De mens heeft mensen nodig De andere jaren Reacties van lezers(4) Ook al word je „collectief' vervoerd, toch kan volgens kilometervreter Boogaerdt de treinreiziger individualist blijven: „Je gaat en staat toch waar je wilt?". FOTO: GER DIJKSTRA De openbaar-vervoerbedrijven verzinnen van alles om hun voertuigen ook buiten de spitsuren rendabel te laten rijden. Wie dat weet kan er zijn voordeel mee doen. Zeker oudere mensen. Zo is er bijvoorbeeld bij de Nederlandse Spoorwegen de 60+- seniorenkerenkaart te verkrijgen. Hij kost 75 gulden per jaar en is goed voor een korting van veertig procent op enkele reizen, retours en dagkaarten. Met deze kaart kan elke dag worden gereisd, maar biedt ook de mogelijkheid van zeven zogeheten keuzedagen. Eens in de twee maanden en nog een keertje extra mag een de eigenaar van een seniorenkaart kriskras gratis door het land reizen. Dat kan op een dag naar eigen keuze; zonder beperkingen op zaterdag, zondag of feestdagen; op dinsdag, woensdag en donderdag na negen uur 's morgens. Het aanbod geldt niet op maandag en vrijdag (tenzij zo'n dag een feestdag is). In combinatie met de Rail Europ Senior-kaart krijgt de reiziger met de bovengenoemde seniorenkaart dertig tot vijftig procent korting op treinkaartjes naar en in negentien Europese landen. Verder is er de Openbaar- Vervoerkaart die recht geeft op onbeperkt reizen met trein, metro, tram en bus. Die OV-kaart kost 4092 gulden per jaar voor twee personen. Een hele investering, maar hij kan voor wie erg veel op stap gaat, voordeliger zijn dan de 60+-kaart. De NS is bereid met het uitrekenen daarvan hulp te bieden. EINDHOVEN - Trein, bus, tram, metro: bruikbaar alternatief voor eigen vervoer of is er meer van te maken? Voor Eindhovenaar C.H. Boogaerdt (71) en zijn vrouw (70) is dat al lang geen vraag meer. Ze leggen per jaar zo'n 25.000 kilome ter af met het openbaar vervoer, dat volledig verweven is met hun levenscultuur. Zozeer zelfs dat de heer Boogaerdt be stuurslid is van Rover, de Vereniging Reizigers Openbaar Vervoer. Bij hun reizen maken de Boogaerdts gebruik van de Openbaar-Vervoerkaart, die twee per sonen voor een bedrag van 4092 gulden vrij entree geeft op alles wat zich in het openbaar vervoer op wielen beweegt, met uitzondering van taxi's. Een fikse investering, dat vinden ze zelf ook wel, maar met het aantal kilometers dat zij jaarlijks maken komt het neer op nog gèen zeven cent per kilometer en dat haal je met een auto nooit. Zij hebben ervaring met treinreizen en kunnen daarom wat nuttige tips geven. Zij vinden het leuk om van tijd tot tijd eens terug te gaan naar de geboorteplaats van mevrouw Boogaerdt. Dokkum in Friesland. Of naar de Gelderse Achter hoek als de bomen in herfstkleuren ge tooid zijn. En wat te zeggen van een zo mers dagje aan zee, Noordwijk of daar omtrent? Half'negen ,'s morgens weg, 's avonds om een uur of negen weer thuis. Nu komen ze juist terug uit Vlis- singen, het huis voor een weekendje ge ruild met getrouwde kinderen die wel weer eens met hun kinderen door de bossen rondom Eindhoven wilden lo pen. Boogaerdt somt op: „We zijn in dit weekend nog naar Knokke geweest en in Brugge. En kijk. vandaag waren we voor de middag alweer thuis". De familie uit Vlissingen stapt intussen in de auto om de terugreis te aanvaarden. Na 't uitwui ven overpeinst Boogaerdt: ,.We zijn eens met z'n tienen naar Oostenrijk geweest, kinderen, kleinkinderen. Met de trein, 'n Hoop plezier gehad onderweg. Ik wil er niet aan denken, zoiets met auto's te moeten doen". Wel degelijk kennen de Boogaerdts de bezwaren die anderen (door hen aange duid als de automensen) inbrengen tegen veelvuldig treinreizen. „Kleine bestem mingen" zijn moeilijk bereikbaar. Het oppikken van de diverse verbindingen, met name als er bussen aan te pas ko men, vergt soms nogal wat loopwerk. Een zitplaats is ook lang niet altijd voor handen, de oude slogan „opstaan voor iemand, misstaat niemand" heeft vrijwel afgedaan. En wat blijft er over van het vrije individualisme, juist door zoveel ouderen gekoesterd en ingevuld naar ei gen believen? Tellen al deze bezwaren niet voor deze twee Eindhovense railrid ders? Klapstoeltje Boogaerdt: ,,'t Is maar net hoe je er te genaan kijkt en vooral ook hoe je het aanpakt. De kleine bestemmingen zijn allemaal per bus te bereiken met een re delijke frequentie, behalve in de week ends. Je moet dus niet met alle geweld juist in een weekend naar zo'n gehucht willen gaan. Wat het loopwerk betreft, het scheelt enorm als je weet op welke perrondelen het voor- en het achterstuk van de trein terecht komen. Lijkt moei lijk, maar als je een traject een paar keer hebt gereden wéét je fiet gewoon. Vragen aan de conducteur kan ook. Maar dan moet je niet, wat we vaak zien bij oude ren, vlak voor het vertrek van de trein uitvoerig afscheid willen nemen van de „wegbrengers". Dat kan ook wel voor die tijd. De zitplaats? Gewoon niet op spitsuren reizen, dan valt het mee. Wij staan bijna nooit. Is het toch druk, ga dan in de balkonruimte meteen op een klapstoeltje zitten. Je medereizigers lo pen meestal eerst de hele wagon door voordat ze op het idee komen om zo'n klapstoeltje te nemen". Maar vooral: ook een trein- en busreizi- T*er kan individualist blijven, in de op tiek van Boogaerdt. „Je gaat en staat toch waar je wilt? Afgezien daarvan, kijk eens hoe het gaat op een mooie zondag in de bossen. Bezorgde ouders: „Jon gens, nou niet te ver gaan, anders vin den we de auto straks niet terug". Krin getjes lopen, daar komt het dan op neer en ik vind dat die auto dan in behoorlij ke mate het programma bepaalt. Bij trein en bus hoef je er alleen maar voor te zorgen de laatste te halen, als je ten minste dezelfde dag weer thuis wilt ko men. Met een fiets, dat terzijde, speelt eigenlijk hetzelfde verhaal. Je moet het ding altijd „ergens laten". Ik vind dat zaken om te overwegen als er gesproken wordt over'collectivisering, die een ge volg zou zijn van reizen met openbaar vervoer. Buren in trein en bus kun je meestal niet uitzoeken, dat is waar. Wij treffen er ook wel eens eentje die echt vervelend is, boos wordt om kleinighe den of zoiets. Maar hoe lang duurt dat? 't Is zo weer over, dan gaat ieder zijns weegs. In het wegverkeer hebben men sen vaak meer last van elkaar". Honky-tonky Het buitenland biedt ook steeds meer op het gebied van railrunning en busver voer, zo hebben de Boogaerdts ervaren. Zwitserland kent het Ferien-abonne- ment, in Duitsland is het per regio gere geld, België heeft een veelbelovend begin gemaakt met reismogelijkheden waar voor kortingen gelden. Boogaerdt: „We hebben er uitvoerig mee geëxperimen teerd en er grote mogelijkheden in ge vonden. Vooral als je er tijd aan kunt besteden, wat met veel ouderen toch het geval is". Een glimlach nog, bij een herinnering uit de eerste tijden waarin treinreizen voor ouderen werd aangemoedigd, onder meer met dé invoering van de 65+-kaart die later zelfs 60+-kaart zou worden. „Mensen haalden die kaart wel op, lie ten er pasfoto's voor maken, hadden de kaart ook altijd bij zich. Maar intussen schaamden velen zich er een beetje voor. Ik heb meegemaakt dat iemand onderweg, zo maar op een willekeurig station, uitstapte omdat hij z'n kaart niet wilde laten zien aan de conducteur. Die tijden zijn gelukkig achter de rug. Met vrijmoedigheid en vreugde wisselen onze ouderen zelfs de bonnen in voor honky-tonky's en dergelijke versnaperin gen, waarop ze korting kunnen krijgen in de stationsrestauraties. Zo hoort het ook. Het openbaar vervoer maakt het ons steeds makkelijker. Dan moeten wij niet moeilijk gaan doen met gevoelens van valse schaamte of zoiets". AADSCHOUTEN Vereniging Reizigers Openbaar Vervoer (ROVER): Postbus 11556. 2502 AN Den Haag. Het vierde artikel in deze reeks had als titel: De mens heeft mensen nodig en een zin eruit luidde: Mensen zullen el kaar opnieuw moeten ontdekken, willen ze in het klein en in het groot overleven. Dat kan namelijk alleen maar samen. De secretaris van de stichting: Man vrouw-samenleving uit Doetinchem stemt hier van harte mee in, maar voegt eraan toe: „Gelukkig echter is de maat schappelijke realiteit over het geheel ge nomen nog niet zo somber als hier door u wordt weergegeven. Er wordt niet méér maar juist minder gescheiden de laatste jaren; er worden meer huwelijken gesloten; meer kinderen geboren. Wat begonnen is als bevrijding en emancipa tie hoeft dus nog niet zomaar te belan den in een compleet doodlopende straat. Dat goede nieuws moet meer naar voren worden gehaald. Politiek Den Haag zou nog bijtijds te verstaan moeten krijgen, dat de meeste mensen helemaal niet voelen voor individualisering". Een grootvader van 72 uit Drenthe vraagt met name aan de ouderen om wel eerlijk te blijven: „Men moet ophouden met de vroegere toestanden te idealise ren. Men woonde toen meer bij elkaar. Gezinnen van drie generaties was heel normaal. Maar (lat gebeurde echt niet omdat men het zo leuk vond. Het was pure noodzaak en de verhoudingen wa ren echt altijd niet even liefderijk, maar vaak zelfs allerbelabberdst. Daarbij heb ben ouderen het ook nog nooit zo goed gehad als nu. Men heeft nu de gelegen heid om te wonen zoals men zelf wil. Men kan inderdaad vereenzamen, maar men kan ook zelf daar wat aan doen. En wat betreft de kreet van sommige oude ren-activisten: de maatschappij moet meer voor ons doen, want wij hebben de naoorlogse welvaart opgebouwd. Laat men dan bedenken, dat dezelfde genera tie ook de oorlog heeft voortgebracht". Beproefd Een lezer uit het Haagse geeft voorbeel den van zogenaamde vriendschappen, die tegenvallen en concludeert: „Met u ben ik van mening dat de mens is ge maakt om in een of ander groepsver band te (oyer)leven, waar toch ook weer een zekere vrijblijvendheid aan vast moet zitten, zoals in uw Afrikaanse voorbeeld waar iemand wordt uitgeslo ten van de gemeenschap. Met u blijf ik het houden op de geijkte en beproefde verbanden van gezin, kerk en staat. In het groepsverband houd ik niet van uit spraken als: jouw vrienden zijn mijn vrienden. Ook de begrippen vriend en vriendschap vragen om een nadere om schrijving, evenals de in kerkelijke kring overdadig gebruikte titulatuur: broeders en zusters". Een jonge onderwijzer uit Drenthe pro beert nader te definiëren: „Emancipatie wordt in belangrijke mate als bevrijding van gezin, maatschappij en kerk ver staan met als motto: geoorloofd is wat aangenaam is. Onbruikbare bejaarden worden aan de kant geschoven en het ouderlijk erfgoed ijskoud in bezit geno men. Proletarisch winkelen in asociale warenhuizen wordt vervolgd door plan matige rooftochten binnen de door de verzekering beschermde overvloedmaat schappij. Op de vrijheid in het huwelijk volgt een algemeen afstand doen van de levenslange coitus, dat wil zeggen het le venslang samengaan. Het is allemaal te herleiden tot de oude erfzonde van als God willen zijn". Een vrouw van 63 jaar uit Emmen wil verder gaan dan analyses: „Daar heb je weer iemand, die alles weet en op een rijtje zet. Allemaal waarheden, keiharde waarheden. Waar is dat nu voor nodig om zoveel tijd en energie hierin te ste ken? Wat men nodig heeft zijn positieve geluiden. Schrijf toch over de positieve kanten van geloof en bijbelse waarden; over een liefdevolle God en Vader, die uitziet naar zijn kinderen, die schuld willen erkennen en over het verkeerd omgaan met Gods woord en zijn prach tige schepping". Pijn Maar ook het antwoord van christenen is soms onder de maat. Een vrouw uit het Haagse, die zichzelf een „afgekeurde katholiek" noemt, schrijft: „Toen mijn enig kind werd geboren met een licha melijke handicap en ik ook nog een ste vige postnatale depressie kreeg, bleven mijn vrienden weg. Je mag heden ten dage immers niet verdrietig meer zijn als je kind een klein handje heeft met alleen een halve pink en verder stompjes. Want kijk maar naar de geestelijk gehan dicapten. Het heeft mij vier jaar gezond heid en ellende gekost om te leren dat ik best verdrietig mocht zijn. Want dat kind is toevallig wel mijn grootste schat, die ik o zo graag tien vingers had ge gund. Na de donkere tunnel waren alle vrienden weg en ook de kerk en de do minee. Daarna kwam ik in contact met een kapelaan. Fijne man, fijne gesprek ken en ik ging de rk-kerk bezoeken. Een poos later ben ik gedoopt en zijn opvol ger was er toen al. Die weigerde me te feliciteren; wees ons af omdat mijn man niet katholiek werd. Die opvolger is nu al meer dan twee jaar bezig om me uit de parochie te treiteren. Het is hem ge lukt. Ik zit weer in een niemandsland. Wilde zielsgraag naar de kerk; kan niet meer. Het doet allemaal verrekte pijn". Een technicus uit Leiden zit met een an der erg probleem: „Mijn vrouw zegt niet meer met mij samen te kunnen leven omdat ik te veel mijn eigen weg ben ge gaan en haar niet voldoende aandacht en liefde heb gegeven. Ik sta nu op een moeilijk punt in mijn leven. Mijn vrouw heeft een scheidingsprocedure op gang gezet. Ik heb ingezien, dat ik ziende blind ben geweest, maar ik ben bang dat het te laat is. Ik ben me ervan bewust dat ik het afgelopen jaar meer genomen dan gegeven heb, maar ik ben nu bereid meer van mezelf te geven. Maar hoe ver kan ik gaan zonder mezelf geweld aan te doen? Mijn vrouw zegt dat ze geen liefde meer voor me voelt na alles wat er ge beurd en niet gebeurd is. Hoe kan een vader nog functioneren als de kinderen straks toegewezen worden aan de moe der? Ik probeer alsnog een oplossing te vinden, waar ik helemaal naar eer en ge weten achter kan staan". Een collega-technicus van 32 jaar uit Hengelo is al tien jaar alleen en schrijft: „De mens heeft mensen nodig is een heel waar woord, maar hoevelen doen het niet af als onzin. „Ieder voor zich en God voor ons allen" is toch tegenwoor dig het motto. Tijd voor elkaar is er niet meer, het leeftempo is naar een bijna onmogelijke snelheid gegroeid. Open zijn en eerlijk zijn, soms tijd nemen voor een ander. Het wordt toch maar al te vaak afgedaan als idioot en vreemd. Open en eerlijk zijn, respect hebben voor de ander en de natuur, wordt vol gens mij door anderen genadeloos afge straft. Mensen vertrouwen elkaar niet meer en hoe kun je elkaar helpen als er geen vertrouwen is? Maar de samenle ving is gebaseerd op samen te zijn. On danks het feit, dat ik degene om samen mee te zijn nog niet gevonden heb, pleit ik voor het gezin als hoeksteen". Filosoof En dan is er de filosoof uit Twente, die er niet uitkomt: „Ik vraag me af of een mens wel sterft van eenzaamheid en niet veeleer aan het verstoken blijven van echte relaties. Want ook op de momen ten van echte relatie weet ik niet waar het andere of de ander is. Tegelijkertijd is er de ervaring van het dichtbij en on eindig ver weg. De eenzaamheid wordt op die momenten naar mijn gevoel ook niet weggenomen, maar het zijn wel mo menten van diepe verbondenheid, die me in staat stellen te leven". Tenslotte nog een huisvrouw van 40 uit Winschoten: „Na veel nadenken en dis cussie kom ik tot de conclusie dat de grootste frustratie van deze tijd is: van alles opmerken en er ongelukkig over zijn en dan machteloos zijn om dingen te veranderen. Er is namelijk volgens mij geen weg terug. Ik ben van mening dat alleen de Schepper de hele schepping nog kan en zal herstellen. Wij hebben er een grote puinhoop van gemaakt. Moeten we dan maar werkeloos toezien en wachten tot het voorbij is? Natuurlijk niet. Dat meisje in Kameroen, die van eenzaamheid in het bos stierf, kunnen we niet helpen. Maar onze eigen kinde ren hebben liefde en aandacht en tijd nodig. Als moeders en vaders zich waar willen maken in hun gezin dan leveren ze alvast de beste bijdrage aan een betere maatschappij. Onze kinderen, die moeten leven in een turbulente tijd heb ben een stabiele basis hard nodig". YPESCHAAF

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1988 | | pagina 22