Heller duikt in alle gaten
van de cultuurgeschiedenis
Clancy en Quayle
hand in hand
tegen het kwaad
Vingeroefeningen van langdradige Dahl
Dr. Zeldenrust
zet ontleedwerk
met de pen voorf
BOEKEN/PLATEN
EeidócSowcwtt
VRIJDAG 25 NOVEMBER 1988 PAGOEKE
FOTO: DIJKSTRA
Sommige fameuze schrijvers maken zolang meer
van hetzelfde, dat hun literatuur te gronde gaat
aan inflatie. Het niemendalletje „De boekhande
laar De chirurg" is daar een typisch voorbeeld
van. Twee karakteristieke Dahliaanse vertellin
gen, waaraan de Engelse schrijver nooit meer dan
een potloodpunt versleten kan hebben: vinger
oefeningen dus.
De verhaaltjes worden verkocht als: „Een origi
nele aanvulling op de favoriete verhalenbundels
van Roald Dahl". Maar Dahl is er de laatste tijd
niet bepaald beter op geworden; hij is praktisch
uitgeschreven in het door hem beoefende genre.
De kracht van Dahl heeft altijd gelegen in de
kleine toevalligheden, die zijn verhalen in de
laatste alinea een volstrekt onverwachte, over
donderde wending gaven. Maar de snotterige
verrassingen die hij de lezer van „De boekhande
laar De chirurg" bereidt, mogen nauwelijks on
verwacht heten. Vooral het tweede verhaal „De
chirurg" heeft een uitermate zwak plot; er is van
een wending zelfs helemaal geen sprake, deze ge
schiedenis kabbelt van begin tot einde voort naar
een ontluisterende anti-climax. Daarbij vergele
ken is „De boekhandelaar" nog een juweeltje, al
is ook zijn schittering wel erg dof.
Dahls personages zijn opgetrokken uit cliché's,
zoals de chanterende boekhandelaar Snott, vol
gens Dahl een nogal 'morsig' type: „Hij was ge
drongen, buikig, kaal en papachtig, en naar het
aanzien van zijn gezicht kon men slechts raden,
want alleen een klein deel ervan was met het
blote oog waarneembaar. Meer dan de helft ging
schuil onder een oerwoud van zwart, borstelig,
licht krullend haar".
Een misdadiger uit de cliché-encyclopedie, een fi
guur van karikaturale afmetingen, die tijdens het
verhaal door Dahl op geen enkele manier tot le
ven gewekt wordt. Dat geldt ook voor zijn andere
personages, zoals Snotts secretaresse Tuttle (de
naam zegt het al) en de chirurg Robert Sandy en
echtgenote: ze blijven allemaal van papier.
Verder zijn Dahls situatieschetsen langdradig, de
dialogen saai en inhoudsloos en zijn stijl te uitleg-
gerig. Deze verhalen kunnen, zoals de uitgever
ons wil doen geloven, beslist geen aanvulling zijn
op de vroegere verhalenbundels van Roald Dahl.
Om van origineel maar niet te spreken: de kwali
ficatie afgezaagd is hier beter op haar plaats.
JOOST GALEMA
Roald Dahl: „De boekhandelaar De chi
rurg". Uitgeverij Meulenhoff, Amsterdam.
Prijs: 16,90.
Robbie Nevil
grabbelt
met succes
in muziek ton
Robbie Nevil zag zijn le
ven in 1986 veranderen-
op het moment dat „C'est
la vie" een hit van inter
nationaal niveau bleek te
zijn. Zijn meesterzet be
waarde hij echter voor de
opvolger van zijn debuut
elpee, de zojuist versche
nen: „A place like this".
Op deze langspeler laat
hij horen meer noten op
zijn zang te hebben dan
nummers, die worden ge
dragen door dansbare rit
mes. „A place like this" is
dan ook een verzameling
composities, die even di
vers is als de letters uit
het alfabet. Daarbij be
wijst hij zich dit keer niet
alleen als een vakkundig
arrangeur, maar ook als
een soepelklinkende gita
rist. Voor de uitvoering
van de teksten die, hoe
wel ze veelal de liefde tot
onderwerp hebben, ner
gens voorspelbaar zijn,
putte hij uit elk denkbare
muzieksoort, waardoor de
luisteraar op het ene mo
ment kan dansen („Back
on holiday") om op het
volgende ogenblik te
kunnen wegdromen bij
een sentimentele ballade
(zóals bij het triest klin
kende „Too Soon", dat
onder anderen werd op
gedragen aan de overle
den producer Alex Sad-
kin). De grote kracht van
Robbie Nevil ligt omslo
ten in de vakkundige en
speelse manier waarop hij
verschillende muziek
soorten (zoals jazz,
rhythm blues, funk en
rock) met elkaar weet te
vermengen. Bovendien
blijkt hij in staat met zijn
uiterst soepele stem de
songs van een eigen stem
pel te voorzien.
„A place like this" is dan
ook een gevarieerde
plaat, waarop zowel het
Prince-achtige „Love and
money" als het tot een
gospelsong uitgroeiende
„Holding on" is terug te
vinden. De elpee portret
teert Robbie Nevil als een
talent, dat mag worden
gekoesterd. De Ameri
kaan hoort thuis in het
rijtje van George Michael.
Hoewel hij niet zo goed
oogt, wint hij van de En
gelsman op punten door
zijn fantasievollere invul
ling van de songs.
HANS PIËT
In het Metropolitan in New
York hangt een schilderij van
Rembrandt met de titel „Aris-
toteles". Het is uit 1653. Rem
brandt toont Aristoteles ge
kleed in een nogal praalzuch
tig zeventiende-eeuwse kos
tuum, met een zware ketting
om. Hij legt zijn rechterhand
op het hoofd van een stenen
buste, die Homerus moet voor
stellen. Dit schilderij is het
aanknopingspunt van Joseph
Heller voor een boek met de
titel „Verbeeld je", waarin hij
steeds weer door de tijd reist.
Van zeventiende eeuw naar
klassieke oudheid en dan weer
naar de twintigste eeuw.
Steeds uitgaande van deze drie
personen: Rembrandt, Aristo
teles en Homerus.
Joseph Heller is bekend ge
worden door een magistraal,
uiterst komisch en zeer som
ber verhaal over een Ameri
kaans soldaat in een oorlogssi
tuatie op een basis in een Azia
tisch land, waar hij in een vol
komen idiote werkelijkheid
zat: alles wat gebeurde leidde
tot ondergang, geweld, vrese
lijke dingen. „Catch 22" heette
dat boek. Nu is Heller, zoals
ook in andere grote romans, in
de geschiedenis aan het gras
duinen op zoek naar onder
werpen, die zijn levensvisie
kunnen uitbeelden. In het ver
haal over Rembrandt en de
oude grieken is hij geweldig op
dreef. Niet als romanschrijver,
maar meer als causeur, als een
wijze commentator, die met al
lerlei knipogen, ironie, over
tuigingen en paradoxen erg
v'eel vertelt over zijn figuren,
hun tijd, de samenhangen tus
sen de betekenis van dit alles
voor de huidige lezer en voor-
Joseph Heller: „Verbeeld je"
- „Picture this", een roman.
Uitgave De Prom/Anthos.
Prijs 34,50.
al ook de huidige schrijver, Jo
seph Heller.
FOTO:SP
Uitvoerig en zeer beeldend
gaat Heller in op handel en
wandel van Rembrandt, op de
stad waar hij werkte. Amster
dam in de zeventiende eeuw.
Het wordt werkelijk magi
straal uitgebeeld. De negotie in
haring, waarvoor zout moest
worden geïmporteerd, wat
weer leidde tot handel met
tropische landen. De groei en
bloei van Amsterdam. De
slimme manier waarop de op
financieel gebied rampzalige
Rembrandt daardoorheen liep,
met de relaties met zijn vrou
wen.
De klassieke historie: Aristote
les en de Griekse filosofen van
de Stoa en anderen: Plato. De
geschiedenis van Athene in
opkomst en groei, van de ba
kermat van de demokratie. En
dan weer de mythe van Ho
merus. Steeds blijft het boek
gerelateerd aan de aktualiteit:
„Roeiend en zeilend per triëre
van Athene naar Syracuse
duurde toentertijd ongeveer
net zo lang als tegenwoordig
per troepenschip van Califor-
nië naar Vietnam, of van Was
hington naar het vliegveld
Beiroet of naar de Perzische
Golf. Voer nooit een oorlog in
een ver, vijandig gebied als je
niet van plan bent er te gaan
wonen. De bevolking overtreft
je in aantal, je aanwezigheid
werkt als een rode lap op een
stier, het gezag dat je hebt in
gesteld óm de orde te handha
ven zal de orde niet handha
ven, ge zult nooit kunnen win
nen als de bevolking door
blijft vechten en je kunt alleen
maar met volkerenmoord het
hardnekkig, lokale, gewapend
verzet de kop indrukken."
Heller is weer op de hopeloze
soldatenpost van zijn held uit
„Catch 22" terug, de positie die
een Amerikaans intellectueel
met zelfrespect en bijbehorend
schuldgevoel niet kan verge
ten. Korea en Vietman. De
waanzin van die oorlogen.
Het is knap hoe Heller in staat
is de historie uit de Amster
damse Gouden eeuw en uit de
Griekse oudheid samen te
smelten tot een voor de aktua
liteit geldend geheel. Maar li
terair is het een heel eenzijdi
ge benadering, hoe scherp Hel
ler ook kijkt naar zijn helden,
hoe scherp hij hen ook laat kij
ken naar hun leven en hoe
veel Heller ook weet van dat
leven. Als je gelooft dat men
sen niet in staat zijn bij te dra
gen tot een voortgang van de
menselijke beschaving en cul
tuur, kun je Heller volgen.
Maar als je - als kind van de
jaren zestig, zoals Heller para
doxaal genoeg ook is -, werke
lijk gelooft in iuist die moge
lijkheden van de mens („What
a piece of work is man!") raak
je verbijsterd door de onmoge
lijkheid van deze grote cul
tuur-dragers uit het verleden
iets aan vooruitgang van de
cultuur te doen.
„De Nachtwacht" waar in 1915
een schoenmaker een stuk uit
sneed waarna in 1975 een ex-
onderwijzer met een gekarteld
broodmes nog eens een aanval
op dit schilderij ondernam, zo
als Heller vermeldt, is volgens
Heller „een van de beste
slechte schilderijen van Rem
brandt", met de aantekening
dat het ironisch is dat dit schil
derij zijn beroemdste zou wor
den. In Rembrandt's kunst ge
looft Heller nauwelijks!
De verbeelding aan de macht,
heette het indertijd, toen
„Catch 22" beroemd werd.
„Verbeeld je", zegt Heller nu,
waarmee hij al zijn ongeloof in
de verbeelding lijkt te willen
samenvatten. Maar dat wel in
een briljant meesterschap en
met een groot verbeeldings
vermogen.
JAN VERSTAPPEN
Een gedenkwaardig moment,
enkele jaren geleden, in de
Amerikaanse Senaat. Heftige
discussies over de defensie-be
groting, met name over het
geld voor anti-satellietwapens.
Een van de leden van de Se
naat, de vertegenwoordiger
van de staat Indiana, zwaait
driftig met een boek, een ro
man over een Russische on
derzeeboot-kapitein, die met
schip en al naar het Westen
overvaart. Dat boek, zo be
toogt hij, bewijst de noodzaak
van anti-satellietwapens.
Bij de uiteindelijke stemming
is een meerderheid van de se
natoren het met hun jonge col
lega eens. Zijn naam. Dan
Quayle, sinds 8 november ae
toekomstige vice-president
van de Verenigde Staten. Het
boek waarmee hij zwaaide
„De jacht op de Rode Okto
ber", de eerste „techno-thril-
ler" van Tom Clancy.
Inmiddels heeft Clancy het
manuscript van zijn vijfde
boek vrijwel klaar. Niet dat-ie
zonodig nog moest schrijven,
want zijn eerste vier boeken
hebben hem veelvoudig dol
lar-miljonair gemaakt. Maar
het contract voor dat vijfde
boek leverde hem een paar
miljoen dollar op, nog voor hij
iets op papier had gezet. Dan
ga je er nog wel even voor zit
ten.
V erzekeringsagent
Een paar jaar geleden liep
Tom Clancy nog als verzeke
ringsagent de deuren langs in
de staat Maryland. Zijn gezin
moest immers eten. Zijn vrije
tijd bracht hij door in boeken,
vooral over oorlogen, wapen
tuig en grote veldheren uit de
militaire geschiedenis.
Op een gegeven moment
bsloot hij zelf een verhaal op
papier te zetten. Wekenlang
zat hij thuis achter de schrijf
machine. Rijkelijk puttend uit
de enorme hoeveelheid infor
matie die hij al die jaren had
verzameld, schreef hij een
verhaal over een commandant
van een Russische onderzeeër,
die met schip en al de wijk
neemt naar het Westen. Het
werd een ongemeen spannend
boek en een etalage van de
technologische mogelijkheden
van vooral de Amerikaanse
strijdkrachten.
Van dit boek, „De Jacht op de
Rode Oktober", gingen uitein
delijk meer dan 4,4 miljoen
exemplaren over de toonbank.
„Operatie Rode Storm", over
de Derde Wereldoorlog, was
het tweede boek van Clancy,
en opnieuw een daverend suc
ces. Met zijn derde boek, „On
gelijke Strijd" deed Clancy een
uitstapje naar het terrorisme:
dr verbeten jacht van de IRA
op de Britse kroonprins. Span
nend en ongetwijfeld goed
voor de verkoop in het Vere
nigd Koninkrijk, maar toch
niet het genre waarmee Clan
cy beroemd is geworden. Met
„Kardinaal van het Kremlin",
zijn nieuwste, is hij weer op
het recht(s)e pad terugge
keerd.
Militaire kennis
Clancy's genre is, zoals gezegd,
de „techno-thriller". Geen
vrijblijvend en/of fantastische
verhaal over spionnen, gehei
men en dreigende oorlogen
la James Bond, maar boeken
die gebaseerd zijn op de be
staande militaire kennis en
mogelijkheden. Clancy weet er
zó veel van, dat de generaals
in het Amerikaanse ministerie
van defensie zich een rotje
schrokken toen zij zijn eerste
boek lazen. Clancy, zo riepen
zij in koor, onthulde het ene
marine-geheim na het andere.
De werkelijkheid was anders.
Vrijwel alles wat Clancy be
schreef had hij uit tijdschriften
en boeken gehaald, die voor
iedereen toegankelijk zijn.
Na enige tijd kwam het inzicht
dat Clancy alleen maar voor
deel opleverde. Spoedig daar
na werden vergelijkingen ge
trokken met de film „Top
Gun", die overal waar hij
werd vertoond de interesse en
waardering voor de lucht
macht deed opleven.
Inmiddels kan Clancy niet
meer kapot bij de Amerikaan
se militairen. De poorten van
kazernes en de deuren van het
Pentagon staan wiid voor hem
open. Er zijn zelfs militaire
academies waar de leerlingen
wordt aangeraden naast de
verplichte werken van Von
Clauswitz in elk geval ook
Clancy te lezen. En Ronald
Reagan onthulde ooit dat hij
ook boeken las. Juist; die van
Clancy.
Altijd winnen
Die militaire adoratie is goed
verklaarbaar. De Amerikaanse
militairen in de boeken van
Clancy zijn immers altijd de
„good guys". De slechterikken
zijn de Russen, de politici en
de journalisten, niet noodzake
lijkerwijze in die volgorde. De
Amerikanen zijn dapper, op
recht, gelovig en goede huisva
ders. Hun wapens zijn staaltjes
van de Amerikaanse technolo
gische superioriteit. En ze win
nen altijd.
Toch zou Clancy groot onrecht
worden aangedaan, als zijn
boeken in de hoek worden ge
schoven als militairistische
propaganda. Hij is immers de
geestelijke vader van de „tech
no-thriller". En al is het een
genre dat in Nederland waar
schijnlijk lang niet zoveel aan
hangers zal trekken als in de
Verenigde Staten; voor wie
door de patriottistische vlag
heen kan kijken, ziet een zeer
interessante lading.
In „Kardinaal van het Krem
lin" staan, hoe kan het anders,
ruimtewapens en een hervor
mingsgezinde Russische leider
centraal. Het is opnieuw een
mengeling van een spannend
verhaal en een schat aan tech
nische gegevens. Aan een ujt-
Dan Quayle, de toekomstige vice-president van de VS, pakte de
thriller „De jacht op de Rode Oktober" van Tom Clancy erbij om
in een debat over de Amerikaanse defensiebegroting zijn gelijk
te onderstrepen. De foto uit 1971 toont Quayle als National
Guard poserend tegen een dienstauto. Quayle's maatje Bob Bas-
Ier moet zichtbaar niets van de ongedwongen houding hebben.
FOTO: AP
dieping van de karakters van
de hoofdpersonen in zijn boek
komt Clancy, zoals gewoonlijk,
niet toe. In zijn militaire man
nenwereld is geen plaats voor
gevoelens. Dat hoeft ook niet,
want vooraf is al volstrekt dui
delijk wie de goeden zijn en
wie de slechten.
Wet en orde
Zijn vier boeken hebben Clan
cy geen windeiëren gelegd.
Maar naar eigen zeggen is hij
sinds het succes niet veel ver
anderd. Hij is een man van
„law and order". In een inter
view met het weekblad News
week zei hij ooit dat „iedereen
die een kind kwaad doet, voor
zijn kop moet worden gescho
ten en in de goot liggen rot
ten".
Diep in zijn hart zou hij waar
schijnlijk Jack Ryan willen
zijn, de hoofdpersoon in zijn
verhalen, die als een ridder
zonder vrees en blaam ten
strijde trekt tegen het kwaad
in de wereld. Maar zijn be
perkte gezichtsvermogen stond
een dergelijke (militaire) loop
baan in de weg. Naar zijn ei-
fen zeggen had de schrijver
est tankcommandant kunnen
worden. „Ik was een goede ge
weest. Ik heb immers alle boe
ken over veldmaarschalk
Rommel gelezen", aldus Clan-
cy.
Zover zal het nooit komen,
maar de schrijver zelf zei in
het gesprek met Newsweek
wel te verwachten dat hij over
een jaar of twee een baan
krijgt aangeboden op het Ame
rikaanse ministerie van defen
sie.
Tot die tijd blijft Clancy schrij
ven. Op 1 januari moet zijn
nieuwe boek bij de uitgever
liggen. De titel is nog niet be
kend, maar het verhaal gaat
over de onmogelijkheid om
het Amerikaanse leger in te
zetten in de strijd tegen de
drugshandel. Dat is, hoe kan
het anders, ook precies de op
vatting die de hoogste Ameri
kaanse militairen er op na
houden. Leger, luchtmacht en
marine zijn er immers om te
vechten. Het liefst tegen de
Russen.
JOS TIMMERS
Tom Clancy: „Kardinaal
van het Kremlin". Uitgeve
rij: Bruna, Utrecht. Prijs:
rij: B
ƒ35,-.
Dr. J. Zeldenrust
n
Wie terecht zou veronderstel
len dat de nu 82-jarige dr. J.
Zeldenrust dezelfde die al
tijd in kranteartikelen over
moord en doodslag werd om
schreven als degene, die „erbij
geroepen was" om een nader
onderzoek in te stellen naar de
doodsoorzaak van zijn rusti
ge oude dag geniet, vergist
zich deerlijk. Al heeft hij dan
al weer enkele jaren geleden
officieel het ontleedmes terzij
de gelegd, met zijn pen zet hij
hij zijn werk nog steeds voort
Tweeënzestig publicaties heeft
hij inmiddels op zijn naam
staan. Ze worden ook allemaal
genoemd in zijn nieuwste
boek: „Moord ontleed".
Als vervolgens wordt ver
wacht, dat daarmee een thril
lerachtige bestseller op de
markt is verschenen, dan is
dat een misvatting. Veeleer
kan worden gesproken van
een wetenschappelijk werk,
dat mogelijk een wat ruimere
belangstelling zal trekken dan
alleen van medici, dié bok wel
eens te maken hebben met
doodsoorzaken die niet hele
maal „volgens het boekje" zijn
vast te stellen of waar soms
zelfs van verdachte omstan
digheden sprake is.
De titel „Moord ontleed" heeft
de auteur dan ook overgeno
men van een andere schrijver,
zijn oud-collega L. Caspar, die
in 1857 al een „Handboek der
Geregtelijke Geneeskunde" in
het Nederduits schreef. Dokter
Zeldenrust heeft dat, zo zou
men kunnen zeggen, aan de
hand van eigen ervaringen
dunnetjes overgedaan. Als ge
rechtelijke patholoog-anatoom
zegt hij jarenlang meegeleefd
te hebben met wat bij het be
grip moord zoal aan de orde
kan komen.
Opheldering
„Ik heb daarbij leerzame erva
ringen opgedaan. Soms heeft
dat tot de opheldering van een
moord kunnen bijdragen. De
voornaamste functie was ech
ter het geven van deskundige
toelichting aan hen, die dat
ambtshalve behoeven", zo om
schrijft dr. Zeldenrust zijn
taak eraan toevoegend dat hij
het „een allesoverheersende
eis van een dergelijke arts
vindt, dat de medische ver
slaggever zich moet kunnen
losmaken van mogelijke voor
ingenomenheid".
Dat dagbladen verslag geven
van rechtszittingen ziet hij als
net zo positief als zijn eigen
werk. Het kan bijdragen tot
meer begrip. Onjuiste voorstel
lingen van zaken kunnen er
volgens hem ook door worden
beperkt.
Van de secties, zoals hij ze zelf
veelvuldig verrichtte, werd
rd F
itge\
aren<
[atthev
lakk
zijn.
lal is
ike il
de
iemd y
ADVERTENTIE
BRAM
VAN LEEUWEN
SIGNEERT
dre
al iets t<
vroeger net zo goed welhang di
door anderen een orjgaat Rt
voorstelling van zaken jverha;
ven. In de volksmond Helijk
dat dan vaak aangeduib jets w
„het uit elkaar halen va|ecjenis
lijk", een uiterste vormkan zi
verminking, die lijkscl
heet en waar dr. Zeldi
afstand van neemt. Oni
houdt in, zo legt hij uit,
stoffelijk overschot
niet mag worden be
gecremeerd, terwijl
vaststaat dat dit oinnei
dagen moet gebeuren,
dus niet meer en niet
dan lijkopening of gedej
ke ontleding van het 1'
vast te stellen wat er ii
kelijkheid met het slacl
is gebeurd.
Opsporing
De oplossing van dit prolf
ligt dan ook bij justitie, i
bijzonder bij het openba;
nisterie belast met de
ring en vervolging vai
pleegde misdrijven. D«
kunnen gespecialiseerde^®1"
kundigen en zo ook gi
kundige ambtenaren t,
gen. Met een anecdote
verleden toont hij aan]
hier sprake is van
gaande specialisatie.
„De politie rapporteert ai
officier van justitie een
geval dat er verdacht en
terieus uitziet en vraagt
voor sectie een patholoog
toom zullen benaderen. „1
is het antwoord, „ik wil
patholoog-anatoom, ik
Hulst". (Wijlen) de heer J
Hulst was overigens óól
tholoog-anatoom, maar )t3A
zijn kritische instelling
titiële kring vooral beken ??le
de alerte en scherpe wa ave v'
mer en goed luisteraar an. ee
wat er zo al over een ?a 5'
werd verteld, al dan nog ie
bevestigd of tot gerucht ,e®£
stempeld".
Dr. J. Zeldenrust zou hie ®n
zo goed over zichzelf he j1!
kunnen schrijven, want ii ei
titiële kringen zal men &8®n-
wel gauw gezegd hebben: *\aT
het een zaakje voor Zei®,
rust" en niet zozeer voor en,në
of andere patholoog-anato qJ
Allerlei vormen van m
komen terloops ter sprake^
als een criminele vergifti r*
en het gebruik van ch
form. Het onverwachte tflj de
lijden beschrijft hij even ;jn t\
en aan het plotseling ov ênboe
den bij het aanhouden doi|rje r
politie, dat nogal eens ,om e
komt, wijdt hij zelfs een %"Van
hoofdstuk. Ook de zogen^hrij^
de strangulatie, het snoefostrai
samendrukkend geweld oparmj
hals, komt ter sprake. Zei n zjj
houdgreep kan soms een f nder
afloop hebben. Moord rerha
doodslag en stress worden ijn
voerig behandeld. Net al^LlIag
varingen in het buiten en uj
met een Italiaans en Lu: Uustr
burgs drama. vie
Uit een en ander valt af tc ,fcald
den, dat het boek van dr. cind
denrust vooral bedoeld is löop
collegae medici, juristen, ir na;
tiemensen en anderen
rgste
voorbeeld journalisten, i4TT9,9
ook speciaal geïnteresseei
aan de hand van persoo
ke ervaringen studiemate i*
te verschaffen bij het beooLVlC
len van wat er op het get
van moord en doodslag
maal kan gebeuren. Zijn v
naamste taak ook als pa
loog-anatoom in dienst vai*?Ks'
overheid is ook bij deze )nf>€
blicatie, dat blijkt zonneli en
uit het boek: deskundige
lichting geven aan hen die
ambtshalve behoeven. 5
AAD VAN HOLST
Dr. J. Zeldenrust, „M«
ontleed". Uitgeverij: Stu
bv.Hoogezand. Prijs