Leraar moet verder kijken dan de school „Van jou wil ik nooit meer les hebben" 0000000000 000000 iranroRmramHi. ZATERDAG 14 JANUARI 1989 PAGINA 39 Lerarenopleiding naar Rotterdam De Lerarenopleiding Zuidwest- Nederland in Delft heeft in zijn betrekkelijk korte bestaan al de nodige stormen doorstaan. De school werd in '73 opgezet als professionele dagopleiding voor leraren; de m.o.-opleidingen zouden verdwijnen. In '78 verhuisde de opleiding naar een geheel nieuw gebouw aan de Brasserskade dat in het topjaar '81 onderdak bood aan 2.200 studenten. Tot twee jaar geleden viel de school onder de experimentenwet, waardoor er financieel meer mogelijk was. Nu de school wordt bekostigd via de Wet op het Hoger Beroepsonderwijs en kampt met een teruglopend aantal studenten is de rek eruit. De omvang van het personeel moet terug van 300 naar 200 man. Vooral de ondersteunende diensten leveren daarbij fors in. Bovendien is de opleiding zijn zelfstandigheid kwijtgeraakt. De school maakt sinds '86 deel uit van de Hogeschool Rotterdam en omstreken. Dit samengaan heeft ook gevolgen voor de behuizing. Onlangs werd bekend dat de lerarenopleiding per '92 naar een nieuw onderkomen in Rotterdam verhuist. Het huidige gebouw aan de Brasserskade zal in gebruik worden genomen door de hogere agrarische school in Dordrecht en Utrecht, de middelbare technische school (mts) in Rijswijk, en de school voor middelbaar laboratoriumonderwijs (mlo) in Delft. Een probleem is nog dat het huidige gebouw door deze scholen al in '90 wordt opgeéist. De lerarenopleiding Zuidwest- Nederland houdt op zaterdag 21 januari open dag. Belangstellenden zijn van 10.00 tot 15.00 uur welkom. Voor meer informatie: tel. 015- 134947. Studentendecaan J. Wilbrink: Een baan als leraar is leuk en boeiend, maar niet voor altijd. Na tien jaar heeft men het meestal wel gezien". FOTO: CEES VERKERK DELFT - Wie kiest er tegenwoor dig nou nog voor het beroep le raar? Al jaren hangt er rond het onderwijs een stemming dat je daar niet moet zijn. Het aanvangssalaris is te laag, de werkdruk te hoog, ter wijl bedreigingen van de kant van de leerlingen geen uitzondering meer zijn. De gevolgen voor de lerarenopleidingen bleven niet uit. Het aantal aanmeldingen liep fors terug. De Lerarenopleiding Zuidwest-Nederland in Delft zag het aantal aanmeldingen van eerstejaars te ruglopen van 900 begin jaren tachtig tot 400 in '87. Daarmee was het dieptepunt bereikt zegt studentendecaan J. Wil brink optimistisch. Hij constateert een kentering en ziet ook nieuwe mogelijk heden, al moet er dan nog wel heel wat veranderen. Volgens Wilbrink zijn er genoeg redenen om voor het beroep leraar te kiezen. Zo is de kans op een baan aanzienlijk toege nomen. „Door het jarenlange ontmoedi gingsbeleid van de overheid is er een gat ontstaan in het aanbod van leraren. Bij sommige vakken, zoals economie, na tuur- en wiskunde, is nu al een groot te kort. Bij ander vakken is dat een kwestie van tijd". Ook de baan op zichzelf is interessanter geworden. De tijd van de leraar als suffi ge autoriteit die zich alleen met zijn vak bemoeide, is definitief voorbij. „Wie kiest voor het beroep leraar, kiest voor het omgaan met jonge mensen. Je bent dan wel geen maatschappelijk werker, maar je zult je voor het begeleiden van de leerlingen toch moeten verdiepen in hun problemen en achtergronden. Kin deren worden tegenwoordig met nogal wat ellende geconfronteerd. Leraren kunnen daar niet om heen. Het hangt natuurlijk van de persoonlijkheid en de inzet van de leraar af hoever hij daar mee gaat", aldus de studentendecaan. Tenslotte is het vak zelf meer in béwe- ging dan vroeger. De tijd dat een leraar jarenlang dezelfde les afdraaide lijkt voorbij. Wilbrink: „Hij zal moeten in spelen op nieuwe ontwikkelingen om zijn vak zo aantrekkelijk mogelijk te pre senteren. Een eigentijdse leraar treedt veel meer op als teamworker die verder kijkt dan zijn eigen vakgebied". LOOPBAAN Het verder kijken dan het eigen vakge bied is ook belangrijk voor het uitstippe len van de loopbaan. Wilbrink bena drukt dan ook het algemeen vormende karakter van de lerarenopleiding. „Het leren overdragen van kennis is, naast het verwerven van vakkennis, een belangrijk onderdeel van onze opleiding. Die vaar digheid is ook buiten het onderwijs heel bruikbaar. Lesgeven is allang geen monopolie meer van het onderwijs. Voor afgestudeerden betekent dit dat zij alsnog voor het bedrijfsleven kunnen kiezen. Uit een enquête is gebleken dat afgestudeerden die daar direct voor ko zen toch geen spijt hadden van hun lera renopleiding. Ze waren daardoor te plaatsen, maatschappelijk herkenbaar". Maar ook afgestudeerden die wel kiezen voor onderwijs moeten volgens Wil brink bijtijds uitkijken naar ander werk. „Een baan als leraar is leuk en boeiend, maar niet voor altijd. Na tien jaar heeft men het meestal wel gezien. Er moet dan ook getracht worden het aantal car rièremogelijkheden voor leraren zoveel mogelijk te vergroten". Een eerste stap naar meer carrièremoge lijkheden is het verbreden van het vak kenpakket van de opleiding. De mobili teit moet worden vergroot. Tijdens de dagopleiding dient iedere student nu nog een combinatie te kiezen van twee vak ken waarin hij les wil gaan geven. Vanaf 1990 zal die keus waarschijnlijk worden teruggebracht tot één vak. Een gunstige ontwikkeling volgens Wilbrink. „Het tweede vak hangt er meestal bij, men kiest er voor omdat het moet. Vaak blijkt het een struikelblok te zijn. Als in derdaad van het tweede vak wordt afge zien, dan komt er mogelijk wat ruimte voor vakken die de carrièremogelijkhe den vergroten, management bijvoor beeld". „Een nadeel is dat een leraar met een lesbevoegdheid voor één vak in het be gin moeilijk een volledige werkkring zal vinden. Voor een beginnende leraar is dat op zichzelf geen ramp, hij kan dan langzamerhand ervaring opdoen. Een vervelende bijkomstigheid is wel dat men dan slechts een deel krijgt van het toch al veel te lage aanvangssalaris. Daar zou eerst wat aan gedaan moeten wor den". FONS VAN RIJN ËeidóetBou/uMit1 doeld is om leerlingen zo individueel mogelijk les te geven. Het zijn kinderen die moeite hebben met leren, die je niet moet lastig vallen met bijvoorbeeld Duits. De bedoeling van gezondheids- kunde is vooral het aanreiken van din gen, op een manier dat ze straks zelf kunnen kiezen. Weer komen er meisjes binnen, veertien dit keer. Elk jaar zijn er wel een paar klassen waar het niet zo goed mee gaat, had Tonny Essens nog snel even gezegd. Harold legt een pak bruinbrood voor zich op tafel en zet een paar aluminium bakjes neer. Hij deelt een boekje uit; vandaag opdracht vier: het maken van een broodje gezond. De stoelen zijn nog overwegend leeg, de klas heeft zich op de eigen juf gestort. „Juf, waarom stond die zin er nou bij op mijn rapport?" „Juf, hebben we hem vandaag?" „Juf. Juf! Juf.!" Harold gaat rond met de zak brood, de sla, de plakken kaas, de tomaat en de komkommer. Iedereen praat ondertus sen met iedereen, staat op, draait zich om, roept en schreeuwt dat het niet te eten is of dat ze het wel meenemen voor thuis. Harold besluit de resterende plak ken kaas te verloten. Iedereen schreeuwt een getal. Er zijn heel wat plakken over. Dan mag een meisje de verloting leiden. Iedereen gilt en schreeuwt. De bel gaat, de meesten sprinten het lokaal uit. Eén meisje geeft haar juf en de stagiairs een hand. „Prettige vakantie", zegt ze zach tjes. VREEMDE Met nasuizende oren in het inmiddels lege lokaal. „Je bent een vreemde voor ze", zegt Harold van Essen, de kalmte zelve. „Als het mijn eigen klas was, zou ik zeker een stuk strenger zijn. Maar zo'n les met dat brood is altijd druk. Dan is het denk ik 't beste met zo'n ver loting te eindigen, het is zinloos die kin deren dan nog met kennis te vermoeien. Nee, orde is beslist niet zo'n groot pro bleem. Het moeilijkste is leerlingen te boeien, je lessen zo af te wisselen dat het leuk voor ze blijft. Het is heel makkelijk om te zeggen: kop dicht, opschrijven en wegwezen. Maar als ze iets niet willen dan doen ze 't niet, zo simpel is hét. Ach, het is altijd weer spannend. Maar in paniek raken? Nee hoor, ik niet". „Ze proberen je helemaal uit", weet Jo- han ter Schegget. „Nu ben je nog erg ge concentreerd op je eigen les, vergeet je soms helemaal dat iemand in de klas een walkman ophoudt. Maar dat is een kwestie van ervaring. Zolang je maar uitgaat van het idee: ik ben de baas, dan lukt het wel". Zo'n stage, vinden ze alledrie, geeft wel een heel wat reëler beeld van de werke lijkheid, van de belasting van een do cent, dan de rest van de opleiding. „Wat denk je, kan iedereen het worden?", vraagt Tonny Essens. Nee, vinden ze. Voorwaarden zijn dat je uitstraling hebt, zelfverzekerd bent en een beetje toneel kunt spelen. Roeping is niet nodig, voor alledrie is het een kwestie van doorstre pen geweest, tot ze bij de lerarenoplei ding uitkwamen. Met als gezamenlijke drijfveer hun liefde voor biologie. En wanneer weet je of je het aankunt? „Door eerst een jaar te overleven". DICK HOFLAND DEN HAAG - Ze loopt de klas uit en in de deuropening draait ze zich nog even om, priemt een vinger naar de stagiair en zegt uit de grond van haar hart: „Van jou, van jou wil ik nooit meer les hebben". Leuk vak hè, docent, vragen we daarna aan drie jongens die bezig zijn het te leren. „Nou en of'. Harold van Essen (21) is deze twee uur aan de beurt. Hij krijgt de eerste en tweede klas voor zich van het ihno (in dividueel huishoud- en nijverheidson derwijs); meisjes van twaalf, dertien jaar die in zo klein mogelijke klassen les in gezondheidskunde krijgen. Zijn twee medestagiairs Johan ter Schegget (25) en Wim Ramautar (30) bekijken achterin de klas hoe hij het er vanaf brengt. Vaste juf Tonny Essens maakt aantekeningen. Eerst komt de tweede klas, het zouden zeventien meisjes moeten zijn, maar het zijn er vandaag dertien. Tassen op tafel, jack soms nog aan. Harold kijkt even rond, zegt dat de tassen van tafel moeten en begint: „Ik heb nog niet van iedereen de opdracht van de vorige keer binnen. Wie het de volgende les niet af heeft, krijgt een onvoldoende". Een meisje achterin sist: „Zo, die is hard". De les gaat over verschillende soorten tweelingen. Bevruchting is gesneden koek voor ze. Man, vrouw, zaad, eitjes, ze weten precies hoe het zit. Maar hoe ontstaat nou in vredesnaam een tweeéii- ge tweeling? Harold neemt de tijd, lokt zoveel mogelijk ideeèn uit - „wat be doel je dan? Nou, probeer het eens" -, maar het goede antwoord komt niet. Hij probeert het voorbeeld van een voetbal. Klas dubbel. „Dat was verkeerd", zegt hij er later zelf van, „maar ik stond me suf te piekeren hoe ik nou duidelijk moest maken dat een bevruchte eicel zich kan splitsen. Want dat is voor die meiden ontzettend abstract". Z'n bege leidster komt op het idee volgende keer boetseerklei te gebruiken, dat gekneed kan worden tot bolletjes en poppetjes. Als Harold de definitie op het bord schrijft, buigen de kinderen zich over hun schrift. Ze roepen tegen de stand-in dat-ie er voor staat en dat-ie beter moet schrijven. „Niet zo bijdehand joh", roept de ene leerling weer naar de ander. Af en toe staat iemand op om te gaan buurten of iets in de prullebak te gooien. Harold gaat onverstoorbaar verder: „Zo, is dit duidelijk? Kan ik het uitvegen?". Ja, zegt de klas in koor. „En dan nu nog de olijke tweeling, hè mees". „Nee, dat doen we volgende week". „O, ben jij dan in je eentje op school?". MOEITE Voordat de eerste klas zijn entree maakt, legt Tonny Essens uit dat het ihno be- Stagiair Harold van Essen deelt tomaten uit, als onderdeel van de les „een broodje gezond". De eerste klas van het ihno levert luidruchtig commentaar. FOTO: CEES VERKERK BONAVENTURACOLLEGE Katholieke Scholengemeenschap voor Gymnasium, Atheneum. Havo. Mavo Rector: Dr. Th. A. Pleij Mariënpoelstraat 6, 2334 CZ Leiden, tel. 071-173631 Burggravenlaan 2, 2313 HA Leiden, tel. 071-125143 KENNISMAKINGSOCHTEND voor a.s. leerlingen Beide vestigingen: zaterdagochtend 21 januari. Het programma begint om 10.00 uur. VOORLICHTINGSAVONDEN voor de ouders: Burggravenlaan: maandag 30 januari Mariënpoelstraat: dinsdag 31 januari Aanvang beide avonden: 19.30 uur AANMELDING VOOR DE BRUGKLAS In de maand februari. De aanmelding kan geschieden via de direkteur van de basisschool of rechtstreeks bij de brugklasleiding (Mariënpoelstraat: Dhr. Verhoeven; Burggravenlaan: Mevr. Rietveld). De rechtstreekse aanmelding kan telefonisch of door persoonlijk bezoek na telefonische afspraak plaatsvinden. AANMELDING VOOR 4e KLAS HAVO EN OVERIGE LEERJAREN Dagelijks na telefonische afspraak. „Slaat een brug tussen school en krant" Komt u gerust 'ns langs, schrijf even, of bel op Wanneer u geïnteresseerd bent in: gratis dagbladen in uw klas actueel lesmateriaal videobanden of dia-senes boeken, brochures en krantjes met lesideeën over de krant begeleiding van krantenprojecten gastcolleges rondleidingen bij Sijthoff Pers Uw leerlingen mogen de krant niet missen, geen dag! EDUCATIEVE DIENST SIJTHOFF PERS: JOSÉ GERDING r KOOPMANSSTRAAT 9, RIJSWIJK, 2288 BC RIJSWIJK TELEFOON: 070-190.596 (TUSSEN 9.00 EN 13.00 UUR)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1989 | | pagina 39