Levensbeschouwing kent geen schabionen final De andere jaren Ook baronnen en bakkers in Textielmuseum CeidócGouocmt ZATERDAG 29 OKTOBER 1988 PAGINA 2 Rust of onrust in „de andere jaren"? Dat wordt door allerlei factoren bepaald, maar wel staat vast dat de levensovertuiging er een belangrijke rol in kan spelen. Ongeacht of die van religieuze dan wel van politiek- ideologische aard is. Er kunnen vragen opkomen in de geest van „hoe heb ik er' mee geleefd en „wat kan ik er verder mee doen?". Uiteraard zal er ook in de vele voorgaande jaren aan gedacht, eventueel mee geworsteld zijn, maar de derde levensfase geldt toch als de tijd waarin gedachten een beslissend punt naderen. Hieronder een geprek met de klinisch psychologe Aleid Schilder (39). Zij is onder meer betrokken bij de samenstelling van cursusmateriaal bij de Leergangen Vrouwenhulpverlening inzake psychische problemen die samenhangen met religie. Zowel in kerkelijke als niet-kerkelijke kring trok haar boek „Hulpeloos maar schuldig" sterk de aandacht. Het was een bewerkte doctoraal-scriptie, waarin zij onder meer de mogelijke psychische gevolgen van opvoeding in een streng orthodoxe leer aan de orde stelde. Met enerzijds de vraag in hoeverre zo'n opvoeding op latere leeftijd kan leiden tot depressies, anderzijds de gedachte dat zelfstandig geloven het evenwicht van mensen ten goede kan komen. „Opa wordt weer vroom op z'n oude dag. Bang voor de hel, mis schien?". Als die opmerking valt is de spot vaak gemengd met enige ontsteltenis. Schouderophalen gaat gepaard met de gedachte: „Als dat geloof zo waardevol is, waarom heeft hij er dan vroeger niets mee gedaan?" De tijd van openhartig praten lijkt dan vaak voorbij te zijn. Zeker als de bejaarde „bekeer ling" moeilijk onder woorden kan brengen wat hem nu precies be weegt en hij er ook nog van uitgaat dat de opgegroeide kinderen geen zin meer hebben om er nü nog over te praten. Aleid Schilder: „Waarom wordt er zo weinig op een openhartige manier over gepraat door de jaren heen, vanaf het be gin? Over levensbeschouwelijke zaken zoals ze je echt bezighouden, in elke le vensfase. Zonder vrees om niet serieus genomen te worden als je gevoelens en meningen van tijd tot tijd veranderen. Zonder schaamte over het mogelijke feit dat je tot dusver geen definitieve keuze hebt kunnen maken". Een moeilijk begaanbaar gebied tussen leegte en levensvulling, angst en hoop, liefde en haat. De wetenschap kan er geen tabellen van maken, er valt niets te tekenen in schabionen, ieder mens moet er zelf uit komen, al dan niet met hulp van anderen. Het heeft Aleid Schilder getroffen dat de wetenschap op haar ei gen vakgebied zo weinig aandacht schenkt aan de invloed van levensbe schouwing en religie op het menselijk le ven. Gesprekken in het werk en ook de vele brieven die ze krijgt, hebben in elk geval haar blikveld op dit punt ver ruimd. „Het heeft me in elk geval be waard voor de visie van veel psycholo gen, die in navolging van Freud het ge loof zien als een lichtelijk neurotische hang naar een vaderfiguur waar je af moet komen om compleet mens te kun nen worden". Genadeloos Toch valt aan zekere categorisering niet te ontkomen bij een poging om althans enige duidelijkheid te scheppen. Aan de ene kant staat dan de in evenwicht ge groeide godsgelovige en aan de andere kant de totaal andersdenkende, die rust heeft gevonden in (bijvoorbeeld) de overtuiging dat we als een druppel zul len terugkeren in de oceaan. Er tussen in: degenen die nooit enig houvast in welke levensbeschouwing dan ook heb ben gevonden. Bij de twee eerstgenoem de categorieën kan op latere leeftijd angst en twijfel opkomen, bij de derde, de „mensen zonder overtuiging" kan het een deprimerende leegte zijn. Denkbaar is dat al die gedachtenstromen zich gaan versnellen en intensiveren, als een mens ouder wordt. Invloeden van buiten af worden zwakker; het werk is aan kant, de kinderen zijn de deur uit en voor al leenstaanden geldt vaak dat het nóg stil ler om hen heen wordt. Bij vrouwen komt dat vaker voor dan bij mannen, zo is de praktijkervaring van Aleid Schil der. Ze zijn in veel gevallen al gevoeliger voor depressies, met name als ze in de tijd die achter hen ligt weinig identiteit hebben opgebouwd, minder invloeden van buitenaf hebben verwerkt dan man nen. En naarmate een mens minder keu zen heeft gemaakt in het leven, slaan on zekerheid en twijfel gauwer toe. De ge dachten geven genadeloos een beeld van hetgeen in vele jaren gedaan en nagela ten is. Ook op levensbeschouwelijk ge bied. Moet een mens dan verder zonder de mogelijkheid, tot een afronding te ko men? Moeizaam Aleid Schilder formuleert behoedzaam, maakt er geen geheim van dat zij zelf te vaak met waarheden is geconfronteerd waaraan later wel degelijk kon worden getwijfeld. Zal dan ook niet zeggen dat in de derde levensfase „het uur van de waarheid" slaat, evenmin dat het dan hoog tijd wordt om „een waarheid", welke dan ook, te vinden. Wel, dat het maken van een bewuste keus bevrijdend kan werken in een mensenleven. Een keus, niet om daar verder door dik en door dun „achteraan te gaan", met uit schakeling van de eigen gedachten. Maar een beslissing om te gaan in een richting die lijn kan geven aan een leven. Reli gieus of anderszins, als degene die de keus maakt er maar achter staat. „Het kan zo'n moeizaam leven zijn, zonder dat. Je ziet mensen, die in hun omge- ving een en al ongeloof etaleren, maar in feite heel anders denken. Met twijfels, zeker, maar dat geloof ligt toch veran kerd in hun denken en beleven. En het omgekeerde komt natuurlijk ook voor: naar buiten een zekere geloofsbeleving uitstralen, waar je binnenste niet aan meedoet. Het moet welhaast een schuld gevoel opleveren, je bent immers on trouw, niet het minst tegenover jezelf. Het remt ook de contacten met anderen, het wordt erg moeilijk om er over te pra ten, zelfs met de naaste omgeving die je lief is. Wordt er eenmaal een keus ge maakt, naar de ene of de andere kant, dan is er in elk geval weer een mogelijk heid om éérlijk met anderen te commu niceren. Dat op zich moet al een begin van bevrijding geven". Op drift Als iemand nooit een keuze heeft ge maakt, kan er dan nog rek in de moge lijkheden zitten? Aleid Schilder: „Ik ge loof niet dat het aan leeftijd gebonden is. De mogelijkheid tot kiezen, in het kleine en in het grote, is immers een van de meest wezenlijke dingen in ons leven. We doen het van jongsaf aan, op elk moment van de dag. Waar het niet meer gebeurt, zien we problemen. Opvallend is dat in de therapie met depressieve mensen het er uiteindelijk vaak om blijkt te gaan dat ze weer moeten leren kiezen. Incompleet leven, omdat er niet wordt gekozen (in dit geval niet kan worden gekozen) zien we ook bij ver slaafden. Zo kunnen mensen op drift ra ken, als ze geen gebruik meer maken van hun keuzemogelijkheden in het le ven. Ik zeg niet dat het gemakkelijk is, want je krijgt er ook telkens weer een stuk verantwoordelijkheid bij en veel mensen ervaren dat als eng. Begrijpelijk, maar wie niet kiest blijft zweven, krijgt geen houvast, en dat lijkt me erger". Diepedalen De ene mens kan de ander daarbij hel pen, maar het zal niet altijd mogelijk zijn de ander dat houvast zonder meer door te geven, ook weer omdat het zo strikt persoonlijk is. Aleid Schilder zelf heeft er ernstige depressies door gekend. Zij sprak daar openhartig over toen ze vorig jaar de schijnwerpers op zich ge richt kreeg naar aanleiding van haar me dewerking aan de IKON-documentaire „Hete hoofden, koude harten" en de verschijning van haar boek „Hulpeloos maar schuldig". Streng orthodox opge voed, verloor zij later haar houvast, zo erg dat opname in een psychiatrische in richting volgde. Faalangst, schuldgevoel, machteloosheid. Aleid Schilder nu: „Ik geloof in een God die ons omvat, terwijl wij zelf verantwoordelijk blijven". Een ander heeft het haar niet thuisbezorgd, 't is ook niet komen aanwaaien, het was weer de keus. Al zegt ze er bij: „In mijn geval is het toch wel zo geweest dat, laat ik zeggen, de Ander mij tegemoet is ge komen terwijl ik er zelf voor knokte". Het heeft haar ook geleerd, dat in zo'n proces het lijden aan onzekerheid geen schande is. Nooit te oud En daarmee komt zij terug in de praktijk van het samen werken met ouderen, die een levensbeschouwelijke weg zijn ge gaan waarmee ze uiteindelijk geen vrede hebben. De onzekerheid: geen schande Het er met niemand over praten: benau wend. Het bang zijn voor wat de naast omgeving zal denken als er uiteindelijl toch een keuze wordt gemaakt, hoe di dan ook mag uitvallen: een vlucht. Alei< Schilder: „Is het zo erg, als je in eigei kring wordt aangesproken op je persoon lijke keuze en beslissing? Ik kan m voorstellen, dat bijvoorbeeld kinderen ook als ze zelf volwassen zijn geworden graag iets willen horen over het persoon lijke denken van hun ouders. Ze zijn zei toch ook mensen van gelijke bewegin gen, moeten hün kinderen ook weer op voeden". Ze vertelt Over een jong vrouw, die in haar jeugd problemen ha< met een streng religieuze opvoeding ei nogal wat steun ondervond van een on gelovige tante. Jaren later hoorde ze da die tante „in de Heer was ontslapen" ei kwamen er vragen op haar af. Was tanti van gedachten veranderd, had ze eei nieuwe keuze gemaakt? Had ze 't mis schien alleen gedaan voor haar (gelovi ge) echtgenoot? Lag er een voor anderei onbegrijpelijke wijsheid aan ten grond slag? Ze zou het nooit te weten komen Maar ze dacht wel: „Had tante er maai over gepraat, dan was het minder raad selachtig geweest". Aleid Schilder: „Ik wil eigenlijk zeggen: jongeren staan ei vaak echt voor open als ouderen me hen praten over strijd, beslissingen, keu zen. Zijn dan ook in staat om te begrij pen dat iemand bewust een weg gaat die hij de juiste acht. Misschien een weg die hem vroeger is gewezen, misschien eei heel andere. En zoals niemand te oud ii om te kiezen, zo kan iemand toch ooi niet te oud zijn om er over te praten". AAD SCHOUTE> bii de In het kader „Nederland Museumland" belichten we in deze rubriek elke week een minder bekend museum. In oktober staat Overijssel centraal. Vandaag aandacht voor het Textielindustriemuseum in Enschede. ENSCHEDE - Wie van Hengelo naar Enschede rijdt, passeert op een gegeven moment de restanten van een van de grootste textielfa brieken uit Twente. Maar van het enorme Van-Heekcomplex, dat in middels de slopershamer heeft ge voeld, is bijna niets meer. Het biedt een trieste aanblik. Hier en daar nog wat muren, ramen zonder glas waar gescheurde gordijnen nietszeggend doorheen wapperen. Of misschien juist veelzeggend. Want in feite symboliseren deze kapotte lappen textiel wat er nog over is van deze ooit zo florerende Twentse industrietak. Veelzeggend is ook het Textielindustrie museum (door de Twentenaren kprtweg Textielmuseum genoemd). Daar is nog te zien hoe de textielarbeider woonde en werkte, hoe het hem en zijn familie ver ging, hoe de industrie werd gemechani seerd. Veel machines en attributen zijn gelukkig niet op de schroothoop terecht gekomen. Dank zij de Stichting Textiel- geschiedenis, die in de jaren vijftig in Twente van de grond kwam. Daaruit voort kwam de Stichting Twents-Gel- ders Textielmuseum en die richtte een museum in. In, hoe kan het eigenlijk an ders. een kleine fabrikantenvilla. Villa Blijdenstein in Enschede, gebouwd in 1880 en toen nog geheel buiten de stad gelegen. In 1962 opengesteld als-mu seum. Maar zoals dat gaat met musea, de ver zameling bleef groeien. Dus al snel wer den er uitbreidingsplannen gemaakt. In eerste instantie werd geopperd een stuk bij de villa aan te bouwen. Uiteindelijk werd gekozen voor een geheel nieuwe huisvesting, dat gevonden kon worden in het zogeheten Janninkcomplex, een voormalige textielfabriek aan de Haaks bergerstraat. Deze fabriek is grondig ge restaureerd; kortgeleden zijn er nog in grijpende maatregelen genomen om de schoorsteenpijp van de fabriek tegen omvallen te behoeden. Het museum is te vinden op de benedenverdieping; er boven zijn wóningen gekomen. Zoals gezegd biedt het textielmuseum een blik op het leven, wonen en werken van de arbeiders in de textielindustrie. „De naam Textielindustriemuseum is wel een goede naam, maar de mensen korten het af, noemen het Textielmu seum en dat geeft een verkeerde indruk. Want bij textiel wordt toch al gauw ge dacht aan geborduurde lappen", meent directeur Jaap Bos. Vandaar dat er al ge ruime tijd wordt gezocht naar een ande re naam. En ook aan een uitbreiding van de collectie. Want het beeld dat het mu seum nu geeft is verre van compleet. De 'r - I -''''«■Uil Hoe en waar de textielarbeider werkte is in Enschede te zien in het Textielindustriemuseum. FOTO: PERS UNIE arbeiders komen er wel aan bod, maar I teur. Binnenkort gaat dat veranderen, niet het leven van de boekhouder op Bos: „De bezoekers komen straks bin- kantoor, of van de fabrikant, de direc- nen in een ruimte waar de situatie wo nen en werken onder één dak tot 185 wordt getoond. Daarna splitst het ziel Want na 1850 woonden de mensen nie meer direct bij hun werk. Daarom zij er straks in het museum ook twee rich tingen. Linksaf kom je in de woonka mers, en rechtsaf in het werkdeel". In het woongedeelte zullen inboedel van huiskamers te zien zijn uit verschil lende periodes. Uit het eind van de vori ge eeuw, maar ook uit de jaren zestij Nu zijn er alleen nog inventarissen u arbeidershuisjes, maar straks zullen e ook blikken geworpen kunnen worde op de luxueuze slaapkamerinrichtinj de van de textielbaron. Aan de andere kant de produktieve afd< ling. Waar een beeld zal worden gegeve van de ontwikkelingen in de industrit pc De industrie in het algemeen en de ten tielindustrie in het bijzonder. „We kun nen met onze spullen uit de textielwe reld natuurlijk heel goed laten zien ho het zich ontwikkelde van werken met d hand tot de computergestuurde appara tuur. Maar daarnaast willen we dit ooi van andere industrietakken laten zier Hoe werkte bijvoorbeeld de bakke vroeger en hoe doet hij het nu. Er kom een gedeelte waar wisselend een aanta andere takken op kleinere schaal wordei getoond. Er zal ook het nodige gaan be wegen, zoals de oude stoommachine di we hier hebben, de oudste machine vai Stork". MARJOLEIN RIETMA1 Isi FOTO: PERS UNI\ Aleid Schilder: „Lijden aan onzekerheid is geen schande. Maar wie niet kiest blijft

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1988 | | pagina 20