Chelsea
een bizar
hotel voor
artiesten
La.n- Lobby
S Kamer
RACE
Kamer 314
Kamer 730
Kamer 822
Verliefd
CeidóeGouAorit
EW YORK -
ndrei Voznesen-
jcy laat in zijn
oek „Een pijl in
TO: AP e muur" een reis
oor het heelal ein-
igen op 222 West
3rd Street, New
'ork City. Alleen
et Chelsea Hotel
,het onwaar-
bhijnlijkste hotel
a de wereld") zou
et eindstation
unnen zijn van
en transplanetair
vontuur, vindt de
tussische schrij-
er.
Iet Chelsea Hotel
5 een wereld op
ich, die prat gaat
ip zijn geschiede-
lis. Geen enkel ge-
jouw ter wereld
leeft meer gedenk-
andi- ,laten °P ziJn 8e-
rel. Maar de mo-
lerne bedevaart-
n [anger die de ka-
uvL' ners wil zien
j t vaarin Arthur MiL
j pr en Dylan Tho-
naar nas schreven,
rjpn vaarin de dochter
/an Bob Dylan ge-
>oren werd, waarin
-eonard Cohen
lied schreef
)ver Janis Joplin,
'nrop //aar'n Andy War-
i ka- G°' en Jackson
h.h~ Pollock gewerkt
vai^ iiebben, raakt snel
len.
:dikt
luen,
lante f
n de ban van de
lieuwe bewoners van het hotel. Een trip
ttoor het Chelsea Hotel.
Stanley Bard regeert er. De deur van zijn
cantoor op de begane grond staat altijd
npen en biedt uitzicht op de lobby. Bard,
£or" 'n ^et management van het
Chelsea van zijn vader overnam, kent
jij na alle vierhonderd bewoners van het
stap '10te' J naam. En vooral kent hij hun
werk. Wie in het Chelsea wil wonen,
moet bij Bard ^solliciteren". „Het hotel
is erg in trek. De bewoners hebben
s" vrienden die hier willen wonen, en die
1 -n hebben ook weer vrienden. Maar'we sla-
«yn gen er meestal wel in een kamer te vin-
den voor een serieuze aanvraag. Dat is
F- het criterium. De tijden zijn veranderd,
de mensen ook, zelfs de plaats een beet-
je, maar wat gebleven is, is het serieuze,
creatieve, intellectuele klimaat van het
Chelsea Hotel", verklaart Bard niet zon-
:gen der tro,s'
i Met plezier geeft hij uitleg bij de kunst-
werken in de lobby, waaronder een John
Carruthers en een Lany Rivers opgedra-
u-j gen aan de Franse schilder Jean Tingue-
ziin hingen er een De Kooning en
een Jackson Pollock in de hal, naast een
Jan Cremer, maar de verzekering liet dat
pxr niet meer toe.
De slechte naam van het Chelsea Hotel
als zou het er rumoerig zijn, is een bron
van ergernis voor de manager. „Het
Chelsea Hotel is on-Newyorks stil", ver-
zekert hij. De dikke muren garanderen
3Je rust. „Vanwaar dan die slechte naam?
1X|- Omdat Bob Dylan, Janis Joplin en Jimi
,e'~ Hendrix hier in de jaren zestig logeer-
te den. Die waren dan wel lawaaierig als ze
^a" op de planken stonden, maar hier waren
lie' ze stil; Joplin bijvoorbeeld was ontzet-
ar' tend verlegen. Denk je dat Arthur Miller
*e" en Peter Brook naar het Chelsea ver-
huisd waren als ze er niet ongestoord
hadden kunnen schrijven?".
'er Het hotel is het levenswerk van Bards
vader, een Hongaarse immigrant die het
Chelsea in 1939 kocht. Bard droomt er-
»se van het weer te kunnen overdragen aan
al~ zijn zoon. David, 22 jaar en vernoemd
en naar zijn grootvader, lijkt die wens waar
J5" te maken. Hij doet al de boekhouding
ne van het hotel. Zonder computer, want
P" papier wordt in het Chelsea nog gekoes-
en terd.
100
Soms, zo gaat het verhaal, houdt de
oude lift van het Chelsea zonder reden
even halt op de eerste verdiepjng. Nie
mand stapt in of uit. Het gerucht wil dat
de geest van popster Sid Vicious daar
voor verantwoordelijk is. Vicious zou in
1978 in kamer 100 zijn vriendin Nancy
Spungen hebben omgebracht en vervol
gens zelfmoord hebben gepleegd. Een
nauwgezet onderzoek van de etage leert
dat er geen kamer 100 bestaat. Het ver
haal klopt dan ook niet. De mythe van
kamer 100 werd door filmregisseur Alex
Cox in het leven geroepen, met medewe
ten van Bard.
Ching Ho Cheng, kamer 1016. Schilder.
Marline Barrat, kamer 1026. Fotografe.
Een alternatief voor de soms onbetrouw
bare lift is de trap, de meeste solide van
New York, met verrukkelijk ijzerwerk.
Het hotel werd in 1884 gebouwd in Vic
toriaans gotische stijl, naar een ontwerp
van de architecten Hubert, Pirsson en
Hoodless. Het gebouw was toen het
hoogste van de wijk en bood uitzicht op
de Hudson, Times Square en Greenwich
Village. Het hoefde nooit ingrijpend te
worden veranderd, ondanks de steeds
Wie wint aanstaande dinsdagnacht de
A merikaanse presidentsverkiezingen?
Makkelijke vraag, luister mee. Gezien
ervaringen in het nabije verleden ben ik
absoluut niet bang dat wij deze slag
zullen verliezen". Maar wie zei het?
Bush? Dukakis? Dan kent men de
verhoudingen in dit ondermaanse niet.
Fred Verbakei zei het, chef Actuele
Programma 's van de NOS-televisie.
En de slag, dat is niet die tussen twee
presidentskandidaten in het machtigste
land ter wereld, nee, dat is, in nagenoeg
's werelds onmachtigste land, de race
tussen enerzijds de NOS, nauw
samenwerkend met de gebruikers van het
zogenaamd serieuze eerste net (VARA,
KRO, NCRV) en anderzijds de
loltrappers (AVRO, TROS, Veronica) op
het tweede, het pretnet.
Beide partijen hebben zware kanonnen
in stelling gebracht: Philip Freriks voor
het ene, Koos Postema voor het andere
kamp. Echter: „De NOS heeft tijdens de
Nederlandse verkiezingen al eerder
tegenover Veronica gestaan en gezien de
kijkcijfers heeft Veronica dat toen
glansrijk verloren aldus Fred Verbakei.
Een gelopen race voor Philip Freriks,
zouden ze zeggen bij Studio Sport waar -
sinds Mart Smeets zich de term één
keertje heeft laten ontglippen - alle races
gelopen worden, ook aie tussen
zwemsters, tussenf ormule-I-wagens,
tussen gewichtheffers, de meest statische
sporters van allen. Maar is dat zo?
Zou Koos Postema, met het hormoon
Harmen Siezen van de Seoul-
uitzendingen onder de leden, deze
Freriks niet vol kunnen kloppen? Zo ja,
zou hij dan bij Verbakei een plas moeten
inleveren? Dat, en geen andere, is de
vraag die aanslaande dinsdagnacht
Nederland wakker houdt.
In Hilversum moeten we van krent
Brinkman op de kleintjes letten, zeuren
de zendgemachtigden Jan en alleman
aan het hoofd ter verontschuldiging voor
het feit dat het peil op de buis aan het
zakken is tot onder wat er gemiddeld zit
in het glaasje van Bert Bokma, zoals
burgemeester Smallenbroek in zijn
gemeente bijgenaamd schijnt te zijn.
En als ze in Hilversum op de kleintjes
letten, doen ze het goed. Op z'n
Nederlands. Kleinzielig. Kleinhartig.
Kleinbesnaard. Tot begin dit jaar
mochten de verslaggeefsters en
verslaggevers van het NOS-journaal
maximaal 215 gulden per maand
declareren voor joppers en sweaters,
oorbellen en manchetknopen naar de
laatste mode. Ook mochten ze voor
maximaal 160 gulden kapperskosten per
maand hun toupetjes laten wassen en
hun neusharen laten epileren.
Afgelopen echter. „De luxe randjes zijn
er afgesneden heeft NOS-boss Ed van
Westerloo desgevraagd geopenbaard.
„Bruin kan hét niet meer trekken.
Alleen als het werk aantoonbaar extra
kosten met zich meebrengt, krijgt men
dit voortaan vergoed. Zoals Pauline
Broekema toen ze elke dag iets uit het
land moest presenteren voor de
olympische ontbijtshow, soms vanuit het
zwembad, die moest vaker naar de
kapper dan normaal. En voor een
reportage in Suriname kan iemand een
tropenbroek blijven declareren. Maar
voor de rest mag je van Journaal
verslaggevers toch verwachten dat ze, net
als andere mensen, in het bezit zijn van
meer dan één pak of jurk? En waarom
zou het bedrijf elke kappersbeurt moeten
betalen?".
Van Westerloo heeft het grootste gelijk,
zij het om een andere reaen dan hij
denkt. De gemiddelde Nederlander zoekt
(uitkomst van een recent onderzoek) 78
maal per avond zijn toevlucht tot de
afstandsbediening, twintig maal per uur,
ééns in de drie minuten. Bij zulk
kijkgedrag ontbreekt eenvoudig de tijd
om op te merken dat Hugo van Rijn de
tropenbroek van de vorige reportage aan
heeft, of dat Pauline Broekema het
ongewassen haar heeft verstopt onder de
muts die ze ook draagt als ze naar de
bakker gaat. Het gevolg is dat ze in
Hilversum geld te veel krijgen en dat
kunnen ze aan weer over de balk smijten
om Philip of Koos de Amerikaanse
presidentsverkiezingen te laten winnen.
Dus beginnen ze dinsdag 8 november op
het derde net om 11 uur 's avonds en
gaan ze non-stop door totdat Philip
Freriks de volgende ochtend de laatste
krentenbol van de NOS-VARA-NCRV-
KRO-ontbijtshow achter de kiezen heeft.
Hét pretnet vangt iets later aan, want
zo'n hoge amusementswaarde heeft een
verkiezingsuitzending nou ook weer niet,
maar houdt eveneens stug vol totdat
Koos Postema in zijn ontbijtshow het
laatste A VRO-TROS-Veronica-eitje zal
hebben getikt. „Ik heb daar op zichzelf
niet zo'n moeite mee", heeft Fred
Verbakei nog laten weten. „Concurrentie
kan heel prikkelend op je eigen prestatie
werken". Prestaties?Prikkelend?
Kantine, de volgende schaal met broodjes
kroket kan door. En wie er de meeste van
naar binnen weet te werken zonder met
de mond vol te praten, Philip of Koos,
die heeft de Amerikaanse
presidentsverkiezingen gewonnen.
Wel, als je ze allebei zo eens aankijkt,
dan lijkt het een gelopen race voor
hollebolle-Koos.
ZATERDAG 5 NOVEMBER 1988 PAGINA 23
Stanley en David Bard vóór de luifel van het Chelsea. Vader en zoon zijn respectievelijk manager en boekhouder.
strenger wordende brandveiligheidsvoor
schriften. Het gebouw was en bleef mas
sief, de trap monumentaal.
Suite 314 is een bekende kamer. Ze staat
vermeld op de platenhoezen van Abdul
lah Ibrahim en Sathima Bea Benjamin.
Sinds 1977 wonen deze Zuidafrikaanse
jazz-muzikanten hier en de kamer is ook
het hoofdkwartier van hun platenfirma
Ekapa.
Vijf hoog. Kamer 505 is de meest bizar
re van het Chelsea. Sinds anderhalf jaar
woont Stéphan Lesaint er. De jonge
Normandièr is het aan het maken in de
Newyorkse modewereld. Hij arriveerde
in deze wereldstad met een contract
voor twee weken. Nu is hij ontwerper bij
Silli Wear Willi Smith die kortgeleden
een chic kledingmagazijn opende op 5th
Avenue. Op verzoek van vrienden be
gon Stéphan ook apartementen in te
richten. Zijn meesterwerk is zijn eigen
flat.
Stéphan ontvangt in kamerjas. De ope
ramuziek op de achtergrond is beslist
geénscèneerd. „Voor mij is het Chelsea
een Normandisch kasteel. Ik heb mijn
kamer dan ook aangekleed als een cha
teau". Tot het koffieservies en het fruit-
schaaltje toe. Manager Stanley Bard
kwam zo onder de indruk van Lesaints
werk dat hij de Fransman ook kamer
502 liet aankleden, de gastenkamer van
Chelsea.
De ambities van Lesaint gaan echter
verder. Hij spreekt er rustig over, door
dacht en werkt er dagelijks keihard aan.
„Op een dag zal ik mijn haute-couture-
collectie presenteren. Dat zal gebeuren
op de trappen van het Chelsea voor de
ogen van heel New York. Ik wil het
werk van Charles James voltooien, de
talentrijkste couturier die Amerika ooit
heeft gehad, maar die in armoede stierf
in dit hotel".
Lesaints buurvrouw is Rebecca Miller.
„Vraag haar niet over haar vader. Ze is
zelf kunstenares, she is beautiful any
way", had Bard als advies meegegeven.
Dat klopt, knap is ze. Rebecca is in het
Chelsea geboren. De dochter van Arthur
Miller woonde de eerste zeven jaar van
haar leven in het hotel, ging naar school
in Connecticut en behaalde een graad
aan de universiteit van Yale. Een half
jaar geleden kwam ze terug naar het ho
tel. „Mijn leven is nu zo chaotisch, zo
veranderlijk, dat het Chelsea Hötel de
ideale plaats voor mij is". Rebecca Mil
ler bereidt twee tentoonstellingen voor
die in het najaar worden gehouden. Ze
maakt moderne ikonen in haar atelier in
Brooklyn. Ze heeft ook zes maanden op
de planken gestaan in „De Kersentuin"
van Tsjechov in een regie van Peter
Brook. „Ik ben hier aangekomen met
twee koffers, ik kan op dezelfde manier
weer vertrekken", zegt ze innemend.
Kamer 730 is tien dagen onze kamer.
Een kleine, rustige kamer aan de achter
zijde. Vanuit het raam kijken we uit
over de dakterrassen van het Chelsea
waarop 's avonds de bewoners hun
hond uitlaten en 's zondags de zonaan-
bidders zich installeren.
Enkele kamers verder, in 710, woont
Viva met haar dochter Alexandra en
haar zoon Gabe. Viva was in de jaren
zestig één van de hoofdrolspeelsters in
de films van Andy Warhol. „Viva is een
beetje verward", had Bard verwittigd,
„maar je moet de kinderen zien. Zij
worden grote acteurs". Het blijkt echter
al onmogelijk een telefoongesprek met
Viva te voeren. De eerste keer smijt ze
zonder meer de hoorn op de haak. De
tweede keer laat ze alleen weten Stanley
Bard te zullen vermoorden als we haar
nogmaals proberen te bellen.
Het Chelsea is altijd een geliefde plaats
geweest voor Warhol-aanbidders, hoewel
de inmiddels overleden meester er zelf
nooit vast verbleef. Hij overnachtte er
na een party in een van de chique woon
wijken „uptown". Wel woonde de Ame
rikaanse undergroundzangeres Nico, die
kortgeleden is overleden, in dit hotel.
Shirley Clarke ontvangt ons in haar flat
822. De kamer geeft een knus rommelige
aanblik, een geur van de jaren zestig, in
tegenstelling tot de vele kale, ascetische
kamers die nu overheersen in het Chel
sea. Overal staan dozen met filmrollen
en videotapes. Werkkamer en woonka
mer vallen samen zoals zo vaak in het
Chelsea.
Clarke werkt voor een televisiestation
aan een lange autobiografische film. Zij
is de enig overgeblevene van een hele ge
neratie experimentele filmers die in de
jaren zestig in het Chelsea verbleven.
Shirley Clarke is een van de recordhou
ders van het Chelsea. De 91-jarige com
ponist Virgil Thomson, die al een halve
eeuw in het hotel woont, is een categorie
apart.
De tiende en bovenste etage is een ver
zamelplaats van studio's. Francesco Cle
mente is in de stad. Hij is gesignaleerd
in zijn atelier, kamer 1003. Maar de Ita
liaanse kunstenaar is moeilijk te pakken
te krijgen. Zijn buurman Ching Ho
Cheng is wel honkvast. Zijn ouders wa
ren Taiwanese diplomaten op Cuba. Na
hun vlucht van dit communistische
eiland bleef Ching Ho Cheng in New
York achter. Hij woont nu al tien jaar in
het Chelsea, in suite 1016, waarin je aan
de hand van een aantal werken een
overzicht krijgt van de evoluties in zijn
schilderkunst. „To do more with less" is
de filosofie van Ho, die via negatieve
ruimten een uitdrukking, zoekt voor een
gevoelen van Zen. „Het Chelsoa is een
ikoon van de tijd. Vroeger was het chao
tischer, nu serener".
Martine Barrat is een Francaise die in
juni 1968 in New York arriveerde op
uitnodiging van Ellen Stewart, directrice
van de theatergroep La Mama. Daar
voor was ze danseres bij Soft Machine
en Pink Floyd. Bij hhar aankomst raakte
ze verliefd op Harlem en dat is zo geble
ven. Elke dag trekt ze er met haar came
ra op uit om zwart New York te fotogra
feren. In het najaar verschijnt een presti
gieus foto-album. Barrat maakte eerder
een geprezen videodocumentaire over
bendes in de Bronx en schitterende fo
to's over amateurboksers, waarvan er te
rug te vinden zijn in de collecties van
Beaubourg en het Whitney Museum.
Barrat is één van de lievelingen van het
Chelsea. Haar medeleven met iedereen
is roerend. Op het moment dat we haar
bezoeken is ze vrienden aan het telefo
neren om hen ervan te overtuigen naar
een herinneringstentoonstelling te gaan
van een pas overleden Braziliaanse
vriend van haar.
„Ik heb alles gedaan om te overleven in
New York. Koken voor rijke mensen,
borden wassen, Franse lessen geven. Ik
woonde in de 27e Straat en had me ont
fermd over een zwart jongetje. Mijn
huisbaas was erg racistisch en dreigde
mij eruit te smijten. Diezelfde dag zag ik
een vriend-muzikant in het Chelsea Ho
tel en vertelde hem mijn moeilijkheden.
Hij zei dat hij voor een half jaar naar
Californië.ging en vroeg me of ik op zijn
flat kon passen. Het Chelsea Hotel! Die
zelfde dag! Dat was God die mij dat ge
geven heeft".
FRANK HEIMAN
Rebecca Miller in de trappehuis. Actrice
en schilderes.