WERKEN
EN LEREN
Milieu heeft meer tijd nodig dan wij geven
p
1
final
le
De
andere
jaren
DE SPIEGEL
Reacties van lezers (7)
ZATERDAG 4 FEBRUARI 19
89 PAGINA 24
ff
Het zevende artikel in deze serie
ging over werken en leren. Er is
meer tussen hemel en aarde dan
werken, maar ledigheid is wel het
oorkussen van de duivel. Moeten
we nog wel vooruit komen en is er
nog behoefte aan menselijke arbeid
van allen? En waartoe leren we?
Om te voldoen aan de eisen van de
samenleving of om onszelf te ont
plooien? Hoe leren we onze zwak
heden te hanteren? Dat soort vra
gen waren aan de orde.
Een boer in ruste uit het noorden van
Friesland vertelt van zijn lange leven.
Hij herinnert zich de Eerste Wereldoor
log zelfs nog vaag, weet van het harde
werken in de crisisjaren om het hoofd
boven water te houden. Hij heeft in de
Tweede Wereldoorlog heel erge dingen
meegemaakt, die hem nooit meer zullen
loslaten, maar zijn conclusie is: „Ik was
nogal actief in wat men dan noemt kerk
en staat. En al deze dingen hebben ons
wel gevormd. Ik schrijf met opzet „ons",
want mijn vrouw en ik, we hebben sa
men geprobeerd wat op te bouwen en
onder Gods zegen mogen we tevreden
zijn. We hebben er als calvinisten hard
en lang voor moeten werken en zijn met
onze kinderen en kleinkinderen geze
gend. We kunnen nu ook aan onze naas
te denken, dichtbij en veraf'.
Een Overijsselse filosoof komt ook bij
die ander terecht als hij nadenkt over
werken en leren: „Op zoek naar iets dat
ik miste, heb ik me beziggehouden met
zeer uiteenlopende activiteiten. Al deze
ervaringen hebben me uiteindelijk dui
delijk gemaakt dat ik heel gewoon ge
hoor moet geven aan de (onbewuste)
aanspraken die de ander doet op mij. Ik
heb mij nooit echt vrij kunnen voelen.
Mijn vrijheid wordt door de ander tel
kens ter discussie gesteld. De morele
verantwoordelijkheid voor de ander
heeft altijd heel sterk mijn bestaan geor
dend. Mijn denken, voelen en handelen
vinden daarin hun vertrekpunt. Leven
en werken zijn niet langer primaire be
hoeften voor mij, zoals ze dat vroeger
waren en zo mede maakten dat ik mijn
leven niet echt leefbaar achtte. Het zijn
nu de activiteiten, waarmee ik gestalte
probeer te geven aan de verantwoorde
lijkheid die ik voor alles en allen er
vaar".
Een timmerman in ruste uit Friesland
vindt dat de mens verkeerd leeft en
werkt. „De mens beroemt zich op het
hoge peil van zijn onderwijs. Geleerden
zijn opgeleid aan veel universiteiten. Cu
rie en Oppenheimer; futurologen, pole
mologen, filosofen, noem maar op. En
wat hebben de mensen niet uitgevonden.
Maar we hebben de Tweede Wereldoor
log mede te danken aan de Duitse intel
ligentsia die een mannetje als Hitler met
zijn aaphang van avonturiers zijn gang
liet gaan met verschrikkelijke gevolgen.
Het is zeker dat de mens beperkt is. Hij
is niet bij machte om een enigszins leef
bare wereld van deze aarde te maken.
De hele Derde Wereld blijft toch achter.
We falen in het verdelen van de vruch
ten van onze kennis. En we verknoeien
onze tijd in de rijke landen met haart-
ransplantaties en face-lifts om mooi te
blijven, alsof er geen werk is dat noodza
kelijker is in de wereld. Is het een won
der, dat de jongeren zeggen: hier werk ik
niet aan mee? Ik streefer niet naar om
vooruit te komen in zo'n dolgedraaide
economie, die bestuurd wordt door
mensen die louter en alleen er op uit
zijn om hogere produktie en winst te
maken, hoe meer hoe liever".
Jongeren
Een 58-jarige huisvrouw uit Utrecht
heeft kritiek op de jongeren: „Ik heb in
mijn 35-jarig huwelijk nog geen cent
buitenshuis verdiend. Ik had er geen tijd
voor en het hoefde niet. Wel kan ik me
voorstellen dat verdienen voldoening
geeft. Vlakbij ons staat een grote scho
lengemeenschap en ik vraag me af wat
ze daar leren. Elementaire dingen als
hoofdrekenen en foutloos schrijven
schijnen niet belangrijk meer te zijn. Ze
weten vaak niet eens waar Dokkum ligt.
De studentenflats hier in de stad zien er
uit als achterbuurten. Bij jonge intellec
tuelen is het vaak een grote bende. Van
reinheid, rust en regelmaat schijnen ze
niet veel af te weten. Ik hoorde laatst
een bejaarde tegen een verpleeghulp zeg
gen: „Jullie hebben diploma's en speld
jes maar behoorlijk een bed opmaken,
kun je niet". In onze dagen krijgt de
jeugd veel mogelijkheden. Ze mogen
hun vakken uitkiezen en met hun geko
zen opleiding willen ze dan ook nog een
prettige baan en goed verdienen. Dat
zou de hemel p aarde zijn. Maar als je
in de wereld zc hier en daar hebt rond
gekeken, denk j: laten we in Gods naam
dankbaar en te-reden zijn. En als je geen
baan kunt krijpn? Dan ben je pas echt
werkloos als jeje leven niet zinnig weet
te vullen. De waarde van werk wordt
immers bepaid door de toewijding
waarmee het vordt gedaan".
Leren
Een werknemr in de industrie uit Heer
enveen vindt lat we de zaken andersom
moeten stelle:: „Namelijk, dat de mens
leert en werk. Het is toch zo, dat de
mens bijna unaf het uur van zijn of
haar geboort' begint te leren, namelijk
het ritme var voeden en slapen enz. Be
staat dan he leven verder uit leren en
opgelegde pl:ht? Ja, maar ook als gave
en als levenlange uitdaging om het het
werk, dat on het ouderwets te zeggen
ons in handn wordt gelegd op een ver
antwoorde \ijze te doen. Dat geldt voor
de werkendteven hard als voor de niet-
werkende".
Een moede (56) van zeven kinderen
met een mai die al jaren in de wao zit is
niet zo ideiistisch. „De kinderen heb
ben ons meer geleerd, dan wij hen. Hen
voor te leven s niet eenvoudig. Ik vind
dat werken en leren bij elkaar horen. Al
leen, wanneer we auto's willen maken
moeten we niet leren stoelen te maken.
Dan past het jeleerde niet bij het werk
dat we Nviller doen. Scholen houden
open dagen on jongeren te helpen bij
het kiezen. Is dat nog wel eerlijk nu er
voor jonge weklozen een beroepsdwang
in de maak té Wanneer hoogwaardige
techniek het verken met je lichaams
kracht verdrin;t en werkloosheid dreigt;
wie ontvangt ff dan zegen en wie niet?
Als moeder thiis blijft, dan heet dat:
moeder werkt liet. Intussen zien de kin
deren moeder vvel bezig en is dat geen
werken? Als rroeder voor de gezinszorg
bij een ander afstoft, is dat wel werken,
want daar krijj ze geld voor. Veel geld
is geen zegen, rordt gezegd. Dat is thep-
rie, want te winig geld is wel degelijk
een vloek in d praktijk van het leven.
Vooral wannee je lange tijd van weinig
geld moet levei. Kinderen voelen dan
ook de tweedeing in de maatschappij.
Ze hebben niet /eel zin om over het ver
leden te horen,dat gaat immers of over
de nare dingen 'an de oorlog of over die
goede oude tijd. En nu is alles verward.
Onze kinderen worden opgezadeld met
vragen van oorlog en vrede, met milieu
en zure regen. Wat moeten we met de
idealen om goede mensen te willen zijn.
Hoe moeten we ze leren dat waar te ma
ken in de wereld vlakbij? In de bijbel is
het allemaal zo simpel. Maar als het
kwaad overwonnen wordt, waarom blijft
de hel dan bestaan als verzamelplaats
van kwaden? Waarom moet je bidden,
als alles door oorzaak en gevolg gebeurt?
De jongeren hebben deze wereld niet ge
maakt maar ze moeten er wel in leven.
Ze zijn niet onverschillig; ze voelen zich
machteloos en verwijten ons verkeerde
keuzen. Ze zien niet dat wij ook machte
loos waren en toch ook weer niet, want
voor mij blijft de troost dat Christus de
weg, de waarheid en het leven is. Wacht
maar af'.
Profiteurs
Een medemens uit Assen vindt het alle
maal ook niet eenvoudig: „Kwaad en
goed zullen blijven. Elke generatie zal
weer profiteurs opleveren. Wij beschadi
gen wel de natuur, maar vernietigen lukt
ons niet. Waarom God dit alles zo heeft
laten geworden zal ons pas na de dood
duidelijk(er?) worden. Ik ben goed
rooms-katholiek opgevoed; ik geloof in
God en toch bid ik elke dag: Heer sta
mij bij, houd mijn geloof staande; ik wil
wel maar ik ben zo zwak".
Een kantinebeheerder uit een kleine stad
in Friesland vertelt, dat de leerlingen bij
hem op school wordt bijgebracht te stre
ven naar een goed betaalde functie. „He
laas zijn er door dat streven al meer dan
800.000 in de wao beland en staan er
nog eens 700.000 aan de kant als werklo
zen. Voor hoeveel is het streven naar
meer niet ten koste gegaan van arbeids
vreugde en geestelijk welzijn? Hoe velen
plegen roofbouw op hun lichaam? Nog
steeds zijn velen blind door hebzucht,
die de wortel is van alle kwaad. Er wordt
de jongeren niet meer bijgebracht dat de
mens niet kan leven bij brood alleen,
maar dat er evenwicht moet zijn, die be
reikt kan worden door verantwoording
af te leggen tegenover de schepper. Zij,
die met God rekening willen houden,
zijn ook in staat dat met een ander te
doen".
YPESCHAAF
Hoe ziet de erfenis er uit
die we achterlaten? Een
planning voor vijf jaar
vinden we tegenwoordig
al heel wat
FOTO: PERS UNIE
De erfenis. Elke generatie laat de
wereld achter zoals ze er in heeft
geleefd. De ene keer gaat dat wat
beter dan de andere keer, maar
nu zijn de zorgen werkelijk
groot. Want voor zover bekend
is voor het eerst in de
geschiedenis het erfgoed tot in
de wortels aangetast. Niemand
kan schatten hoe ernstig de
gevolgen van de afbraak van
natuur en milieu in de afgelopen
eeuw zullen zijn voor de
volgende generatie. Op deze
pagina een gesprek met prof. dr.
D. J. Kuenen (76) uit Leiden.
Als student biologie deed hij in
de jaren dertig veldwerk voor de
onvergetelijke Nico Tinbergen,
die hij later zou opvolgen als
hoogleraar in de experimentele
dierkunde, met bijzondere
belangstelling voor de ecologie.
Daarnaast was prof. Kuenen, tot
zijn 75e, zowel binnen als
buiten de landsgrenzen actiefin
een groot aantal functies, onder
meer als directeur van het
Rijksinstituut voor
Natuurbeheer en voorzitter van
de Internationale Unie voor
Natuurbescherming. Hij besloot
zijn carrière met een driejarig
rectoraat aan de Leidse
universiteit. Kenmerkend in die
carrière is altijd geweest dat
prof. Kuenen zich verdiepte in
de praktische problemen op zijn
vakgebied en de omgeving
daarvan.
PROF. KUENEN:
LEIDEN - Hij droomde wel eens
dat de glazen potten, waarin de pas
gevangen waterkevertjes en want
sen rondscharrelden, samensmol
ten tot een grote bak. Een aquari
um - daarin zou alles pas goed tot
volle wasdom geraken. De jongens
droom ging in vervulling op een
verjaardag. Er kwamen nu ook bit-
tervoorntjes, die volgens het fa
meuze handboek „In Sloot En
Plas" van Heymans en Thijsse leu
ke dingen zouden gaan doen.
Vrouwtje bittervoorn kon een lan
ge legbuis aan haar zilveren buik
krijgen. Daarmee legde ze dan eit
jes in de schelp van een levende
mossel. Die had daar verder geen
last van, fungeerde alleen maar als
een soort broedmachine. Alleen, in
dit aquarium lukte het niet zo erg.
De droom verstoord? Toch niet.
Prof. dr. D. J. Kuenen: „Al dat ge
scharrel in de weilanden en bij de
sloten heeft mij in contact gebracht
met de ruimte van de natuur. Dat
is essentieel voor het onderwerp
waarover we nu praten".
Ruimte van de natuur. Wat moet je er
onder verstaan? De flatbewoner, die op
een zondagochtend in z'n auto stapt en
de stad uitrijdt, vindt dat hij al aardig
wat natuur om zich heen heeft zodra de
betonweg ophoudt en het groen begint.
Kuenen: „Was 't maar waar. In feite zie
je hier dat er geen onderscheid meer
wordt gemaakt tussen natuur en land
schap, terwijl dat toch twee heel ver
schillende grootheden zijn. In het land
schap is elk stukje grond wel eens op de
spade geweest. Met bosgebieden is ook
van alles gebeurd. Echte natuur, die
zichzelf door de eeuwen heen heeft ont
wikkeld en daarmee doorgaat, vind je in
ons land eigenlijk alleen nog maar in het
Waddengebied. Zij het dat de vervuiling
daar nu krachtig toeslaat. We leerden op
school dat de Rijn bij Lobith ons land
binnen komt. Dat is nog steeds zo, maar
we weten nu dat hij bij het Marsdiep
nog een keer binnen komt. Via de stro
mingen langs de kust, compleet met alle
vuiligheid".
Toeval
Kuenen begon zijn loopbaan bij Shell, in
een laboratorium dat zich toelegde op
insectenbestrijding. Hij ging ermee door
in rijksdienst, met als werkterrein de
Zeeuwse boomgaarden, leerde er dingen
die later in omgekeerde richting zijn we
tenschappelijke opvattingen mede zou
den bepalen. De schadelijke werking van
insecticiden op natuur en milieu, in de
literatuur al aarzelend aangekondigd,
maar nu ook zichtbaar in de praktijk.
De hardnekkigheid van bestaande me
ningen, volstrekt ongeloof bijvoorbeeld
in genetische resistentie, het ongevoelig
worden van insectesoorten voor bepaal
de bestrijdingsmiddelen. Het was al lang
waargenomen, maar een hele toenmalige
generatie hield vol dat het allemaal op
toeval berustteHet gebrek aan besef
dat specialisaties weliswaar onmisbaar
zijn, maar dat ze wezenlijk deel moeten
uitmaken van het grote geheel.
Dat laatste is een kenmerk geworden
van de manier waarop wij tegenwoordig
natuur en milieu (ook een eenheid!) be
handelen, zegt Kuenen. Het begint al in
ieders naaste omgeving, in de woonwijk:
De gemeente wil een bepaalde voorzie
ning aanbrengen die past in een groter
en logisch geheel. Gaan we er van uit
dat het een zinnige voorziening is, dan
nog kan in veel gevallen een hevig pro
test worden verwacht omdat de voorzie
ning niet past in de (beperkte) doelstel
ling van de individuele wijkbewoners.
Kuenen: „Trek nu de lijn maar door.
Ministeries vechten niet samen voor één
geheel, maar strikt voor hun eigen seg
ment. Economie. Financiën. Milieu. Al
les apart. Het rijk en de waterschappen,
hetzelfde verhaal. Dan zie je bijvoor
beeld hoe de Leidse Duinwater Maat
schappij wil uitbreiden ten koste van het
duingebied, terwijl Den Haag een over
vloed van goed drinkwater heeft en best
een handje wil helpen. Te duur, zegt nu
die maatschappij. Waarom worden in
zo'n geval niet een paar goeie en vooral
onafhankelijke rekenmeesters aan 't
werk gezet om te kijken of het wel zo is?
Hier heb je dan een enkel voorbeeld.
Feitelijk gaat het overal zo".
Zestig jaar
Verergerd wordt de zaak nog, doordat
we meesters zijn geworden in korte-ter-
mijnplanning. „Vijf jaar", overpeinst
Kuenen, „dat vindei wij al een hele tijd.
Een tijd waarin je het verloop van je
bankrekening kunt overzien. Óf, in de
politiek, de kansen in de volgende ver
kiezingen. Maar in milieuzaken gelden
andere tijdslimietei. De stikstofbemes
ting heeft ons grordwater zo zwaar be
last, dat het plaatseljk al niet meer te ge
bruiken is. Óver twntig jaar is mogelijk
in heel West-Europ die belasting zoda
nig toegenomen da het enorme offers
zal vragen om nog lehoorlijk drinkwater
te winnen. Ministirs komen opgewekt
terug uit Montrea met de boodschap
dat de produktie van freons (die de
'ozonlaag aantasten binnen vijfjaar ge
halveerd wordt ei daarna verder af
neemt tot tien pricent. Maar de ozon
laag zelf trekt zici daar voorlopig niet
veel van aaij. Als ve met ingang van nu
helemaal zouden >phouden met het ge
bruik van freons, duurt het nog zestig
jaar voordat de aaitasting van de ozon
laag afneemt. Wa is er in die tijd ge
beurd met onze egetatie en de plank
ton-organismen ii het water?".
„Kapitaalverlies"is een van de wonder
woorden waaraclter, in de visie van
Kuenen, de koizichtigheid zich ver
schuilt. „Het verles voor de maatschap
pij als geheel, v<or de generatie die na
ons komt, is vel groter. Daarom blijft
het voor mij eei raadsel waarom ten
minste de rijke :ulturen in de westerse
wereld niet in stiat zijn bepaalde indus
triële activiteitei gewoon uit te kopen.
En blijf voor 't iverige maar dichter bij
huis. Verhoging/an de maximum toege
stane snelheid aar 120 kilometer geeft
dertig procent neer luchtvervuiling. Ik
kan niet beoorèlen waarom het zo no
dig moest, voor mijn gevoel komt het er
op neer dat het verkeer nu alleen maar
wat sneller van het ene knelpunt naar
het andere gaat. Wat ik echt zou willen
weten is wie zoiets nu, tegen beter weten
in, doordrukt en waarom men dat doet".
Inspelen
Hij komt ermee terug naar het begin, de
specialisaties die een eigen leven gaan
leiden, het absoluut belangrijk achten
van het onderdeeltje waarmee een mens
zelf bezig is. In een groot geheel, dat hij
niet overziet. Kuenen: „Ongetwijfeld is
het mede een uitvloeisel van ons demo
cratisch bestel, dat ik uiteraard door
geen ander vervangen zou willen zien,
maar dat wel hoge eisen stelt aan ons
vermogen om samen te werken. We pas
sen het systeem blijkbaar verkeerd toe.
De splitsing van de bevolking in politie
ke partijen leidt tot onderlinge tegenstel
lingen en strijd, en blokkeert samenwer
king. Er zijn wel degelijk voorbeelden
van hoe het ook kan, soms denk ik dat
ze in Zweden aardig op weg zijn. Maar
dan moeten we wel bedenken dat de ver
vuiling daar minder opvalt, gewoon
doordat er relatief weinig mensen wo
nen. Bij ons drukt alles veel zwaarder
omdat het hier zo bomvol is. Als onze
generatie nog iets van waarde wil nala
ten aan de volgende, dan denk ik dat dat
een consistent beleid zou moeten zijn.
Het samen inspelen op hetgeen zich
voordoet en ophouden met te denken,
dat ieder voor zich het noodzakelijke
wonder kan laten gebeuren".
C&idóeGouoant1