Heller duikt in alle gaten van de cultuurgeschiedenis Clancy en Quayle hand in hand tegen het kwaad Vingeroefeningen van langdradige Dahl Dr. Zeldenrust zet ontleedwerk met de pen voorf BOEKEN/PLATEN EeidócSowcwtt VRIJDAG 25 NOVEMBER 1988 PAGOEKE FOTO: DIJKSTRA Sommige fameuze schrijvers maken zolang meer van hetzelfde, dat hun literatuur te gronde gaat aan inflatie. Het niemendalletje „De boekhande laar De chirurg" is daar een typisch voorbeeld van. Twee karakteristieke Dahliaanse vertellin gen, waaraan de Engelse schrijver nooit meer dan een potloodpunt versleten kan hebben: vinger oefeningen dus. De verhaaltjes worden verkocht als: „Een origi nele aanvulling op de favoriete verhalenbundels van Roald Dahl". Maar Dahl is er de laatste tijd niet bepaald beter op geworden; hij is praktisch uitgeschreven in het door hem beoefende genre. De kracht van Dahl heeft altijd gelegen in de kleine toevalligheden, die zijn verhalen in de laatste alinea een volstrekt onverwachte, over donderde wending gaven. Maar de snotterige verrassingen die hij de lezer van „De boekhande laar De chirurg" bereidt, mogen nauwelijks on verwacht heten. Vooral het tweede verhaal „De chirurg" heeft een uitermate zwak plot; er is van een wending zelfs helemaal geen sprake, deze ge schiedenis kabbelt van begin tot einde voort naar een ontluisterende anti-climax. Daarbij vergele ken is „De boekhandelaar" nog een juweeltje, al is ook zijn schittering wel erg dof. Dahls personages zijn opgetrokken uit cliché's, zoals de chanterende boekhandelaar Snott, vol gens Dahl een nogal 'morsig' type: „Hij was ge drongen, buikig, kaal en papachtig, en naar het aanzien van zijn gezicht kon men slechts raden, want alleen een klein deel ervan was met het blote oog waarneembaar. Meer dan de helft ging schuil onder een oerwoud van zwart, borstelig, licht krullend haar". Een misdadiger uit de cliché-encyclopedie, een fi guur van karikaturale afmetingen, die tijdens het verhaal door Dahl op geen enkele manier tot le ven gewekt wordt. Dat geldt ook voor zijn andere personages, zoals Snotts secretaresse Tuttle (de naam zegt het al) en de chirurg Robert Sandy en echtgenote: ze blijven allemaal van papier. Verder zijn Dahls situatieschetsen langdradig, de dialogen saai en inhoudsloos en zijn stijl te uitleg- gerig. Deze verhalen kunnen, zoals de uitgever ons wil doen geloven, beslist geen aanvulling zijn op de vroegere verhalenbundels van Roald Dahl. Om van origineel maar niet te spreken: de kwali ficatie afgezaagd is hier beter op haar plaats. JOOST GALEMA Roald Dahl: „De boekhandelaar De chi rurg". Uitgeverij Meulenhoff, Amsterdam. Prijs: 16,90. Robbie Nevil grabbelt met succes in muziek ton Robbie Nevil zag zijn le ven in 1986 veranderen- op het moment dat „C'est la vie" een hit van inter nationaal niveau bleek te zijn. Zijn meesterzet be waarde hij echter voor de opvolger van zijn debuut elpee, de zojuist versche nen: „A place like this". Op deze langspeler laat hij horen meer noten op zijn zang te hebben dan nummers, die worden ge dragen door dansbare rit mes. „A place like this" is dan ook een verzameling composities, die even di vers is als de letters uit het alfabet. Daarbij be wijst hij zich dit keer niet alleen als een vakkundig arrangeur, maar ook als een soepelklinkende gita rist. Voor de uitvoering van de teksten die, hoe wel ze veelal de liefde tot onderwerp hebben, ner gens voorspelbaar zijn, putte hij uit elk denkbare muzieksoort, waardoor de luisteraar op het ene mo ment kan dansen („Back on holiday") om op het volgende ogenblik te kunnen wegdromen bij een sentimentele ballade (zóals bij het triest klin kende „Too Soon", dat onder anderen werd op gedragen aan de overle den producer Alex Sad- kin). De grote kracht van Robbie Nevil ligt omslo ten in de vakkundige en speelse manier waarop hij verschillende muziek soorten (zoals jazz, rhythm blues, funk en rock) met elkaar weet te vermengen. Bovendien blijkt hij in staat met zijn uiterst soepele stem de songs van een eigen stem pel te voorzien. „A place like this" is dan ook een gevarieerde plaat, waarop zowel het Prince-achtige „Love and money" als het tot een gospelsong uitgroeiende „Holding on" is terug te vinden. De elpee portret teert Robbie Nevil als een talent, dat mag worden gekoesterd. De Ameri kaan hoort thuis in het rijtje van George Michael. Hoewel hij niet zo goed oogt, wint hij van de En gelsman op punten door zijn fantasievollere invul ling van de songs. HANS PIËT In het Metropolitan in New York hangt een schilderij van Rembrandt met de titel „Aris- toteles". Het is uit 1653. Rem brandt toont Aristoteles ge kleed in een nogal praalzuch tig zeventiende-eeuwse kos tuum, met een zware ketting om. Hij legt zijn rechterhand op het hoofd van een stenen buste, die Homerus moet voor stellen. Dit schilderij is het aanknopingspunt van Joseph Heller voor een boek met de titel „Verbeeld je", waarin hij steeds weer door de tijd reist. Van zeventiende eeuw naar klassieke oudheid en dan weer naar de twintigste eeuw. Steeds uitgaande van deze drie personen: Rembrandt, Aristo teles en Homerus. Joseph Heller is bekend ge worden door een magistraal, uiterst komisch en zeer som ber verhaal over een Ameri kaans soldaat in een oorlogssi tuatie op een basis in een Azia tisch land, waar hij in een vol komen idiote werkelijkheid zat: alles wat gebeurde leidde tot ondergang, geweld, vrese lijke dingen. „Catch 22" heette dat boek. Nu is Heller, zoals ook in andere grote romans, in de geschiedenis aan het gras duinen op zoek naar onder werpen, die zijn levensvisie kunnen uitbeelden. In het ver haal over Rembrandt en de oude grieken is hij geweldig op dreef. Niet als romanschrijver, maar meer als causeur, als een wijze commentator, die met al lerlei knipogen, ironie, over tuigingen en paradoxen erg v'eel vertelt over zijn figuren, hun tijd, de samenhangen tus sen de betekenis van dit alles voor de huidige lezer en voor- Joseph Heller: „Verbeeld je" - „Picture this", een roman. Uitgave De Prom/Anthos. Prijs 34,50. al ook de huidige schrijver, Jo seph Heller. FOTO:SP Uitvoerig en zeer beeldend gaat Heller in op handel en wandel van Rembrandt, op de stad waar hij werkte. Amster dam in de zeventiende eeuw. Het wordt werkelijk magi straal uitgebeeld. De negotie in haring, waarvoor zout moest worden geïmporteerd, wat weer leidde tot handel met tropische landen. De groei en bloei van Amsterdam. De slimme manier waarop de op financieel gebied rampzalige Rembrandt daardoorheen liep, met de relaties met zijn vrou wen. De klassieke historie: Aristote les en de Griekse filosofen van de Stoa en anderen: Plato. De geschiedenis van Athene in opkomst en groei, van de ba kermat van de demokratie. En dan weer de mythe van Ho merus. Steeds blijft het boek gerelateerd aan de aktualiteit: „Roeiend en zeilend per triëre van Athene naar Syracuse duurde toentertijd ongeveer net zo lang als tegenwoordig per troepenschip van Califor- nië naar Vietnam, of van Was hington naar het vliegveld Beiroet of naar de Perzische Golf. Voer nooit een oorlog in een ver, vijandig gebied als je niet van plan bent er te gaan wonen. De bevolking overtreft je in aantal, je aanwezigheid werkt als een rode lap op een stier, het gezag dat je hebt in gesteld óm de orde te handha ven zal de orde niet handha ven, ge zult nooit kunnen win nen als de bevolking door blijft vechten en je kunt alleen maar met volkerenmoord het hardnekkig, lokale, gewapend verzet de kop indrukken." Heller is weer op de hopeloze soldatenpost van zijn held uit „Catch 22" terug, de positie die een Amerikaans intellectueel met zelfrespect en bijbehorend schuldgevoel niet kan verge ten. Korea en Vietman. De waanzin van die oorlogen. Het is knap hoe Heller in staat is de historie uit de Amster damse Gouden eeuw en uit de Griekse oudheid samen te smelten tot een voor de aktua liteit geldend geheel. Maar li terair is het een heel eenzijdi ge benadering, hoe scherp Hel ler ook kijkt naar zijn helden, hoe scherp hij hen ook laat kij ken naar hun leven en hoe veel Heller ook weet van dat leven. Als je gelooft dat men sen niet in staat zijn bij te dra gen tot een voortgang van de menselijke beschaving en cul tuur, kun je Heller volgen. Maar als je - als kind van de jaren zestig, zoals Heller para doxaal genoeg ook is -, werke lijk gelooft in iuist die moge lijkheden van de mens („What a piece of work is man!") raak je verbijsterd door de onmoge lijkheid van deze grote cul tuur-dragers uit het verleden iets aan vooruitgang van de cultuur te doen. „De Nachtwacht" waar in 1915 een schoenmaker een stuk uit sneed waarna in 1975 een ex- onderwijzer met een gekarteld broodmes nog eens een aanval op dit schilderij ondernam, zo als Heller vermeldt, is volgens Heller „een van de beste slechte schilderijen van Rem brandt", met de aantekening dat het ironisch is dat dit schil derij zijn beroemdste zou wor den. In Rembrandt's kunst ge looft Heller nauwelijks! De verbeelding aan de macht, heette het indertijd, toen „Catch 22" beroemd werd. „Verbeeld je", zegt Heller nu, waarmee hij al zijn ongeloof in de verbeelding lijkt te willen samenvatten. Maar dat wel in een briljant meesterschap en met een groot verbeeldings vermogen. JAN VERSTAPPEN Een gedenkwaardig moment, enkele jaren geleden, in de Amerikaanse Senaat. Heftige discussies over de defensie-be groting, met name over het geld voor anti-satellietwapens. Een van de leden van de Se naat, de vertegenwoordiger van de staat Indiana, zwaait driftig met een boek, een ro man over een Russische on derzeeboot-kapitein, die met schip en al naar het Westen overvaart. Dat boek, zo be toogt hij, bewijst de noodzaak van anti-satellietwapens. Bij de uiteindelijke stemming is een meerderheid van de se natoren het met hun jonge col lega eens. Zijn naam. Dan Quayle, sinds 8 november ae toekomstige vice-president van de Verenigde Staten. Het boek waarmee hij zwaaide „De jacht op de Rode Okto ber", de eerste „techno-thril- ler" van Tom Clancy. Inmiddels heeft Clancy het manuscript van zijn vijfde boek vrijwel klaar. Niet dat-ie zonodig nog moest schrijven, want zijn eerste vier boeken hebben hem veelvoudig dol lar-miljonair gemaakt. Maar het contract voor dat vijfde boek leverde hem een paar miljoen dollar op, nog voor hij iets op papier had gezet. Dan ga je er nog wel even voor zit ten. V erzekeringsagent Een paar jaar geleden liep Tom Clancy nog als verzeke ringsagent de deuren langs in de staat Maryland. Zijn gezin moest immers eten. Zijn vrije tijd bracht hij door in boeken, vooral over oorlogen, wapen tuig en grote veldheren uit de militaire geschiedenis. Op een gegeven moment bsloot hij zelf een verhaal op papier te zetten. Wekenlang zat hij thuis achter de schrijf machine. Rijkelijk puttend uit de enorme hoeveelheid infor matie die hij al die jaren had verzameld, schreef hij een verhaal over een commandant van een Russische onderzeeër, die met schip en al de wijk neemt naar het Westen. Het werd een ongemeen spannend boek en een etalage van de technologische mogelijkheden van vooral de Amerikaanse strijdkrachten. Van dit boek, „De Jacht op de Rode Oktober", gingen uitein delijk meer dan 4,4 miljoen exemplaren over de toonbank. „Operatie Rode Storm", over de Derde Wereldoorlog, was het tweede boek van Clancy, en opnieuw een daverend suc ces. Met zijn derde boek, „On gelijke Strijd" deed Clancy een uitstapje naar het terrorisme: dr verbeten jacht van de IRA op de Britse kroonprins. Span nend en ongetwijfeld goed voor de verkoop in het Vere nigd Koninkrijk, maar toch niet het genre waarmee Clan cy beroemd is geworden. Met „Kardinaal van het Kremlin", zijn nieuwste, is hij weer op het recht(s)e pad terugge keerd. Militaire kennis Clancy's genre is, zoals gezegd, de „techno-thriller". Geen vrijblijvend en/of fantastische verhaal over spionnen, gehei men en dreigende oorlogen la James Bond, maar boeken die gebaseerd zijn op de be staande militaire kennis en mogelijkheden. Clancy weet er zó veel van, dat de generaals in het Amerikaanse ministerie van defensie zich een rotje schrokken toen zij zijn eerste boek lazen. Clancy, zo riepen zij in koor, onthulde het ene marine-geheim na het andere. De werkelijkheid was anders. Vrijwel alles wat Clancy be schreef had hij uit tijdschriften en boeken gehaald, die voor iedereen toegankelijk zijn. Na enige tijd kwam het inzicht dat Clancy alleen maar voor deel opleverde. Spoedig daar na werden vergelijkingen ge trokken met de film „Top Gun", die overal waar hij werd vertoond de interesse en waardering voor de lucht macht deed opleven. Inmiddels kan Clancy niet meer kapot bij de Amerikaan se militairen. De poorten van kazernes en de deuren van het Pentagon staan wiid voor hem open. Er zijn zelfs militaire academies waar de leerlingen wordt aangeraden naast de verplichte werken van Von Clauswitz in elk geval ook Clancy te lezen. En Ronald Reagan onthulde ooit dat hij ook boeken las. Juist; die van Clancy. Altijd winnen Die militaire adoratie is goed verklaarbaar. De Amerikaanse militairen in de boeken van Clancy zijn immers altijd de „good guys". De slechterikken zijn de Russen, de politici en de journalisten, niet noodzake lijkerwijze in die volgorde. De Amerikanen zijn dapper, op recht, gelovig en goede huisva ders. Hun wapens zijn staaltjes van de Amerikaanse technolo gische superioriteit. En ze win nen altijd. Toch zou Clancy groot onrecht worden aangedaan, als zijn boeken in de hoek worden ge schoven als militairistische propaganda. Hij is immers de geestelijke vader van de „tech no-thriller". En al is het een genre dat in Nederland waar schijnlijk lang niet zoveel aan hangers zal trekken als in de Verenigde Staten; voor wie door de patriottistische vlag heen kan kijken, ziet een zeer interessante lading. In „Kardinaal van het Krem lin" staan, hoe kan het anders, ruimtewapens en een hervor mingsgezinde Russische leider centraal. Het is opnieuw een mengeling van een spannend verhaal en een schat aan tech nische gegevens. Aan een ujt- Dan Quayle, de toekomstige vice-president van de VS, pakte de thriller „De jacht op de Rode Oktober" van Tom Clancy erbij om in een debat over de Amerikaanse defensiebegroting zijn gelijk te onderstrepen. De foto uit 1971 toont Quayle als National Guard poserend tegen een dienstauto. Quayle's maatje Bob Bas- Ier moet zichtbaar niets van de ongedwongen houding hebben. FOTO: AP dieping van de karakters van de hoofdpersonen in zijn boek komt Clancy, zoals gewoonlijk, niet toe. In zijn militaire man nenwereld is geen plaats voor gevoelens. Dat hoeft ook niet, want vooraf is al volstrekt dui delijk wie de goeden zijn en wie de slechten. Wet en orde Zijn vier boeken hebben Clan cy geen windeiëren gelegd. Maar naar eigen zeggen is hij sinds het succes niet veel ver anderd. Hij is een man van „law and order". In een inter view met het weekblad News week zei hij ooit dat „iedereen die een kind kwaad doet, voor zijn kop moet worden gescho ten en in de goot liggen rot ten". Diep in zijn hart zou hij waar schijnlijk Jack Ryan willen zijn, de hoofdpersoon in zijn verhalen, die als een ridder zonder vrees en blaam ten strijde trekt tegen het kwaad in de wereld. Maar zijn be perkte gezichtsvermogen stond een dergelijke (militaire) loop baan in de weg. Naar zijn ei- fen zeggen had de schrijver est tankcommandant kunnen worden. „Ik was een goede ge weest. Ik heb immers alle boe ken over veldmaarschalk Rommel gelezen", aldus Clan- cy. Zover zal het nooit komen, maar de schrijver zelf zei in het gesprek met Newsweek wel te verwachten dat hij over een jaar of twee een baan krijgt aangeboden op het Ame rikaanse ministerie van defen sie. Tot die tijd blijft Clancy schrij ven. Op 1 januari moet zijn nieuwe boek bij de uitgever liggen. De titel is nog niet be kend, maar het verhaal gaat over de onmogelijkheid om het Amerikaanse leger in te zetten in de strijd tegen de drugshandel. Dat is, hoe kan het anders, ook precies de op vatting die de hoogste Ameri kaanse militairen er op na houden. Leger, luchtmacht en marine zijn er immers om te vechten. Het liefst tegen de Russen. JOS TIMMERS Tom Clancy: „Kardinaal van het Kremlin". Uitgeve rij: Bruna, Utrecht. Prijs: rij: B ƒ35,-. Dr. J. Zeldenrust n Wie terecht zou veronderstel len dat de nu 82-jarige dr. J. Zeldenrust dezelfde die al tijd in kranteartikelen over moord en doodslag werd om schreven als degene, die „erbij geroepen was" om een nader onderzoek in te stellen naar de doodsoorzaak van zijn rusti ge oude dag geniet, vergist zich deerlijk. Al heeft hij dan al weer enkele jaren geleden officieel het ontleedmes terzij de gelegd, met zijn pen zet hij hij zijn werk nog steeds voort Tweeënzestig publicaties heeft hij inmiddels op zijn naam staan. Ze worden ook allemaal genoemd in zijn nieuwste boek: „Moord ontleed". Als vervolgens wordt ver wacht, dat daarmee een thril lerachtige bestseller op de markt is verschenen, dan is dat een misvatting. Veeleer kan worden gesproken van een wetenschappelijk werk, dat mogelijk een wat ruimere belangstelling zal trekken dan alleen van medici, dié bok wel eens te maken hebben met doodsoorzaken die niet hele maal „volgens het boekje" zijn vast te stellen of waar soms zelfs van verdachte omstan digheden sprake is. De titel „Moord ontleed" heeft de auteur dan ook overgeno men van een andere schrijver, zijn oud-collega L. Caspar, die in 1857 al een „Handboek der Geregtelijke Geneeskunde" in het Nederduits schreef. Dokter Zeldenrust heeft dat, zo zou men kunnen zeggen, aan de hand van eigen ervaringen dunnetjes overgedaan. Als ge rechtelijke patholoog-anatoom zegt hij jarenlang meegeleefd te hebben met wat bij het be grip moord zoal aan de orde kan komen. Opheldering „Ik heb daarbij leerzame erva ringen opgedaan. Soms heeft dat tot de opheldering van een moord kunnen bijdragen. De voornaamste functie was ech ter het geven van deskundige toelichting aan hen, die dat ambtshalve behoeven", zo om schrijft dr. Zeldenrust zijn taak eraan toevoegend dat hij het „een allesoverheersende eis van een dergelijke arts vindt, dat de medische ver slaggever zich moet kunnen losmaken van mogelijke voor ingenomenheid". Dat dagbladen verslag geven van rechtszittingen ziet hij als net zo positief als zijn eigen werk. Het kan bijdragen tot meer begrip. Onjuiste voorstel lingen van zaken kunnen er volgens hem ook door worden beperkt. Van de secties, zoals hij ze zelf veelvuldig verrichtte, werd rd F itge\ aren< [atthev lakk zijn. lal is ike il de iemd y ADVERTENTIE BRAM VAN LEEUWEN SIGNEERT dre al iets t< vroeger net zo goed welhang di door anderen een orjgaat Rt voorstelling van zaken jverha; ven. In de volksmond Helijk dat dan vaak aangeduib jets w „het uit elkaar halen va|ecjenis lijk", een uiterste vormkan zi verminking, die lijkscl heet en waar dr. Zeldi afstand van neemt. Oni houdt in, zo legt hij uit, stoffelijk overschot niet mag worden be gecremeerd, terwijl vaststaat dat dit oinnei dagen moet gebeuren, dus niet meer en niet dan lijkopening of gedej ke ontleding van het 1' vast te stellen wat er ii kelijkheid met het slacl is gebeurd. Opsporing De oplossing van dit prolf ligt dan ook bij justitie, i bijzonder bij het openba; nisterie belast met de ring en vervolging vai pleegde misdrijven. D« kunnen gespecialiseerde^®1" kundigen en zo ook gi kundige ambtenaren t, gen. Met een anecdote verleden toont hij aan] hier sprake is van gaande specialisatie. „De politie rapporteert ai officier van justitie een geval dat er verdacht en terieus uitziet en vraagt voor sectie een patholoog toom zullen benaderen. „1 is het antwoord, „ik wil patholoog-anatoom, ik Hulst". (Wijlen) de heer J Hulst was overigens óól tholoog-anatoom, maar )t3A zijn kritische instelling titiële kring vooral beken ??le de alerte en scherpe wa ave v' mer en goed luisteraar an. ee wat er zo al over een ?a 5' werd verteld, al dan nog ie bevestigd of tot gerucht ,e®£ stempeld". Dr. J. Zeldenrust zou hie ®n zo goed over zichzelf he j1! kunnen schrijven, want ii ei titiële kringen zal men &8®n- wel gauw gezegd hebben: *\aT het een zaakje voor Zei®, rust" en niet zozeer voor en,në of andere patholoog-anato qJ Allerlei vormen van m komen terloops ter sprake^ als een criminele vergifti r* en het gebruik van ch form. Het onverwachte tflj de lijden beschrijft hij even ;jn t\ en aan het plotseling ov ênboe den bij het aanhouden doi|rje r politie, dat nogal eens ,om e komt, wijdt hij zelfs een %"Van hoofdstuk. Ook de zogen^hrij^ de strangulatie, het snoefostrai samendrukkend geweld oparmj hals, komt ter sprake. Zei n zjj houdgreep kan soms een f nder afloop hebben. Moord rerha doodslag en stress worden ijn voerig behandeld. Net al^LlIag varingen in het buiten en uj met een Italiaans en Lu: Uustr burgs drama. vie Uit een en ander valt af tc ,fcald den, dat het boek van dr. cind denrust vooral bedoeld is löop collegae medici, juristen, ir na; tiemensen en anderen rgste voorbeeld journalisten, i4TT9,9 ook speciaal geïnteresseei aan de hand van persoo ke ervaringen studiemate i* te verschaffen bij het beooLVlC len van wat er op het get van moord en doodslag maal kan gebeuren. Zijn v naamste taak ook als pa loog-anatoom in dienst vai*?Ks' overheid is ook bij deze )nf>€ blicatie, dat blijkt zonneli en uit het boek: deskundige lichting geven aan hen die ambtshalve behoeven. 5 AAD VAN HOLST Dr. J. Zeldenrust, „M« ontleed". Uitgeverij: Stu bv.Hoogezand. Prijs

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1988 | | pagina 8