Woeste handel op kamelenmarkt Cairo en water Nieuw Land" sterker dan vuur ZATERDAG 17 SEPTEMBER CAIRO - Een van Egyptes myste ries schuilt in het vlees van kame len. Wordt dat werkelijk gegeten? Meer dan eens hoor je een terugge keerde Egyptereiziger speculeren over de vraag of hij al dan niet in dit of dat obscure restaurant kame- lenvlees voorgeschoteld kreeg, ,,'t Was hard kauwen", hoor je dafl met bezorgdheid in de stem. Er kan beslist geen misverstand over be staan: in Egypte wordt veel kamelen- vlees gegeten en de markt waar de die ren verhandeld worden is springlevend. Overigens vinden de Egyptenaren zelf het vlees best lekker. In feite kun je niet spreken van kamelen. De exemplaren van het schip van de woestijn die je in Egypte aantreft heb ben slechts één bult. Een slap bultje soms. Daarom spreek je ze beter aan met dromedaris. Maar de plaatselijke bevolking zelf heeft het steeds over ka meel. zonder zich verder met de bulten op de rug van het dier in te laten. Wij houden het dus bij kameel. De kamelen die je in Egypte vindt ko men uit Sudan. Het hele jaar door bren gen handelaren ze naar het noorden. Ze verzamelen hun kudde in Khartoum en zetten daar een lange trage mars in. Door de woestijn gaat het, een tiental *JÊÊLss In het kader „Nederland Museumland" belichten we in deze rubriek elke week een minder bekend museum. In september staan Overijssel en Flevoland centraal. Vandaag aandacht voor het poldermuseum Nieuw Land in Lelystad. Egypte in trek Egypte is de nieuwste „vondst" van de Nederlandse reis industrie. Vooral in de wintermaanden wordt gerekend op een forse groei van het aantal reizigers, dat de volle Canarische Eilanden beu is en wel eens een andere bestemming wil zien onder de winterzon. Vooral in trek zijn de talrijke archeologische bezienswaardigheden, de stranden van Alexandrië en natuurlijk Cairo. Een van onze" verslaggevers keek wat rond in de Egyptische hoofdstad en bracht een bezoek aan een zeer bijzondere markt. drijvers en een kudde van zeg maar hon derd stuks. Ze zijn gewapend met vol doende proviand en wagen zich nooit ver van het zoete water van de Nijl. Op de trein De tocht door de zandvlakte neemt twee maanden in beslag - het gaat niet snel ler dan eeuwen geleden. Pas als ze in het Zuidegyptische plaatsje Darauw aanko men, gaat het er moderner aan toe. Een deel van de kudde wordt op de plaatse lijke markt verkocht, terwijl dieren en mensen die verder naar Cairo reizen op de trein stappen en zich laten rijden, drie dagen lang. Wie van Cairo naar het zuiden reist ont moet vroeg of laat een kudde kame len, misschien wel in de trein. Aan het eind van lange, gebogen nekken kijken hun knusse snoeten verwonderd boven de rand van de wagon uit. 't Is net of je een veelkoppig monster ziet. Soms stuit je al op een kleine kudde in de straten van Cairo zelf. Een twintigtal dieren bijvoorbeeld dat net het plaatse lijke station verlaat en zich op weg be geeft naar de markt. Zonder twijfel zijn ze sterk onder de indruk van het geraas van auto's en het rumoer van de groot stad, maar door hun hoge, onhandige verschijning en de ruimte die ze spon taan opeisen, schrikken ze zelf iedereen af. Met stokslagen worden ze bij elkaar gehouden en voortgedreven. De kamelenmarkt bevindt zich in het plaatsje „El Baragiel", even ten noord westen van Cairo. Niet zo lang geleden was El Bargiel nog een dorpje dat aan de tentakels van de megalopolis ontsnapte. Maar nu volstaat het de brug over een kanaaltje over te steken en je komt zo van de nieuwbouw van Cairo's moderne voorwijken in een landelijk steegje te recht, met aan één kant lage lemen hui zen en aan de andere kant datzelfde ka naaltje met een berm gistend afval. Als je verder loopt kom je vanzelf op de ka melenmarkt uit. Kleermakers Deze markt is een klein beetje Sudanees grondgebied. Dat merk je al aan de in gang, waar tientallen zwarte handelaars en kleermakers zich in een hok of onder een zeil hebben gevestigd. Ze zijn uitge rust met dikke rollen wit katoen, een schaar en een naaimachine. Sudanezen dragen een wijde witte galabia die sterk verschilt van de gekleurde der Egyptena ren. Liever nog dan Egyptische kleding te dragen, laten ze wat door hun eigen mensen maken. Grappig toch wel, de Sudanezen blijken niet zo gek te zijn op kamelenvlees, ter wijl de Egyptenaren er zich over verba zen dat Europeanen het nooit eten. Som mige kamelen bewegen vrij rond: op drie poten. Van alle dieren werd een poot dubbelgevouwen en met een koord vast gebonden. Ze springen voort als grote verlamde insecten. Ik neem plaats op de bank van een thee huis, recht tegenover een rijtje kamelen waar af en toe een gorgelend geluid uit ontsnapt. Hier zit ik duidelijk op de eer ste rij. Een verkoper komt bij mij zitten en naast hem neemt een Egyptenaar plaats. „Vijftien" zegt de verkoper. „Dertien en een half' antwoordt de an der. „Vijftien" „Dertien en eenhalf'. „Vijftien" houdt de verkoper vol. Een oude Sudanees met een wijs brilletje komt er bij. Hij verplicht het tweetal el kaar de rechterhand te geven, terwijl hij zijn vingers over hun ineengeklonken handen spreidt. Het bieden gaat verder op hetzelfde stugge ritme. Telkens als een cijfer valt duwt de bemiddelaar hard op de twee handen alsof hij zo een com promis wil afdwingen. Maar de posities blijven aan beide kanten gelijk. Woest loopt de kandidaat-koper weg. Ook de bemiddelaar windt zich op. Met de kolf van zijn wandelstok duwt hij de verko per hard op de borst en schreeuwt hem toe, dat hij wel wat soepeler mag zijn. De verkoper van zijn kant blijft er onbe wogen bij. Verwensingen en bedreigin gen horen blijkbaar bij de job. handgemeen Even later biedt een andere koper zich aan. Ook zij geven elkaar de hand. Borst tegen borst, mond tegen mond fluisteren ze om beurten hun bod. Kort, weerbar stig. Als judoka's die elkaar naar de vloer willen halen. „Twaalf'. „Dertien". Een derde klant komt er bij en luid scheldend grijpt hij de galabia van de verkoper op bors thoogte. Maar ook dit maakt weinig in druk. Daar is de koper van daarnet weer, al leen. Hij zet zich op de bank en begint een rustig gesprek met de verkoper. De toon is helemaal anders. Vriendelijk, on derdanig haast, tracht de één de ander te lijmen. De koper streelt de verkoper over de borst, praat met hem als een moeder met haar wiegekind. Plots zoent hij hem op de wang. Gevlei haalt niets uit. „Dertien" zegt de verkoper, 't Wordt spannend. Deze prijs kan hij toch niet aanhouden; het bod van de koper is gestegen van twaalf tot twaalf vijftig. Deze laatste maakt een gebaar van erger nis. Met die kerel valt geen zaken te doen! Dan springt de verkoper oplcder loopt naar de kameel die er zonde."ee^1 erg in te hebben oorzaak van zoin strijd is. De koper staat eveneens stapt naar de kameel toe. Hij dier aan de dijbenen en de dan is de koop beslecht. Zonder koper nog een blik waardig te leidt de nieuwe eigenaar de kamee „Wanneer betaalt de man?" vraag met grote verbazing, want ik heb zien dat er geld werd overhandig „Volgende week. Eerst verkoopt kameel. Dan brengt hij me het luidt het antwoord. Intens geschrei Ik slenter nog wat rond, kijk hoe melen op een podium worden vanwaar ze in de laadruimte vrachtwagen kunnen stappen. Eér de dieren zit met een poot klem spleet tussen het podium en de wagen. Als een woeste draak zijn kop in alle richtingen en laat tens geschrei horen dat diep uit komt. Enkele jongens sleuren en aan zijn zware lichaam. Een andert stokslagen. De laatste levensdagei deze kamelen zijn beslist niet de aangename. MARC Informatiecentrum Nieuw Lanj aan de Oostvaardersdijk 1-13 in D|on lystad is tot 1 november geopenf van zondag tot en met vrijdag vaf Sl£ 10.00 tot 17.00 uur. Vanaf 1 no vember is het poldermuseum tosjCHI gankelijk van dinsdag tot en m( e br£ vrijdag tussen 10.00 en 17.00 uur. ïddei De toegangsprijs bedraagt voor zoekers vanaf 16 jaar een der, terwijl jongeren, 65-plussers ejan"d CJP-ers voor 1,50 gulden naar nen mogen. Voor meer informatie kunnen langstellenden terecht aan de kassf~fn (03200-60799). natei sche Compagnie ofwel de Titanic zeventiende eeuw, die tot op de nauwkeurig wordt nagebouwd. Als volgens plan verloopt vaart „De via" over twee jaar bij „Sail dam" aan het hoofd van een grote zeilschepen het IJ op. De echte Batavia speelde drie eeu' geleden een hoofdrol in één van de welijkste gebeurtenissen uit de va< landse nautische historie. De n wordt door het Guinness Book of cords zelfs het „allerwreedste zeedrai uit de geschiedenis genoemd. Het trok zich in 1628 voor de kust van stralié. Nadat het schip op de riffel pletter was geslagen, stelde de ben ning, ruim 300 koppen, vrouwen en een koraaleilandje. Maandenlang oe de de satanische onderkoopman Jeri g 33 mus Cornelisz, die een bende muij om zich heen verzamelde, een blot terreur onder de schipbreukelingen De bende moordde op zo'n grote sch dat het reddende schip minder dan b derd overlevenden aan boord kon men. Belangstellenden mogen op bouwplaats een kijkje nemen. ftpe< bos skla ider 86 werkzaamheden schieten aardig op. In middels staan er reeds 35 nieuwe pane len, waarop de geschiedenis van de pol ders met foto's en kaartjes wordt verdui delijkt. „En we krijgen echt heel veel hulp van goedwillende Nederlanders, die bij het ontruimen van hun zolder op al lerlei zaken van historische waarde stuit ten. Hoewel we overlappingen willen voorkomen, krijgen we zo nu en dan ook wat toegeschoven van het Museum voor Scheepsarcheologie in Ketelhaven en Museum Schokland. Langzamerhand begint de poldergeschiedenis weer een gezicht te krijgen", concludeert Kors de Waard tevreden. Het is de bedoeling dat Nieuw Land vol gend vooijaar weer volwassen is, maar dan is het eindstation nog niet bereikt. „Neem bijvoorbeeld de buitenexpositie met machines die bij de inpoldering zijn gebruikt", zegt Kors. „Leuke relikwieën, maar natuurlijk geen doel op zich. Nieuw Land moet geen rariteitenkabinet worden. Er moet een eenheid worden ge smeed tussen tekst, beeld en object. Bo vendien vertelt dit museum het verhaal van mensen, niet van dode dingen". Het is misschien niet te geloven, maar driekwart van de bezoekers komt uit het buitenland. „Voor Nederlanders is het heel gewoon. Wij vechten al sinds men senheugenis met en tegen het water.'Wij weten niet beter. Alles wat we op de zee veroverd hebben is heel normaal. Maar buitenlanders, of ze nu uit West-Duits- land of de Verenigde Staten komen, we ten niet wat ze zien". Titanic Buiten het informatiecentrum staan twee kanonnen opgesteld. Ze zijn beiden dreigend gericht op „De Batavia". Het retourschip van de Verenigde Oostindi- Een kameel - of is dromedaris - op de weg door de woestijn de slachtbank. Je LELYSTAD - In de strenge winter van 1928 zakte een T-Fordje door het ijs dat de Zuiderzee bedekte. Tientallen jaren stond het op de zeebodem geparkeerd. Het kwam letterlijk weer boven water toen één van de twee Flevopolders droog viel. Het karretje is nu te zien in het Informatiecentrum Nieuw Land in Lelystad. Het T-Fordje dient als symbool voor de gigantische klus die op de Zuiderzee is geklaard. Het staat nog steeds onder de zeespiegel, maar wel hoog en droog in een uniek museum dat heel boeiend laat zien hoe de mens 225.000 hectare nieuw land heeft gewonnen. Er is één maar. Vorig jaar, donderdag 1 oktober om precies te zijn, werd het „Nieuwe Land" overvallen door een vuurzee. Wat overbleef was as. Zelfs het T-Fordje, de ziel en zaligheid van het museum, werd gereduceerd tot een hoopje zwart geblakerd metaal. „Toch staat het wagentje hier nog steeds. We kunnen er gevoelsmatig geen afstand van doen. Zo'n symbool zet je niet zo maar de deur uit, maar het is weinig soeps", vertrouwt „opperhoofd" Kors de Waard van het informatiecentrum ons toe. „We houden ons Fordje, omdat het nog altijd een verhaal vertelt: het ver haal van tientallen jaren strijd in de pol der". Schade In het noodgebouw, dat pal naast de puinhopen van het oude centrum staat, zijn meer van deze relikwieèn opgesteld. Misschien alleen gevoeligheid van de mensen die het informatiecentrum de- Op de bouwplaats van het poldermuseum wordt „De Batavia" van de Verenigde Oostin- dische Compagnie tot op de nagel nauwkeurig nagebouwd. FOTO: PERS UNIE den verrijzen, want voor hen was de brand niet alleen vernietigend voor het omhulsel met zijn illustratieve innerlijk, maar ook voor al die jaren directe be trokkenheid. Het was voor hen een stuk van hun leven. „De schade is dan ook eigenlijk niet in geld uit te drukken. Een schatting: misschien tussen de vijf en vijfentwintig miljoen. Maar ja, eigenlijk is het niet grijpbaar. Een maquette kun je nabouwen, maar er waren hier zoveel historisch unieke stukken, die krijg je nooit meer terug". Niet alleen de collectie is gereduceerd, ook de bezoekersaantallen maken een dalende lijn door. Tot de brand kwamen zeventigduizend mensen naar het cen trum, dat stagneerde dit jaar op dertig duizend toeschouwers. Rariteiten Alle schepen achter je verbranden en op nieuw beginnen. Daar zijn ze nu mee be zig aan de Oostvaardersdijk. De herstel- CcidócGouwnt

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1988 | | pagina 28