De weg naar het paradijs Kerstmis '88 EeidócSomxmt Mattheüs5 12. „En vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren". Het gebed des Heren, dagelijks op miljoenen lippen. Maar hoe vertaalt de mens in daden wat hij met de mond belijdt? Concreet: moet krachtens een hoog gebod aan de zieltogende Hirohito vergiffenis geschonken worden? Hebben de twee van Breda in hun seniele aftakeling recht op vergeving? Naarmate de tijd verstrijkt, lijken die vragen aan actualiteit te winnen. Waarom echter? En hoe werkt vergeving precies? Een psycholoog met een theologische achtergrond waagt een poging tot antwoord. Vergiffenis schenken is ie mand een cadeautje geven. Je kunt het doen, maar je mag het ook laten. „Maar indien er een dode lijk verderf zal zijn", toomt Exodus 21 23 w., „zo zult gij geven ziel voor ziel, oog voor oog, tand voor tand, hand voor hand, voet voor voet, brand voor brand, wond voor wond, buil voor buil". Welk een geheel andere wind echter zal er verderop door het Boek der boeken varen. „Gij hebt gehoord dat gezegd is: oog om oog en tand om tand. Maar ik zeg u „sust Mat- theüs 5 38 w, „dat gij den boze niet weder staat, doch, zo wie u op de rechter wang slaat, keert hem ook de andere toe. En zo ie mand met u rechten wil, en uw rok nemen, laat hem ook den mantel". Hier diende de verlossing zich aan, vorm gegeven in 's mensen bereidheid om elkaar te vergeven. De geboorte van een hoge humanitaire deugd. „Elkaar vergiffenis schenken voor elk kwaad, dat is de weg die naar het paradijs gaat", zoals de humanistische dichter John Milton, na Shakespeare de grootste bard uit de Engelse letterkunde, schreef in zijn sa menvattende opus „Paradise Regained". Maar let op het woordgebruik. Vergiffenis schenken. „Verge ving", zal drs. Willem Alting von Geusau tijdens het gesprek over deze verheven materie telkens be klemtonen, „vergeving is een cadeautje dat je aan iemand weggeeft. Een gunst die je verleent. Verge ving is bijgevolg evenmin een dure plicht als het een dure plicht is om iemand met een geschenk te verrassen. Je kunt het doen, maar je mag het ook laten. Dit aspect wordt volgens mij veel te veel over het hoofd gezien". Anderhalf uur later. Het interview gaat de fase in dat er puntjes op de i moeten komen. Met veel na druk, zeer overtuigd, diep uit het hart: „Ik zeg dus: hen die de Japanse keizer Hirohito zelfs in zijn laat ste stervensmoment niet hebben kunnen vergeven, treft geen blaam. Hen die de twee van Breda in hun intieme aftakeling niet hebben kunnen vergeven, treft geen blaam. Hen die de oorlogsmisdadigers Kipp en Olij na al die jaren alsnog zonder pardon hun gerechte straf willen doen ondergaan, treft geen blaam". Het misverstand zit hem volgens Alting von Geu sau hierin dat er altijd naar de daders gekeken wordt en zelden naar de slachtoffers wanneer het begrip vergeving, zoals bij herhaling dit afgelopen jaar, in het geding komt. Om zijn beeld van daarnet op te pakken: de bekommernis gaat uit naar dege nen die doodzielig in hun hoekje zitten te wachten op een cadeau dat maar niet komen wil, terwijl de genen aan wie het is om al dan niet een cadeau te geven, buiten de aandacht staan. „En juist bij hen ligt de sleutel", vindt Geusau, zoals hij kortaf ge noemd wil worden. FRANCISCANEN Wie echter is deze drs. Willem Alting von Geusau, niet te verwarren met zijn in behoudende kringen (zeg maar: de kringen van Joseph Luns) zeer aan de weg timmerende broer, de professor uit 's-Herto- genbosch? Geusajj onderwijst gedragswetenschap pen aan de opleiding tot huisarts van de Nijmeegse universiteit. Als zodanig schoolt hij huisartsen bij in de verwerkingsproblematiek van patiënten. „Ik zeg tegen huisartsen: wanneer je zo'n zeurpatiënt hebt. altijd een pijntje, altijd depressief, dan is er onherroepelijk wel iets uit het verleden blijven lig gen dat de patiënt onbewust pijn doet". Mede van uit deze psychologische invalshoek praat hij. Maar er is ook een theologische hoek. Lang (van 1946 tot 1973) heeft Geusau deel uitgemaakt van de prieste rorde der Franciscanen. Vooral de liturgische ver nieuwing was zijn werkterrein. „Ik heb altaren om gedraaid, de gelovigen leren zingen en zo. In dertien jaar heb ik wel op vijfhonderd pastorieën gelo geerd". Totdat de orde hem uitzond naar de Verenigde Sta ten om een opleiding te gaan volgen tot docent pas- toraat-psychologie. Vervolgens was hijbetrokken bij de Klinische Pastorale Zorg, een oecumenische instelling met hoofdzetel Amersfoort, die pastores leert hun herderlijke arbeid te koppelen aan de psy chologische werkelijkheid van individuele mensen. Hij gaf trainingen, maar deed ook praktisch thera peutisch werk, met name onder schizofrene vrou wen. Toen de regering na de reeks gijzelingsdrama's de bekende commissie-Mulder instelde om de na werking van geweld op slachtoffers te onderzoeken, werd hij vice-voorzitter. Naast zijn universitaire baan oefent hij in zijn woonplaats Boxtel een thera peutische praktijk uit waarin hij veel werkt met slachtoffers van incest. Hij is bestuurslid van de Vereniging Landelijk Overleg Slachtofferhulp. In re ligieus opzicht mag men hem bij de kritische chris tenen plaatsen. Zo komen de rode draden van zijn Vergeving is geeft recht, maar een geschenk Terugkeer van de verloren zoon, geschilderd door Rembrandt. EXCUSES Vergeving dus. In de vakliteratuur der zielkundigen blijkt merkwaardig weinig aandacht voor dit inner lijk proces te bestaan, maar Geusau heeft er vaak diep over nagedacht. Een moeilijk onderwerp? Laat hij beginnen met een eenvoudig, zij het tragisch voorval uit zijn eigen woonplaats Boxtel. „Er heeft hier een man. toen hij even werd afgeleid en de macht over het stuur verloor, twee kinderen dood gereden. De brigadier van politie die de zaak moest afhandelen, meende een goed idee te hebben. Hij belde kort na het ongeluk samen met de betrokken automobilist bij de ouders aan en zei: „Meneer komt zijn excuses aanbieden, wilt u hem verge ven?". „Nou, op dit moment liever even niet", zei den de ouders en sloegen de deur dicht. Later moes ten ze uit de krant vernemen dat de dader welis waar een veroordeling aan zijn broek had gekregen, maar een lichte, want, zei de rechter in zijn vonnis, deze man was al zwaar gestraft door het feit dat de ouders hem geen vergiftenis hadden willen schen ken. Wat vindt u daarvan?". PIJN Tja, wat moet een mens daarvan vinden? Na de geestesworsteling dezerzijds enige tijd stilzwijgend te hebben aanschouwd, schiet Geusau te hulp. „De kernvraag is, wannéér kunnen ouders zo'n chauf feur vergeven? Waar ligt het moment? Welnu, ze kunnen dat pas wanneer ze de tijd hebben gehad om de pijn in hun binnenste op te nemen, te inte greren, en er vrede mee te hebben. Pas daarna zijn ze in staat om het gebeurde tot verleden tijd te ver klaren, de pijn tot deel van henzelf. Maar eerst is er de naar buiten gerichte haat, de woede, het intense verdriet, de radeloosheid, de redeloosheid, de angst voor het kind dat overblijft. Allemaal gevoelens die het de mens mogelijk maken zich in de pijn te handhaven. Een overlevingsmechanisme. En de da der? De dader zit aan die gevoelens, aan het overle vingsmechanisme vastgeplakt. Hij is geen persoon meer, geen andere, nee, hij is verkleefd met de oer- emoties van het slachtoffer. Eerst moet het slachtof fer dus leren met zijn pijn om te gaan. De pijn te integreren. Pas daarna zal hij, als hij er al in slaagt, de aanrichter van het onheil weer kunnen zien als de andere -met een eigen verantwoordelijkheid voor zijn nog zo stomme of kwade daden. En dan pas kan hij de dader verontschuldigen. Maar ik ver zeker u: leren omgaan met pijn, da's een hele klus. Vandaar mijn uitgangspunt: wie praat over verge ving, dient niet te kijken naar de zielige of berouw volle dader, hij moet kijken naar het slachtoffer, want louter het slachtoffer beslist of hij al dan niet de dader het cadeau van zijn vergiffenis zal schen ken". Aldus bespiegelend zit Geusau echter lang en breed op wat hij noemt „de tweede lijn" in de ontwikke ling van het fenomeen vergiffenis, de horizontale lijn, de vergeving als iets wat de ene mens schenkt aan de andere. Terwijl de eerste lijn niet minder be langrijk is voor wie de betekenis wil vatten van wat er in de wereld speelt: de vergeving die Gqd schenkt aan de mensen. Een verticale lijn, een hië rarchische, van boven naar beneden. „Vanuit zijn ervaringen bouwt de mens, hoewel God per defini tie een niet te kennen geheim is, een bepaald Gods beeld op, een voorstelling van God", doceert de theoloog in Geusau dienaangaande." En nu het gek ke. Wanneer deze mens zich omgeven ziet door kwaad (de joden door de Filistijnen) terwijl hij ook binnen zijn eigen gemeenschap het nodige kwaad waarneemt, gaat hij zich God voorstellen als krach tig, als een macht die enerzijds de zwaarden han teert teneinde de omringende vijanden te slaan, en anderzijds ter beteugeling van het interne kwaad wetten stelt, regels. Dat zijn twee hiërarchische beel den in één. God die afrekent met de externe vijand, plus God die de gemeenschap vrijwaart voor het kwade van binnenuit. En verloopt dit laatste niet geheel volgens het boekje, dan is het voldoende een zondebok de woestijn in te sturen". Romeinen 12 17 vv. „Wreekt uzelven niet, bemin de, maar geeft den toom plaats, want er is geschre ven: Mij komt de wrake toe. Ik zal het vergelden, zegt de Here". „Precies", het betekent in wezen dat degene die het kwaad aanricht, niet meetelt", diept Geusau deze visie uit. „Typisch de joodse denkwereld. Daarom onderhandelt Israel ook niet met de Palestijnen. Zoiets is volslagen onmogelijk. Nee, God zal deze vijanden wel slaan, en als ze vergiffenis willen, dan moeten ze bij God zijn. Het Nabije Oosten is dus in zijn diepste zin geen politie!^, maar en godsdien stig conflict. Daar zit het vast. Niet de diplomatie, nee. God waarborgt de overleving van het volk. Psychologisch gesproken is zo'n fundamentalisme natuurlijk de gemakkelijkste manier van denke waarop een mens kan terugvallen. Toch zult u i mij geen kwaad woord over horen zeggen. Ik re peeteer het. Ik weet dat het voor veel mensen ee redding betekent. We zouden er duizenden psychi trische ziekenhuizen bij moeten bouwen wannei mensen geen veiligheid konden vinden in hun Go< Maar de consequentie is wel dat je bij i deze denkwereld niet aan hoeft te komen i fat, met Hirohito, met de twee van Breda. Dat zij booswichten, punt uit. Ze zijn het pakkie-ai God". Hoezeer Geusau zichzelf tot een andere denkwerel bekent, de horizontale, zal men inmiddels begrepi hebben. Enerzijds de vergiffenis als geschenk V2 de ene mens aan de andere, zeker. Maar anderzijl de voorwaarde dat die andere mens weekt moet zijn van de aangerichte pijn. Hetgëï veel onvermogen om de twee van Breda of Hi rol to te vergeven, in een onverwacht daglicht stelt,J weten: aan de primaire voorwaarden is niet daan. „We zijn met z'n allen", oordeelt de psycll loog in Geusau, „als samenleving na de oorlog oï verstandig omgesprongen met onze oorlogsslachtoB fers. Maar wat wil je? Er heerste wanorde. ChaoJ Iedereen was al blij dat hij het had overleefd. En hadden het te druk met de wederopbouw. Bovej dien kwamen er een hoeveelheid Nederlanders de Jappenkampen bij die nog moeilijker aanvaai werden. Dit alles, samen met de oer-Holland™ mentaliteit van niet bij de pakken neerzitten, het het de slachtoffers onmogelijk gemaakt de geledi pijn te versmelten met hun innerlijk en (want dat| hetzelfde) de twee van Breda of Hirohito los te v ken van hun pijn". ONVERWERKT Nu valt er een lange stilte in Geusau's denk- werkdrift ademende studeervertrek. Dit moet t goed vermalen worden. Dan gaan de geloken ogel weer open en volgt er dit. „Zo'n ongeïntegreerdf niet verwerkte pijn geeft een volk door aan zijn Y' deren. De tweede generatie. Ik kom het elke c' gen. Wij leggen op het bordje van de twee van en da of van Hirohito wat we zelf hebben laten liggei namelijk het scheppen van een kans voor de ooi logsslachtoffers om de geleden pijn aanvaardbaar 1 maken voor zichzelf. Wij hebben het maatschapp lijk niet goed gedaan met die pijn en de afschuweli ke erfenis daarvan, dat is wat elke keer bovenkon wanneer oorlogsmisdadigers in het nieuws rakei Dit houdt geen verwijt in aan wie dan ook. Er lx stond in de na-oorlogse situatie eenvoudig geen ai dere mogelijkheid. Maar het blijft intens droevi om te zien hoe daardoor voor de slachtoffers d pijn almaar groter is geworden, met alle aankleef els van verdriet, agressie, angst, redeloosheid va dien". Mattheüs 5 43 vv. „Gij hebt gehoord dat er gezeg is: gij zult uw naaste liefhebben en uw vijand zu gij haten. Maar ik zeg u: hebt uw vijanden lief. Z< gent ze die u vervloeken, doet wel degenen die haten en bidt voor degenen die u geweld doen e vervolgen". Tijd om af te sluiten, want de veeion vattendheid van het onderwerp, de hoogten e diepten die zijn verkend, doen beide gesprekspail ners duizelen. Is vergeving nu een hoge deugd of het dat niet? Geusau veert op uit zijn vermoeit heid. „O ja, vergiffenis schenken is in hoge mal deugdzaam. Maar om een andere reden dan denkt. Zoals ik meen te hebben aangetoond, kun j niet zeggen: een mens is verplicht tot vergevin] Maar je kunt wel zeggen: het is heilzaam voor ee mens dat hij een proces doormaakt met als eindn sultaat het vermogen om vergiffenis te schenken. I moet opeens denken aan de bekroonde televisiedc cumentaire over een paar vrouwen die met Ann Frank haar laatste maanden in de vernietiging! kampen hebben gedeeld. Mevrouw Bloeme Even Emden zei daarin dat je je in die kampen natuurlij niet kon onttrekken aan wat er gebeurde, maar da je wel een innerlijk bouwwerk kon optrekken zoda het je zo weinig mogelijk aantastte. Daar hebt u d kern. Een innerlijk bouwwerk tegen de pijn. Bij in cestslachtoffers zie je dat heel sterk. Van binnen h< lemaal versteend. Van vergeving kan pas sprak zijn wanneer een slachtoffer het klaarspeelt pm d i stenen van zijn innerlijke bouwwerk naar buiten l keren, bij welk proces de voegen van haat, van ver driet, van redeloosheid verkruimelen in de wind Leren omgaan met de schaduwen des levens, wan: leven is voor alles licht en hoe dieper de schadn wen, hoe meer licht daarboven. O ja, dat is een val i de mooiste dingen die een mens kan doen. Je innei lijke bouwwerk maken tot een veel leuker gebouw Dit bij uitstek menselijke vermogen, het kunnei omgaan met de schaduwen des levens, is wat ik ie dereen van harte toewens. Want dan komt er licht' Miltons weg naar het paradijs. Toch dus. PIET SNOERE1

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1988 | | pagina 30