". Wie of wat er dan wel moge ko
men? Daarover straks. Eerst wil de soci
aal-psycholoog zijn bespiegeling over
zuiverheid versus onzuiverheid tot een
goed einde brengen.
„Het is namelijk een ontzettend handig
mechanisme", vat hij de draad op. „Een
mechanisme dat alles verklaart. Het zegt
je precies wie je vijand is, waar de oor
zaak van je problemen ligt, waardoor je
bedreigd wordt en wat je eraan kunt
doen - uitroeien. Dan is het kwaad de
wereld uit en heb je het paradijs. Welnu:
wat moet je daaronder verstaan, het
kwaad in de wereld? Het kwaad in de
wereld is alles waar je bang voor bent.
En komt er iemand met een oplossing,
iemand die precies weet te vertellen
waarom het paradijs afwezig is en hoe
we het terug kunnen krijgen, dan zullen
de mensen er gemakkelijk het oor naar
laten hangen, stel ik me zo voor. Om die
reden heeft het me geweldig gefascineerd
wat Hitler deed".
„Hitier stond louter wat te brallen,
denkt iedereen tegenwoordig, maar dat
was helemaal niet zo. Hitier hield zeer
systematische, begrijpelijke, logische uit
eenzettingen over het onzuivere, het
kwaad in de wereld, te weten het inter
nationale jodendom, en over de nood
zaak om dat uit te roeien".
Schimmig
Voor mensen die zichzelf tot de zuive
ren rekenen, is het onzuivere om hen
heen iets schimmigs, iets onbekends.
Bijgevolg is angst voor het onbekende
ook een hoeksteen van het extremisme.
„Ik denk dat iedereen altijd toch een
beetje op zijn hoede blijft voor het onbe
kende, ja. Heel functioneel natuurlijk.
Wat kun je vertrouwen en wat niet? Het
is bijna een levensvraag. In 1923 waren
de brave burgers in Berlijn opeens al
hun spaarcentjes kwijt en in 1989 blijkt
half Berlijn plotsklaps Turks. Waarop
kun je onder zulke omstandigheden ver
trouwen? Hetgeen voert tot mijn stel
ling: naarmate zich meer sociale veran
deringen voltrekken, hebben de mensen
meer reden om op hun hoede te zijn en
slaat de achterdocht toe. Zeker bij men
sen die toch al gefrustreerd zijn. Je hebt
dus de functionele achterdocht, je hebt
een verhoogd aanbod van het vreemde,
het onbekende en je hebt het gegeven
dat bepaalde frustraties sommige men
sen, afhankelijk van de heersende maat
schappelijke onzekerheid, harder treffen