Patrick leeft dank zij transfusie voor geboorte 'Finale „Kind ondervindt geen schadelijke gevolgen van nieuwe behandeling" Levenskansen rhesuskinderen met stip gestegen Kloek ZATERDAG 17 SEPTEMBER 1988 PAGIN, Ze zijn nog niet geboren, maar hebben al wel één of meer bloedtransfusies achter de rug. In het Academisch Ziekenhuis in Leiden kunnen sindskort rhesuskinderen al voor hun geboorte, nog in de moederbuik, worden behandeld met een bloedtransfusie. Dat gebeurde tot nu toe bij zeventien foetussen van twintig weken en ouder, die één tot vijf zogenoemde intra-uteriene bloedtransfusies ondergingen. Deze zeventien kinderen leden allen aan een ernstige vorm van bloedarmoede, aie wordt veroorzaakt doordat moeder en kind tegengestelde rhesusfactoren in hun bloed hebben. De moeder maakt stoffen tegen het „lichaamsvreemde" bloed van het kind. Het gevolg is dat de rode bloedlichaampjes van de foetus worden afgebroken. In de ernstigste gevallen, die zeldzaam zijn, was er tot voor kort nauwelijks kans op overleving. De eerste resultaten van de nieuwe methode zijn echter hoopvol: da levenskansen van rhesuskinderen zijn door deze vroegtijdige bloedtransfusies met stip gestegen. Hieronder het verhaal over een rhesusbaby, Patrick Dekker, en de uitleg van de man die de nieuwe behandelingsmethode toepast, dr. H.H.H. Kanhai. LEIDEN - „Dat Patrick leeft heb ben we te danken aan die ene bloedtransfusie voor z'n geboorte". Hans en Henny Dekker hebben en kele hectische en vooral spannende weken achter de rug. Wat aanvan kelijk een probleemloze zwanger schap leek, eindigde in een strijd op leven en dood. Patrick was een van de zeventien rhesuskinderen die in het Academisch Ziekenhuis in Leiden al voor hun geboorte bloedtransfusies kregen toegediend. Henny Dekker uit Dalfsen wist dat ze kans op een rhesuskind had. Zelf heeft ze een negatieve rhesusfactor in haar bloed, terwijl haar man rhesuspositief is. Bij de vorige twee zwangerschappen le verde dat geen problemen op. Uit voor zorg kreeg ze na beide bevallingen een injectie die de aanmaak van eventuele stoffen tegen een volgend rhesuspositief kind zou tegengaan. De injectie sloeg aan, waarna ook nu geen problemen werden verwacht. Bij een tussentijdse miskraam werd echter geen injectie toe gediend, waardoor zich waarschijnlijk toch anti-stoffen .hebben kunnen vor men. In de 29e week van de zwangerschap werd er, als routine-controle, bloed bij Henny Dekker geprikt. Tot dat moment was de zwangerschap zonder noemens waardige problemen verlopen. Alhoewel Henny al wel had gemerkt dat dit kind veel rustiger in haar moederbuik was dan de vorige twee kinderen waarvan ze was bevallen. Uit het bloedonderzoek bleek dat Henny Dekker een groot aantal anti-stoffen in haar bloed had, die schadelijk zouden kunnen zijn voor het kind. Na een twee de bloedonderzoek en een bezoek aan één van de Zwolse ziekenhuizen volgde een doorverwijzing naar het op dit ge bied gespecialiseerde Academisch Zie kenhuis in Leiden. Daar waar Hans en Henny dachten dat het om een nieuwe controle ging, volgde direct opname in het Leidse ziekenhuis. De conditie van het kind bleek heel slecht te zijn; er was sprake van een zeer ernstige bloedarmoede die werd veroor zaakt doordat de al aanwezige anti-stof fen het bloed van het kind afbraken. „Toen kregen we voor het eerst van die mogelijkheid tot een bloedtransfusie voor de geboorte te horen. Nee, je weet op zo'n moment nauwelijks wat dat in houdt. We wisten alleen dat er snel iets moest gebeuren". Geprikt Het enige wat Henny zelf van de zoge noemde intra-uteriene bloedtransfusie merkte was dat het vinden van de navel streng even duurde. Hans keek toe hoe een lange, dunne naald door de buik wand van z'n vrouw in de nchting van het kind ging. Hij kon het volgen dank zij een echoscopie. Op een tv-schermpje wordt via echografisch licht een kijkje in de baarmoeder genomen. „Natuurlijk ben je bang dat het kind gaat bewegen en die naald op een verkeerde plaats te recht komt. Aan de andere kant was ik ook heel geïnteresseerd. Die techniek is echt een wonder". De bloedtransfusie sloeg aan. Kort na de behandeling knapte het kind op. Henny: „Ik voelde opeens veel meer beweging. Hij reageerde er heel duidelijk op". Hen ny kon na enkele dagen huiswaarts ke ren. Latér zouden eventueel nog enkele transfusies in de baarmoeder volgen. Zo ver kwam het niet. Na een week voelde Henny nog nauwelijks leven. Ze kwam na een snelle controle in een van de Zwolse ziekenhuizen weer in Leiden 'te recht. Daar bleek al snel dat de conditie van het kind heel snel achteruit was gegaan. De anti-stoffen in het bloed van Henny Dekker bleken zeer agressief te werk te zijn gegaan. Er moest qnmiddellijk worden ingegrepen. De toestand was zó kritiek, dat een nieuwe intra-uteriene bloedtransfusie ontoereikend zou zijn. Onwezenlijk Er was al sprake van vochtophoping in alle delen van het lichaampje. Dat is een van de laatste fasen, waarbij de kans op schade aan bijvoorbeeld de hersenen erg groot is. In vrijwel alle gevallen volgt dan de dood. Direct na de geboorte volgde een bloed transfusie. Het leek goed. Hans, die in alle commotie enkele uren moest wach ten alvorens hij kreeg te horen dat hij vader was geworden: „Het enige wat ik dacht was: haalt hij het. Ik vroeg het ook. Maar ze waren voorzichtig. Kon den daar niets over zeggen. Ja, dat is 'heel vreemd. Heel onwezenlijk". De baby woog welgeteld 2135 gram. Al z'n eigen bloed bleek te zijn afgebroken. Hij had alleen nog geleefd op het bloed dat hij via de vroegtijdige transfusie toe gediend had gekregen. Henny toont foto's om te laten zien hoe opgezet Patrick was. Pas na drie, vier dagen kwam er meer duidelijkheid over zijn conditie. Hij zou het overleven, kreeg het Dalfser echtpaar te horen. De vraag die hen die moeilijke dagen bezig hield was: in hoeverre heeft het opge hoopte vocht schade aan organen aange richt. Uiteindelijk kwam het bericht dat Patrick ongeschonden uit de zware strijd was gekomen. Het vocht trok langzaam maar zeker weg. „Het werd in een paar dagen een ander kind. Als je op z'n velletje drukte bleven er die eerste dagen gewoon putjes achter. Dat is heel geleidelijk verdwe nen. Hij viel door het vochtverlies af tot 1825 gram". Couveuse Vanaf de dag dat Patrick via de keizer snede het levenslicht zag tot de dag van vandaag bekijkt hij de wereld vanuit een couveuse. Na een kleine twee weken ging het, tot grote opluchting van Hans en Henny die de dagelijkse reis naar Lei den meer dan zat waren, zo goed met Patrick dat hij overgeplaatst kon worden naar het Zwolse Sophia-ziekenhuis. Hij wordt niet meer behandeld, maar in verband met z'n geringe gewicht - in middels 1995 gram - zal hij nog drie tot vier weken in het glazen huisje moeten doorbrengen. Hans en Henny bezoeken hem elke dag. De Leidse gynaecoloog Kanhai heeft het hun al laten weten: mochten ze aan een vierde kind denken, dan dienen ze eerst wel even een praatje met hem te maken. Hij zal hen dan op de zeer grote risico's wijzen die daaraan zijn verbonden. Hen ny Dekker: „We hadden geen plannen voor een vierde kind. Maar het is wel een rare gewaarwording dat je nu al weet dat je waarschijnlijk geen kind meer kunt krijgen". GOOS DE BOER LEIDEN - De ingreep - onder plaatselijke verdoving - duurt om en nabij een uur. Het toepassen van de bloedtransfusie bij het nog ongeboren kind vergt de nodige concentratie. „Het is heel nauw keurig werk", omschrijft de Leidse gynaecoloog dr. H.H.H. Kanhai de nieuwe behandelingsmethode voor rhesuskinderen die sindskort in zijn ziekenhuis wordt toegepast. Met een lange, dunne naald wordt via de buikwand van de moeder in een ader in de navelstreng van het kind geprikt. Met behulp van de (sterk verbeterde) echo grafie kan die streng worden opge spoord. Vooral het vinden van de ader in de navelstreng levert nogal wat pro blemen op. „Dat kost de meeste tijd", is de ervaring van dr. Kanhai. Nadat het contact met de ader tot stand is gekomen wordt de baby wat bloed afgenomen, waarna kan worden vastgesteld hoe ernstig de situa tie is en in hoeverre transfusie noodza kelijk is. De problemen bij deze kinderen ont staan doordat de moeder bloed heeft met een negatieve rhesusfactor, terwijl de vader positief is. Er is dan een kans op een positief kind. Is dat het geval, dan kan het moederlichaam anti-stoffen gaan aanmaken, die de strijd aangaan met het „lichaamsvreemde" bloed van het kind. Dat kan, doordat ze de rode bloedlichaampjes afbreken, tot een ern stige vorm van bloedarmoede bij het on geboren kind leiden. Bij eerste zwangerschappen doet zich dit vrijwel nooit voor. De meeste anti-stof fen worden bij een bevalling - als veel bloed van moeder en kind vermengd wordt - gevormd. Pas bij eventuele vol gende zwangerschappen ontstaan proble men. In sommige gevallen is het krijgen van kinderen zelfs onmogelijk. Buikholte Twintig jaar geleden trad nog in vrijwel al deze gevallen de dood van het kind in. Door het inspuiten van geconcen- treerde bloedcellen in de buikholte van het ongeboren kind - in Leiden toege past vanaf eind jaren zestig - stegen de overlevingskansen tot zestig procent. Nu - met de mogelijkheid tot bloedtransfu sies via de navelstreng - is dat toegeno men tot negentig procent. Problemen rond de rhesusfactor zijn door de toediening van medicijnen aan vrouwen met een verhoogd risico sterk afgenomen. In zo'n dertien procent van alle huwelijken hebben man en vrouw een tegengestelde rhesusfactor in hun bloed en dus kans op een rhesuskind. Van de 180.000 baby's die jaarlijks in ons land worden geboren is er bij zo'n 180 tot 200 sprake van anti-stoffen. Slechts bij zo'n dertig foetussen is de si tuatie zo ernstig dat een speciale behan deling in het Leidse ziekenhuis noodza kelijk is. Miskraam Van alle vrouwen die zwanger zijn worden altijd de bloedgroep en de rhe susfactor bepaald. Is er sprake van een negatieve rhesusfactor en is de man po sitief, dan volgt binnen 24 uur na de be valling een injectie met het anti-D-se- rum. Bovendien wordt door dr. Kanhai ten zeerste aanbevolen dit medicijn ook na een miskraam, wanneer ook anti-stof fen gevormd kunnen worden, te gebrui ken. „Toedienen van dit medicijn kan geen enkel kwaad. Ons motto is dan ook: voorkomen is beter dan genezen". Problemen met rhesuskinderen komen nog steeds voor doordat de medicijnen niet in alle gevallen aanslaan. „Er zijn verschillende redenen voor. Zo kunnen als gevolg van een miskraam of een abortus al anti-stoffen in het lichaam van de moeder ontstaan. Ook is er altijd een kans op een verkeerde bloedtransfu sie, waardoor zich in het moederlichaam anti-stoffen kunnen bevinden". Verliest het medicijn de strijd met de al aanwezi ge anti-stoffen, dan dient in alle gevallen ingegrepen te worden. „Voorheen zagen we ons soms genood zaakt om het kind reeds rond de 32e week te laten komen. Dat was de enige mogelijkheid om het kind te redden, met een transfusie na de geboorte. Het ge volg was wel dat deze kinderen ook al lerlei andere risico's, zoals bij alle vroeg geboorten, liepen. Eén deel van die risi co's kunnen we nu wegnemen, doordat na zo'n vroegtijdige transfusie in de meeste gevallen de normale tijd van zwangerschap kan worden volbracht". De transfusies kunnen pas na de twintig ste week worden toegepast, omdat voor die tijd de bloedvaten nog niet sterk ge noeg zijn. Overigens komen de bloedar- moede-problemen zelden voor de twin tigste week tot uiting. De kinderen ondervinden na hun ge boorte geen schadelijke gevolgen van de transfusie. De Leidse gynaecoloog: „Als de transfusie is aangeslagen, is die kans er vrijwel niet. Na de geboorte volgen meestal nog wel énkele transfusies, maar het kind ondervindt geen schadelijke ge volgen van deze behandeling". Professor De nieuwe methode werd ontwikkeld door de Parijse professor Daffos. In 1984 ontdekte hij een methode om via bloed uit de navelstreng allerlei gegevens over het ongeboren kind te verzamelen. Daarbij ging het om een combinatie van het gebruik van een lange naald en echo grafisch licht. In 1986 ging een team van het Leidse Academisch Ziekenhuis - waar alle rhesuskinderen uit Neder land worden behandeld - naar Parijs om de methode van de Fransman aan een nadere inspectie te onderwerpen. Om te kijken in hoeverre deze methode, die niet speciaal voor rhesuskinderen was ontwikkeld, bruikbaar zou zijn in de strijd tegen de bloedafbraak bij foetus sen. Nog geen jaar later werd de metho de voor het eerst in Leiden toegepast. Aanvankelijk waren de resultaten niet zo bemoedigend. De eerste vier behandelde kinderen stierven toch. „Maar", zegt dr. De Leidse gynaeco loog dr. H.H.H. Kanhai: „Elke intra- uteriene bloedtrans fusie is er één te veel. We zijn nog steeds op zoek naar een me dicijn waarmee de problemen in een nog veel vroeger stadium kunnen worden voor komen". FOTO: PERS UNIE Kanhai, „we hadden toen bewust de ern stigste gevallen genomen. Gevallen waarvan we wisten dat de oude behan deling met het inspuiten van bloedcellen in de buikholte in elk geval niet zou hel pen". Risico's Bij de twaalf kinderen die vervolgens werden behandeld hadden de transfusies wel een positieve uitwerking. „Maar", waarschuwt Kanhai voor al te groot op timisme, „er blijven altijd risico's. Zo kan er bij het prikken in de ader een bloedstolling ontstaan, waardoor het kind zou kunnen doodbloeden. Boven dien is niet altijd de navelstreng bereik baar. Zo kan de navelstreng aan de rug zijde zitten. In zeldzame gevallen bestaat ook nog de kans dat het kind het nieuwe bloed niet oppikt". De bemoedigende resultaten zijn voor het Leidse team geen reden om met de armen over elkaar te gaan zitten. „Elke intra-uteriene bloedtransfusie is er één te veel. We zijn nog steeds op zoek naar een medicijn waarmee de problemen in een veel vroeger stadium kunnen worden voorkompn. Wij blijven er naar streven de problemen met de rhesuskin deren voorgoed uit de wereld te helpen". GOOS DE BOER door Piet Snoeren Kuikentjes hebben altijd al als sympathiek gegolden. Maar dat ze zo sympathiek waren? Zo solidair? Kuikentjes, aldus de bevinding van nieuwsgierige biologen, blijken met elkaar te communiceren, lang voo/r/aijachtei en bij b koeie- vanilli een ri bril v( derdaj en of single een w geboren worden. In de geborgenheid nun schaal onder de koesterende kont van moeder de kloek wisselen ze boodschapjes uit. „Ik sta op breken", aanze signaleert de één door met zijn snavel rande een code te tikken tegen de kalkwand - Hamiets hamvraag - de scheiding £Cht vormt tussen niet-zijn en zijn. „Heme wordei die gr< koortjt roepnz kun je het even ophouden, ik ben noi niet zo ver", seint de ander op dezeljd wijze terug. Maak dan voort, bij mij dringt het ook al aardig", toetst de ae\ Rijk w op zijn eierschaal in. „Héhé, rustig aa Comm jullie, ik begin net", rikketikt het nakomertje. Resultaat van dit prenata overleg: alle eieren onder de kont van moeder de kloek komen nagenoeg gelijktijdig uit. En waarom heeft de dig w2 Achtei call-lel busine drijf] e natuur dit zo geregeld? Omdat, aldus werkn biologen, de kloek, mocht het ene ei eerder breken dan het andere, als een zonder kop redenerend achter dat eers raison kuikentje aan zou gaan rennen, weg koesterende kont, en hoe zou het dan verder moeten met het broedsel? Andei gezegd: de kloek, in 's mensen oog symbool van zorgzaamheid, wordt doi de insider - en wie zou zich meer insii mogen noemen dan een kuikentje in z ei? - met gezond wantrouwen tegemoe getreden. De staat als kloek, een graag gebezigd beeld. Nou, wanneer die zorgzaam acl haar burgertjes aan gaat rennen, boer, pas op je kuikens. Het milderen van h belastingklimaat dus, zonder twijfel di blijde mare van Prinsjesdag. M gedram op deze plaats over het vereenvoudigde fiscale systeem van str, - totale lastenverlichting voor de burgt 4.1 miljard en „het is nog slechts de 1 eerste stap in de goede richting", zegt Ruding er met dat vrome hoofd van hèf Wg] bij. Naïef immers, alle gekakel over de, ,-3^. financiële veer die aan de andere kant bejan' gelaten moet worden, nu aftrekposten pe v0 verdwijnen als daar zijn een nieuwe f^en aktentas of een schuimbad bij Yab Yia sen Dat het bij de belastingen broekzak- l rujm vestzak is, een rechterhand die geeft io L )ene voor marir Voor Form in 01 gaan: genot zeker klanti Haarl valt de be komt merkr tot vij gen di de na; televi» weg c betale Bijna daan: de TF en sir AVR( Bijna e terwijl de linker graait en denk erom ze het van elkaar weten - dit alles is bekend sinds de dag waarop Julius Caesar de Batavieren dwong tot de afgifte van have en goed in ruil voor ht privilege te mogen toebehoren aan zijn Romeinse rijk - het begin van de ellen Nee, iets veel gruwzamers heeft de klot die staat heet, onder haar koesterende kont in petto. Argwaan op nationale eierschaal is geboden. „De belastingdienst in het jaar 2000", luidt ditmaal het thema van de bijeenkomst die de vaderlandse belastinginspecteurs jaarlijks plegen te beleggen. En wat hoorden zij de sprekers, onder wie hun eigen directeur-generaal mr. J. van Lunteren, betogen? „De overheid", hoorden zij, „zal in onze steeds meer geïndividualiseerde samenleving een vi machteloze positie gaan innemen en z op veel gebieden gedwongen zien tot terugtrekking uit het maatschappelijk proces. Om onder die omstandigheden belasting te kunnen heffen, dient de fiscus een groot beroep op de solidarite 'van de Nederlanders te aoen. Pas wanneer de belastingdienst veel dichter bij de maatschappij is komen te staan, wanneer er uitentreuren, methodisch e\ systematisch wordt uitgelegd waar het belastinggeld precies qlijft, kan er iets van volksloyaliteit jegens de fiscus groeien Solidariteit met de vereenzamende belastinginspecteur. Loyaliteit tegenovt de uit het maatschappelijk proces gestoten rechtercheurs van de FIOD. Men zij gewaarschuwd. Hoe noemden eerste graven van Holland het ook weei wanneer ze hun onderhorigen andermt geld uit de zak wilden kloppen? Zii noemden het met dat vromefhoofa van hen „een bede". En wanneer zij een extra bijdrage van node hadden om te kunnen brassen en slempen ter gelegenheid van een tot ridder geslagt zoon of een succesvol uitgehuwelijkte dochter, dan noemden zij het „een grol bede". Er is wat afgebeden door die vroege gezagsdragers. Geen einde kwal er aan hun beroepen op wat mr. J. van Lunteren zo graag als volksloyaliteit gekenschetst zou zien, solidariteit met een overheid die het ook niet kan helpt. Maar wee het gebeente der onderhorige als ze zo'n beae van hun graaf eens nie wensten te verhoren. Barrevoetsenkel in hun hemd gekleed, sommigen met strop rond de hals, moesten ze om vergiffenis komen smeken", vermelden de kronieken. En nog in 1729 werden op de Dam te Amsterdam burgers in ht openbaar gegeseld omdat ze het haddei bestaan een grote bede van de Staten w Holland te ontduiken. Dit alles en nog veel meer valt te leren in het Belastingmuseum, Parklaan 14, Rotterdam, een opvoedkundig aanhangsel van het ministerie van financiën. De toegang is gratis, maar d was het laatste sigaretje van de veroordeelde tot het vuurpeleton ook. PIET SNOEREN dio. Voor liep plat i rikaa hij zei prolé dio-ji mers jaar 1 hitpa de ge d deun ook wildt kop vond kaan „We dus Groc oprei kie t CHI zee i daan reld ders voor Na 1 hout reisd Ame werd Teru helft Ame wooi den dren dat écht £eidóc0otiacmt

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1988 | | pagina 22