Herder over kleurrijke schaapskudde Prettige Kerstdagen en Voorspoedig Nieuwjaar! oos :jn IV Amsterdammer verzamelt halve eeuw kerststallen Kerststal en historie £eidóc@ou/uMit ■K™ hè. In Engeland en Amerika worden tus sen de vijfendertig en veertig kaarten per huishouden verstuurd. Die kant gaan we ook in Nederland op. Dus ons bedrijf verhuist volgend jaar naar een nieuw en veel grote bedrijfspand". Het explosief toenemende enthousiasme voor het versturen van kerst- en nieuw jaarswensen is niet uitsluitend aan Den Boer en zijn firma te danken. Maar dat ze er een belangrijk aandeel in hebben, is zeker. Jaar-in, jaar-uit kietelen ze de consument met een almaar uitdijend as sortiment van steeds mooiere, grotere en duurdere kaarten. Een verleiding waarte gen weinigen bestand blijken. En wat ook heel leuk voor Den Boer is: elke ex tra verkochte kaart in het ene jaar leidt automatisch tot nóg een extra kaart in het volgende jaar. Als oudoom Jan de vorige kerst zo nadrukkelijk aan mij heeft gedacht, zou ik dan geen buitenge wone lomperik zijn als ik dit jaar niet ook een kaartje naar hem stuurde? Jumbo-kaart Krijn den Boer: „Waar we de afgelopen maanden echt van geschrokken zijn, is de Jumbo-kaart. Een kaart van zeventig bij veertig centimeter, waarvoor in de winkel 17,50 gulden wordt gerekend. Binnen de kortste keren totaal uitver kocht, terwijl we er toch tienduizend van in huis hadden. En dan te bedenken dat je voor zo'n kaart ook nog eens 4,50 gulden aan porto kwijt bent!". „Een tweede opvallende trend dit sei zoen is de grote belangstelling voor kaar ten die met goud- en zilverinkten zijn bedrukt, waardoor een glinsterend effect wordt bereikt en het haast lijkt alsof de kaarten van briljant zijn. Die glinster- kaarten hebben we met allerlei afbeel dingen, in verschillende prijsklassen, en ik moet zeggen: ze doen het in alle uit voeringen even voortreffelijk". Spanjersberg voert een assortiment van in totaal duizend verschillende einde- jaars-wenskaarten. In (consumenten)- prijs variërend van de genoemde 17,50 gulden tot één kwartje. En qua afbeel ding uiteenlopend van een fijnzinnige Moeder met Kind tot een als j°lig< kerstboom opgetuigde giraffe. Over d< motieven in de afbeeldingen merkt Dei Boer op dat deze steeds gevarieerdei worden. Waarbij hem geen voorbeeld te binnen wil schieten van een motief da in het verleden populair is geweest ei vervolgens uit de gratie geraakt. Cartoons loterr leid 'e Waas. )rach (Van 1RUS „De traditionele winterlandschappen er tre^ de uitbeeldingen van de kerststal lopei nog steeds als een trein. Maar daarnaasl zijn er allerlei thema's bijgekomen Nieuw wat dit betreft zijn de cartoon achtige wenskaarten. Een kerstman die met zijn elektrische gitaar duidelijk ge luidsoverlast geeft, voorzien van het on derschrift: stille nacht, heilige nachtEen kerstman die met een loor spuitbus een kerstboom kalkl op een tui vei wachthuisje van de bus - dat soort grap lader Jes" Alweer een jaar of vijf oud, maar m steeds populair (Den Boer zette er dïl jaar zo'n 75.000 van weg) zijn de muller, ziekkaarten. Dubbele wenskaarten, voor zien van een chipje en een batterijtje, di< het „Merry Christmas" laten horen wan neer men ze openslaat. Dichtgevouwen^ doen ze er weer het zwijgen toe. Tenzi ze defect zijn - dan blijven ze dagenlai doorspelen. Ook nog leuk om even te noemen, wai het verst verwijderd van de traditionel kerstmotieven, zijn de wenskaarten inuitmor de vorm van een kledingstuk. Een fees-Alro, tel ijk colbert bijvoorbeeld, waarvan verwijzing naar kerstmis zich beperkt t een bal-met-strik ter hoogte van de z: of een stukje hulst op het revers. Bin-Het nenin de kaart de formulering: „Prettige voor e Feestdagen". een na Prettige Feestdagen! Wie daaraan vol doende heeft, wie niet hoger wenst te grijpen dan die andere 51 „prettige" De cy; weekeinden in het jaar, zij het van harte de gro gegund. Voor ons is nochtans een „ge- in he lukkig" kerstfeest het minimum. F „gezegend" kersfeest is ons liever. M: een „zalig" kerstfeest blijft het mooiste. WILLEM SCHEER ten bt cum 1; insijpe dit be< kilo a: AMSTERDAM - Op een snikhete dag in de zomer jezelf afvragen: hoe richt ik dit jaar mijn kerststal in, dat doet bijna niemand. Behal ve dan kunstenaar Clemens Mer- kelbach van Enkhuizen. Hij verza melt al bijna een halve eeuw kerst stallen en met de inrichting ervan is hij met engelengeduld twaalf maanden in het jaar bezig. „Als kind kon ik al moeilijk met m'n vingers van kerstspullen afblijven", zegt hij. De kunstenaar is herder over ruim 175 kerstgroepen met 180 schapen. De „stal" is in dit ge val een grachtenpand in het hartje van Amsterdam. Is Merkelbach van huis, dan is de kans groot dat hij op strooptocht is in de Am sterdamse binnenstad. „Ik ga dan langs rommelmarkten, veilingen en andere plekken om wat aardige attributen voor mijn kerststallen te vinden. Soms is de buit groot en vind ik leuke spullen". In zijn huis in de Amsterdamse binnenstad staan mooie stallen, maar niet iedereen mag er komen. Spiraalvormige trappen leiden ons naar boven, naar het atelier van de kunst schilder. Merkelbach heeft het liever over „Mijn eiland". Op deze plek staan de meeste kerstgroepen uitgestald. Bij voorbeeld een piepklein kerststalletje in een scharrelei, kerstafbeeldingen in een luciferdoosje of in een schelp. „Ik heb groepen uit allerlei landen: Colombia, Peru, Italië en Afrika. Die stallen vertel len mij iets over de beleving van het kerstverhaal in andere werelddelen. Een Italiaanse kerstgroep is heel levendig en kleurig omdat de geboorte van een kind daar altijd een groot feest is". Wel moet worden gezegd dat een zwart kerstkindje rpet krulletjeshaar uit Latijns-Amerika, of een Chinese engel met spleetoogjes even wennen is. Geheimzinnig leidt de kunstenaar ons naar een kast in de hoek van de kamer. „Niet veel mensen hebben het voorrecht daarin te mogen kijken". Bij ieder ander ligt daar het beddegoed, de boekhouding of bestek. Merkelbach opent de deur en er staat een kleurrijke stal van ruim an derhalve meter breed, een meter hoog en ten minste een halve meter diep. Een flauw lichtje bovenin geeft zijn schep ping een speciale dimensie. Klimopen mos De voorliefde voor schapen, ezels, wij zen en natuurlijk het kindje Jezus heeft de Brabander al jaren. Merkelbach: „Van jongsaf spaar ik kerststallen. Ik kom uit een goed katholiek gezin en bij ons thuis werd altijd Advent gevierd met als hoogtepunt Kerstmis. Mijn moe der haalde altijd een kerststal tevoor schijn. Die was door haar met de groot ste zorg ingericht met mos en klimop. Als kind was ik al gefascineerd door de wijze waarop ze dat deed. Het moeilijk ste was dat ik er met mijn vingers af moest blijven". Pa. en ma Merkelbach hadden niet zoveel moeite met de grijp grage vingers van hun zoon. Als jongste van tien kinderen scheelde hij zeventien jaar met de oudste, dus hij was de oog appel. Terwijl zijn vriendjes knikkerden, postzegels of sigarebandjes verzamelden richtte hij zijn eerste kerststal in van een paar spaarcenten. „In november liep ik de winkels af om te kijken of ik mis schien al een mooi kerstschaap voor de stal kon kopen. Ik had trouwens het voordeel dat mijn vader inspecteur van het onderwijs was. Hij bracht vaak be zoeken aan kloosterscholen en dan ging ik met hem mee. De nonnen vonden mij blijkbaar wel een aardig ventje, want ik kreeg soms fraaie kerstgroepjes van ze". De belangstelling en de gebruiken rondom het Kerstfeest verschillen per land en plaats, maar de afbeeldingen van het Evangelie zijn al eeu wenoud. De eerste kerst voorstelling is te vinden in de catacombe van de Heilige Priscilla in Rome en werd in de tweede eeuw gemaakt. In de negende eeuw wa ren het de priesters die fn kerken het „myste riespel", de geboorte van Jezus, aanschouwelijk maakten. In de loop der eeuwen sluipen veel we reldse elementen in deze spelen, reden waarom paus Innocentius III in 1207 deze opvoeringen in de kerkgebouwen ver bood. Het was de heilige Franciscus van Assisi die met broeders in het woud van Greccio (bui ten een kerkgebouw) in 1223 opnieuw het kerst spel opvoerde. Vooral in die tijd waren de afbeel dingen en voorstellingen rond het kerstverhaal van grote betekenis voor mensen die niet konden lezen en schrijven. Kerststallen zijn in het gebied waar het katho lieke geloof zich heeft verbreid in de zestiende eeuw ontstaan uit deze mysteriespelen. Het ge bruik van kerststallen ging in de zestiende eeuw van het kerkge bouw over naar de huis kapel van de rijken, en vandaar naar de woon kamers. Na 1734, het jaar waarin Karei III van Bourbon koning van Napels werd, kende de kerststal een grote bloei. De 19-jarige ko ning had, evenals zijn vader, Philips V van Spanje, grote interesse voor de kerststal. Hij gaf kunstenaars opdracht voor hem te werken. Zo ontstonden de wereldbe roemde Napolitaanse, barokke kerststallen. Vanuit Napels ver spreidde de kerststal zich over Europa, en dank zij de missionaris sen, over de wereld. lijst op tiedistri eren rijgt ee ilden. 1 eerspoli aken v jheidsr 'enten olgens uit itgewez an de •n de h< jC JO voor mij een pietepeuterig stalletje in een ei. Kun je je voorstellen, tijdens je vakantie telkens even in het doosje kij ken of het ei nog heel is Merkelbach, die vooral met portretschil deren in zijn levensonderhoud voprziet, heeft enkele jaren geleden een Afrikaan se kerstgroep gekregen uit de nalaten schap van bisschop Zwartkruis van Haarlem. „Dat is een erg dierbaar be zit", zegt hij. „Ik heb in opdracht van het bisdom Haarlem een portret van mgr. Zwartkruis mogen maken. We heb ben toen i'ntensief contact gehad en kon den het goed met elkaar vinden. De bis schop bood mij spontaan aan dat hij een tentoonstelling van mijn kerststallen wil de openen. Wat hij later ook heeft ge daan. Hij beloofde mij bovendien een houten kerstgroep uit Afrika. Hij heeft dat stalletje ooit van een missionaris ca deau gekregen. Drie weken voor zijn overlijden heb ik nog metbisschop Zwartkruis gedineerd en toen hebben we nog even gesproken over dat bijzondere kerstgroepje. Ik had niet verwacht dat ik echt in zijn testament zou staan". Romantiek Op de vraag of er ook in de huidige sa menleving, met de zogeheten weggooi- cultuur, nog plaats is voor de kerststal, antwoordt de kunstschilder: „Er is tegen woordig weinig aandacht voor roman tiek. Dat komt door de nuchtere zake lijkheid. Kijk naar de nieuwe stadswij )1 ken, moderne meubelen en interieurs. In de vorige eeuw maakte men in huis een speciale plaats vrij voor een kerststal, je deed je familie met zo'n pronkstuk tij dens de feestdagen een plezier. Ik den! dat de mensen destijds voor wat betref de beleving van het kerstverhaal, rijker leefden. Omdat er toen nog geen\radi( en televisie was, hadden de mensen bo vendien veel meer met elkaar te maken Tegenwoordig worden we met zaken ei beelden geconfronteerd uit oosterse lan den of Zuidafrika terwijl we niet eens weten hoe onze buurman heet". lEN l erflee: bcWen i. wrant du i ,1 iet c J leëind JOEL BATENBURG <erd g ne bon iangek' luel et n het j ontr lechts »orlo ierder ïek v< lion d gevi Krijn den Boer: „In Engeland en Amerika worden er 35 a 40 kerstkaarten per huishouden gestuurd. Die kant gaan we in Nederland ook op". FOTO MILAN KONVALINKA CAPELLE - Brabant en Limburg: daar worden nog honderdduizenden „zalige" kerstfeesten toegewenst. Maar in de rest van het land, weet wenskaarten-expert Krijn den Boer, durven onder de huidige omstandigheden slechts weinigen zo hoog te grijpen. Een kleine minderheid hoopt nog dat het een „gezegende" kerst zal worden, maar meer dan 90 procent neemt thans toch wel genoegen met „prettige" kerstdagen. Sales-manager Den Boer van uitgeverij Spanjersberg b.v., 's lands marktleider in gedrukte wensen: „De traditioneel ka tholieke aanduiding „zalig" komt nog voor op vijf procent van onze kerst- en jaarwisselingskaarten. Het „Gelukkig Kerstfeest", zoals dat vroeger in refor matorische en neutrale kringen werd ge wenst, zit nu tussen de één en twee pro cent. Daarentegen heeft het „Gelukkig Nieuwjaar" zich redelijk weten te hand haven. „Prettige Kerstdagen en Gelukkig Nieuwjaar" - dat doet het nog heel be hoorlijk. Maar toonaangevend anno 1988 is toch wel: „Prettige Kerstdagen en Voorspoedig Nieuwjaar". Knallende toename Van groot belang acht Krijn den Boer de „ver-prettiging" van de eindejaars-wens- kaart overigens niet. Veel interessanter is volgens hem de knallende toename in de verkoop van de kerst- annex nieuw jaarswensen. Gingen er in 1982 in ons land per huishouden nog elf kaarten de deur uit, in 1986 was dit aantal gestegen tot twintig en vorig jaar tot tweeëntwin tig. Dit jaar komen we volgens Den Boer uit op vierentwintig. Dat zijn zo)n 130 miljoen kaarten in totaal. Plus nog eens 30 miljoen „zakelijke" wenskaarten (van bedrijf naar bedrijf) geeft dat het cijfer van 160 miljoen. En het zéér interessan te wat Den Boer betreft is nu dat dertig procent daarvan geleverd wordt door zijn uitgeverij, aan de Hoofdweg in Ca- pelle a/d IJssel. De sales-manager van het 110 werkne mers tellende bedrijf, dat de wenskaar ten produceert en doorverkoopt aan de taillisten: „De rek is er nog lang niet uit, De kerstgriep die Clemens Merkelbach k dacht dat ik echt in zijn testament zou st Merkelbach had een kunstzinnige be langstelling. Op latere leeftijd volgt hij dan ook opleidingen aan diverse kunsta cademies en vestigt zich in de jaren vij- fïg in Amsterdam. „Op het Waterloo- plein ging een wereld voor mij open", zegt hij. „Vooral toen was er nog van al les te koop: bijbels, kerstgroepen, te veel om op te noemen. Omdat ik niet zoveel geld had. heb ik m'n collectie destijds met dubbeltjes en kwartjes opgebouwd. Het kunstzinnige aspect komt naar vo ren bij het inrichten van een kerststal", zegt de schilder. „Je kunt prachtige beeldjes hebben, maar het neerzetten, ar rangeren en het opstellen van de stal, dat is de kunst". Over de weggooicultuur van nu zegt Merkelbach: „Ik maak dankbaar gebruik van allerlei materia len. Neem bijvoorbeeld een sinaasappel kistje, daar kun je met een beetje fanta sie een mooi, klein decortje van bouwen. Met eenvoudige dingen kun je al een he- van mgr. Zwartkruis. „Ik had niet ge leboel". Bij zijn pogingen zijn collectie uit te breiden, blijft de de kunstschilder kieskeurig. „Je komt natuurlijk nogal eens wat kitsch tegen. Ik blijf kritisch. Een belangrijke voorwaarde waaraan een stal moet voldoen, is dat het devoot moet blijven". Privé Als kerst nadert, gaat de verzamelwoede van Clemens Merkelbach soms ten koste van een warme kamer. Zo heeft hij eens bij een bezoek aan vrienden een hout blok uit de open haard gegrist met de opmerking: „Dat is nou een mooi blokje voor een stal!". Het heeft Merkelbach tot op heden nog geen vrienden gekost. Integendeel, kennissen die weten dat hij kerststallen spaart brengen meestal wat mee uit het buitenland. „Een van m'n vrienden kampeerde in Spanje en kocht

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1988 | | pagina 26