Franciscus' Zonnelied drukt kerngedachte Conciliair Proces uit Een Amerikaan op zoek naar de traditie foidoe 6oma/nt Gehoorzaamheid Godsdienstoorlog in Rio de Janeiro kerk en wereld )weer GEESTELIJK LEVEN/OPINIE CcidócSoiwant ZATERDAG 3 DECEMBER 1988 PAGINA «BIN: door Marinus vin der Berg Misschien schrikt u en denkt u: „Gehoorzaamheid...?" „Ik kan het woord niet meer ho ren". Het is een veel misbruikt woord. In het woord gehoorzaamheid, zitten de woorden: „Horen en samen". En als je nog wat na der toekijkt zie je het woord oor. Elke mens heeft drie oren. Het derde oor zit in het midden van onszelf. Dat is de plek waar ik me geraakt kan voelen, waar ik mijn angsten voel maar ook mijn verlangen. Het is de plek waar ik openga en dichtklap. Het is de plek waar ik mij gehoord voel of niet gehoord. Soms heeft een mens de erva ring: .„eindelijk gehoord... ie mand die me verstaat, iemand die me aanvoelt". Dat is een ontroerende ervaring. Het tweede woord is „samen". Je kunt niet gehoord worden zonder een ander. Wie alleen maar zichzelf hoort, hoort een ander niet en raakt geïso leerd. De mens wordt gehoord door een ander. Ik beluister die oerervaring al in het boek van de Schepping: „Been van mijn gebeente". „Mannin, zal zij heten". Dat betekent niet dat mannen de baas zijn, maar dit betekent dat mensen tot elkaar geroe pen zijn om elkaar te horen. Om elkaar te gehoorzamen. Er wordt in onze tijd veel ge schreven over ongewenste in timiteit. De Eerste Kamer heeft zich achter het wets voorstel geschaard dat ver krachting in het huwelijk straf baar maakt. Het is goed dat die wet er komt, maar ook schokkend. Ze laat zien hoe mensen naar elkaar luisteren of liever gezegd niet luisteren. „Ongewenste intimiteit is geen intimiteit", merkte iemand te recht op tijdens een avond over „intimiteit in de zorgver lening". Intimiteit is juist dat je niet ongewenst bij een ander binnendringt. Intimiteit is de eerbied voor de eigenheid van de ander als een eigen per soon. De graad en de intensi teit van intimiteit is dan ook niet aan regels te binden, maar is veel meer de ontwik keling van tact, fijngevoelig heid tussen mensen. In de mate waarin die tact afstompt, worden regels noodzakelijker. Dat de Kerk regels heeft als het gaat om intimiteit wordt haar vaak verweten, maar die regels zijn ook te beluisteren als iemand ons attent maken op de waardige omgang die iedere mens verdient. De kerkvader Augustinus kwam dan ook tot de merkwaardige uitspraak dat alles mag als er liefde isl Als er fijngevoelig heid is. Er is opnieuw discussie uitge broken over het pauselijke do cument „Donum Vitae" (de gave van het leven). Deze dis cussie gaat over de vraag of kunstmatige geboortetechnie ken in het katholieke zieken huis voortgezet mogen wor den. Allereerst ga ik ervan uit dat de Katholieke Kerk spreekt vanuit een diepe zorg om de eerbied voor menselijk leven. Die eerbied ziet het le ven als een gegeven leven. Op geboortekaartjes die ik ont vang zie ik vaak die eerbied onder woorden gebracht niet altijd. Allereerst deel ik dus de diepe eerbied om menselijk leven. Er is voor mij tegelijkertijd een volgende eerbied. Ik noem dat de eerbied voor het verlangen van een ouderpaar naar een kind, een eerste of tweede kind. Soms moesten er door ziekte ingrepen plaatsvinden die de mogelijkheid op een tweede kind natuurlijkerwijs onmogelijk maakten. Als er tussen twee mensen, die verantwoordelijkheid ne men voor elkaar ik heb veel moeite met het zogenaamde anonieme donorschap het verlangen bestaat naar een kind en ze maken daarbij ge bruik van moderne technieken omdat de eerste weg uitgeslo ten is, dan zie ik ook dat als een diepe eerbied voor het le- Vaak moet ik denken aan de joodse gedachte dat de ge boorte van een kind betekent dat de hoop voor de toekomst niet is opgegeven. Ik geloof in een zeer kritische discussie over de vele nieuwe techni sche mogejijkheden. Het ge vaar is dat 'het meer gaat om de techniek dan om de mens. Dat lijkt me levensgevaarlijk. De Kerk zou aan deze tijd een grote dienst bewijzen als ze niet van bovenaf haar wil zou opleggen, maar als ze zichzelf oefende in luisteren naar men sen. Geen gehoorzaamheid zonder dialoog. Gehoorzaam heid Is in dialoog gaan vanuit een diepe eerbied voor elkaar. SAO PAULO In de Braziliaanse stad Rio de Janeiro is een godsdienstoorlog uitgebroken tussen Pinkstergroepen en de volgelingen van" de Afro-Braziliaanse religies, zoals de 'Umban- da'. Sinds enkele weken vernielen de aanhan gers van beide godsdienstige groepen eikaars gebouwen en proberen zij de 'duivel hardhan dig uit het lijf van de ongelovigen' te slaan. Parlementslid Atila Nunes, een van de leiders van de Umbandabeweging met bijna twee mil joen volgelingen in Rio de Janeiro en omstre ken, diende vorige week een lijvig dossier in bij de politie met klachten tegen de voortdurende agressie van de kant van de Pinkstergroepen. Volgens Nunes heerst er in Rio de Janeiro, met zes miljoen zielen, nu een 'klimaat van inquisi tie', veroorzaakt door fanatieke leden van de Pinkstergemeenten. Hij wil dat de minister van justitie, Paulo Brossard, maatregelen neemt. Leiders van de snelgroeiende Pinksterbewe ging in Rio de Janeiro, met in totaal bijna 900.000 volgelingen, spreken tegen dat zij de 'Umbanda' de oorlog hebben verklaard. „Wij drijven slechts de duivelse geest uit hen", aldus ds. Miguel Angelo van de Pinkstergemeente 'Christus leeft'. Niets is belangwek kender dan de conver satie van twee gelief den die zwijgen. ASSISI In tal van lan den worden mensen er zich van bewust, dat, wil de aarde leefbaar blijven, we een betere verhou ding moeten hebben met de natuur. In het Conci liair Proces waartoe Carl Friedrich von Weizsacker en de Wereldraad van Kerken heben opgeroe pen zou dit ook een be langrijke rol moeten spe len. Von Weizsacker schrijft na drukkelijk over de relatie mens en natuur. Hij zegt: er kan geen vrede zijn onder de mensen zonder vrede met de natuur en geen vrede met de natuur zonder vrede onder de Verwonderlijk is het dan ook niet dat Raad van Kerken bij het uitstippelen van de route van het Conciliair Proces wijst op de betekenis van Franciscus, de man die de verbondenheid tussen mens en natuur in de kerkelijke traditie het duidelijkst tot uit drukking heeft gebracht. Hij doet dat in het Zonnelied, waarin de aarde moeder heet en zon en maan, wind en weer, water en vuur zusters en broeders genoemd wor den." Daarom is het zinvol na te gaan wat de diepe beteke nis is van dit Zonnelied en dan vooral met betrekking tot het Conciliair Proces. Afsluiting Dit Zonnelied - tegenwoordig vooral aangeduid als „Loflied de Schepselen" - is niet de vrucht van abstracte, vrij blijvende overwegingen, geen natuurpoëzie, maar de uit drukking van een visie op al het geschapene. Het ontstond in de eindfase van Franciscus' leven, als afsluiting van zijn geestelijke ontwikkelings gang, op het grensgebied waar het tijdelijke en eeuwige el kaar nabij zijn. Het doet in zijn opbouw ontegenzeggelijk denken aan het Scheppings verhaal en aan bepaalde psal men, maar wat het van deze bijbelse bronnen onder scheidt, is de familiale ver bondenheid, Franciscus ziet de schepping als een kosmi sche broederschap, samenge steld niet uit natuurelementen maar uit personen. Die perso nen: zon, maan, sterren, wind, water, vuur, aarde en dood ziet hij als een grote familie van broeders en zusters. „Hij promoveert de wereld van de natuur naar een nieuwe waardigheid". Dit familiale aspect, deze broederschap van al het geschapene, blijkt niet alleen uit de benamingen van broeder en zuster. Er is in die familie ook een vader en moeder. Franciscus spreekt over „Heer" broeder Zon en zuster „onze moeder" de aar de. En hiermede is de schep pingsfamilie compleet. De aarde wordt door Francis cus dus niet alleen „moeder" genoemd maar ook zuster. De Duitse natuurwetenschapper Kaminski is van mening, dat nooit zo hoog en op zo'n mees terlijke wijze dit communice ren van de mens met de aarde - en hun onderlinge verbon denheid - werd opgevoerd. „Zulk een nauwe band, in zo weinig woorden uitgedrukt, kan nauwelijks nog overtrof fen worden; ze is de basis van een nieuwe relatie van de mens ten opzichte van zijn milieu". Een mens, zegt hij, een mensheid die begrijpt, dat moeder en zuster ons in één persoon tegemoet treden, dat wij broer en zus en tegelijker tijd kind van deze aarde zijn, zal deze planeet, deze levens ruimte met zo'n eerbied, ne derigheid, vreugde en innig heid ervaren en beleven en er zo creatief mee omgaan, dat er helemaal niets gebeurt, dat aan deze wederzijdse relatie afbreuk zou kunnen doen. De mens is kind van zijn moeder de aarde en tegelijkertijd is zij zijn zuster. Deze grondslag van Franciscus' visie moet tot uitgangspunt voor onze toe komst gemaakt worden. Een meer objectieve grondslag be staat eenvoudig niet". Eenheid De functie van de zon wordt op een speciale manier door Franciscus benadrukt. Geeft hij de aarde als titel „zuster, moeder" bij de zon is de volg orde „Heer, broeder" en niet „Broeder-Heer". Want voor Franciscus is de zon het teken van de Allerhoogste. Wan neer we al het geschapene zien als broers en zussen, dan betekent dit, dat we resoluut kiezen voor een wereld waar in de eenheid het tenslotte moet winnen van verscheurd heid en uitbuiting. De schep ping is een familie, een inge schapen verbondenheid waar in de leden voor elkaar opko men. En de mens behoort tot die scheppingsfamilie. Hij on- Cimabue's portret Franciscus derhoudt daarin de vrede voor anderen en voor zich zelf. Franciscus neemt ook de li chamelijke dood op in deze familie. Deze brengt geluk voor wie leefden in overeen stemming met de familiale re latie van al het geschapene. De tweede dood waarover Franciscus spreekt heeft een scheppingsvernielend karak ter en behoort niet tot de scheppingsfamilie. De christelijke ethiek, zegt Karl Kantor, een Sowjet-Rus- sische theoreticus, bevindt zich in velerlei' opzicht in overeenstemming met de eco logische ethiek, zoals bijvoor beeld „de ontroerende, be schouwende verering van de natuur in de geest van Fran ciscus van Assisië laat zien' Hoewel men van Kantor niet kan verwachten, dat hij de diepere religieuze grondhou ding van Franciscus onder kent, geeft zo'n uitspraak, ge daan in 1977, toch stof tot na denken. Wanneer in Genesis staat, dat de mens de beheersing over de aarde moet uitoefenen over de omringende natuur en de aarde waarop hij leeft, dan is dat niet in de zin van uitbuiten maar een goed over wogen beheer. Bij christenen van katholieke als van refor matorische huize staat Fran ciscus hoog aangeschreven: een diep evangelisch mens. Verwacht mag daarom wor den, dat zijn visie op het om gaan met de schepping aan de christenen inspiratie zal ge ven om van daaruit zich in te zetten in het op gang gebrach te Conciliair Proces. Om tot duidelijke besluiten te komen vanuit de doelstelling van dit Proces. En zo de schepping te maken tot een goed huis voor de gehele scheppingsfamilie. J. W. VAN DER PUTTEN Thomas Stearne Eliot, de Amerikaans-Engelse dichter-essayist die hon derd jaar geleden werd geboren, maakt op de le zer van vandaag in menig opzicht een zeer tegen strijdige indruk. Het kan misschien verklaren waarom velen zo slecht met hem uit de voeten kunnen en aan hem - die niet slechts een generatie maar zelfs een tijdperk heeft gedomineerd - rela tief zo weinig aandacht wordt besteed. Enerzijds is hij de dichter die de Engelse poëzie - zo is de gangbare opvatting onder de Engelse critici - ingrijpend heeft vernieuwd, anderzijds geldt hij nadrukkelijk als de handhaver van de traditie, niet alleen in literaire maar ook in christelijke zin. Ver der: zijn belangrijkste poëzie is zonder twijfel religieus, maar Eliot wilde in zijn poëzie net geloof niet verdedigen, want dat zou alleen maar lei den maar tot slechte poëzie. Laatste voorbeeld van dit te genstrijdige beeld: als Ameri kaan nota bene die zich tot Engelsman liet naturaliseren was hij in deze eeuw waar schijnlijk een van de eersten die zich sterk maakte voor een Europese literatuur zon der grenzen, maar hij oriën teerde zich daarbij op de vorm waarin dat in de late Middeleeuwen gestalte kreeg. Traditie is zonder twijfel het sleutelwoord om toegang te krijgen tot de wereld van Eliot en hij wilde als dichter en essayist zeer nadrukkelijk in de Europese traditie staan. Maar het was in zijn ogen niet voldoende die traditie te handhaven en door te geven; wilde zij levend blijven, dan moest die traditie vernieuwd worden (in zijn poëzie) en in het licht van de opvattingen van vandaag herijkt worden (in zijn essays). Maar wezen lijk blijft de band met het ver leden. Het nieuw te maken werk krijgt juist betekenis door zijn band met het verle den. Zou die band niet be staan, dan zouden we, zo meent Eliot, tot niets in staat zijn. Ook zij die niet bewust putten uit die band met het verleden, zijn niets zónder die traditie. Wat Eliot van hen T.S. Eliot echter onderscheidt is de na drukkelijke aandacht die hij opbrengt voor die traditie. Het is, getuige zijn studies, voor hem een levend bewust zijn en geeft aan zijn poëzie een gelaagdheid die het niet iedereen is gegeven te onder scheiden. Maar Eliot voegt aan de traditie een nieuwe laag toe. De kans lijkt dan niet denkbeeldig dat zijn poë zie onverteerbaar wordt. Dat voorkomt hij echter door de spreektaal-achtige wijze van uitdrukken, door het eigen ritme, maar vooral ook door gewone bestaanservaringen tot uitgangspunt van zijn poë zie te nemen. Continuïteit In feite zijn moderniteit en traditionele elementen in het poëtische werk van Eliot ten nauwste op elkaar betrokken. Als het echter moeite kost die voortgezette continuïteit ten opzichte van het literaire voorgeslacht in het werk van Eliot te herkennen, dan ligt dat wellicht aan de nu tot in alle hoeken doorgevoerde wa terscheiding die de eigentijdse cultuur afgrendelt van het be wustzijn van haar oorspron kelijke wortels. Om het sim peler te zeggen: voor de mees ten is traditie een leeg, pom peus woord. Het wordt slechts geassocieerd met een aantal namen, maar de werken die aan deze namen verbonden zijn, blijven, ongelezen. De beelden maar ook de waarden die de werken hebben be zield, vinden weinig weer klank. Juist om dat laatste te verzekeren pkeegt Eliot zijn „vertaaT'werk. Het werk van Eliot valt misschien te karak teriseren als een machtig kop pelteken, als een trait-d'union met de traditie. Eliot heeft ongetwijfeld'voor voeld dat die erfenis van de traditie werd bedreigd. Het is uitgerekend hij, de Ameri kaan die in 1915 naar Europa komt, zijn voorland, daarmee afziend van een (wijsgerige) carrière in de Verenigde Sta ten, en in Oxford en Parijs studeert (en daar zich een kennis van het Frans eigen maakt zodat hij er ook in kan schrijven), vervolgens Engels staatsburger wordt en, als on misbaar sluitstuk van zijn worteling, het lidmaatschap aanvaardt van de Anglicaanse kerk. Een aantal Nijmeegse anglis ten onder leiding van W. Bronzwaer heeft geprobeerd in de bundel T.S. Eliot, Een Amerikaan in Europa, enige orde aan te 'brengen in de veelvormigheid van deze im posante persoonlijkheid. Zijn bekering tot het anglicanisme als die vorm van christendom die het best past bij de Engel se traditie wordt belicht, zijn rol als leider van het door hem opgerichte tijdschrift The Criterion (De Maatstaf), waarin hij de actualiteit van de Europese (tegenover de versnipperde nationale) lite raire cultuur wilde laten zien, de ontvangst van zijn toneel stukken in Nederland, zijn contacten met Strawinsky en de invloed van Eliot op dich ters na hem komen daarin aan bod. De in het begin gesignaleerde, schijnbare tegenstellingen verdwijnen en er rijst een beeld op van een man die al aan het begin van zijn literai re carrière zijn doelstellingen met kracht en grote helder heid heeft gedefinieerd. De lijnen die toen werden uitge zet blijven zichtbaar tot zijn dood in 1965. Het leven van Eliot is in de uitwerking van zijn ideeën naar literatuur, ge loof' en levenswandel toe van een verbazingwekkende con sistentie. Zelden waren theo retische opvattingen zo maat gevend als bij hem. Het belangrijkste opstel uit 'genoemde bundel is zonder twijfel dat van Johan Kuin. Het heet Proeve van een apologie; T. S. Eliot als Angli caan. De titel kan gemakke lijk tot misverstanden leiden, want Kuin bedoelt waar schijnlijk niet te verdedigen waaróm T. S. Eliot in 1927, toen hij 39 was, zeer bewust overging tot de Anglicaanse kerk, nadat hij in een zeer vrijzinnig-protestants klimaat, dat van de Amerikaanse Uni tarian Church, was opge groeid. Zijn keuze voor de Anglicaanse kerk is in zekere zin een uitvloeisel van zijn li teraire opvattingen geweest. Dragende kracht Vanuit de literatuur was Eliot vertrouwd met het christen dom als de dragende kracht van zeer veel cultuuruitingen. Ongetwijfeld heeft zijn res pect voor dit verleden hem er mede toe gebracht zich op nieuw bewust tot het chris tendom te bekeren. Kuin maakt in zijn „apologie" bo venal werk van het feit dat Eliot zocht naar een funda ment voor de moraal. Met be hulp van een louter verstan delijke redenering conclu deerde Eliot tot de noodzaak van een bovennnatuurlijk ge loof als hoogste instantie voor de moraal. Deze kon niet ge baseerd zijn op een „inner voice" in de mens zoals som migen onder wie de humanis ten beweerden met wie hij over deze kwestie debatteer de. Tegenover romantische vrijblijvendheid plaatste Elot klassieke rechtlijnigheid. Al leen op die manier meende hij dat verval voorkomen kon worden. Zijn verwantschap met de tra ditie zou het vervolgens aan nemelijk gemaakt hebben dat hij koos voor de rooms-katho- lieke kerk, de meest universe le kerk en de oudste zo niet de belangrijkste representant van de christelijke traditie. Hij koos echter voor de Angli caanse kerk die weliswaar sterk verwant is aan de ka tholieke kerk, maar waarin de speelruimte voor eigen op vattingen en de mogelijkheid tot innerlijke kritiek en dus correctie meer beduidend gro ter is dan in de katholieke kerk. Een ander belangrijk element dat Eliot tot het christendom voerde was zijn pessimisme. Hij schreef niet voor niets op stellen over Pascal en Baude laire, voor wie het christen dom een reddende kracht Bij dit alles is het opvallend dat Eliot in zijn geschriften vrijwel nooit melding maakt ook geconstrueerd op basis van de polemieken en opstel len, waarin Eliot inging op kerkelijke kwesties en de fundering van zijn moraal. Maar welke strikt persoonlij ke motieven hij hanteerde komt men niet te weten. Zijn persoonlijke relatie met het christendom is in feite een groot geheim. De duizenden nog óngepubliceerde brieven van Eliot kunnen deze wel licht verduidelijken. Ze ko men bij testamentaire be schikking pas in de volgende eeuw beschikbaar. W. Bronzwaer e.a. T. S. Eliot, Een Amerikaan in Europa. Uitgave Ambo. Prijs 37,50. Bij dezelfde uitgever verschenen twee dichtbundels met werk van Eliot. Bij uitgeverij Kok verschijnt binnenkort een selectie uit de essays. Schi sch< China's driehoeksverhouding slist. 10.000 GEZIEN het succes van de onderhandelingen in de acht^ huizin ons liggende periode tussen de Verenigde Staten en de Sov^j0m jetunie lijken de twee grootmachten wat nader tot elkaar taanslu zijn gekomen. De twee landen zijn zich er echter zeer goetdit ja: van bewust dat er zich ook andere machtscentra aan het onioverle wikkelen zijn waarmee een goede verstandhouding moeders j worden opgebouwd. Wat de Sovjetunie betreft is China daa^"e j een voorbeeld van. Een communistische natie die merkwaar direct digerwijs op betere voet staat met het kapitalistische Ameri schooi ka dan met de Sovjetunie, wat te danken is aan het spectacu lukte laire bezoek dat de toenmalige Amerikaanse president Ride ve: chard Nixon in 1972 aan Peking bracht. ^VANNEER Washington daar de laatste jaren wel eens al ti zelfverzekerd over deed, en zich bijvoorbeeld kritiek meendi te kunnen veroorloven op de steeds grotere afzet van Chine se wapens in de Derde Wereld en het gebied rond de Perzl sche Golf, maakte Peking het Witte Huis in niet mis te ver stane bewoordingen duidelijk daar niet van gediend te zijn De Amerikaanse minister van buitenlandse zaken, Georgi Schultz, kreeg de afgelopen zomer bij een bezoek aan Pekinj te horen dat China wapens verkoopt aan wie het wil ei daarbij geen rekening kan houden met wat men daar i| Washington over denkt. ONDANKS dergelijke wrijvingen echter is de verhoudinj van Peking met Washington nog steeds beter dan met Mos kou. Aan die opmerkelijke situatie zou echter wel eens spoe dig een eind kunnen komen. De besprekingen tussen de Ru sissche en Chinese ministers van buitenlandse zaken, die di afgelopen dagen in Moskou werden gehouden, onderstrepei de hardnekkige geruchten over een komende Russisch-Chi nese top. Wanneer de Chinese sterke man Deng Xiaopin{ volgend jaar Sovjet-leider Michaïl Gorbatsjov ontvangt, dat betekent dat een Russisch succes waar vele jaren voor is geij verd. Tot nu toe had Peking alle avances van Moskou na drukkelijk afgewezen, maar daar zou nu wel eens verande ring in kunnen komen. KENNELIJK is pas nu, met nieuwe leiders «in Moskou eij Peking, het politieke klimaat zodanig dat toenaderingspogin- gen kans op succes hebben. Een goed jaar na zijn intrede irj het Kremlin als nieuwe partijleider klopte Gorbatsjov in dt grensplaats Vladivostok aan de poorten van het Hemelst Rijk. Hij reikte de Chinese leiders de hand en stelde meteei| voor de economische krachten van de Sovjetunie, China er! Japan te bundelen voor de welvaart van Azië. Vlak voor d< opening van de Olympische Spelen in Seoul heeft Gorbatsjo\ zijn oproep nog eens herhaald in de Siberische stad Krasno jarsk. TEGENOVER de Russische toenaderingspogingen hebber de Chinezen altijd drie obstakels genoemd die volgens her een normalisering van de Chinees-Russische betrekkingen de weg staan: de massale legering van Sovjet-troepen aan de grenzen met China, de steun van de Sovjetunie aan Vietnam bij de verovering en bezetting van Kampuchea en de oorlog van de Sovjets in Afghanistan. AlS de Chinese sterke man Dertg Xiaoping instemt met eerj ontmoeting met de nieuwe leider in hét Kremlin, dan houd! dat in dat hij dé inspanningen van Moskou om de drie obsta kels uit de weg te ruimen naar waarde heeft weten te schat ten. Het betekent echter ook dat Peking het moment geko men acht de driehoeksverhouding met Washington en Mos kou op zijn minst wat meer in evenwicht te brengen. Temperatuur loopt geleidelijk op DE BILT (KNMI) - De tempe- ratuur in ons land gaat gelei delijk stijgen. Vrijdag stond al leen in het noordoosten het kwik in de thermometers iets beneden het vriespunt, maar vandaag is ook daar de zachte re lucht weer terug. Het blijft zwaar bewolkt, maar neerslag hoeveelheden van betekenis worden niet verwacht. Er is vrijwel geen wind. Na zater dag wordt het anders. Dan breiden oceaandepressies hun invloed volop over het vaste land van West-Europa uit. De middagtemperaturen bereiken van lieverlede waarden van ongeveer acht graden. Wel wordt het weerbeeld veel wis selvalliger en er komen daar bij dagen met veel wind. Weersvooruitzichten voor di verse Europese landen, geldig voor zondag en maandag: Zuid-Scandinavië: Veel bewol king. Perioden met sneeuw, later overgaand in regen. Mid- dagtemperatuur langzaam op lopend van min 2 graden tot even boven nul. Denemarken: Veel bewolking en perioden met sneeuw die snel overgaat in regen. Mid- dagtemperatuur oplopend van 0 tot 6 graden. Britse Eilanden: Eerst veel be wolking en perioden met re gen, later wisselend bewolkt en buien, in het noorden sneeuwbuien. Middagtempera- tuur rond 10 graden. Benelux, Bondsrepubliek Duitsland en Frankrijk: Veel bewolking en perioden met re gen. Middagtemperatuur van 2 graden in het noorden oplo pend tot 15 graden in het zui den, maandag 9 graden in het noorden en rond 18 graden in het zuiden. tot 5 graden in het oosten en 12 graden in het westen. Spanje en Portugal: Perioden met zon, maandag vanuit he^ westen opkomende bewolking en in de noordelijke streker^ wat regen. Middagtempera tuur rond 16 graden langs de Atlantische kust, rond 20 gra den langs de Middellandse Zeekust en meer landinwaarts rond 14 graden. Italië en de Joegoslavische en Griekse kust: Naar het oosten wegtrekkende regenbuien, ge volgd door flinke opklaringen. Middagtemperatuur van 9 gra- Budapost -Ir 0.2 Ü1 DEI o.l forr H ten bun o:o EIsï 198! ?j na s 13! star 22 wer o? wer o!i (VS Alpenlanden: Bewolkt en ten noorden van de bergen perio den met regen. Middagtempe ratuur 3 tot 5 graden, oplopend Singapore DE

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1988 | | pagina 2