Langs Omwegen 1 Het Leidse Schachtenhof rondde een voorbije periode met trots af Jaarlijks tien doden door gebrek aan donornieren 3agik| DEN OMGEVING C&idae Qowiant DINSDAG 27 SEPTEMBER 1988 PAGINA 15 fn'oliderdom jioeizaam schuifelde de thte naar de tafel, jchter kantonrechter hem vriendelijk zat lachen. De magistraat duidelijk enig res toor de ouderdom. „U leboren op 27 februari l verifieerde Wille de fens in het proces ver- Kunt u misschien wat praten?", ver- de verdachte, terwijl i gehoorapparaat wat 1 zette. «n, woonachtig in een ijks bejaardenhuis, 21 augustus vorig i" zijn woonplaats vis- [angetroffen. Dat was k niet erg, ware het |dat de Noordwijker een visnet ge- e zonder dat hij in het Was van een grote vi- [Bovendien waren de in het net slechts nillimeter groot, in Jvan de voorgeschre- |ee centimeter, ist echt niet dat het piocht. Eerlijk waar verzekerde de vijker, die wel een visakte had. „Wat daar nu precies?" kantonrechter Wille I „Ik wilde een paar vissies vangen om ee te gaan snoeken. i lid van een hengel- 99® ,s Waar ik wist het echt van Qantwoordde de ver- ibewoo( „Mmm", bromde niet onvriendelijk. „U pand vervolgens een accept. laarmeeujS gekregen met een ïr^i ®6ij van 405 gulden. Die ebber Ii niet betaald". „Nee, hij er nn njet betalen van aan d^den zakgeld in de beaamde de ver- WIM „Daar moet ik- ook Ieren van kopen. Ik ddaar al jaren, mijn is een paar jaar gele- rerleden en ik heb zes L I geleden een hartaan- [,0 l}had, waarna ik vier i in het ziekenhuis gelegen", stortte de ur (wijker meteen maar i ellende uit over het van de kantonrechter. rrjbmlach was inmid- jérgegaan in een wat aakt tn gezichtuitdruk- riëté 1 rveillejaar geval", gaf Wille lkpmalen aardige zaak, zegt J 'wel", herhaalde de an a^te wjens gehoorap- ?lopen kennelijk nog niet /oorstejenoeg stond. „Vissen edoeldjiatuurlijk lekker ont- vordeil11^ snerkte Wille >beurt1,01 °P- ,,Vist u lan" pv „Al vanaf mijn ze- v, j331""' ze' Noorwij- op he|t zonder enige trots, [er bii ons in Ter Aar we dat nog met een ïk". „Ik geloof dat ze Variétffer Aar nog steeds zo de op i glimlachte de kan- Stichtlter, die kennelijk ge- ABrond de Ter Aarse optredlnten vertoeft. een g[. s vakarf'° eschou^i wel eens eerder be ds. Er zpor de politie?" infor- eerstel Wille. „Nooit", ant- lling Je de verdachte stel- »er del doe voor het eerst I uur irf1 en 'k ben gelijk de eburcht' merkte hij olijk op i Roelo^g daarmee de la- (p zijn hand. „Tsja, ik orstellilP" een beetie huraor- Dlein vPver' maar z° ben lk •T iqmaal", maakte hij de rechter duidelijk. n® bepaald niet de cha- neater ite oncjer de kanton- t toontL toonde een brede /e® ^ej„Natuurlijk, we zijn eld aanet 0m een potje te der aal, gaf hij toe. ïrenprot van justitie Van gaat nijoek meende datde -jat verkeerd was in- I door de politie. „De iedjes e^estonc^ dat er spra- half van beroepsmatig 'Dat is niet het geval. \WV6rèxyP °°k dat meneer pven wil beteren. I» vraag ik vijftig gul pte voor het ontbre- udse ih de grote visakte en g W/^ulden voor het vis- d haar ft te kleine mazen. om 2(k wordt wat mij be- irbeurd verklaard", rdwijker haalde zijn ;rs op. „Tja, dat Zgenschl sparen", mompelde omen at zal niet meevallen, ig van èn week moest ik moemiiiijn schoenen laten nerscorti Dat kost toch mooi plannend gulden". Wille instemmend. „Alle jdigheden in aanmer- >r de kafnomen acht ik u wel in Zoel%< maar ik zal u geen .60 opgV leggen. Dat netje in von^wel kwijt", sprak hij ïrdwijker vriendelijk e mompelde iets van j v- M wel" en schuifelde Ouderen besmu''«e glimlach 14 00 l ï"San8' onderwijl j Jpnd naar de parket- Het gehoor, het _,,n fet mocht dan mis- tmulr- I meer optimaal maar over de kunst de bonLr de mazen yan het glippen hoefden ze iets wijs te maken. (UL VAN DER BIJL EEN GLANSRIJKE GEBEURTENIS AAN DE MIDDELSTE GRACHT Op mijn omwegen door stad en land kom ik graag mensen tegen. U kunt mij telefonisch of schriftelijk vertellen wie u graag in deze rubriek zou willen tegenkomen. Ik ben bereikbaar via 071 12 22 44 op toestel 10. doer Toil Pirlors Afgelopen vrijdag werd met een „open huis" de gereno veerde regentenkamer van het Schachtenhof aan de Mid delste Gracht in Leiden opge leverd. Architect H. de Mooi- j's neus krulde altemet. In fei te was er voor de bezoekers niets anders te zien dan de blanke, herstelde frisheid van een opgeknapt verblijf annex bijbehorende zolderverdie ping onder de oude, gehand haafde hanebalken die met veel ijzer gestut zijn. Ook al om het frele, pronkende to rentje met de windhaan (die overigens een slanke, frivole, vergulde zwaan is die met alle winden meedraait) een flinke steun te geven. De regenten hebben inmid dels allang hun eigenste ka mer in het poortgebouw van het prachtige hofje opgege ven. Die vergaderen liever geaccommodeerd. Het werd verhuurd. Om des Mammons wille, een beetje. De laatste bewoner schreef ongewild ge schiedenis. Doordat hij koppig weigerde zijn stee te verlaten moest de restauratie jaren worden uitgesteld. De achter het poortgebouw liggende acht éénpersoons huisjes kwa men negen jaar geleden uit de nieuwe verf, maar de regen tenkamer met toebehoren moest op een gunstiger tij wachten. Een half jaar geleden luidde de toenmalige wethouder van ruimtelijke ordening etc., Jit Peters, de restauratie van de regentenkamer c.a. in door ei genhandig en met gevaar voor eigen leven het zwaantje van het torentje te verwijde ren. Het torentje stond op in storten en haast was derhalve geboden. Het zwaantje staat inmiddels weer dapper en ge olied te draaien en blijkt op gewassen tegen de felste vla gen die onze streken kunnen teisteren. Het was even feest in de k^le ruimte op de eerste verdieping. Het mocht ook wel: de gehele vernieuwende operatie aan het Schachtenhof vergde een uitgave van een kwart miljoen gulden. De ge meente Leiden was zo welwil lend geweest te bemiddelen bij het verkrijgen van de zo noodzakelijke subsidies en het bestuur van de stichting Hui ze Groenhoven (Witte Rozen straat), waar de stichting Het Schachtenhof is onderge bracht, maakt daar nog, bij monde van de voorzitter A.Dijkstra, dankbaar gewag van. Buien Gemeente-secretaris mr. H.Lodder kwam tussen de herfstbuien door qualitate qua acte de présence geven en toonde zich, getemperd vro lijk, content. Zoals de meeste anderen bezocht hij ook de sa nitaire accommodatie met up to date toile^ douche en keu kentje, en sloot zich graag aan bij de veelal bewonderende uitroepen als „Ik vind 't maar keurig hoor!" en „Wat een verbetering hè?" Meneer Dijkstra had er, namens de stichting, duidelijk plezier in. Waar eigenlijk het college van regenten bezig zou moeten zijn met zijn zwaar wichtige beleidvoering na mens de beherende gerefor meerde diaconie, daar werden vrijdagmiddag namens een cateringbedrijf hartige hapjes en dranken geserveerd. En ie dereen had honger en, in niet mindere mate, dorst. Dat is altijd leuk, bij zo'n staand of lopend „open huis". Overal ontwikkelen zich ge sprekjes en steeds weer ma ken mensen zich, iets veront- schuldigends mompelend, daarvan los om een innemend bezoekje aan de expositie van gevulde schalen en de rijen glazen en glaasjes te brengen. De stichting (die ook nog de zorg heeft voor het niet mo numentale Juffrouw Maas hofje aan de Kalvermarkt, dat ook op een opknapbeurt wacht) had daar rekening mee gehouden. De regenten kamer, herleefd, heeft intus sen al weer een nieuwe bewo ner die in het voorgeborchte van het hof uitstekend geou tilleerd een bijna vorstelijke staat kan voeren rond de oude schouw met de houten omlij sting van „marmer". Hij be taalt hiervoor met de slaapruimte boven 500 gul den aan huur. Een prijs die je moeilijk exorbitant kunt noe men. Zo gaat een eeuwenoud hofje met z'n tijd mee. Roestbruin en mel kwit De gevel van het Schachten hof is opvallend rijk. Roest bruin, met daarin melkwitte guirlandes van gewichten, boeken, manden, riemen en andere zaken die wijzen op het beroep van de edele stich ter in de Hollandse Gouden Eeuw; een eeuw die een gou den Leidse regen van hofjes veroorzaakte. Het was een Leidse weesjongen die daar, in 1664, een bijdrage aan le verde: Theunis Jacobsz.van der Schacht. Teun groeide op in het ver maarde Leidse weeshuis en pikte nadien een graantje mee van de na het beleg in 1574 in Leiden bloeiende textielnij verheid. Hij was nastelingma- ker, vervaardiger van rijgve ters en band met een eigen zaak aan de Nieuwe Rijn. Teun en z'n vrouw Neeltgen van der Coop (uit Amersfoort) spaarden geld bij 't leven en bezaten tenslotte vijf huisjes aan de Middelste Gracht en het recht om in het koor van de Pieterskerk begraven te worden. Toen het 1664 was geworden, stapte Teun van der Schacht naar de notaris, Traudenius geheten, om zijn testament te laten maken, met het oog op de „seekerheyt des doots ende d'onbekende tydt, off uyre van dien". Je kon al dat geld niet mee het graf in nemen. Dus be paalde Teun dat er na z'n dood een hofje gesticht moest worden. En er moesten be jaarde lieden in komen te wo nen, als ze maar lid waren van de Nederduytsche Gere formeerde Kercke (N.H.ge- meente) te Leiden. Teun wil de geen ruimte verkwisten en bepaalde dat, zodra er twee weduwen of weduwnaars op het hofje waren, deze bij el kaar moesten gaan wonen, al thans de twee overgebleven mannen of vrouwen bij el kaar. In alle eerzaamheid. Tenslotte ging Teun van der Schacht dood en werd in het koor van de Pieterskerk be graven. Daarmee zette hij zijn executeurs onmiddellijk aan het werk. Deze heren gingen aan het werk op een terrein aan de Middelste Gracht, waar Teun immers vijf huizen bezat. Daar kwam het hofje. Aannemer Lieve Theunisse van Langeveldt bouwde het voor 835 gulden. Twaalf huis jes, zeer eenvoudig opgemet seld. In 1671, nog net vóór het nationale Rampjaar, ging de kap op de huisjes die grijs werden geplavuisd. Vandaag zien we dat iaartal weer als herboren in het fronton. De regentenkamer werd zeer ruim gehouden, met een „zeer ruime" bedstede en twee kas ten, en boven alles uit stond een zwaan de wind te wijzen. Pomp In 1730 konden de bewoners naar een centrale pomp lopen; voordien was het maar behel pen met een eenvoudige put of zo. De pomp heeft aan de ene zijde een uitgehakte P. en aan de andere kant een R.: pompwater en regenwater. De enigszins geletterde bewoners konden zich dus niet vergis sen. Maar afgezien daarvan moesten ze zich wel aan de reglementen houden. Die lo gen er niet om. De bewoners moesten „in liefde en vrede" met elkaar omgaan en zich onthouden van „Kyven, Vloecken, Sweeren, Lasteren, Schelden, Spotten, Schimpen, Smyten, Vechtèn, noch oock Godes Heyligen Name ydel- lycken te gebruyeken". Het schijnt, dat die „geheelont houders" ook weinig tijd ge had moeten hebben om hun boekje te buiten te gaan, want ze moesten volgens een goed vaderlands gebruik voortdu rend poetsen, schrobben en boenen. We kennen niet voor niets als stutten onzer glim mende beschaving Klaas de Boender en Mien Poets. Tijdig naar bed en vroeg uit de ve ren; en dan maar weer aan de gang, ten behoeve van onze vaderlandse, kraakheldere geschiedenis, waar een meer zorgeloze, geëmancipeerde sterveling de kriebels van kan krijgen. En natuurlijk moesten de be- Gezicht op de tuin van het Schachten-' hof vóór de restau ratie van 1977-78. Zoals het jaartal toont werd de pomp in 1730 geplaatst. imm Uit de ,inkertu't kwam grondwater, 'HÉf» rechts pompte men regenwater. woners de sneeuw voor de deur weghalen en met elkaar de sneeuw buiten het hof hel pen dragen, alleen de „Siec- ken ende Impotenten" waren daarvan gevrijwaard. En dan de „secreten" schrobben na tuurlijk, „deksels ofte brillen scheuren ende reinigen", de „koleken van den Dreck ende Vuylnisse ontlasten ende schoon maken". En het voor huis tweemaal per week „schrobben, dweylen ende veegen". Want dat deden de regenten uiteraard niet. Die zaten op gezette tijden te re geren. Dat was al pijnlijk ge noeg. Zo leefden de hervormde lid maten in het hof vele decen nia door. Geen wonder, dat het hofken 't een paar eeu wen heeft volgehouden. Op de cadans van de tijd, terwijl de zwaan maar rusteloos bleef draaien, totdat roest en verval om een hergeboorte riepen. De regenten hadden, bij al hun godvrezendheid, gezorgd dat de materiële inbreng niet kwam droog te liggen. Ook al kwamen er geen Vlamingen en Walen meer naar het noor den om er werk te zoeken in de laken-, grein-, baai- en saai-industrie. De era der staalmeesters was voorbij, maar onze Verenigde Provin ciën kenden gelukkig daarna het tijdperk van de zuinige regenten en daar heeft ook het Schachtenhof van mogen profiteren. Evenwel, het verval dreigde. In 1921 was het beheer van het hofje aan de Middelste Gracht (achterbuurman van het voormalige St.Elisabeth- ziekenhuis aan de Hooigracht) in het slop geraakt. Tot dan toe had het zich hervormd op de been weten te houden, maar het ging bergafwaarts. Diaken Laman gaf een wen ding aan het beheer van het Schachtenhof dat in '21 onder gereformeerden hoede kwam. Et zal misschien een spalm gezongen zijn, een Hollandse „song of Praise", maar daarna moesten andere mannen broeders de zaak maar zien te redden. En ze redden het, die gerefor meerden; financiële redders van het Schachtenhof. Vijftig jaar nadien stelde de kerke- raad vast, dat het Schachten hofje een rol kon blijven spe len in de moderne bejaarden zorg, als het hofje aangepast kon worden aan de moderne eisen. Het bestuur van het Schachtenhof werd onderge bracht bij het bestuur van het bejaardencentrum Groenho ven. Vandaag is het Schach tenhof een verlengstuk, een uithof van een modern be jaardenverzorgingscentrum. En de bewoners, althans de ouderen onder hen (want er zitten ook jongelieden in het hof) delen mee in de door Groenhoven verleende dien sten, zoals opname in de zie kenzaal, te verstrekken maal tijden in geval van ziekte, enz. Aangepast Inmiddels is het Schachtenhof aan de tijd aangepast. Het is niet alleen de H.Roomse Kerk die financieel van wanten weet, ook de refomatorische broeders hebben een reken centrum dat met staten en be rekeningen heilzaam kan werken. Trouwens en daar beroepen wij ons maar op de eersten der „heiligen" van de christengemeente van Je rusalem waren ook behoorlijk „materieel" bezig. Vanzelf sprekend. Ook de goddelijke stichter zocht weieens naar onderdak en zorgde voor een surplus aan brood en vissen. Misschien daarom al was er vorige week een „open huis" rond een geheel vernieuwd Schachtenhof. Het was in elk geval een prima afronding van een gezonde opzet. EUROTRANSPLANT: ZIEKENHUIZEN WERKEN ONVOLDOENDE MEE LEIDEN Door gebrek aan donornieren sterven er in Nederland jaarlijks ongeveer tien patiënten die op de wachtlijst staan voor transplantatie. De wachtlijst telt tussen de elfhonderd en twaalfhon derd patiënten. Op het ogenblik kampt men bij de Stichting Euro- transplant in Leiden met een onverwachte terug loop van het aantal be schikbare donornieren. In de eerste maanden van dit jaar was er sprake van een daling van twintig procent (225 tegen 284 in '87). Eurotransplant noemt deze ontwikkeling onrustbarend. De indruk bestaat dat bezuini gingen in de ziekenhuizen er toe leiden dat men daar min der snel donororganen van overledenen verwijdert. Want dat kost extra geld en extra personeel. „Een stuk of tien. Het zijn er niet veel, maar iedere patiënt die sterft, is er een te veel", zegj medisch directeur G.G. Persijn van Eurotransplant. Deze stichting is het coördina tiecentrum op het gebied van transplantaties. In Leiden worden patiënten en donors geregistreerd, waarna via de computer de best passende ontvanger wordt bepaald. Dokter Persijn is tevens voor zitter van de Werkgroep Do norwerving, waarin zowel Eu rotransplant als de Nierstich ting deelnemen. Een duidelijke oorzaak voor de terugloop in het aanbod kan dokter Persijn- niet aange ven. „Het aantal verkeers slachtoffers neemt niet af, neemt zelfs iets toe. Er zouden dus potentieel meer donors moeten zijn, maar ze komen blijkbaar niet beschikbaar. Maar het gaat ook om andere categorieën, zoals mensen die overlijden aan een hersenbloe ding. In landen als Oostenrijk, België en Duitsland is het aan tal donors gelijk gebleven of toegenomen." Gemiddeld is 45 procent van het aantal dono ren afkomstig van ongevallen. „Het vorig jaar hebben we 454 transplantaties verricht, ter wijl dat er eigenlijk zes- ze venhonderd zouden moeten zijn. Er staan tussen de elf- en twaalfhonderd patiënten op de wachtlijst en er komen er ie der jaar 460 bij. We transplan teren dus nauwelijks weg wat er elk jaar bij komt." „Zijn de mensen in de zieken huizen minder alert?", vraagt dokter Persijn zich af. „Dat is zo'n beschuldiging die je niet hard kunt maken. Toch heb ben we die indruk gekregen uit persoonlijke contacten met mensen op de intensive care, artsen en verpleegkundigen. Het geeft allemaal extra werk. Ze vragen zich in de zieken huizen af: wat schieten wij er mee op. We doen het allemaal voor een ander. Vaak kennen ze de patiënt niet waar een hart of een lever naar toe gaat." „Hoe zit het met het financiële aspecten van de zaak? Je zult altijd zien dat zulke dingen in het weekend gebeuren, of 's nachts. Dat kost extra perso neel Het kost extra operatie- kamertijd, waardoor andere programma's opgeschoven moeten worden. Zeker met de budgettering in de ziekenhui zen zal men kunnen zeggen: de operatiekamer is acht uur in gebruik en we krijgen er nauwelijks iets voor terug. In tegendeel, ons personeel neemt voor die acnt extra uren een vrije dag op. Dit soort aspecten zou er aan ten grondslag kunnen liggen, madr het is allemaal specula tie. Geen eijkel ziekenhuis zal hiermee graag naar buiten willen komen, omdat het ne gatief zou kunnen klinken. Ze zullen het nooit bevestigen Aan de andere kant is het de vraag of wij het kunnen bewij zen." Codicil Transplantaties betekenen be sparingen in de gezondheids zorg. Dokter Persijn: „Wan neer iemand aan een kunst nier ligt, of thuis spoelt, kost dat pakweg een ton per jaar. Het eerste jaar na een trans plantatie zit je met ziekenhuis kosten en medicijnen ook op een ton. Daarna begint de gro te winst. Voor iemand die in het tweede jaar met een func tionerende nier rondloopt, ben je maar vijfduizend gulden aan medicijnen kwijt. Als we per jaar vierhonderdvijftig trans plantaties doen - wat te weinig is - en er slagen er daarvan 350, bespaar je 350 maal een ton. Dat is 35 miljoen. Niet gek." In Nederland dragen naar schatting 1,6 miljoen mensen een donorcodicil bii zich waar in ze verklaren na hun overlij den hun organen beschikbaar te stellen. Donoren worden verworven door het versprei den van codicils bij artsen, apotheken en gemeenten. „Dat is de enige methode", zegt dokter Persijn. In België is vorig jaar een wet van kracht geworden die zegt dat iedereen donor is, tenzij hij daartegen bezwaar maakt en dat laat vastleggen in een com puter. Dokter Persijn: „Het ef fect was gigantisch. Het aantal donors is met zestig procent toegenomen. Maar dat hangt ook af van het enthousiasme van de artsen. Je kunt wel dood gaan, maar als niemand een hand uitsteekt, gebeurt er ook niks. Je moet iemand heb ben die er achteraan gaat." In Nederland bestaat geen wetgeving op dit gebied. Er wordt gewerkt met afspraken omtrent de ethiek. Zo moet de hersendood van een donor vastgesteld zijn en moet diens toestemming op schrift staan. Dokter Persijn zou graag een wet zien die het meeste donors oplevert, rriaar die tevens zo wel patiënt als arts beschermt. „De wet in België blijkt te werken. In Nederland hebben we weieens in een enquête ge vraagd wat men van zo'n wet vindt. Dan blijkt toch dat drie kwart tegen is. Blijkbaar wil men graag ook over zijn stof felijk overschot zijn zegje hou den. Ik denk dat dat een goeie zaak is." „-p,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1988 | | pagina 15