C Kerstmis '88 SaidMOowumt Vertelling voor de jeugd ^Kerstpuzzel ZATERDAG 24 DECEMBER 1988 ok voor dichtende en irhaaltjesschrijvende huisartsen jn Gouden Griffels weggelegd: de msterdamse arts Toon Tellegen eeg er dit jaar een voor zijn indel korte verhalen „Toen emand iets te doen had", ilgens goed gebruik schreef ouden-Griffelwinnaar 1988 ïllegen speciaal voor onze krant in kort verhaal voor de jeugd aarin de kerstgedachte, zoals van schrijver verwacht mocht orden, voornamelijk in het gevoel oet worden gezocht dat de lezer uiteindelijk aan overhoudt. oms dreigde er gevaar in het bos, zonder dat I V iemand wist wat voor L W gevaar het was, of waar het vandaan kwam en waarom het dreigde. Dan ging iedereen naar de grote open plek midden in het bos, legde zijn oren in zijn nek of zocht een zacht stukje grond om zijn hoofd in te verbergen. Als het gevaar lang en hevig dreigde stuur den zij er iemand op uit om te proberen er heel voorzichtig achter te komen wat voor gevaar het was. Meestal was het de duif die dan langzaam tussen de takken van de bo men door naar de rand van het bos vloog en uren later weer terugkwam, met grote glan zende ogen, zijn veren door elkaar. „Het is een groot gevaar", zei hij dan, buiten adem. ;,Wat voor gevaar?", vroegen de ande ren. De duif schudde dan een paar keer zijn hoofd, zei nog eens: „Een groot gevaar" en verborg zich in het midden van een struik. Wie plat kon gaan liggen ging dan heel plat liggen, en wie de kleur van het gras kon aan nemen nam de kleur van gras aan, daar, midden in het bos. Op een dag dreigde het gevaar zo hevig dat het de gedachten van de dieren door elkaar rammelde, zweetdruppels op hun voorhoofd joeg en hup tenen en voelsprieten liet trillen als dunne rietstengels in de wind. Sommige kreunden, andere stootten hen aan en zei den: „Stil", en weer andere konden het in hun angst niet laten even te lachen, één tel maar, en zich vervolgens diep te schamen. De pad ademde zoveel lucht uit dat hij klei ner werd dan een zandkorrel én de schildpad had zelfs onder zijn schild nog een gat in de grond gegraven waar hij in verdwenen was. „Nu dreigt het toe te slaan!", fluisterde de mier in het oor van de eekhoorn. „Toe te slaan?", vroeg de eekhoorn. „Stl", zei de mier. „Zo heet dat. Hou je staart stil!". Hij trok de staart van de eek hoorn over zich heen en verborg zijn hoofd tussen zijn achterste poten. Toen stond de egel op. „Wat kan mij nou gebeuren?", dacht hij. Ja?! Dat is toch zo? Trouwens, wat heb je aan gevaar? De egel had nergens zo'n hekel aan als aan dingen waar je niets aan had, of het nu re gen. honger of gevaar was. Hij sjokte naar de rand van het bos en toen hij daar aangekomen was keek hij uit over het weiland. Hij zag de zon in de verte lang zaam naar beneden zakken en hij hoorde het vriendelijk gesuis van de wind. Er dreef een klein wit wolkje voorbij door de hoge blauwe lucht, er hing een zoete geur en ver weg ruis te de branding, heel rustig en regelmatig, als of iemand in zee lag te slapen en zachtjes snurkte. (vooipnze neets ndoo! eike sleutelwoorden vormen de -li tlers overeenkomstig ge- J, mmerd vakjes van het kruis- n,Tjjordraadsel-diagram na over- nging in die van de balk eron- Som: tiekfï heren,L indenr- ct om vai :n mij :e van irijf uitsluitend de gevonden lorden op een briefkaart en zorg ofoonroor dat uw oplossing, onder Nellie rmelding van „Kerstpuzzel", ui- e dan lijk woensdag 4 januari in het tletiekdt is van: En ïurlijkizzelredactie ;ezien, idse Courant, 1S toeistbus 11, 00 AA Leiden. arme kt die naai i.' nep al het was ik ire ge- i paar weel n met se we- at 'n< ongen Tuur mee' dellijk est op :n, dal s ovei stret- vragen is. Ik Jans op de Wal >r vee ij zaai in z' hand en ga heb ee. En $8 óók Yvon- i weei tadion p zon de an- ild dat ;ndam leuren te ko Alles MSMA )or de goede inzenders zijn prij- beschikbaar van 100, 75, 50 25 gulden. Er was nergens enig gevaar te bekennen. Na een tijd liep de egel het bos weer in. En toen hij bij de open plek kwam zei hij: „Er is geen gevaar". Overal pm hem heen trokken dieren hun hoofd uit het zand, veranderden van kleur en kwamen achter eikaars rug te voorschijn. De meesten sloegen hun kleren schoon en Horizontaal: 1 soort geldinzameling; 13 iets onbedui dends; 25 kalf van één winter; 26 stuk; 27 aanmoedi- gingsroep; 29 strijdperk; 30 geldstraf; 31 briefaanhef (afk. Latijn); 33 samenhangende klomp planten; 35 ge heel gevuld; 36 orgaan; 38 zot; 40 baarsachtig visje; 41 lidwoord; 42 onder leiding van (afk.); 44 vrouwelijk beroep; 47 kleurlinge; 49 schoolvak; 52 deel van de on derkaak; 53 vervelend; 55 roosvormig voorwerp; 56 En gels eiland; 57 steengruis; 59 naderhand; 60 bezinksel, droesem; 61 blaasachtige opzwelling der opperhuid; 63 flauw geluid; 64 vrouwelijke godheid; 65 Europese taal; 67 kleverige stof; 68 Engels zeevaarder in vroegere ja ren; 69 bovendien; 70 eerstkomende (afk.); 72 innerlijk besef van goed en kwaad; 75 korte, stekelige baard haar; 77 muzieknoot; 78 honingdrank; 79 voorzetsel; 80 grappenmaker; 82 gebladerte; 83 gek; 85 flink, groot; 86 leesteken; 88 namelijk (afk.); 89 uitheems kustvaartuig; 91 lang, dun en smal stuk hout; 92 kunststijl; 94 muziek noot; 95 orgelregister; 97 makreelachtige vis; 98 pot loodstaafje; 100 vogel; 102 verdicht verhaal; 104 l-vor- mige gordijnroede; 106 smal stromend water; 108 ring vormig handvat; 109 binnenvlakte van de hand; 110 kwinkslag; 112 raadgeving; 114 kerf; 116 boom; 117 zwaarlijvig; 119 imitatie; 122 bordpapier; 124 onverduis- terd schijnende; 126 sprookjesfiguur; 127 eminentie (afk.); 128 leemte; 130 stof van vergaan hout; 131 zang stem; 133 Europeaan; 134 stroopkoek; 136 titel (afk.); 137 sporeplant; 139 vogelprodukt; 140 roofvogel; 142 inhoudsmaat (afk.); 143 blauw edelgesteente; 145 scherp, onbeschaamd; 146 bovenbouw v.e. wagen; 148 bladgroente; 150 uitroep; 152 mannetjesbij; 153 manne lijk dier; 155 vis; 156 reusachtig; 157 het tot stand ge brachte; 158 buisje met injectievloeistof; 159 stremsel; 161 kleefmiddel; 162 houthakkersbijl; 164 boomloot; 165 spinachtig diertje; 167 ijzerhoudende grond; 169 zangstem; 172 wereldorganisatie (afk.); 173 onderwerp van bespreking; 176 rund; 178 aanzienlijk, voornaam; 182 voorzetsel; 184 laguneachtige riviermonding; 185 boodschapper; 187 weide in het hooggebergte 188 zit plaats zonder leuning; 190 soort schaatsen; 191 per soonlijk vnw.; 192 cilinder; 194 doortochtgeld; 195 Euro pese bizon; 197 toestel voor warmwatervoorziening; 199 teken om een richting aan te geven; 200 telwoord; 201 schilderstuk; 203 vrucht; 204 meertandige mestvork; 206 laddersport; 207 vrijgevig; 209 lichaamsdeel; 210 vrucht; 212 bontsoort; 214 bij raming; 216 vaststaand; 218 rekenkundig teken; 220 stof; 222 gedwee; 224 Eu ropeaan; 225 vallei; 226 bestuur v.e. studentencorps; 229 voltooid; 231 geldinstelling; 232 muziekinstrument; 234 verbeten; 235 flesvormig hout; 237 onvriendelijk; 238 senior (afk.); 239 bij voortduring; 241 Nederlandse Spoorwegen (afk.); 242 luilak; 244 begunstiger van kunstenaars; 246 wiskundig getal; 247 vogel; 248 kruis- bloemige plant; 250 vlies dat bij afkoeling op melk ont staat; 251 getal waardoor men een ander deelt; 252 le raar in de welsprekendheid; 253 waterkoud; 255 boom; 257 overal; 258 belegering; 260 bedorven; 262 Europe aan; 263 deel v.e. stoommachine; 265 ceramisch pro- dukt; 266 uitholling in een muur; 267 telwoord; 269 rijk aan ervaring; 272 schenking; 274 scheepsvloer; 275 per soonlijk vnw.; 276 R.-K. kerkdienst; 277 erg los (van aar de); 279 zinnebeeld van de marine; 280 stad in Brazilië (verkort); 281 behoeftig; 283 symbool van neon; 284 slingerplant; 286 snel heen en weer geloop; 288 ge steente; 289 scherppuntig deel v.e. plant; 291 vis; 293 beroep; 294 oude Nederlandse munt. slaakten een zucht van tevredenheid. „Het heeft weer niet toegeslagen", zei de mier tegen de eekhoorn. „Waar zijn we dan bang voor geweest?", vroeg de eekhoorn. „Dat weet je nooit", zei de mier. „Nooit". TOON TELLEGEN Verticaal: 1 vaartuig; 2 muzieknoot; 3 Nederlands pers bureau (afk.); 4 ringvormig koraaleiland; 5 kweker (uit gang in samenstellingen); 6 symbool van chroom; 7 maangestalte (afk.); 8 sanitaire inrichting; 9 heldendicht; 10 halsboord v.e. trui; 11 sportevenement (afk.); 12 kwaal, gebrek; 14 dieregeluid; 15 in hoge mate; 16 com paratief van veel; 17 niet samengesteld; 18 voorzetsel; 19 aan boord (afk.); 20 lang en smal kleed; 21 stad in Spanje; 22 kunstprodukt; 23 voorzetsel; 24 persoon die sprekend op een ander lijkt; 27 tuinhaag; 28 door, met (Latijn); 32 afdaling met hindernissen bij het skiën; 34 als met een waas bedekt; 36 grondlegger van de Sovje trepubliek; 37 Amerikaanse sierheester; 39 plaats van vestiging; 41 kerkelijke functie; 43 dikwijls; 45 kleding stuk; 46 ondeugende jongen; 47 dichterbij; 48 niemen dal; 50 hoofddeksel; 51 deel van de hals; 52 hoefijzer vormig staafje; 54 dwarshout aan een mast; 56 meer stemmig koorgezang; 58 wapen in vroegere jaren; 60 ti tel (afk.); 62 stad in Frankrijk; 64 ad rem; 66 nagelaten afdruk; 68 munt in Joegoslavië; 71 deel v.e. auto; 73 chemisch element; 74 eetgerei; 76 afdeling v.e. compag nie; 77 insekt; 80 wandelplaats; 81 licht ontvlambaar mengsel; 83 vis; 84 verbreding van het hoofdeind v.e. ledikant; 86 schrijfgerei; 87 opgelegd werk; 89 luchtig gebakje; 90 netto (afk.); 92 onderscheidingsteken op de kleding van hoofdofficieren; 93 bedehuis; 95 snel; 96 aardig; 97 duinplant; 99 elektrisch geladen atoom; 100 witte, vlokkige stof op wijn, enz.; 101 voeg; 103 verach telijk; 105 grondsoort; 106 plomp dier; 107 bijzonder aantrekkelijk; 109 houtsoort; 111 lang vervlogen tijd; 113 tegen de verwachting in; 115 land in Zuid-Amerika; 117 aanwijzend vnw.; 118 toiletartikel; 120 afgemat; 121 talent; 123 ogenblik; 124 verblijfplaats v.e. vorst(in); 125 wars van werk; 128 bolvormige vrucht van de papaver; 129 Indianenslee; 131 uitroep; 132 muzieknoot; 134 zangstem; 135 preek, vermaning; 137 bangheid; 138 grote ontvangkamer; 140 op weinig na; 141 land in Azië; 143 stof; 144 vlaskam; 145 klein vertrek; 147 bebouwde kring v.e. gemeente; 149 snel drogend mengsel; 151 tel woord; 152 waterkering; 154 tijdmaat; 160 tegenstelling van weelde; 163 drank; 166 Europese hoofdstad; 168 plek, plaats; 170 zaadkorrel in een vrucht; 171 slangvor mige vis; 172 soort paard; 174 uitroep; 175 0.001 meter (afk.); 177 al te goed persoon; 179 hoogste punt; 180 luchtblaasje in water; 181 drooginrichting voor mout; 183 rakelijzer; 185 strafbaar feit; 186 onvergelijkelijk; 188 matig koud; 189 tak van sport; 191 ouderloos kind; 193 niet-deskundige; 195 melodie; 196 afstammeling (fig.); 197 zoutachtig; 198 windvlaag; 200 smaakgewaar- wording; 202 schaaldier; 203 orgaan v.e. vis; 205 heng selmand; 206 Chinees gewicht; 208 onderricht; 209 grondstof voor het linnen; 211 vieze lucht; 212 afvloei- pijpje v.e. goot; 213 zekere tijdsduur; 215 drank; 216 vi- oolkrasser; 217 snelle loop; 218 verworpeling (fig.); 219 volgeling; 221 gewicht; 223 scharnier; 225 toneeltoerus ting; 227 pluis op wollen stoffen; 228 plant; 230 specerij; 232 muntachtige plant; 233 visuil; 235 ketting; 236 stof; 238 ongestoord kalm; 240 twaalf dozijn; 242 vierde let ter van het Griekse alfabet; 243 oplosmiddel voor vet- ten; 244 historisch overheidspersoon; 245 muziekinstru ment uit India; 247 deel v.e. eetservies; 249 ingezonden mededeling (afk.); 250 afgelegen; 254 Oosteuropeaan; 256 100 gram (afk.); 258 bewustzijn; 259 gereedschap; 261 handwerkzaamheid; 263 lijn van ineengewerkte dra den; 264 slingerplant in tropische wouden; 267 evenzo; 268 gemelijk persoon; 270 voornamelijk (afk.); 271 to- neeldans; 272 Frans modeontwerper (1905-1957); 273 eer bewijzen; 276 bloeimaand; 278 bijbelse naam; 280 metalen staaf; 282 snijwerktuig; 284 buiten dienst (afk.); 285 muzieknoot; 286 gram (afk.); 287 de onbekende (afk. Latijn); 289 dat is (afk.); 290 tegenwoordig; 291 sint (afk.); 292 symbool van platina. 68 99 24 101 245 23

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1988 | | pagina 35