Kerstmis '88 „Ik had geen icoon, dusik bad gewoon richting sterren" Ceidóc Somant m Alle glasnost en perestrojka ten spijt moeten christenen in de Sovjetunie nog altijd een hoge prijs betalen voor hun geloofskeuze. In Moskou en Leningrad is sinds het aantreden van Gorbatsjov de situatie beduidend gunstiger geworden, maar elders worden kerkgangers gewoontegetrouw behandeld als uitschot. Een gesprek met de 29-jarige Elena Sjimanskaja uit de Oekraïne, die haar radicaal atheïstische opvoeding aan de laars lapte en lid werd van de Russisch-Orthodoxe Kerk. Met als uiteindelijk gevolg dat ze nu getrouwd is met Rob Merks en de kost verdient als dirigente van het Don Kozakkenkoor in Rijswijk. DIRIGENTE DON KOZAKKENKOOR Op 28 augustus 1976 (het feest van Moe der Gods Ontslaping - maar dat zou ze pas later vernemen) ging de toen 17-jarige Elena Sjimanskaja op kamers wonen. In Oemanj, zo'n 250 kilome ter ten zuiden van Kiev. In Oemanj zou Ele na gedurende vier jaar het Muzieklyceum bezoeken. Al vroeg in de morgen hadden haar moeder en stiefvader haar verhuisd vanuit de ouderlijke woning in Olsjana, eveneens ten zuiden van Kiev, in de Oekraï ne. Elena was zich juist aan het installeren in haar nieuwe kamertje - en daar hoort ze door het open raam een geluid dat ze tot dan toe slechts kende van speelfilms op de televi sie. Klokgelui. Elena Sjimanskaja: „Ik heb aan mijn hospita ge: vraagd: Zijn dat kerkklokken, mevrouw? „Ja", zei ze, „de kerk is hier vlakbij". Ik ben naar die kerk gegaan, ben tussen de gelovigen gaan staan en vrij wel onmiddellijk kreeg ik heel sterk het besef: hier wil ik bij horen. Dit is waar ik mijn leven lang op heb gewacht. In heel die kerk kende ik niemand, natuurlijk. Ik was ver weg van de plaats waar ik was opgegroeid. Maar ik moest iets ondernemen. Voor mij stond een oud vrouwtje, met haar gezicht naar het»altaar gewend. Ik zag alleen haar hoofd doek. Rood met witte balletjes. Ik heb haar aange stoten en gevraagd: mevrouw, bent u gedoopt? „Ja", zei ze, op een heel lieve manier. Ik niet, zei ik, maar ik wil het heel graag". „Na afloop van de dienst heeft ze mij aan de pries ter voorgesteld, en die priester, Vader Sebastiaan, heeft toen op staande voet een beslissing genomen. Hij goot wat water over mijn hoofd, knipte een stukje van mijn haar af, ik kreeg de Myron-zalving - en ik was gedoopt. Lid van de Russisch-Ortho doxe Kerk". IN HET GEHEIM Twaalf jaar later is Elena Sjimanskaja nog steeds lid van de Russisch-Orthodoxe Kerk. Echter kerkt zij thans 2500 kilometer ten westen van Oemanj, in de kerk van Maria Magdalena in de Obrechtstraat in Den Haag. Daar zal zij, niet op 25 december maar op 7 januari, haar tweede Nederlandse Kerstmis vieren. In mei 1986 te Leningrad in het geheim ge huwd met de Nederlandse theoloog Rob Merks, kreeg zij februari vorig jaar toestemming van de Sovjet-autoriteiten om naar ons land te emigreren. Sindsdien is mevrouw Elena Merks-Sjimanskaja woonachtig in Haarlem en voorziet zij in haar on derhoud als dirigente van Nederlandse koren. Zo geeft zij leiding aan het Don Kozakkenkoor in Rijs wijk en het Slavisch Koor in Zwolle. „En met erg veel plezier", formuleert de thans 29- jarige Elena in verbijsterend goed Nederlands. „Het opvallende aan Nederlanders vind ik dat ze, in ver gelijking met Russen, zo open zijn, Van Russen weet je nooit echt of ze menen wat ze zeggen. Als Nederlanders kritiek hebben, is mijn ervaring, zeg gen ze dat gewoon in je gezicht. En willen ze het uitpraten. Die houding is vast en zeker veel beter, maar als Russin moet ik daar nog steeds aan wen nen. Wanneer iemand zo maar hardop iets negatiefs over me zegt, heb ik de neiging om dat hoog op te nemen en me beledigd te voelen. Dus dat moet ik nog een beetje veranderen". We spreken Elena in haar Haarlemse huiskamer. Een kleine, slanke, vrouw met een zacht gezicht. Lang, zwart, losvallend haar. Om haar heen wel twintig, dertig iconen. Waaronder de icoon van de Moeder Gods Troosteres aller Bedroefden waarmee Rob Merks, zeker niet op zijn achterhoofd gevallen, haar binnen de wereldrecordtijd van één week heeft weten te verleiden haar vaderland te verlaten en zich voorgoed aan zijn zijde te voegen. Daarover zodadelijk. BOERDERIJTJE Eerst iets over Elena's jeugd, op een boerderijtje in het Oekraiense Olsjana. waar haar moeder, haar stiefvader en haar om^ook vandaag nog de varkens en de kippen verzorgen, de aardappels planten en rooien - en waar de bewoners over hun dis dus geen klagen hebben. Elena Sjimanskaja: „Niet alleen op school, maar ook thuis ben ik volkomen atheïstisch opgevoed. Mijn oma en mijn moeder, die pas later is her trouwd, hebben altijd benadrukt dat priesters, de Kerk, godsdienst - dat dat allemaal gevaarlijke la riekoek is. Mijn moeder was trouwens totaal niet op de hoogte van geloofszaken. En mijn oma? Die wist niet veel meer dan het verschil tussen Kerst mis en Pasen. Maar zelfben ik van kindsbeen af gefascineerd geweest door de godsdienst. In mijn hart heb ik het altijd geweten dat er een God is, die over je waakt en van wie je hulp kunt krijgen". „Op de Russische televisie worden wel speelfilms vertoond die vóór de revolutie spelen. Verfilmingen van Tsjechov of Toergenjew, bijvoorbeeld. Daarin komen niet zelden passages voor waarin de ortho doxe Liturgie een rol speelt - en die Liturgie wordt dan zonder vertekening of spot in beeld gebracht. De betekenis van de verschillende handelingen ont ging mij natuurlijk, maar ik voelde mij er enorm toe aangetrokken. En als klein kind ben ik, zonder dat iemand mij dat geleerd had, puur uit een inner lijke drang, gaan bidden. Een icoon had ik vanzelf sprekend niet, dus ik bad gewoon de hemel in, rich ting sterren". „Vooral als ik het moeilijk had. En ik had het soms heel moeilijk want ik ging niet alleen naar de gewo ne school, maar ook naar een muziekschool. Vaak was ik tot negen uur 's avonds bezig met mijn huis werk en zat ik om zes uur s morgens alweer ach ter de piano. Dan vroeg ik aan mijn zus (ik heb één zus, een tweelingzus) of ik haar rekensommen niet mocht overschrijven. Nee, dat mocht niet. En die sommen zelf maken vond ik zó moeilijk. Ik kon daarvan vreselijk in paniek raken. Dan ging ik bid den „God, help mij toch", en dan werd ik weer wat rustiger". VADER SEBASTIAAN Op kamers in Oemanj, als studente van het Mu zieklyceum, heeft Elena jarenlang zonder veel pro blemen het kerkje van Vader Sebastiaan kunnen be zoeken. Ze was er lid van het koor, raakte geleide lijk aan vertrouwd met de Liturgie en leerde de saamhorigheid kennen van een gelovige gemeen schap. Maar ook de spanningen die zich in zo'n ge meenschap voordoen en die in een parochie in de Sovjetunie volgens Elena hoog kunnen oplopen. Christenen in de Sovjetunie worden getolereerd, maar van overheidswege wel strak aan de teugels gehouden en op tal van manieren onderdrukt. Dat heeft onder meer tot gevolg dat de clerus voortdu rend compromissen moet sluiten, wat bij de gelovi gen makkelijk tot irritatie kan leiden. Verder, ver telt Elena, bevinden zich ook infiltranten onder de gelovigen. Mensen die zich voordoen als christenen, maar die het er alleen om te doen is onrust te zaai en. Bijvoorbeeld door zitting te nemen in een paro chieraad en van daaruit verdeeldheid te kweken en de sfeer te verzieken. „In de Sovjetunie worden christenen behandeld als hét-uitschot van de samenleving. Een maatschappe lijke carrière is voor hen uitgesloten. Ze moeten ge noegen nemen met de meest eenvoudige baantjes. Dus zolang dat mogelijk is, probeer je als christen je geloof geheim te houden. Op het Muzieklyceum in Oemanj is me dat tot het eind toe gelukt. Na af loop ben ik begonnen aan de vervulling van mijn arbeidsplicht, die inhield dat ik drie jaar moest les geven op een door de staat aangewezen school. Pas op het eind van die periode ben ik tegen de lamp gelopen. Misschien dat iemand me heeft betrapt bij het binnengaan van een kerk. Misschien dat ie mand mijn doopkruisje heeft gezien - daar ben ik nooit achtergekomen. Maar op een gegeven mo ment moest ik bij de directeur komen. „Jij bent or thodox", zei-ie tegen me. „Ik kan je zo de laan uit sturen". „Dat was een catastrofaal vooruitzicht, want dan zou ik het getuigschrift niet krijgen ten bewijze dat ik aan mijn driejarige arbeidsplicht had voldaan, en dan zou ik nergens meer een baan kunnen krijgen of een studie volgen. Vanuit de Partij werd er op aangedrongen mij te ontslaan, maar de directeur vond mij gelukkig nogal sympathie^ en dank zij hem heb ik die drie jaar toch vol kunnen maken". „Positie Russische christenen is nauwelijks verbeterd" LENINGRAD Wat Elena daarna zou moeten aanpakken, was haar niet direct duidelijk. Ze vroeg om raad aan haar geestelijk vader, dezelfde Vader Sebastiaan die haar had gedoopt en die inmiddels bisschop van Kiro- wograd was geworden. Deze deed haar twee sugges ties. Non worden in het Russisch-Orthodoxe kloos ter in Jeruzalem. Of haar muziekopleiding venrol- gen aan de Geestelijke Academie van de Russisch- Orthodoxe Kerk in Leningrad. Elena koos voor het laatste. En daarmee onbewust voor een voortzetting van haar leven in het verre Nederland. Op dezelfde Academie namelijk waar Elena in 1983 met haar studie koordirectie begon, meldde zich in 1985 de Haarlemse godsdienstleraar Rob Merks voor een tweejarige algemene oriëntatie in de Russisch-Or thodoxe godsdienst. Merks had aan de Katholieke Theologische Hogeschool in Amsterdam gestu deerd, was overgegaan naar de orthodoxie en wilde meer aan de weet komen over zowel de Sovjetunie als het Russische geloof. De twee leerden elkaar kennen op het koor van de Academie in Leningrad. Beter gezegd leerde rRob Elena kennen. Want hoe dat soms kan gaan: hij was zich tijdens repetities en optredens wel krachtig van haar aanwezigheid bewust, en met het verstrijken van de tijd werd dat bewustzijn steeds krachtiger, maar zij zag hém niet staan. Een Nederlandse stu- Of de komst van Gorbatsjov heeft geleid tot meer bewegingsvrijheid voor de christenen in de Sovjetu nie? „Het klimaat in Moskou en Leningrad", meent Elena Sjimanskaja, „is duidelijk toleranter gewor den. Maar in de rest van de Sovjetunie is van een verbetering ten opzichte van de Brezjnev-tijd eigen lijk nauwelijks sprake. Je moet je realiseren dat heel het land in de loop van lange decennia door drenkt is geraakt van een antireligieuze cultuur. Dan kan Gorbatsjov wel de perestrojka afkondigen, maar daarmee is die cultuur niet zomaar verdwenen. Toen wij afgelopen zomer bij mijn familie in Olsja na waren, zagen we daar gewoon weer het oude ver trouwde rooster hangen met de antireligieuze lezin gen". „En wat Gorbatsjov persoonlijk betreft: alle glas nost en perestrojka nemen niet weg dat hij een ge heide communist is. In tegenstelling tot Brezjnev, die zelf eigenlijk ook niet meer in het systeem ge loofde, is Gorbatsjov een overtuigde aanhanger van de communistische ideologie. Die ideologie is at heïstisch en Gorbatsjov zal dat zeker zo willen hou den". „Dus echt radicale verbeteringen hoeven de christe nen in de nabije toekomst niet te verwachten, vrees ik. Wel kan ik me voorstellen dat een grotere toe gankelijkheid van de literatuur in het algemeen, en de religieuze literatuur in het bijzonder, de belang stelling voor het christendom zal doen toenemen. Dat zou op de lange termijn wel tot veranderingen kunnen leiden". dent - nou en; er liepen daar wel meer Nederlai studenten rond. Doordat voorts drs. Merks zeldzaamheid onder theologen) nogal secundai in zijn reacties, verstreken er maanden en maam zonder dat er enig schot kwam in de zaak. Intus naderde wel het einde van beider studietijd. Uitf delijk was het de druk van die deadline die Ml deed besluiten zijn nu-of-nooit-initiatief te neJ en Elena een nee, geen bloemetje maar icoon te sturen. MOEDER GODS Een icoon van de ook buiten Rusland beke ERU5 Moeder Gods Troosteres Aller Bedroefden, itzha daarop vroeg hij een gesprek aan met Elena. En jomt i toen, in zijn beste Russisch, ook maar gelijk me deur in huis: „Laten we trouwen en naar Nederl il tl J1H it is in v 1)78. Elena Sjimanskaja, nu in Haarlem niet zonder riteit terugdenkend aan dat alles ontwortele voorstel: „En ik moest nog binnen een week be sen ook! Met de voltooiing van onze studie in z alesti zou ook onze verblijfsvergunning spoedig afloj lijke Als we wilden trouwen, moesten we onmidde istroc beginnen met de daartoe vereiste procedure. N 3or ik kende Rob absoluut niet. Ja, van gezicht en ratie' een kort gesprekje zo nu en dan, maar om nou an h basis daarvan een beslissing te nemen over een ;n g< welijksaanzoek Van een buitenlander he t „Ik heb gepiekerd en gepiekerd en wat tenslotti ;el k doorslag gaf, was die icoon van hem. Niet zonn t een icoon, maar een icoon van de Moeder Gan E| Troosteres aller Bedroefden, van wie ik in die redes heel veel steun kreeg. Een priester met wie ik ge lazen me tijd eerder over mijn leven en mijn problem oc had gesproken, had mij op haar spoor gebracht ordar sindsdien onderhield ik speciaal met haar een zondere band. Juist van de Moeder Gods Troflpi res aller Bedroefden stuurde Rob, die hiervan kon weten, mij een icoon. Dat moest wel een tejeeft van boven zijn - en toen heb ik dus maar ,ja' gen hem gezegd". Datja" luidde een lijdensweg van administrati e politieke en kerkelijke problemen in die onder rjush noodzaakte tot een (burgerlijk) huwelijk in he niep. Pas een klein jaar nadat Rob naar Nedei was teruggekeerd, kreeg Elena toestemming ziclje' hem te voegen. Afgelopen zomer trouwden ze de Kerk. AANWINST Ook weer onder het toeziend oog van de Troost aller Bedroefden. Dezelfde die nu vanaf een wanden het gesprek in de Haarlemse huiski volgt. Dezelfde ook die de dirigente tijdens werkzaamheden in Rijswijk en Zwolle voortdu bijstaat. Met onmiskenbaar resultaat. Secretaris Th. Gerritsen van het Rijswijkse Kozakkenkoor: „Begin dit jaar is Elena bij oni gonnen en ik moet zeggen: voor ons koor is zij enorme aanwinst. Met de linkerhand dirigeert donkere stemmen, met de rechter houdt ze de ren vast - ze is duidelijk een hoog opgeleide vrouw. En een haarscherp gehoor! Iemand hoe 01 maar een heel klein beetje naast te zitten ei" grijpt in. Nee, de kwaliteit van het Don Kozak[L P' koor is onder Elena met sprongen vooruit t gega -r ei WILLEM SCH la Tei Toi ,;iar 2 EN] "lie hi inaai lude acht

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1988 | | pagina 38