Filosofie als derde dimensie
van het moderne zaken doen
Gewone kleding
vind ik maar saai
Ziekte van
Alzheimer
VAN HUIS UIT
EeicUeGoutoni
MAANDAG 17 OKTOBER 1988 PAGINA li
„Zelf hou ik het meest van tweedelige pakjes", zegt ont
werpster/eigenares Harriëtte Gaddum van Jetty's Mode in
Den Haag.
FOTO: CEES VERKERK
ONTWERPSTER HARRIËTTE GADDUM
VERSLAAFD AAN NAAIMACHINE
Op haar zesde naaide ze al
poppekleertjes en toen ze
dertien was begon ze met
het maken van kleding
voor vriendinnen. Maar de
eerste officiële erkenning
voor mode-ontwerpster
Harriëtte Gaddum kwam
vorig jaar met de hoofdprijs
op de modewedstrijd van
het Haagse Colored Festi
val. „Ik stond perplex, toen
ik hoorde dat ik gewonnen
had", zegt Harriëtte nu
ruim een jaar later. „Pas na
een week begon het tot me
door te dringen dat die prijs
ook een mooie stap zou
kunnen zijn naar een eigen
winkel".
En de winkel kwam er. In
oktober van het vorig jaar
opende Harriëtte haar eigen
modezaakje annex atelier
„Jetty's Mode" op de hoek
van de Regentesselaan en
de Loosduinseweg in Den
Haag. Nooit meer klanten
aan huis of garen en stofjes
op de grond. Een droom
werd werkelijkheid. En de
eigen etalage ook. Want na
het Colored Festival was
Harriëttes collectie dan wel
te bewonderen in de etalage
van de Bijenkorf - één van
de prijzen voor de winnares
van het modefeest - maar
dat was maar tijdelijk. „Het
was echt heel leuk om mijn
ontwerpen daar in de etala
ge te zien staan. Ik reed er
bijna iedere dag langs om
even te kijken
Uit de hand gelopen
Tot 1981 was kleding ma
ken voor Harriëtte alleen
een hobby. Maar wel een
uit de hand gelopen hobby.
„Ik deed administratief
werk bij de Sociale Dienst
en 's avonds zat ik achter
de naaimachine. Ik maakte
kleding voor vrienden en
kennissen. Heel leuk, maar
ontzettend druk, want als ik
thuis kwam moest ik eerst
nog koken. Daarna werkte
ik soms tot drie of vier uur
's nachts door".
Na nog even op het stadhuis
gewerkt te hebben, hield ze
het kantoorwerk definitief
voor gezien en wijdde zich
geheel en al aan het mode
vak. „Ik had verwacht dat
ik het daardoor rustiger zou
krijgen, maar ik heb het
nog steeds even druk. Ik
weet nu al dat het van
avond weer een latertje
wordt, want ik moet per se
morgen een paar jurken
voor een trouwerij af heb
ben
Harriëtte Gaddum ontwerpt
voornamelijk uitgaanskle-
ding; voor het grootste deel
op bestelling, maar ook voor
in de winkel. „Gewone"
kleding vindt de ontwerp
ster maar saai om te maken.
Ze doet dat dan ook nauwe-
99
lijks. „Hoe moeilijker, hoe
beter. Ik wil steeds weer
een nieuwe uitdaging heb
ben. Een simpele blouse
kunnen de mensen overal
wel kopen
Haar stijl omschrijft ze als
„chic, sexy en romantisch".
Zwierige jurken maken een
belangrijk deel uit van de
collectie. Met veel glitter en
kant „Daar vragen de men
sen nu eenmaal naar. Per
soonlijk ben ik daar niet zo
gek op. Ik hou meer van
tweedelige pakjes van
mooie zijden stoffen, zoals
crêpe de Chine".
Tijgerprints
Ondanks haar Surinaamse
achtergrond zegt Harriëtte
zich in haar werk niet door
tropische stranden te laten
inspireren. „Ik ga meer af
op de Franse en Italiaanse
mode. Toen ik jong was had
ik maar één droom: ik wil
de naar Parijs. Dat trok me
gewoon". De reisjes die ze
uiteindelijk naar de Franse
modestad maakte, vond ze
steeds weer indrukwekkend
en inspirerend. Ook voor de
stoffen richt Harriëtte zich
op het buitenland. „Die haal
ik vooral bij Franse en Bel
gische stoffenhuizen". Een
specifieke lievelingskleur
heeft ze niet. „Ik gebruik
alles door elkaar, maar ik
hou wel erg van cerise,
paars, bruin en tijgerachtige
prints". De vele bestellin
gen vergen een flinke snel
heid van werken. Gelukkig
is dat ook mogelijk, omdat
de ontwerpster bij bepaalde
modellen de stof uit de
hand" knipt. Dus zonder
patroon. „Ik denk dat de
manier waarop ik werk
aangeboren is. Soms sta ik
achteraf versteld van me
zelf dat het weer gelukt is".
Wel deed ze ook de nodige
kennis op bij de technische
school voor mode en kle
ding.
Af en toe koopt Harriëtte
voor haar zaakje kleding in.
Sommige klanten vinden
dat geen probleem. Ande
ren willen beslist een eigen
ontwerp, omdat die stuk
voor stuk uniek zijn. „Het is
immers leuk om te weten
dat niemand anders een be
paald jurkje of pakje heeft".
Harriëtte hoopt ooit, als de
financiën dat toelaten,
naaisters in dienst te kun
nen nemen, zodat ze zich
helemaal op het ontwerpen
kan toeleggen. Nu zit ze zelf
nog de hele dag achter de
naaimachine. Overigens
met veel plezier. Ze is ver
knocht aan het ding.
Vraag mijn man maar. Als
we een week op vakantie
zijn, mis ik mijn naaimachi
ne al".
CLARISSE BUMA
Men stelle zich even voor
ogen: een bijeenkomst van de
Raad van Bestuur van de
Ford Motor Company te De
troit, Michigan. Een ovale ta
fel. Daaromheen een tiental
gestaalde no nonsense busi
ness-men voor wie het leven
zelf een kwestie van „pro
ject-managing" is geworden.
Staande bij de overhead-pro
jector een joodse professor
met een grijze baard die zegt:
„En nu, gentlemen, de vraag
naar de zin van het leven.
Wat bedoelen we eigenlijk
met die vraag? Wat is „zin"
en wat is „leven"?
Het tafereel is niet uit de
duim gezogen, bezweert dr.
Peter Koestenbaum. Sterker
nog: hijzelf is die professor.
En nóg krasser: het ter spra
ke brengen van de grote le
vensvragen heeft een aan
toonbaar gunstige invloed
uitgeoefend op de efficiency
van Fords top-executives in
Detroit.
Peter Koestenbaum: „Dat is
mijn boodschap. Dat een filo
sofische levensoriëntatie de
produktie verhoogt. En daar
bij vat ik filosofie breed op
als „het zoeken naar wijs
heid". Dat betekent dat ik er
nadrukkelijk óók onder ver
sta de bezinning op zulke
menselijke ervaringen als
liefde en haat, sterfelijkheid
en onsterfelijkheid, hoop,
wanhoop, vrijheid, verant
woordelijkheid, angst, jaloe
zie heel dat scala van er
varingen dat wij plegen te
beschouwen als bij uitstek
kenmerkend voor het mense
lijk bestaan".
„Het hanteren van die erva
ringen, die ik kortweg aan
duid als de „menselijke
kern" zie ik als de derde di
mensie in het zaken doen. De
eerste dimensie is het maken
van bepaalde dingen of het
verzorgen van bepaalde dien
sten. De tweede dimensie is
het management van het
personeel. De derde dimensie
is inzicht in en hantering van
die „menselijke kern". Dat is
daar ben ik vast van
overtuigd de dimensie
van de toekomst. Onderne
mingen die na produktie en
management ook de „mense
lijke kern" tot ontwikkeling
gaan brengen, zijn de onder
nemingen die het in de ko
mende decennia gaan maken.
Zij zijn het die in het volgen
de millennium de toon gaan
aangeven".
Apart
een dienstverband van 34
jaar overigens. Maar wat ik
nu doe is natuurlijk veel leu
ker. En belangrijker".
We spreken Peter Koesten
baum in de marge van het
congres dat de Veerstichting
afgelopen donderdag en vrij
dag in Leiden organiseerde
onder het motto „Spirit in za
ken" en waar de Amerikaan
één van de sprekers was. Tal
van deskundigen, van zeer
uiteenlopende pluimage, hiel
den op de bijeenkomst plei
dooien voor het integreren
van spiritualiteit en levens
beschouwing in 's mensen
economische activiteit. Wat
als een teken des tijds mag
worden begrepen.
En volgens Peter Koesten
baum dus als een zeer ver
heugend teken. Al waar
schuwt hij er wel voor dat
één zwaluw nog geen lente
maakt:
Kannibalen
„Enerzijds ervaar ik veel in
teresse bij vooral de grote
concerns over de honora
ria heb ik niet te klagen
maar anderzijds bestaat er
wel degelijk ook een grote
mate van schichtigheid voor
de wezenlijke zaken in het
leven. Als je op een bijeen
komst van top-managers van
Ford plompverloren naar vo
ren brengt dat hun uiteinde
lijke drijfveer niet „winst" is
maar „liefde", nou, dan word
je van tien kanten tegelijk in
de pan gehakt. Als kanniba
len slaan de heren toe. Mik
ken de zendeling in de pan,
stoken het vuur op, en voor
hij er goed erg in heeft is-ie
levend gekookt. Dat is me
meer dan eens overkomen,
moet ik zeggen. Maar daar
heb ik van geleerd. Ik moet
mijn boodschap goed verpak
ken".
Die verpakking houdt hoofd
zakelijk in: een bedrijfseco
nomisch georiënteerd taalge
bruik. Centraal begrip in
Koestenbaums taal is „The
Leadership Diamond", een
uitdrukking die vrij mag
worden vertaald als „De
Gouden Leider". De gouden
leider blinkt volgens Koes
tenbaum uit in vier eigen
schappen: visie, werkelijk
heidszin, moed en ethiek.
Managers die deze kwalitei
ten optimaal ontplooien, zijn
de luitjes die het best functio
neren en hun onderneming
naar de top stuwen. Ja toch
heren? Jawel mr. Koesten
baum, knikken de heren dan
en dat brengt de filosoof
weer op de wedervraag wat
„visie" nu eigenlijk is, en wat
„moed" precies inhoudt. Tja,
wat is moed? En daar trekt
Koestenbaum zijn gehoor dan
onmiddellijk de diepte in.
Verklaart hij zich nader:
„Wat ik in de analyse van
die begrippen eigenlijk doe is
inzichten behandelen zoals
die naar voren komen in de
wereldlitteratuur, in de grote
openbaringsboeken, in de
psychologie. Maar ik noem
die beestjes allemaal niet bij
Peter Koestenbaum, geboren
in Berlijn en vlak voor de
oorlog naar Amerika ge
vlucht, neemt onder de filo
sofen in de wereld een heel
aparte positie in. Want zijn
„bedrijfsfilosofie" mag dan
origineel zijn, de wijze waar
op hij hiermee in zijn onder
houd voorziet is nog veel oor
spronkelijker. In ieder geval
in de Verenigde Staten is er,
naar Koestenbaum zelf weet,
niemand anders aan te wij
zen die de kost verdient met
het verstrekken van wijsgeri
ge adviezen aan het bedrijfs
leven. Autofabrikant Ford is
één van zijn belangrijkste
klanten, maar daarnaast
geeft hij ook filosofische be
geleiding aan zulke bedrijven
als IBM, Xerox en Hewlett
Packard.
De filosoof: „Ik ben in dit
werk terecht gekomen als .ge
volg van de lezingen die ik
sinds jaar en dag geef. Die le
zingen leidden tot uitnodigin
gen door het bedrijfsleven en
dat leidde er weer toe dat ik
zo'n zes jaar geleden een
reeks studiebijeenkomsten
ben gaan organiseren voor
het top-kader van de lucht
vaartmaatschappij SAS. Die
bijeenkomsten markeren het
begin van mijn filosofische
consultancy-praktijk. Na SAS
bleken andere bedrijven
eveneens geïnteresseerd, en
in 1986 had ik het er zo druk
mee gekregen dat ik besloot
mijn baan als hoogleraar aan
de San José State University
in California op te geven. Na
Dr. Peter Koestenbaum: „Meer produktie, meer winst de investering in de filosofische aan
pak werpt vrucht af"
FOTO: WIM VAN NOORT
hun naam. Dat schrikt teveel
af. Ik presenteer het allemaal
als filosofische analyse en
dat is tot op grote hoogte heel
wel verdedigbaar. Al praten
de komt geleidelijk aan naar
voren in welke mate het nog
schort aan het gouden leider
schap".
Meer auto's
Die diagnose vormt het be
ginpunt van de volgende fase
in Koestenbaums aanpak.
Want aan mooie praatjes al
leen heeft men in het
bedrijfsleven uiteraard geen
boodschap. Er moeten wél
meer auto's worden ver
kocht. De volgende fase
houdt in dat de managers
zich een bepaald doel stellen,
alsmede een termijn waar
binnen zo'n doelstelling moet
worden gerealiseerd. In die
periode gaan ze dan werken
aan verbetering van hun
kwaliteiten.
„Mijn inbreng in deze fase is
dat ik voortdurend persoon
lijk beschikbaar ben voor on
dersteuning. Ze kunnen me
bellen wanneer ze willen, ik
luister naar hun probleem, ik
help ze meedenken en ik
geef ze onophoudelijk beves
tiging. 'Ik begrijp je, ik denk
en voel met je mee, ik geef je
mijn hart' dat is zo'n beet
je de boodschap. En het fasci
nerende is dat ik daarmee
succes heb. Soms wordt de
gestelde doelstelling hele
maal gerealiseerd en soms
maar voor een deel. Maar de
top-executives over wie we
het hier hebben ervaren zelf
dat de strategie succes heeft.
Ze noteren opeens meer pro
duktie en meer winst: de in
vestering in de filosofische
aanpak werpt meetbare
vruchten af".
Rijst inmiddels wel de vraag
of het hier nou om een filoso
fische of een psychothera
peutische aanpak gaat.
Voor de jood Koestenbaum
liggen die begrippen niet zo
ver van elkaar: „Juist ook
Europese filosofen ik
denk bij voorbeeld aan Kier
kegaard, Buber, Jaspers, Sar
tre hebben de psychologie
en de filosofie weer dichter
bij èlkaar gebracht. Wat mij
betreft zijn het twee zijden
van dezelfde munt. U mag
mijn aanpak psychotherapeu
tisch noemen, maar als ik
met managers van Ford of
IBM bezig ben, neem ik dat
woord niet in de mond. Van
het begrip 'filosofie' schrik
ken ze al; als ik 'psychothera
pie' zou zeggen, raken ze he
lemaal over hyn toeren!".
Moed en visie
Filosofie of psychotherapie
dat het hier om een derde
dimensie van het zaken doen
gaat, staat voor Koestenbaum
vast. De ontwikkeling van
deze dimensie, zo kan hij niet
genoeg beklemtonen, zal be
palend zijn voor de vraag
welke concerns de volgende
eeuw doorkomen en welke
het loodje leggen. Vooropge
steld uiteraard dat er über
haupt een mensheid van eni
ge omvang de volgende eeuw
overleeft.
Peter Koestenbaum: „Dat is
inderdaad de vraag. Maar als
we het overleven zal dat te
danken zijn aan het bedrijfs
leven en nergens anders aan.
Niet de regeringsleiders, niet
de generaals, maar de be
drijfsdirecteuren hebben het
lot van de wereld in handen.
Hun leiderschap zal bepalend
zijn voor de vraag of we de
ecologische crisis overleven.
En ik moet zeggen: in termen
van moed en visie is dat lei
derschap bedroevend slecht".
WILLEM SCHEER
Hij was boodschappen gaan doen
en even later was een agent hem
thuis komen brengen: hij was de
weg naar huis vergeten. Achteraf
realiseerde zijn dochter zich dat
vader zich al veel eerder „anders"
was gaan gedragen. De krant bleef
steeds vaker ongelezen, in kaarten
had hij geen zin meer, en vooral,
hij praatte steeds vaker over vroe
ger en nogal eens hetzelfde ver
haal twee keer achter elkaar. Be
ginnende dementie was de diag
nose van de huisarts.
Vijf tot vijftien procent van alle
ouderen ouder dan 65 is min of
meer dement. Dat zijn er nu
300.000, maar dat aantal zal de ko
mende jaren flink stijgen omdat
steeds meer mensen steeds ouder
worden. Meestal begint de aandoe
ning met vergeetachtigheid voor
dingen die net zijn gebeurt: wat er
gegeten is, wie er zojuist op bezoek
is geweest, wat was er ook weer op
tv. Later breidt deze vergetelheid
zich als een olievlek over het ge
heugen uit. Grote stukken verle
den verdwijnen uit het geheugen
zodat het familie album meer en
meer worden bevolkt door vreem
de mensen met onbekende gezich
ten. Intussen levert de patiënt
steeds meer in: zijn gevoel voor
oriëntatie gaat verloren, het begrip
van tijd, zijn intelligentie.
Medicijnen
In meer dan de helft van dergelij
ke gevallen gaat het dan om de
ziekte van Alzheimer. Dokters
doen wat ze kunnen en omdat dat
niet veel is laten ze zich af en toe
verleiden tot het geven van medi
cijnen tegen beter weten in. Zo
was het vaatverwijdende hydergi-
ne tot acht jaar geleden heel popu
lair. Men dacht toen nog dat de
mentie vooral door aderverkal
king ontstaat en dat dit vaatver
wijdende middel daar wat aan zou
kunnen doen. Bleek niet zo te zijn.
Een paar jaar geleden was zink en
vitamine B12 hevig in de mode,
maar daar hoor je ook al weinig
meer van. Toch is er een sprankje
hoop. Sinds een jaar of tien meent
men een beetje te weten wat er
mis is in de hersenen van een pa
tiënt met de ziekte van Alzheimer
en als je dat weet, dan is het zoe
ken naar een middel dat wat uit
haalt stukken gemakkelijker.
Aan het eind van de jaren '70 ont-
dekte men dat zenuwcellen in het
voorste deel van de hersenen bij
patiënten met de ziekte van Alz
heimer minder acetylcholine be
vatten. Dit spul is een neurotrans
mitter en het zorgt ervoor dat be
richten van de ene op de andere
zenuw kunnen overspringen. Dat
tekort aan die neurotransmitter
deed bij alle neurologen onmiddel
lijk een bel rinkelen. Mensen met
de ziekte van Parkinson hebben te
weinig dopamine in bepaalde de
len van de hersenen. Dopamine is
een naast acetylcholine een van de
vele neurotransmitters in de men
selijke hersenen. Welnu, in het be
gin van de jaren '70 kwam er een
geweldige doorbraak bij de behan
deling van de ziekte Parkinson
doordat men met goed resultaat dit
tekort aan dopamine ging aanvul
len. Zou zoiets met de ziekte van
Alzheimer ook mogelijk zijn?
Bijwerkingen
Dat viel tegen. Men gaf patiënten
een overmaat aan lecithine, een
stof waaruit het lichaam acetyl
choline maakt, maar dat haalde
niets uit. Een andere stof, fysostig-
mine, leek aanvankelijk veelbelo-
vender, maar bleek vanwege de
vele bijwerkingen ook niet ge
schikt. Toen steeg er in de medi
sche plotseling een geweldig ge
juich op. Het befaamde vakblad
New England Journal of Medicine
repte op 13 november 1986 van
een „triomf voor de wetenschap
pelijke methode". Dat lees je niet
vaak in de medische vakpers. Het
al even beroemde Engelse medisch
vakblad The Lancet hield het iet
wat minder uitbundig op „bemoe
digende resultaten". Wat was het
geval? In de New England Journal
stond een artikel waarin ene Willi
am Koopmans Summers, een
Amerikaanse psychiater en inter
nist, zijn gunstige ervaringen met
THA bekend maakte. THA is een
acetylcholine esterase remmer, een
hele mond vol voor een stof die de
afbraak van acetylcholine blok
keert. Dat is precies wat we nodig
hebben, want Alzheimerpatiënten
hebben een tekort aan acetylcholi
ne. Summers gaf 17 patiënten
THA en ook lecithine en stelde
vast dat zijn patiënten beter na
men konden onthouden, zich beter
oriënteerden, kortom flink vooruit
waren gegaan. Dit bericht sloeg
vooral in Amerika in als een bom.
Het vreemde was dat Summers al
eerder had geëxperimenteerd met
THA en toen, in 1961, waren de
resultaten lang niet zo veelbelo
vend. Daar waren volgens Sum
mers een aantal redenen voor. Bij
het eerste experiment deden waar
schijnlijk patiënten mee die wel
dement waren maar niet van het
type Alzheimer. Omdat THA al
leen bij Alzheimer werkt zou dit
het resultaat negatief hebben ver
tekend. Verder bleek dat je van
dat THA te weinig, maar ook te
veel kunt geven en in beide geval
len werkt het spul dan niet. Dit
maal bepaalde Summers bij iedere
patiënt de juiste dosis. En als laat
ste: THA werkt alleen als de pa
tiënt ook lecithine, de grondstof
van acetylcholine, erbij slikt.
Klucht
Toen volgde er een klucht. Eerst
werd het onderzoek van Summers
in de ingezonden brievenrubriek
van de New England Journal flink
in de grond gestampt omdat het
onderzoek niet zou deugen. Ver
volgens kreeg Summers ruzie met
de Amerikaanse medische bobo's
omdat hij zijn proefpersonen (of de
familie) voor deelname aan zijn
experimenten liet betalen. Daar
kwam een stevige rel van waarbij
op een gegeven moment zelfs pre
sident Reagan aan te pas moest ko
men. Uiteindelijk werd er een
grootscheeps onderzoek op touw
gezet, maar dat werd precies een
jaar geleden afgebroken vanwege
de vele bijwerkingen. Nadat men
de gemiddelde dosis wat omlaag
had geschroefd is dit onderzoek nu
weer in volle gang. Wat kunnen
we ervan verwachten? Niet veel,
in ieder geval geen wondermiddel
tegen de ziekte van Alzheimer.
Het op peil houden van het acetyl
choline in de zenuwcellen van de
hersenen heeft alleen zin als die
cellen intact zijn. En dat is nu juist
het probleem. Bij deze ziekte
worden de zenuwcellen van de
voorhersenen een voor een uitge-
patst en dat proces is niet te stop
pen. THA kan een dode zenuwcel
niet tot leven wekken, zodat het
alleen effectief kan zijn als er nog
voldoende zenuwcellen in de voor
hersenen in leven zijn. Dus alleen
in het begin van de ziekte. Ik houd
u op de hoogte.
door Joke Forceville-Van Rossum
Spiri tuali tei&
Spiritualiteit heeft te make*,
met het vormgeven van je t
staan
Catharina h
Ik zou tijdens het weekendi
dierbare gasten mogen
verwelkomen. Omdat ik
geloof in de bijbelse op vat tl
van de gastvriendschap,
betekent zoiets voor mij, dal\
me erop toeleg een goede
maaltijd voor te bereiden.
Samen eten samen delenl
schept verbondenheid. Ik
wilde iets bijzonders probeii
en zocht suggesties voor eel
speciaal voorgerecht en een
apart soepje. De goede
vriendin die me daarbij son
helpt, was op vakantie. Ik
raadpleegde dus een
kookboek. Met de nieuwste u,
roman van Frederik Willen®
Hermans zou ik immers niqe
ver gekomen zijn.
Mijn man, die de tuin nog
mooier wilde maken met
bloeiend goed, bladerde in
daarvoor geschikte vaklectu f
Op dat moment nam hij r'
natuurlijk geen opvoedkum r
meesterwerk ter hand. Toep
ik klaar was met mijn
voorbereidingen pakte ik h n
boekje dat journalist Richai
Auwerda (zijn naam is bekt
van de Volkskrant waaraai r
hij tot voor kort verbonden k<
was) mij had gegeven.
Een beetje tegen de draad
dacht ik zelf. Want die
brochure is bestemd voor
schoolkatecheten. Dat ben
niet en over de godsdiensti,
vorming van de opgroeient tl
jeugd behoef ik me dus nie in
rechtstreeks te buigen. Watn
moest ik er eigenlijk mee"
Maar spiritualiteit is een
begrip dat me erg bezighoi U1
en de titel van Auwerda's
werkje luidt: „Op zoek naa
een spiritualiteit". Dat is eeai
modern woord; je komt he i
veelvuldig tegen en dat mafr
dat er soms van allerlei
tegelijkertijd onder wordt
verstaan. Waardoor zo 'n
begrip voos, nietszeggend
wordt. Het is me gebleken
deze kleine brochure voor
méér dan alleen katechetei
zijn waarde heeft. Ieder die
wel eens wil weten wat we
onder spiritualiteit verstaan
wat we ermee „aan moete
is ermee gediend. Na de
inleiding vinden we een _r(
interview met Prof. Cathar^,
Halkes die in eenvoudige
bewoordingen duidelijk
maakt, dat spiritualiteit te
maken heeft met de
vormgeving van je bestaan
Met de ideeën van waaruit
leeft, met de perspectieven
je ziet. Zelf noemt ze als
grondwoorden in haar leve
van waaruit spiritualiteit k e]
opbloeien: vroomheid (in d -
oorspronkelijke betekenis v
„sterk-zijn dus allesbehaly
halfzachtheid), L*
verantwoordelijkheid
(antwoord geven op Gods
scheppingswoord) en een
onontkoombaar besef van
geroepen-zijn. Spiritualiteit[
kan iets gemeenschappelijl
zijn, maar ook iets
persoonlijks. Zo kennen
een katholieke en een
protestantse spiritualiteit ei
die van bepaalde
kloosterorden (Carmelitaai
Fransiscaanse bijvoorbeeld
Wat moeten we nu onder
persoonlijke spiritualiteit
verstaan? Ik denk dat
spiritualiteit de geest is die I
aanraakt, de gedrevenheid
waarmee we na ontdeki
van onze grondwoorden di
dan grondwaarden kunnei
worden ijveren om w
maken wat we als onze
opdracht zien. Dat is niet
alleen resultaat van ons
denken, al moeten we met..
verstand natuurlijk onze
grondwoorden analyseren.
Ons hart spreekt er ducht
mee. Want we worden óó&p
gedreven door onze gevoel
Spiritualiteit is dus de li
bezieling waarmee we in
leven staan, die steeds
functioneert zolang we om]
diepere motieven dan alli
praktisch nut, onze taak
vervullen. Het gaat daarbil
niet in eerste instantie oml
we doen, maar met welke F"
geest. Of ik een maaltijd Fa
voorbereid, de tuin aanhad
mijn kind leer bidden of ff1 1
zieke verzorg is niet het rar
aangeblazen doe ik het?
huismoeder vrees ik dat dPe
spiritualiteit van het dagelf
handelen veelvuldig over Fer
hoofd wordt gezien. Vanufan
ervaring met eventueel de1
meest alledaagse dingen ei
feiten nadenken over wafLrj
nu eigenlijk „gelooft", h n
waarvoor je werkelijk leefix^,
dat zou je spiritualiteit kufy^
noemen. T t
Voor geïnteresseerden: Het bei
dres voor de brochure is Secreli
van de bisschoppelijke gedelegei
voor het Kath. onderwijs. P<%
82158, 2508 ED 's Gravenhage. F