De Chinese muur van West-Friesland £v Kijk eens naar het vogeltje! 'finale EERSTE DELTAWERKEN VAN NEDERLAND CöidóeSourtO/nt ZATERDAG 20 AUGUSTUS PETTEN - Een jarenlang gekoes terde wens, maar vaag, niet uitge sproken en wellicht daarom onver vuld gebleven. Totdat het hoog heemraadschap Noordhollands Noorderkwartier liet weten een nieuwe, herziene uitgave verzorgd te hebben van zijn brochure „De dijk uit". En zo wordt hij, aan de hand van deze gids, eindelijk aan schouwd, de buurtschap Keinse, looit de meest noordelijke, meest (geteisterde punt van heel het Hol landse gewest. Daar waar zich nu percelen bouwland vol rode en witte kool uitstrekken zover de blik reikt, keek men toen bij eb uit (over drooggevallen wadgronden en stond bij vloed de zee tegen de dijk, zo lij er al niet doorheen brak. Het weidse Keinsmerwiel ligt hier, rond en glad als een reusachtige spiegel, eeuwenoud over blijfsel van een dergelijke ramp. „Er is bijna nergens ter wereld een gebied met een zo wisselende wordingsgeschiedenis als dit Noord-Holland", aldus de penne- voerder van het betrokken hoogheem raadschap, „geen plek waar het water, de tee in een eeuwenlang spel van bouwen en breken, van vormen en vervormen jo'n belangrijke rol heeft vervuld". Keinse, kortom, nodigt uit tot een medi- atief moment. Weinigen schijnen het te weten, maar Nederland heeft een nationaal monu ment met een lengte van liefst honderd- tesentwintig kilometer. Van kop tot staart, van voet tot kruin gekoesterd en leschermd. Daarom is er ook geen ANWB- of andere toeristische route van »emaakt. Te kwetsbaar. Over de West- riese Omringdijk gaat het hier, de eerste loorlopende zeedijk uit de vaderlandse ;eschiedenis, geen mens weet precies toe oud, een Deltawerk avant la lettre net Keinse als speerpunt. Wanneer Ne derlanders de Chinezen van Europa zijn, lan is de Westfriese Omringdijk hun Chinese muur. Sterker: „Er is langer aan ;ewerkt dan aan de pyramiden, de Fran se kathedralen of de Chinese muur", iurft J. J. Schilstra te beweren in zijn standaardwerk over de monumentale waterkering dat dubbelzinnig „In de ban van de dijk" getiteld is. Hoofdbrekens Hoewel vanwege zijn kwetsbaarheid niet ot de status van gemarkeerde beziens- ardigheid verheven, valt de Westfrie- Omringdijk in zijn volle lengte af te eggen, zelfs per auto, al kent het traject ilekken waar het naderen van een tegen- igger hoofdbrekens geeft. De herziene irochure van het hoogheemraadschap 4oordhollands Noorderkwartier vormt laarbij een welkome, zo niet onmisbare landleiding. Men kan hem gratis krijgen n de óok al gratis toegankelijke exposi- ieruimte aan de Hondsbossche Zeewe- ing bij Petten waar onder de noemer ,De dijk te kijk" een permanente ten- oonstelling is ingericht. Hier ligt het neest geschikte uitgangspunt om de ont- lekkingstocht te aanvaarden, want na niddels een diapresentatie over de hoed n de rand te zijn voorgelicht, zit men in ten mum op het monument zelf en wel Jaar, bij het overlommerde terpdorp "enigepburg, waar hij op zijn mooist is, n zijn volste glorie, zijn oerpracht. :en dijk dwars door het land waarbij het tan de fantasie wordt overgelaten zich 'oor te stellen hoe hier, links wanneer nen naar het noorden gaat, ooit de Zij- jje spookte, een vervaarlijke inham van Je toenmalige Zuiderzee tussen West- Friesland en het gewezen eiland Cal- lantsoog, een waterwolf die van twee walletjes vrat, want hij stond ten noor den van Petten nog in verbinding met de Noordzee ook; bij storm en ontij kon het geweld van twee kanten komen. Niet zomaar een dijk echter. Hij is hoog en steil als de oude wierdijken plachten te zijn, een uitkijkpost over blakende ver gezichten naar alle kanten. En bovenal kronkelt hij, de ene wulpse ronding na de andere, telkens een ander panorama biedend, Jerwijl in menige lus een wiel ligt te dromen, zo'n verstild oog van wa ter, met wimpers van riet, achtergelaten door een dijkbreuk ter plaatse. Florisv Wanneer aangelegd, deze droom van een dijk? Niemand die het weet, want er zijn geen getuigenissen nagelaten. Vaststaat dat hij er al lag toen graaf Floris V, der keerlen God, in de nadagen van de der tiende eeuw de Westfriezen onderwierp die zijn vader, de rooms-koning Willem, bij Hoogwoud hadden vermoord. Maar veel ouder moet hij zijn, een aaneensme- ding waarschijnlijk en ophoging van een reeks kleinere dijken, in de mist der tij den door de Westfriezen opgeworpen toen hun terpen niet voldoende bleken om de voeten droog te houden. Hij gaat maar door, die dijk, naar Sint Maarten, met een boog om Schagen heen, naar Kolhorn, naar Winkel, naar Twisk en naar Opperdoes, totdat hij bij Medem- blik het IJsselmeer ontmoet en zuid waarts afbuigt, naar Wervershoof, naar Enkhuizen, naar Oosterleek, naar Hoorn en naar Scharwoude waar hij weer het land ingaat en prachtig landelijk wordt, naar Oudendijk, naar Ürsem, naar Oter- leek, naar Alkmaar, naar Koedijk, naar Schoorldam en Krabbendam om bij Eenigenburg op zijn uitgangspunt terug te komen, de cirkel van honderdzesen twintig kilometer rond, de omringdijk eindelijk in de ware zin des woords een omring. Men zij gewaarschuwd; zélfs een automobilist heeft aan één dag niet ge noeg. Galgen Want er valt veel te bezichtigen, op en om deze Westfriese Omringdijk waar oudtijds niet alleen kerk- en vuurtorens de wijde horizonten afbakende, maar evengoed de vele hoge galgen, opgericht om de dieven van palen, gordingen en ander dijkmateriaal de wacht aan te zeg gen. De meer frivolen onder de toeristen zullen het gedeelte van de Westfriese Omringdijk prefereren dat langs de IJs- selmeerkust voert, door het tierige trio Medemblik-Enkhuizen-Hoorn waar men er, althans gedurende het seizoen, alles aan doet om een mediterrane sfeer van onbekommerd flierefluiten te kweken. Het tegendeel van de dode Zuiderzee stadjes zijn ze tegenwoordig, hun histori sche gewicht aan poorten, patriciërshui zen, kerken, musea verluchtigd met ter rassen, koffieshops, boetiekjes, curiosi teitenwinkels. „Het is goed om te zien hoe de beweeglijkheid die het bootsvolk van de moderne pleziervaart meebrengt, zich soepel verweeft met de staatsie van eeuwenoud stedenschoon", looft het toe ristische naslagwerk „Uit in eigen land" dienaangaande zonder overdrijving. Polderland Wie de natuur mint daarentegen, de rust van landschappen met bollende hemels erbpven zoals Vermeer ze graag mocht schilderen, zal aan zijn trekken komen op een traject als dat tussen Oudendijk en Oterleek. Aan zijn linkerhand heeft men dan de schitterende droogmakerij Mijzen, lastig toegankelijk, een lustoord voor menigten weidevogels, een oeroud stuk polderland, door welk wonder aan de herverkavelingswoede van na de oor log ontsnapt? Verderop, voorbij het pit toreske Rustenburg, passeert men de Raaksmaatboezem met zijn drie strijk molens. De boerderijen, nauwelijks door de tijd aangeraakt, dragen er namen als „Rundervreugd". Maar het mooist op een bijna aangrijpende manier is de Westfriese Omringdijk tussen Kolhorn in het noorden en Krabbendam in het westen. Zo steil kronkelt hij hier bij wij len dat de boeren bij het maaien plank jes, een soort schaatsen, onder hun klompen moesten spijkeren om overeind te kunnen blijven op het talud. Sint Maarten ligt hier, voor de Westfriezen ooit het einde van de wereld, want aan alle kanten omgeven door zee en wad den. Pas in 1598 maakte de inpoldering van de onherbergzame Zijpe, mogelijk geworden door de ontwikkeling van ge perfectioneerde windwerktuigen, een eind aan deze toestand en sindsdien kan het oog zich hier welgemoed vermeien met een panoramische rondblik over de duinen van Schoorl en de Hondsbossche Zeewering die voortaan de waterwolf buiten houden. De Westfriese Omring dijk was eindelijk overbodig geworden. Maar gelukkig hebben ze hem wel laten liggen. Over de dijkgeschiedenis in het alge meen en die van de Westfriese Omring dijk plus de Hondsbossche Zeewering in het bijzonder heeft het hoogheemraad schap Noordhollands Noorderkwartier te Petten een permanente tentoonstelling ingericht. Hij heet „De dijk te kijk" en is van mei tot en met september gratis te bezoeken. Het tentoonstellingsgebouwtje ligt direct achter de Hondsbossche Zee wering. Volg de ANWB-borden richting Petten en vervolgens de witte routebor den met blauwe pijl en het opschrift „De dijk te kijk". Openingstijden op werkda gen van 10 tot 17 uur en in de weekein den van 14 tot 17 uur. Vergeet niet de - ook gratis - brochure „De dijk uit" mee te nemen wanneer men de Westfrie se Omringdijk wil verkennen. Zonder deze wegwijzer raakt men vooral in Sint Maarten, Medemblik en Alkmaar het spoor snel bijster. Het boek „In de ban van de dijk" ligt wel in het expositiege bouw ter inzage, maar is er niet te koop. De meeste boekwinkels in West-Fries land hebben het echter in voorraad. Prijs 39,50 gulden. Voor alle inlichtingen kan men terecht bij het Hoogheemraadschap Noordhollands Noorderkwartier, Postbus 22, 1800 AA Alkmaar, telefoon 072-193636. PIET SNOEREN In het kader „Nederland Museumland" belichten we in deze rubriek elke week een minder >ekend museum. In augustus staat Zeeland centraal. Vandaag aandacht voor het Foto- en radiotoestellenmuseum in Axel. >t nu »e de ïn de it dat down heeft, .elsey vang- likke- AXEL - Gespannen staat Jan Witte te wachten voor de radio. Het ding moet het doen. Eerst even warm worden na tuurlijk, maar dan moet hij het doen. Er is niet voor niets een klein kapitaal voor neergeteld. En inderdaad, daar klinkt ge luid. Uit het donkerbruine geval, ter hoogte van een lage koelkast, komen stemmen en muziek. Andere dan in het bouwjaar 1927; gehaast nu, opgewonden, wegwerp. Geen mens staat er bij stil, of het moet Jan Witte zijn. Maar die is dan ook rondleider, wat heet; conservator, of beter, mede-eigenaar van dit radio- en fototoestellenmuseum. Twee jaar geleden kochten zijn broer Maarten en hij een huis in de Bastion straat in Axel, ze stalden hun fototoestel len en radio's uit, hingen een bord bij de deur en voila, ze hadden een museum. Gratis voor niks toegankelijk. Op vrij dagavond en zaterdagmiddag. Dat kan niets wezen, zou je zeggen. Het op hol geslagen enthousiasme van twee gekke broers, ach ja. Dat is het zeker, maar het is meer. Het is - hoogdravend geformu leerd - een bewijs van het verleden. Of met andere woorden: een levende herin nering aan de tijd die veel huidige opa's en oma's zelf nog hebben meegemaakt. En het is bovendien gewoon een heel aardig opgestelde collectie. Trots loopt Jan er langs. „Kijk", zegt hij, „toen gold een radio nog als sierstuk". Hij wijst op een Marconi uit 1930. Een dressoirkast, zo te zien. Op het blad staat nog de kring van een bloemenvaas. Maar dan schuift Jan het blad in twee delen uit elkaar, waardoor het binnen werk zichtbaar wordt en de radio zich zelf verraadt. Dat was in die beginjaren geenszins de bedoeling. De tentoonge stelde apparaten van NSF, Philips, Tele- De broers Maarten (rechts), en Jan Witte zelf op de foto. funken, Zenith en Erres gaan bijna alle maal vermomd als meubelstukken. Ba keliet en notenhout vormen de belang rijkste ingrediënten. Een radio mocht niet al te zeer misstaan in het interieur van de gegoede families die zich begerig om het wonder der techniek schaarden als Radio Nederland weer eens in de lucht was of als vader een poging deed berichten op te vangen uit verre steden FOTO: RUBEN OREEL als Stockholm, München of Parijs. Wie te arm was om daar per fabriekstoestel aan mee te doen, kon piisschien wat spa ren om het schéma van het Avro-cock- tail model aan te vragen en zelf een toe stel in elkaar te zetten. Die moest hij vervolgens in de oorlogsjaren inleveren om door de Duitsers te laten verbran den. Jan kan er nu nog kwaad om worden. De jaren '40-'45 ontbreken vrij wel geheel in zijn museum. Want niet al leen radio's, ook fototoestellen werden door de nazi's in beslag genomen en ver nietigd. Behalve dat ene boxje van een onbekend merk. Dat werd door een Duitse soldaat ingeleverd; hij ruilde het met Qen Neder lander tegen geld. Het staat netjes in de rij van soortgenoten, waaronder een Ko dak-jubileumexemplaar met zogenaamd echt slangenleer. Van 1894 tot 1950 heb ben dergelijke toestellen gewerkt en der halve hebben ze voor foto's gezorgd op de meest uiteenlopende materialen. Want voordat overgegaan werd op het huidige polyester, vertelt Jan, werden fo to's afgedrukt op porcelein, blik, zink, karton en linnen - allemaal min of meer vergankelijk of anderszins ongeschikt. Daar hebben de heren fotografen („Kijk eens naar het vogeltje!"), verscholen achter hun enorme camera's en omhuld door een zwarte doek over het hoofd, heel wat mee te kartipen gehad. Jan Wit te weet er alles van. En laat dat gaarne blijken. Op vrijdagavond en zaterdag middag. Gratis voor niks. STEVO AKKERMAN Foto- en radiotoestellenmuseum. Bastionstraat 47, Axel. Het hele jaar gratis geopend op vrijdag van 19 00 tot 21 00 uur en op zaterdag van 13.00 tol 17.00 uur. Op andere tijden, bijvoorbeeld voor groepen, na afspraak: 01155 - 4291. Openbaar vervoer: Met de trein naar Kruiningen- Yerseke. Bij het station vertrekt om 22 minuten De Omringdijk tussen Sint Maarten en het overlommerde terpdorp Eenigenburg. FOTO: WIJNDEL JONGENS

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1988 | | pagina 25