Gezocht:
oppas voor
hele dagen
Werkende
moeder
nog
onvoldoende
erkend
üeidóaQowicunt
ZATERDAG 19 NOVEMBER
gericht. Maar deze bleven in aantal ver
achter bij de vraag. Een oplossing voor
het tekort was eigenlijk niet nodig. Kin
deropvang was immers een luxepro
bleem.
Ook nu nog levert het onderwerp „wer
kende moeders" nogal eens discussie op.
Niet alleen in de politiek, maar vooral
ook tussen mensen onderling. Veel Ne
derlanders hebben er nog steeds bezwaar
tegen dat moeders hun kinderen naar
een crèche brengen. Anderzijds blijkt dat
meisjes in toenemende mate in de toe
komst een baan met kinderen willen
combineren. En de cijfers sprekeij voor
zich. Steeds meer vrouwen nemen deel
aan het arbeidsproces. In 1960 bestond
ongeveer twintig procent van de be
roepsbevolking uit vrouwen. Nu is dat
circa veertig procent.
Ondanks de aanvankelijke weerstand
vanuit de samenleving, wordt het nut en
de noodzaak van kinderopvang nu toch
wel ingezien. Ook in politiek Den Haag.
Minister De Koning (sociale zaken), die
emancipatie in zijn portefeuille heeft,
ziet dat ook in. Hij noemde het gebrek
aan kinderopvang eens „een obstakel
voor het streven naar economische zelf
standigheid van vrouwen". Daarmee
sloeg hij de spijker op de kop.
y ergrijzing
Afgelopen week presenteerde de in 1984
opgerichte Stichting Kinderopvang Ne
derland (SKON) een rapport over de
kinderopvang in de jaren negentig. Vol
gens de SKON, die de kinderopvang op
een bedrijfsmatige manier aanpakt, is
het gebrek aan kinderopvang niet alleen
een emancipatieprobleem. Directeur drs.
R. Vernooy: „Er zit onder meer ook een
demografische kant aan. Als gevolg van
de vergrijzing en ontgroening wordt het
steeds belangrijker dat ook vrouwen een
plaats krijgen op de arbeidsmarkt.- En
ook zit er een bedrijfseconomische kant
aan. Kinderopvang wordt voor bedrij
ven steeds aantrekkelijker, omdat de
steeds terugkerende kosten als werving,
selectie en opleiding van nieuwe werkne
mers wegvallen wanneer de ervaren
vrouwelijke werknermers na de beval
ling in het bedrijf blijven werken".
Zo bekeken is het dus niet alleen in het
belang van de vrouwen (werknemers),
maar ook in het belang van de werkge
vers dat er voldoende kinderopvang is.
Vernooy heeft dan ook kritiek op het
VNO dat opvang in de eerste plaats een
zorg van de ouders vindt. „Het VNO
moet kijken naar wat een grote hoeveel
heid van zijn leden de laatste tijd doet
aan kinderopvang", aldus Vernooy.
Het KNOV (Koninklijk Nederlands On-
dernemersverbond) hield onlangs een
onderzoek naar de behoefte aan kinder
opvang in het midden- en kleinbedrijf.
En wat bleek. Hoewel negentig procent
van de ondernemers zegt dat het gebrek
aan kinderopvang geen echt probleem is,
vindt toch de meerderheid dat de moge
lijkheden moeten worden verruimd om
dat steeds meer vrouwen gaan werken.
Wel vindt ook het KNOV het een taak
van de ouders om daarvoor te zorgen,
maar „de overheid moet bijspringen
door de kosten ervoor fiscaal soepeler te
behandelen", aldus het Verbond.
Dat er nog te weinig bij kinderopvang
wordt stilgestaan benadrukte het kamer
lid mevrouw drs. L. Groenman (D66)
onlangs nog eens met een eenvoudig
maar o zo herkenbaar voorbeeld: „Als
een nieuw gebouw wordt geopend, is het
heel vanzelfsprekend dat er een parkeer
garage aanwezig is. Maar aan een garage
voor kinderen, een kinderdagverblijf,
daar denkt niemand aan. Op je auto
moet je wel passen, maar op je kinderen
kennelijk niet".
Peuterspeelzalen
Er zijn in Nederland verschillende vor
men van kinderopvang. De bekendste is
de peuterspeelzaal, waar kinderen vanaf
twee jaar meestal voor een paar dagde
len per week terecht kunnen. Er zijn er
circa drieduizend in ons land. Ze bieden
geen echte oplossing voor vrouwen die
de hele dag werken en zijn er meer voor
bedoeld om de kinderen wat meer con
tacten en de moeder wat vrije tijd te ge-
vèn.
Wil zij toch opvang voor de hele dag,
dan is ze aangewezen op een kinderdag
verblijf, waar kinderen vanaf zes weken
oud tussen acht uur 's ochtends en zes
uur 's avonds worden opgevangen.
Maar juist aan deze kinderdagverblijven
is een groot tekort. De circa 250 dagver
blijven in ons land hebben veel te weinig
plaats.
Steeds vaker zetten bedrijven zelf kin
derdagverblijven voor de kinderen van
hun werknemers op, de zogenaamde be-
drijfscrèches. Daarnaast is er de SKON,
die crèches opzet en beheert in opdracht
van bedrijven en organisaties. Deze be
drijven huren als het ware kindplaatsen
voor hun werknemers. Van deze laatste
mogelijkheid maken onder meer een
aantal ministeries gebruik, de Tweede
Kamer, de ANWB, de PTT en het verze
keringsbedrijf AMEV.
Gastouders
Ondanks het nijpende tekort in de ge
bruikelijke kinderopvang, zijn er nog wel
andere mogelijkheden om een kind er
gens onder te brengen. De zogenaamde
gastouderprojecten zijn als paddestoelen
uit de grond geschoten. Den Haag. kent
zo'n project, evenals Zoetermeer. Kinde
ren worden overdag in het huis van zo
genaamde gastouders opgevangen. Dat
kan op vrijwillige basis gebeuren, maar
ook betaald. Een voorbeeld van dat laat
ste is de samenwerking tussen de uit
zendorganisatie Vedior en Humanitas.
Nietiedereen is echter even enthousiast
over de gastouderprojecten. Vooral de
kwaliteit en veiligheid zouden moeilijk
te controleren zijn.
Wie ook niet met een gastouderproject
kan slagen, kan natuurlijk altijd nog een
advertentie zetten. Hoe vaak staat er
niet in de krant te lezen: „Oppas gezocht
voor hele dagen voor ons dochtertje van
zes weken". Voor de meeste ouders is
het een noodsprong. Ze hebben alles al
geprobeerd. En ga d'r maar aan staan.
Want waar moet je op selecteren? Bij het
zoeken naar een oppas voor zomaar
eens een avondje, kun je je permitteren
niet al te kritisch te zijn. Maar je kind
vijf hele dagen onder de hoede brengen
van een volslagen onbekende is wat an
ders.
Als laatste noodgreep kan oma nog wor
den ingeschakeld. Op zich niet zo'n gek
ke oplossing. Het kind wordt in een be
kende en vertrouwde sfeer opgevangen.
Maar lang niet alle oma's zullen dit zo'n
goede oplossing vinden. Zelf zijn ze
meestal nooit aan hun eigen emancipatie
toegekomen. Maar nu de kinderen gropt
zijn en uit huis, is daar eindelijk de tijd
voor aangebroken. Veel vrouwen begin
nen pas op latere leeftijd aan bijvoor
beeld een opleiding. Zij zullen er. niet
happig op zijn de kleinkinderen dag-in-
dag-uit over de vloer te hebben.
En dan is er nog het probleem van de
buiten- en na-schoolse opvang. Kinder
dagverblijven zijn bestemd voor kinde
ren tot vier jaar. Daarna gaan ze naar de
basisschool. Maar wie vangt het kroost
op, als vader en moeder pas om zes uur
van hun werk thuiskomen? En hoe zit
het met de vakanties? Ook aan dit soort
opvang is een groot tekort.
Prijskaartje
Dat er al jaren een enorm tekort aan
kinderopvangplaatsen is en er toch niet
voldoende actie wordt ondernomen om
er wat aan te doen is zowel een financië
le als een organisatorische kwestie. Nog
steeds wordt er geruzied over wie nu ei
genlijk verantwoordelijk is voor de kin
deropvang. De ouders, de overheid, de
bedrijven of alle drie? En wie betaalt het
uiteindelijk?
Het kabinet vindt dat het aantal plaat
sen in elk geval moet worden uitgebreid,
maar het mag vooral niets kosten. Ook
het bedrijfsleven toont wel dc bereidheid
iets te doen, maar realiseert zich maar al
te goed dat aan elke opvangplaats een
prijskaartje hangt.
Ter illustratie: Volgens de SKON zijn er
naar schatting 150.000 plaatsen nodig
om 230.000 kinderen onder te brengen.
(Niet ieder kind zal gebruik maken van
opvang gedurende vijf hele dagen). Een
kwalitatief verantwoorde opvangplaats
kost volgens de stichting twaalfduizend
gulden per jaar (exclusief de inkomens
afhankelijke ouderbijdrage). ..Wil men
in 1993 150.000 plaatsen hebben dan zal
dit de overheid (bij volledige subsidie)
een bedrag van 1,4 miljard gulden per
jaar kosten", aldus directeur Vernooy.
Inmiddels zijn al tal van plannen en
voorstellen de revue gepasseerd over hoe
het nu verder moet. Zeker is, dat in
1990 in elk geval de 125 miljoen gulden
beschikbaar komt. Dat geld komt vrij.
als door de vereenvoudiging van het be
lastingstelsel (de Oort-plannen) de aan
vullende arbeidstoeslag voor tweeverdie
ners verdwijnt. De Tweede Kamer stelde
in een motie dat deze 125 miljoen be
schikbaar moest blijven voor de kinder
opvang.
Maar de politieke partijen zijn het er
nog steeds niet over eens hoe die 125
miljoen moet worden besteed. Het CDA
en de PvdA vinden dat het geld direct
besteed moet worden aan uitbreiding
van de opvangvoorzieningen. De VVD
zoekt het meer in. het fiscaal aftrekbaar
maken van de kinderopvang.
En dan ligt er nog het initiatief-wets
voorstel van de PvdA-leden Vermeend
en Van Nieuwenhoven. Zij vinden dat
naast de „Oort-miljoenen" bedrijven ge
stimuleerd moeten worden om dagver
blijven op te zetten door de kosten daar
voor voor 175 procent aftrekbaar te ma
ken van de vennootschapsbelasting.
Fonds
En de directeur Jeugbelcid van het mi
nisterie van Welzijn, Volksgezondheid
en Cultuur. S. Rijpma, kwam begin dit
jaar met het plan voor een fonds. Daarin
zou de rijksoverheid jaarlijks die bewus
te 125 miljoen moeten storten. De ge
meenten, ouders en werkgevers zouden
eveneens 125 miljoen moeten storten.
Hierdoor zouden op korte termijn veer
tigduizend plaatsen extra gefinancierd
kunnen worden.
„In het Europees Verdrag staat dat de
verbetering van arbeid en levensomstan
digheden het doel van alle lidstaten
moet zijn", zei Europarlementariër
Hedy d'Ancona ooit eens. „Ze hebben
het over twee miljoen nieuwe banen
door de Europese integratie en een mo
gelijke economische groei van vier tot
vijf procent. Het mag nu niet nog eens
twintig jaar duren voordat een combina
tie van betaald werk en verzorging van
kinderen mogelijk wordt".
CLARISSE BUMA
voor
chte
verd
DEN HAAG - Wanneer je in ver
wachting bent en probeert je kind
alvast in te schrijven voor een
plaatsje in een kinderdagverblijf,
ben je met veel geluk twee jaar la
ter aan de beurt. Of, erger nog, het
kind krijgt pas op zijn vierde, als
het al naar de. kleuterschool mag,
een plaatsje. Lange wachtlijsten en
lotingen staan de aanstaande ou
ders te wachten. Een wanhopige
gang langs de opvangmogelijkhe
den levert meestal niets op. Bij
sommige dagverblijven worden
zelfs geen kinderen meer ingeschre
ven. Het heeft toch geen zin, rede
neert de leiding. Er is gewoon geen
plaats.
Voor de meeste vrouwen zit er dus niks
anders op dan hun baan op te zeggen.
Een grote ergernis. Want ze hadden zich
nog wel zo voorgenomen te blijven wer
ken als de baby er was.
In de praktijk blijkt het problematische
tekort aan kinderopvang vooral op de
schouders van vrouwen neer te komen.
Niet de man, maar de vrouw staat voor
de moeilijke keuze tussen de verzorging
van de kinderen of een betaalde baan
buitenshuis. Een combinatie van kinde
ren en baan lijkt vrijwel onmogelijk.
Het is in Nederland somber gesteld met
de kinderopvang. Vergeleken met de
meeste andere EG-landen liggen we ver
en ver achter. De cijfers liegen er niet
om. Volgens berekeningen is er in Ne
derland een acute behoefte aan zeventig1
duizend opvangplaatsen voor kinderen.
Daar zouden nog eens 160.000 kinderen
bij komen \an vrouwen die zouden gaan
werken als er wèl goede kinderopvang
voorhanden was. Gigantische aantallen,
die om een snelle aanpak van het pro
bleem vragen.
Waarom laat de regering een gedegen
aanpak van de kinderopvang toch steeds
liggen, vraagt vooral de vrouwenbewe
ging zich al jaren af. Plannen, onderzoe
ken, suggesties, maar bovenal de lange
wachtlijsten. Ze hebben nog steeds geen
vaart kunnen zetten achter een echte
aanpak van het probleem.
Of gaan we er misschien te veel van uit
dat het verschijnsel „werkende moeder"
al zonder meer een geaccepteerd ver
schijnsel is? Tot ver in de jaren vijftig
moesten vrouwen hun baan opzeggen als
ze gingen trouwen. Laat staan dat ze ble
ven werken nadat er kinderen waren ge
boren. Dat een getrouwde vrouw niet
buitenshuis hoefde te werken was een
goede zaak en werd gezien als een ver
worvenheid van de welvaartsstaat.
Toch gingen onder invloed van de twee
de emancipatiegolf in de loop van de ja
ren zestig moeders buitenshuis werken.
En hun aantal nam verder toe in de ja
ren zeventig. Mondjesmaat werden ook
de eerste crèches en peuterspeelzalen op-
rburc
egen-
een
lking
dc
lking
loren
zijn
vera-
i het
staat
daag
i