Filosofie als derde dimensie van het moderne zaken doen Gewone kleding vind ik maar saai Ziekte van Alzheimer VAN HUIS UIT EeicUeGoutoni MAANDAG 17 OKTOBER 1988 PAGINA li „Zelf hou ik het meest van tweedelige pakjes", zegt ont werpster/eigenares Harriëtte Gaddum van Jetty's Mode in Den Haag. FOTO: CEES VERKERK ONTWERPSTER HARRIËTTE GADDUM VERSLAAFD AAN NAAIMACHINE Op haar zesde naaide ze al poppekleertjes en toen ze dertien was begon ze met het maken van kleding voor vriendinnen. Maar de eerste officiële erkenning voor mode-ontwerpster Harriëtte Gaddum kwam vorig jaar met de hoofdprijs op de modewedstrijd van het Haagse Colored Festi val. „Ik stond perplex, toen ik hoorde dat ik gewonnen had", zegt Harriëtte nu ruim een jaar later. „Pas na een week begon het tot me door te dringen dat die prijs ook een mooie stap zou kunnen zijn naar een eigen winkel". En de winkel kwam er. In oktober van het vorig jaar opende Harriëtte haar eigen modezaakje annex atelier „Jetty's Mode" op de hoek van de Regentesselaan en de Loosduinseweg in Den Haag. Nooit meer klanten aan huis of garen en stofjes op de grond. Een droom werd werkelijkheid. En de eigen etalage ook. Want na het Colored Festival was Harriëttes collectie dan wel te bewonderen in de etalage van de Bijenkorf - één van de prijzen voor de winnares van het modefeest - maar dat was maar tijdelijk. „Het was echt heel leuk om mijn ontwerpen daar in de etala ge te zien staan. Ik reed er bijna iedere dag langs om even te kijken Uit de hand gelopen Tot 1981 was kleding ma ken voor Harriëtte alleen een hobby. Maar wel een uit de hand gelopen hobby. „Ik deed administratief werk bij de Sociale Dienst en 's avonds zat ik achter de naaimachine. Ik maakte kleding voor vrienden en kennissen. Heel leuk, maar ontzettend druk, want als ik thuis kwam moest ik eerst nog koken. Daarna werkte ik soms tot drie of vier uur 's nachts door". Na nog even op het stadhuis gewerkt te hebben, hield ze het kantoorwerk definitief voor gezien en wijdde zich geheel en al aan het mode vak. „Ik had verwacht dat ik het daardoor rustiger zou krijgen, maar ik heb het nog steeds even druk. Ik weet nu al dat het van avond weer een latertje wordt, want ik moet per se morgen een paar jurken voor een trouwerij af heb ben Harriëtte Gaddum ontwerpt voornamelijk uitgaanskle- ding; voor het grootste deel op bestelling, maar ook voor in de winkel. „Gewone" kleding vindt de ontwerp ster maar saai om te maken. Ze doet dat dan ook nauwe- 99 lijks. „Hoe moeilijker, hoe beter. Ik wil steeds weer een nieuwe uitdaging heb ben. Een simpele blouse kunnen de mensen overal wel kopen Haar stijl omschrijft ze als „chic, sexy en romantisch". Zwierige jurken maken een belangrijk deel uit van de collectie. Met veel glitter en kant „Daar vragen de men sen nu eenmaal naar. Per soonlijk ben ik daar niet zo gek op. Ik hou meer van tweedelige pakjes van mooie zijden stoffen, zoals crêpe de Chine". Tijgerprints Ondanks haar Surinaamse achtergrond zegt Harriëtte zich in haar werk niet door tropische stranden te laten inspireren. „Ik ga meer af op de Franse en Italiaanse mode. Toen ik jong was had ik maar één droom: ik wil de naar Parijs. Dat trok me gewoon". De reisjes die ze uiteindelijk naar de Franse modestad maakte, vond ze steeds weer indrukwekkend en inspirerend. Ook voor de stoffen richt Harriëtte zich op het buitenland. „Die haal ik vooral bij Franse en Bel gische stoffenhuizen". Een specifieke lievelingskleur heeft ze niet. „Ik gebruik alles door elkaar, maar ik hou wel erg van cerise, paars, bruin en tijgerachtige prints". De vele bestellin gen vergen een flinke snel heid van werken. Gelukkig is dat ook mogelijk, omdat de ontwerpster bij bepaalde modellen de stof uit de hand" knipt. Dus zonder patroon. „Ik denk dat de manier waarop ik werk aangeboren is. Soms sta ik achteraf versteld van me zelf dat het weer gelukt is". Wel deed ze ook de nodige kennis op bij de technische school voor mode en kle ding. Af en toe koopt Harriëtte voor haar zaakje kleding in. Sommige klanten vinden dat geen probleem. Ande ren willen beslist een eigen ontwerp, omdat die stuk voor stuk uniek zijn. „Het is immers leuk om te weten dat niemand anders een be paald jurkje of pakje heeft". Harriëtte hoopt ooit, als de financiën dat toelaten, naaisters in dienst te kun nen nemen, zodat ze zich helemaal op het ontwerpen kan toeleggen. Nu zit ze zelf nog de hele dag achter de naaimachine. Overigens met veel plezier. Ze is ver knocht aan het ding. Vraag mijn man maar. Als we een week op vakantie zijn, mis ik mijn naaimachi ne al". CLARISSE BUMA Men stelle zich even voor ogen: een bijeenkomst van de Raad van Bestuur van de Ford Motor Company te De troit, Michigan. Een ovale ta fel. Daaromheen een tiental gestaalde no nonsense busi ness-men voor wie het leven zelf een kwestie van „pro ject-managing" is geworden. Staande bij de overhead-pro jector een joodse professor met een grijze baard die zegt: „En nu, gentlemen, de vraag naar de zin van het leven. Wat bedoelen we eigenlijk met die vraag? Wat is „zin" en wat is „leven"? Het tafereel is niet uit de duim gezogen, bezweert dr. Peter Koestenbaum. Sterker nog: hijzelf is die professor. En nóg krasser: het ter spra ke brengen van de grote le vensvragen heeft een aan toonbaar gunstige invloed uitgeoefend op de efficiency van Fords top-executives in Detroit. Peter Koestenbaum: „Dat is mijn boodschap. Dat een filo sofische levensoriëntatie de produktie verhoogt. En daar bij vat ik filosofie breed op als „het zoeken naar wijs heid". Dat betekent dat ik er nadrukkelijk óók onder ver sta de bezinning op zulke menselijke ervaringen als liefde en haat, sterfelijkheid en onsterfelijkheid, hoop, wanhoop, vrijheid, verant woordelijkheid, angst, jaloe zie heel dat scala van er varingen dat wij plegen te beschouwen als bij uitstek kenmerkend voor het mense lijk bestaan". „Het hanteren van die erva ringen, die ik kortweg aan duid als de „menselijke kern" zie ik als de derde di mensie in het zaken doen. De eerste dimensie is het maken van bepaalde dingen of het verzorgen van bepaalde dien sten. De tweede dimensie is het management van het personeel. De derde dimensie is inzicht in en hantering van die „menselijke kern". Dat is daar ben ik vast van overtuigd de dimensie van de toekomst. Onderne mingen die na produktie en management ook de „mense lijke kern" tot ontwikkeling gaan brengen, zijn de onder nemingen die het in de ko mende decennia gaan maken. Zij zijn het die in het volgen de millennium de toon gaan aangeven". Apart een dienstverband van 34 jaar overigens. Maar wat ik nu doe is natuurlijk veel leu ker. En belangrijker". We spreken Peter Koesten baum in de marge van het congres dat de Veerstichting afgelopen donderdag en vrij dag in Leiden organiseerde onder het motto „Spirit in za ken" en waar de Amerikaan één van de sprekers was. Tal van deskundigen, van zeer uiteenlopende pluimage, hiel den op de bijeenkomst plei dooien voor het integreren van spiritualiteit en levens beschouwing in 's mensen economische activiteit. Wat als een teken des tijds mag worden begrepen. En volgens Peter Koesten baum dus als een zeer ver heugend teken. Al waar schuwt hij er wel voor dat één zwaluw nog geen lente maakt: Kannibalen „Enerzijds ervaar ik veel in teresse bij vooral de grote concerns over de honora ria heb ik niet te klagen maar anderzijds bestaat er wel degelijk ook een grote mate van schichtigheid voor de wezenlijke zaken in het leven. Als je op een bijeen komst van top-managers van Ford plompverloren naar vo ren brengt dat hun uiteinde lijke drijfveer niet „winst" is maar „liefde", nou, dan word je van tien kanten tegelijk in de pan gehakt. Als kanniba len slaan de heren toe. Mik ken de zendeling in de pan, stoken het vuur op, en voor hij er goed erg in heeft is-ie levend gekookt. Dat is me meer dan eens overkomen, moet ik zeggen. Maar daar heb ik van geleerd. Ik moet mijn boodschap goed verpak ken". Die verpakking houdt hoofd zakelijk in: een bedrijfseco nomisch georiënteerd taalge bruik. Centraal begrip in Koestenbaums taal is „The Leadership Diamond", een uitdrukking die vrij mag worden vertaald als „De Gouden Leider". De gouden leider blinkt volgens Koes tenbaum uit in vier eigen schappen: visie, werkelijk heidszin, moed en ethiek. Managers die deze kwalitei ten optimaal ontplooien, zijn de luitjes die het best functio neren en hun onderneming naar de top stuwen. Ja toch heren? Jawel mr. Koesten baum, knikken de heren dan en dat brengt de filosoof weer op de wedervraag wat „visie" nu eigenlijk is, en wat „moed" precies inhoudt. Tja, wat is moed? En daar trekt Koestenbaum zijn gehoor dan onmiddellijk de diepte in. Verklaart hij zich nader: „Wat ik in de analyse van die begrippen eigenlijk doe is inzichten behandelen zoals die naar voren komen in de wereldlitteratuur, in de grote openbaringsboeken, in de psychologie. Maar ik noem die beestjes allemaal niet bij Peter Koestenbaum, geboren in Berlijn en vlak voor de oorlog naar Amerika ge vlucht, neemt onder de filo sofen in de wereld een heel aparte positie in. Want zijn „bedrijfsfilosofie" mag dan origineel zijn, de wijze waar op hij hiermee in zijn onder houd voorziet is nog veel oor spronkelijker. In ieder geval in de Verenigde Staten is er, naar Koestenbaum zelf weet, niemand anders aan te wij zen die de kost verdient met het verstrekken van wijsgeri ge adviezen aan het bedrijfs leven. Autofabrikant Ford is één van zijn belangrijkste klanten, maar daarnaast geeft hij ook filosofische be geleiding aan zulke bedrijven als IBM, Xerox en Hewlett Packard. De filosoof: „Ik ben in dit werk terecht gekomen als .ge volg van de lezingen die ik sinds jaar en dag geef. Die le zingen leidden tot uitnodigin gen door het bedrijfsleven en dat leidde er weer toe dat ik zo'n zes jaar geleden een reeks studiebijeenkomsten ben gaan organiseren voor het top-kader van de lucht vaartmaatschappij SAS. Die bijeenkomsten markeren het begin van mijn filosofische consultancy-praktijk. Na SAS bleken andere bedrijven eveneens geïnteresseerd, en in 1986 had ik het er zo druk mee gekregen dat ik besloot mijn baan als hoogleraar aan de San José State University in California op te geven. Na Dr. Peter Koestenbaum: „Meer produktie, meer winst de investering in de filosofische aan pak werpt vrucht af" FOTO: WIM VAN NOORT hun naam. Dat schrikt teveel af. Ik presenteer het allemaal als filosofische analyse en dat is tot op grote hoogte heel wel verdedigbaar. Al praten de komt geleidelijk aan naar voren in welke mate het nog schort aan het gouden leider schap". Meer auto's Die diagnose vormt het be ginpunt van de volgende fase in Koestenbaums aanpak. Want aan mooie praatjes al leen heeft men in het bedrijfsleven uiteraard geen boodschap. Er moeten wél meer auto's worden ver kocht. De volgende fase houdt in dat de managers zich een bepaald doel stellen, alsmede een termijn waar binnen zo'n doelstelling moet worden gerealiseerd. In die periode gaan ze dan werken aan verbetering van hun kwaliteiten. „Mijn inbreng in deze fase is dat ik voortdurend persoon lijk beschikbaar ben voor on dersteuning. Ze kunnen me bellen wanneer ze willen, ik luister naar hun probleem, ik help ze meedenken en ik geef ze onophoudelijk beves tiging. 'Ik begrijp je, ik denk en voel met je mee, ik geef je mijn hart' dat is zo'n beet je de boodschap. En het fasci nerende is dat ik daarmee succes heb. Soms wordt de gestelde doelstelling hele maal gerealiseerd en soms maar voor een deel. Maar de top-executives over wie we het hier hebben ervaren zelf dat de strategie succes heeft. Ze noteren opeens meer pro duktie en meer winst: de in vestering in de filosofische aanpak werpt meetbare vruchten af". Rijst inmiddels wel de vraag of het hier nou om een filoso fische of een psychothera peutische aanpak gaat. Voor de jood Koestenbaum liggen die begrippen niet zo ver van elkaar: „Juist ook Europese filosofen ik denk bij voorbeeld aan Kier kegaard, Buber, Jaspers, Sar tre hebben de psychologie en de filosofie weer dichter bij èlkaar gebracht. Wat mij betreft zijn het twee zijden van dezelfde munt. U mag mijn aanpak psychotherapeu tisch noemen, maar als ik met managers van Ford of IBM bezig ben, neem ik dat woord niet in de mond. Van het begrip 'filosofie' schrik ken ze al; als ik 'psychothera pie' zou zeggen, raken ze he lemaal over hyn toeren!". Moed en visie Filosofie of psychotherapie dat het hier om een derde dimensie van het zaken doen gaat, staat voor Koestenbaum vast. De ontwikkeling van deze dimensie, zo kan hij niet genoeg beklemtonen, zal be palend zijn voor de vraag welke concerns de volgende eeuw doorkomen en welke het loodje leggen. Vooropge steld uiteraard dat er über haupt een mensheid van eni ge omvang de volgende eeuw overleeft. Peter Koestenbaum: „Dat is inderdaad de vraag. Maar als we het overleven zal dat te danken zijn aan het bedrijfs leven en nergens anders aan. Niet de regeringsleiders, niet de generaals, maar de be drijfsdirecteuren hebben het lot van de wereld in handen. Hun leiderschap zal bepalend zijn voor de vraag of we de ecologische crisis overleven. En ik moet zeggen: in termen van moed en visie is dat lei derschap bedroevend slecht". WILLEM SCHEER Hij was boodschappen gaan doen en even later was een agent hem thuis komen brengen: hij was de weg naar huis vergeten. Achteraf realiseerde zijn dochter zich dat vader zich al veel eerder „anders" was gaan gedragen. De krant bleef steeds vaker ongelezen, in kaarten had hij geen zin meer, en vooral, hij praatte steeds vaker over vroe ger en nogal eens hetzelfde ver haal twee keer achter elkaar. Be ginnende dementie was de diag nose van de huisarts. Vijf tot vijftien procent van alle ouderen ouder dan 65 is min of meer dement. Dat zijn er nu 300.000, maar dat aantal zal de ko mende jaren flink stijgen omdat steeds meer mensen steeds ouder worden. Meestal begint de aandoe ning met vergeetachtigheid voor dingen die net zijn gebeurt: wat er gegeten is, wie er zojuist op bezoek is geweest, wat was er ook weer op tv. Later breidt deze vergetelheid zich als een olievlek over het ge heugen uit. Grote stukken verle den verdwijnen uit het geheugen zodat het familie album meer en meer worden bevolkt door vreem de mensen met onbekende gezich ten. Intussen levert de patiënt steeds meer in: zijn gevoel voor oriëntatie gaat verloren, het begrip van tijd, zijn intelligentie. Medicijnen In meer dan de helft van dergelij ke gevallen gaat het dan om de ziekte van Alzheimer. Dokters doen wat ze kunnen en omdat dat niet veel is laten ze zich af en toe verleiden tot het geven van medi cijnen tegen beter weten in. Zo was het vaatverwijdende hydergi- ne tot acht jaar geleden heel popu lair. Men dacht toen nog dat de mentie vooral door aderverkal king ontstaat en dat dit vaatver wijdende middel daar wat aan zou kunnen doen. Bleek niet zo te zijn. Een paar jaar geleden was zink en vitamine B12 hevig in de mode, maar daar hoor je ook al weinig meer van. Toch is er een sprankje hoop. Sinds een jaar of tien meent men een beetje te weten wat er mis is in de hersenen van een pa tiënt met de ziekte van Alzheimer en als je dat weet, dan is het zoe ken naar een middel dat wat uit haalt stukken gemakkelijker. Aan het eind van de jaren '70 ont- dekte men dat zenuwcellen in het voorste deel van de hersenen bij patiënten met de ziekte van Alz heimer minder acetylcholine be vatten. Dit spul is een neurotrans mitter en het zorgt ervoor dat be richten van de ene op de andere zenuw kunnen overspringen. Dat tekort aan die neurotransmitter deed bij alle neurologen onmiddel lijk een bel rinkelen. Mensen met de ziekte van Parkinson hebben te weinig dopamine in bepaalde de len van de hersenen. Dopamine is een naast acetylcholine een van de vele neurotransmitters in de men selijke hersenen. Welnu, in het be gin van de jaren '70 kwam er een geweldige doorbraak bij de behan deling van de ziekte Parkinson doordat men met goed resultaat dit tekort aan dopamine ging aanvul len. Zou zoiets met de ziekte van Alzheimer ook mogelijk zijn? Bijwerkingen Dat viel tegen. Men gaf patiënten een overmaat aan lecithine, een stof waaruit het lichaam acetyl choline maakt, maar dat haalde niets uit. Een andere stof, fysostig- mine, leek aanvankelijk veelbelo- vender, maar bleek vanwege de vele bijwerkingen ook niet ge schikt. Toen steeg er in de medi sche plotseling een geweldig ge juich op. Het befaamde vakblad New England Journal of Medicine repte op 13 november 1986 van een „triomf voor de wetenschap pelijke methode". Dat lees je niet vaak in de medische vakpers. Het al even beroemde Engelse medisch vakblad The Lancet hield het iet wat minder uitbundig op „bemoe digende resultaten". Wat was het geval? In de New England Journal stond een artikel waarin ene Willi am Koopmans Summers, een Amerikaanse psychiater en inter nist, zijn gunstige ervaringen met THA bekend maakte. THA is een acetylcholine esterase remmer, een hele mond vol voor een stof die de afbraak van acetylcholine blok keert. Dat is precies wat we nodig hebben, want Alzheimerpatiënten hebben een tekort aan acetylcholi ne. Summers gaf 17 patiënten THA en ook lecithine en stelde vast dat zijn patiënten beter na men konden onthouden, zich beter oriënteerden, kortom flink vooruit waren gegaan. Dit bericht sloeg vooral in Amerika in als een bom. Het vreemde was dat Summers al eerder had geëxperimenteerd met THA en toen, in 1961, waren de resultaten lang niet zo veelbelo vend. Daar waren volgens Sum mers een aantal redenen voor. Bij het eerste experiment deden waar schijnlijk patiënten mee die wel dement waren maar niet van het type Alzheimer. Omdat THA al leen bij Alzheimer werkt zou dit het resultaat negatief hebben ver tekend. Verder bleek dat je van dat THA te weinig, maar ook te veel kunt geven en in beide geval len werkt het spul dan niet. Dit maal bepaalde Summers bij iedere patiënt de juiste dosis. En als laat ste: THA werkt alleen als de pa tiënt ook lecithine, de grondstof van acetylcholine, erbij slikt. Klucht Toen volgde er een klucht. Eerst werd het onderzoek van Summers in de ingezonden brievenrubriek van de New England Journal flink in de grond gestampt omdat het onderzoek niet zou deugen. Ver volgens kreeg Summers ruzie met de Amerikaanse medische bobo's omdat hij zijn proefpersonen (of de familie) voor deelname aan zijn experimenten liet betalen. Daar kwam een stevige rel van waarbij op een gegeven moment zelfs pre sident Reagan aan te pas moest ko men. Uiteindelijk werd er een grootscheeps onderzoek op touw gezet, maar dat werd precies een jaar geleden afgebroken vanwege de vele bijwerkingen. Nadat men de gemiddelde dosis wat omlaag had geschroefd is dit onderzoek nu weer in volle gang. Wat kunnen we ervan verwachten? Niet veel, in ieder geval geen wondermiddel tegen de ziekte van Alzheimer. Het op peil houden van het acetyl choline in de zenuwcellen van de hersenen heeft alleen zin als die cellen intact zijn. En dat is nu juist het probleem. Bij deze ziekte worden de zenuwcellen van de voorhersenen een voor een uitge- patst en dat proces is niet te stop pen. THA kan een dode zenuwcel niet tot leven wekken, zodat het alleen effectief kan zijn als er nog voldoende zenuwcellen in de voor hersenen in leven zijn. Dus alleen in het begin van de ziekte. Ik houd u op de hoogte. door Joke Forceville-Van Rossum Spiri tuali tei& Spiritualiteit heeft te make*, met het vormgeven van je t staan Catharina h Ik zou tijdens het weekendi dierbare gasten mogen verwelkomen. Omdat ik geloof in de bijbelse op vat tl van de gastvriendschap, betekent zoiets voor mij, dal\ me erop toeleg een goede maaltijd voor te bereiden. Samen eten samen delenl schept verbondenheid. Ik wilde iets bijzonders probeii en zocht suggesties voor eel speciaal voorgerecht en een apart soepje. De goede vriendin die me daarbij son helpt, was op vakantie. Ik raadpleegde dus een kookboek. Met de nieuwste u, roman van Frederik Willen® Hermans zou ik immers niqe ver gekomen zijn. Mijn man, die de tuin nog mooier wilde maken met bloeiend goed, bladerde in daarvoor geschikte vaklectu f Op dat moment nam hij r' natuurlijk geen opvoedkum r meesterwerk ter hand. Toep ik klaar was met mijn voorbereidingen pakte ik h n boekje dat journalist Richai Auwerda (zijn naam is bekt van de Volkskrant waaraai r hij tot voor kort verbonden k< was) mij had gegeven. Een beetje tegen de draad dacht ik zelf. Want die brochure is bestemd voor schoolkatecheten. Dat ben niet en over de godsdiensti, vorming van de opgroeient tl jeugd behoef ik me dus nie in rechtstreeks te buigen. Watn moest ik er eigenlijk mee" Maar spiritualiteit is een begrip dat me erg bezighoi U1 en de titel van Auwerda's werkje luidt: „Op zoek naa een spiritualiteit". Dat is eeai modern woord; je komt he i veelvuldig tegen en dat mafr dat er soms van allerlei tegelijkertijd onder wordt verstaan. Waardoor zo 'n begrip voos, nietszeggend wordt. Het is me gebleken deze kleine brochure voor méér dan alleen katechetei zijn waarde heeft. Ieder die wel eens wil weten wat we onder spiritualiteit verstaan wat we ermee „aan moete is ermee gediend. Na de inleiding vinden we een _r( interview met Prof. Cathar^, Halkes die in eenvoudige bewoordingen duidelijk maakt, dat spiritualiteit te maken heeft met de vormgeving van je bestaan Met de ideeën van waaruit leeft, met de perspectieven je ziet. Zelf noemt ze als grondwoorden in haar leve van waaruit spiritualiteit k e] opbloeien: vroomheid (in d - oorspronkelijke betekenis v „sterk-zijn dus allesbehaly halfzachtheid), L* verantwoordelijkheid (antwoord geven op Gods scheppingswoord) en een onontkoombaar besef van geroepen-zijn. Spiritualiteit[ kan iets gemeenschappelijl zijn, maar ook iets persoonlijks. Zo kennen een katholieke en een protestantse spiritualiteit ei die van bepaalde kloosterorden (Carmelitaai Fransiscaanse bijvoorbeeld Wat moeten we nu onder persoonlijke spiritualiteit verstaan? Ik denk dat spiritualiteit de geest is die I aanraakt, de gedrevenheid waarmee we na ontdeki van onze grondwoorden di dan grondwaarden kunnei worden ijveren om w maken wat we als onze opdracht zien. Dat is niet alleen resultaat van ons denken, al moeten we met.. verstand natuurlijk onze grondwoorden analyseren. Ons hart spreekt er ducht mee. Want we worden óó&p gedreven door onze gevoel Spiritualiteit is dus de li bezieling waarmee we in leven staan, die steeds functioneert zolang we om] diepere motieven dan alli praktisch nut, onze taak vervullen. Het gaat daarbil niet in eerste instantie oml we doen, maar met welke F" geest. Of ik een maaltijd Fa voorbereid, de tuin aanhad mijn kind leer bidden of ff1 1 zieke verzorg is niet het rar aangeblazen doe ik het? huismoeder vrees ik dat dPe spiritualiteit van het dagelf handelen veelvuldig over Fer hoofd wordt gezien. Vanufan ervaring met eventueel de1 meest alledaagse dingen ei feiten nadenken over wafLrj nu eigenlijk „gelooft", h n waarvoor je werkelijk leefix^, dat zou je spiritualiteit kufy^ noemen. T t Voor geïnteresseerden: Het bei dres voor de brochure is Secreli van de bisschoppelijke gedelegei voor het Kath. onderwijs. P<% 82158, 2508 ED 's Gravenhage. F

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1988 | | pagina 12