Langs
Omwegen
Ruim 40 jaar geleden
kreeg Woubrugge
haar eigen straatnamen
„We leefden niet als een God in Frankrijk"
Kleiden omgeving'
C&idacSou/ui/nt
DINSDAG 9 AUGUSTUS 1988 PAGINA 11
Op mijn [inracgrn door stad en land
kont ik praap mensen tegen. U kunt
mij telefonisch of sehril'telijk vertellen
wie u graag in deze rubriek zou willen
tegenkomen. Ik be.n bereikbaar via bil
- 12 22 44 op toestel 10
akt.
Verleiding
„Die agent zei nog tegen
me: Je rijdt zö langzaam
en voorzichtig, dat kan
niet kloppen". En het
klopte inderdaad niet, wat
de verdachte uit Leiden op
3 augustus 1987 op de Zijl
singel had gedaan. Hij
reed daar op zijn motor
fiets. Op zich geen feit
waar ook maar enig
kwaad in lijkt te schuilen,
ware het niet dat de man
niet over een rijbewijs be
schikte. Zijn weifelachtige
rijstijl had dan ook onmid
dellijk de aandacht van
een agent getrokken. Een
aanhouding en twee boetes
waren het gevolg. Eén van
400 gulden voor het on
verzekerd rijden en één
van 175 voor het gebrek
aan een rijbewijs. Al
kwam de kantonrechter
daar pas later achter.
„En nu staat u dus hier
omdat u een boete niet
heeft betaald", sprak kan
tonrechter Morshuis gis
terochtend tot de verdach
te. „U had geen rijbewijs,
zo lees ik hier. Nog steeds
niet? Een oefenvergun
ning soms? Ook al niet?
Dat is toch eigenlijk een
beetje wonderlijk als je
wel een motorfiets hebt".
Maar daar had de ver
dachte hele andere ge
dachten over: „Ik rij nooit
op een motor. Hij is meer
nkel een curiositeit. Ik heb hem
k in| in m'n schuur staan. Ik
vind het prachtige dingen
ine)om naar te kijken. Er op
tegfl rijden doe ik eens per jaar.
I Een uurtje misschien,
en 1 Want zo'n motor moet je
•n oij af en toe laten lopen".
„Aha. Een curiositeit",
herhaalde Morshuis. „Met
osta de verzekering zal het dan
ook wel somber zijn ge
steld". Dat kon de ver-
|6Std dachte niet ontkennen.
„Hij is niet verzekerd, dat
I klopt".
„O. Heeft u daar dan geen
boete voor gekregen?", zo
vroeg de rechter zich af.
L, Jawel. Maar ik had al 400
[ulden betaald. Op het Pa
is van Justitie hadden ze
ie verzekerd dat ik niet
meer boetes zou krij
gen", was de verdediging
van de man. „Toen die
tweede accept-giro kwam,
heb ik dus niets overge
maakt. Ik vind dat trou-
logisch. Ik beh 100
UCi meter van m'n huis van
daan aangehouden. Moet
is ik dan zoveel geld betalen?
ste i Dat lijkt mij niet. Ik heb
ven een seizoensbedrijf waar-
romimee ik net het minimum
Gi inkomen verdien".
"rfwi Officier Van Eek schepte
lenige duidelijkheid in de
iTaaj dubbele boete. „Aan de
/^hoogte van het bedrag te
zien was die 400 gulden
voor het feit dat u niet was
verzekerd. Daarna hebt u
nog een accept-giro gekre
gen voor het gebrek aan
een rijbewijs. Die had u
ook gewoon moeten beta
len". En hij vervolgde: „Of
u nu een kind aanrijdt in
de buurt van uw huis of
ergens anders, dat maakt
niets uit. Het is allemaal
even erg. U mag gewoon
niet op die motor rijden.
>er a De financiële gevolgen
n Q kunnen immens zijn als je
Wén niet bent verzekerd. Daar
draaien anderen dan weer
2) voor op. Die hoge boetes
in ilzijn daarom zeer terecht".
's we^ een stuk ver"
t leiding wat u daar in die
J schuur hebt staan. Wie
jweet wat het u zou op-
brengen als u hem ver-
j kocht", zinspeelde Mors-
•.|Jhuis op een mogelijke op-
j lossing. Hij had de ver-
et v| dachte °P 6een enkele an-
jdere wijze meer pijn kun-
1nen doen. „Verkopen?
[Maar zo'n motor is véél te
mooi om naar te kijken!",
'dep hij verongelijkt uit.
3/1 Als kijken alleen blijk-
JS "jbaar voldoende is, dan zou
c^(flik hem maar in de huiska-
or"jmer zetten", wekte Mors-
lSfteihuis de lachtlust van de
rig overige verdachten in de
DJt j zittingzaal op.
rckj De Leidenaar vond het al-
4lemaal niet zo grappig.
ot ^{„Als ik nu was aangehou-
«fden omdat ik keihard
'sfrajreed, dan zou ik het alle
maal wel kunnen begrij-
jpen. Maar ik heb de ver-
r onkeersveiligheid geen mo-
jiment in gevaar gebracht,
ondjlk reed juist ontzettend
:erk\ rustig. En dan nog zo dicht
BiMbij huis ook".
eidi De immer meevoelende en
ou begrijpende kantonrechter
tri nam geen genoegen met
c/mij het excuus van de liefheb-
uuriber van de snelheidsmon
sters. Zelfs al was het er
'één wiens liefde zich be
perkte tot het uiterlijk van
fnei Parley's, Moto Guzzi's en
pi |Jawa's. „Ik wil rekening
aaJj houden met uw betalings-
j problemen: ik veroordeel
/ju tot een boete van 100
gulden". De 75 gulden
T,winst" konden de ver-
I dachte nauwelijks bevre-
I digen. PIETER EVELEIN
MET TWEE JAAR VERTRAGING KWAM HET BOEKJE ERUIT
Al sinds onheuglijke tijden
woont zowat iedere Nederlan
der op een plekje grond dat
een eigen naam mag hebben.
Onze steden en dorpen, ja
zelfs de gehuchten en buurt
schappen bezitten straten en
straatjes, stegen en al dan niet
holle weggetjes, dijken en
vaarten die alle een naam
dragen. Als ze doodlopen is
daar ook een van vindingrijk
heid getuigende aanduiding
voor: Keerweer. Er zijn ge
meenten die gemakshalve een
wat Amerikaans aandoend sy
steem volgden en dan kon je
wonen aan de le, 2e, 3e of 4e
Binnenvestgracht, of in de
Eerste, Tweede of Derde Oos
terparkstraat. Maar je woonde
in elk geval niet in een naam
loos rijtje. Het was niet altoos
leuk, als je in de Prof.Prakjes-
straat of de Kromme Driek-
straat of in het Stinkende
Gouwehof woonde, maar je
raakte er aan gewend niet
waar? Je wist als inwoner niet
beter. Ook al ontspoort men
lichtelijk met namen die dan
buitenisch klinken als Mont-
goomereistraat of Rafelstraat
of De Bussiestraat of het Be
zetpad, met het dreigende ge
vaar van een Pukkinistraat.
Maar zo vreemd als ze het in
de gemeente Woubrugge
maar ook wel elders ten plat-
telande gebakken hebben
(met de twee hooggeroemde
en gelijkwaardige kerkdorpen
Woubrugge en Hoogmade,
waarvan de onderscheiden
bevolkingen elkander een
goed gemeentehart toedragen
en elkaar oprecht beminnen),
zo is het toch vrijwel nergens
anders toegegaan. Het is pas
42 jaar geleden dat de Wou-
bruggenaren straten met na
men kregen. Hoogstmerk- en
gedenkwaardig. Daarom is er
nu een boekje over geschre
ven.
Het werkje heet: „Straten
schrijven historie" Biogra
fisch en historisch straatna-
menboekje van Woubrugge
en H oogmate. Uitgave van de
Historische Vereniging „Otto
van Hemessen". Verlucht met
fotoreprodukties in de trant
van Oude Dorpelingen Ver
tellen in Ansichten. Het kon
door niemand anders dan
Hans van der Wereld ge
schreven zijn en ook niemand
anders dan burgemeester
D.Brouwer de Koning kon er
een voorwoord aan gegeven
hebben. Opmerkelijk is wel
dat het boekje gedateerd is:
Woubrugge 1986. De burge
meester had toen al in juni z'n
Woord Vooraf helemaal
klaar. Maar het leek wel op
een „pre-advies": er moest
nog twee jaar lang water door
de Does en de Woudwetering
stromen vooraleer het hek
van de publicitaire dam was.
Maar het is er inmiddels, het
straatnamenboekje van Wou
brugge. Van der Wereld ging
er verder niet op in; hij
schreef me: „Met een vertra
ging van twee jaar is het
boekje dan toch verschenen".
Knap hoor, om in 1986 al zo
veel vertrouwen in '88 te heb
ben. Zo'n ingrijpende afwij
king van de dienstregeling
kennen zelfs de N.S. en de
luchtvaartmaatschappijen
niet. Hans had intussen wei
eens geëmigreerd kunnen we
zen, naar Amstelveen of
Zwammerdam, of de burge
meester was wellicht als bur
gervader over een grotere ge
meente aangesteld kunnen
zijn. Maar gelukkig, alles is in
Woubrugge nog bij 't oude ge
bleven. De uitgave is gered.
Straks Theo Bosman
Hans van der Wereld, Alphe-
naar en oud-dorpsgenoot en
secretaris van de Hist.Vereni-
ging: „Het is 't 21ste deel in de
reeks die onze historische
vereniging sinds de oprichting
in 1979 heeft uitgegeven. Er
wordt momenteel door mij ge
werkt aan het 24-ste boekje in
deze reeks". Ik betrap Hans
erop, dat hij weer bezig is met
twee deeltjes te verdonkere
manen. Ik vraag me ook af, of
de burgemeester deze onre
gelmatigheid in het oog
houdt, in verband met z'n
voorwoorden. Evenwel, het
24ste boekje in de reeks, met
voorbijgaan aan de deeltjes 22
en 23, „zal als onderwerp heb
ben Theo Bosman. Die was
van 1925 tot 1943 hoofdonder
wijzer te Hoogmade. Naar
hem is ook in Hoogmade de
nieuwe Theo Bosmanlaan ge
noemd".
Van der Wereld blijft ruste
loos. Hij betrapt zichzelf erop,
dat hij nu alweer „ongeveer
25 jaar bezig is met deze ge
schiedkundige hobby". Maar
daar hebben we het nog een
keer over. Nu alleen het
boekje „Straten schrijven his
torie dat te bekomen is bij
„onze penningmeester",
C.Karmelk, Watermunt 2 te
Woubrugge. Dat is al zoiets:
de Watermunt! Ruim 40 jaar
terug zou ieder dorpeling over
zo'n straatnaam dubbel heb
ben gelegen.
In het nog niet zo erg verre
verleden waren beide dorpen
pienter onderverdeeld in wij
ken, waarbij de letter van de
wijk werd gevolgd door een
nummer. Grootmoe woonde
toen nog op K 24 en ging op
bezoek bij neef Arie, die een
heel eind verder op D 5
woonde. Verlichte tijden bra
ken aan en op 28 juni 1946 be
sloot de gemeenteraad tot het
afschaffen van de wijkverde-
ling en de civilisatie door
middel van de invoering van
richtige straatnamen te hel
pen. De raadsleden wreven
zich in de handen en een
commissie ging, bijtend op het
puntje van de tong, zoeken
naar historische oorsprongen
en achtergronden teneinde
welbestraat ten ijs te komen.
Zo kregen Woubrugge en
Hoogmade straten met naam
en toenaam. In het begin wer
den er 28 straatnamen toege
kend, waarop nog vele zijn
gevolgd. Op emaille bordjes
met blauwe achtergrond en
witte letters, een gangbare
uitmonstering maar niet uni
form: Oegstgeest, bijvoor
beeld, heeft rood met wit.
De eerste namen kregen vlot
weg een gemeentelijk „impri
matur": Julianalaan, Emma-
laan, Hoogmadeseweg, Kerk
straat; dat lag nagenoeg voor
de historische hand. Maar
men ging ook rekening hou
den met diepere achtergron
den, met wortels in het verle
den: Van Alcmaerlaan, ver
noemd naar pastoor Meyndert
Aernoutszoon van Alcmaer,
die vanwege de Utrechtse rid
derlijke bisschop David van
Bourgondië de parochie van
Hoogmade met sacramenten
bediende en in 1471 stierf.
Zijn grafzerk ligt nog in de
Ned.Herv.kerk (ooit rooms) in
Hoogmade. In deze zerk is
nog steeds de traditionele
priesterkelk uitgebeiteld met
de woorden: „Bidt voor sijne
siele om gods wille". Daar
kon de raad, fioe gemengd
van overtuiging ook, niet om
heen. Een andere pastoor was
Matthias de Bruyn, van 1505
tot 1518 staande te Hoogmade.
Die kreeg ook z'n straatnaam,
hoewel sommigen liever een
meer „actuele" herder vastge
legd hadden gezien: Johannes
Fr.Lips, die van 1935 tot 1947
in Hoogmade zielzorgelijk
werkzaam was. Het werd toch
de De Bruynlaan.
Comrie
Uiteraard kwam in Woubrug
ge ook de reformatie aan haar
calvinistische trekken. In dit
geval wat straatnamen be
treft: de ongeëvenaarde Com-',
riekade. Aandenken aan de
voornaamste dominee in de
omgeving. Ommers, in de uit
1653 daterende dorpskerk (de
oudste originele prot.kerk van
het land der Zeven Verenigde
Provinciën) stond de befaam
de van Schotland geboortige
predikant en theoloog Alex-
Comrie 38 jaar. „Zelfs uit
Leiden kwam men naar zijn
preken luisteren". Zoals dat
ging en gaat kreeg hij vele
„beroepen" uit andere ge
meenten. Maar de nieuwe,
toen alweer wat oudere, reli
gie kende geen gewijde zen
dende bisschoppen; de verant
woordelijkheid lag bij de het
evangelie belijdende gemeen
ten, en ds.Comrie bleef, hoe
dan ook staande in de leer,
Woubrugge steeds trouw. Er
valt nog veel over Comrie te
lezen. Mede dankzij, het ook
niet van vreemden hebbende,
Hans van der Wereld in zijn
Straten Schrijven Historie.
Ik zou zo nog een hele tijd
door kunnen gaan. Het nog
vrij jonge bestand aan straat
namen in Woubrugge-Hoog-
made biedt een boeiende
bloemlezing. Artsen, mensen
uit de plaatselijke politiek,
ambachtsheren en leenman
nen met hun kervingen in de
Woubrugse geschiedschrij
ving, en natuurlijk de enige,
grootse, eigen geschiedgedre-
ven veldwachter (van 1884 tot
1920) Otto Cornelissen van
Hemessen was daar bij. Nie
mand beter dan hij wist alles
van het verdwenen Jacobs-
woude, van Esselijkerwoude,
kortom van Woubrugge. Hij
was een der eersten die een
straatnaam naar hem ver
noemd kreeg. Otto van He
messen is zonder meer de
Woubrugse dorpspatroon ge
worden. Wie meer wil weten
en lezen over „the way of
life" in Woubrugges straat-
naamgeving, schaffe zich via
de hooggeschatte C.Karmelk
een exemplaar van het boekje
aan. Prettige en leerzame lec
tuur voor inboorlingen en la
ter aangewaaiden, die alle
maal bij elkaar in twee gere
nommeerde Rijnlandse dor
pen wonen. In straten van het
geijkte Hollandse type, maar o
zo gezellig. Maar ook „echt
buiten": aan de Herenweg,
aan de Klaverwijdenweg
(Leidse notarissen), de Krab-
bescheer, en natuurlijk ook de
Dokter Lothlaan. In '48 kreeg
dokter Loth, van Paramaribo
afkomstig, z'n naam als laan.
Hij was destijds aanwezig bij
zijn verheffing als naamgever
en voelde zich gestreeld „door
de eer", die hem als „boven
matig" voorkwam, maar daar
naast ook was er „vreugde die
hem met diepen schroom ver
vulde". Zo heeft de gemeente
Woubrugge haar grote zonen
met hun eigen naam geëerd.
Wil er nog een vreemdeling
naar Ofwegen?. Dat kan.
Maar dan kijke men maar
eerst op de plattegrond, die op
de invalsweg staat opgesteld.
Dat gaat heel gemakkelijk,
sinds het tweelingdorp eigen,
Hoogmade:
de Voorofse-
polderkade
omstreeks
1962.
FOTO: AAD VAN
MIL
Ik vind het overigens lang
niet misseliik, dat Van der
Wereld helemaal uitgedok
terd heeft waar de Veldbies
vandaan komt: „De Veldbies;
Luzula, van het geslacht „van
overblijvende, kruidachtige
gewassen uit de familie van
de bloembies-achtigen, met 70
tot 80 soorten in de koude en
gematigde streken". Hij
noemt ze bijna allemaal nog
op ook; „met bladeren met
grasachtig aspect, behaard en
vaak aan de randen gewim-
perd". Het ritselt van de veld-
biezen en de gemeenteraad
vond dat aanleiding genoeg
om er een straat in Bateweg-
Noord naar te vernoemen. De
raad der gemeente waaide
met de winden uit nationaal
uiteenlopende richtingen mee
en de kruiden kregen ook in
Woubrugge hun kans. Mis
schien dat over jaren de in
zichten zich weer gewijzigd
hebben. Dan woont men mo
gelijk weer aan de Noord-
West-allee, de Weg der Zeven
Geesten, het Pad van Maria,
de Doorsluiper, de Zwarte
Hoek of de Dirkstraat, of het
Brouwer de Koninghof. Uit
eindelijk gaat 't allemaal om
het „doorbreken van het ge
wone patroon".
De Kerkstraat in Woubrugge rond 1912.
Aanblik van de Boskade In Hoogmade 1962).
SASSENHEIMSE ZUSSEN
IN HOGER BEROEP
SASSENHEIM „Ik
weet zeker dat ik nooit
geprofiteerd heb. Het eni
ge dat ik heb geprobeerd
is mijn hoofd boven water
te houden en daar word
ik voor gestraft". Dat stelt
de 28-jarige Sassenheimse
Liesbeth van der Voorn,
die vorige week dinsdag
tot vier maanden gevan
genisstraf, waarvan twee
voorwaardelijk, werd ver
oordeeld wegens steun-
fraude. Haar 32-jarige zus
Marian kreeg een maand
De twee zussen zijn inmiddels
in hoger beroep gegaan even
als hun respectievelijke vriend
en ex-echtgenoot die ook van
steunfraude werden beschul
digd. „Als ik als een God in
Frankrijk had geleefd dan was
,het tot daar aan toe. Maar dan
hadden ze ook niet verschil
lende keren gedreigd mijn gas,
water en electriciteit af te slui
ten", aldus Liesbeth. Liesbeth
en Marian van der Voorn zijn
beiden, gescheiden en wonen
in Sassenheim. Liesbeth zit
sinds 1982 in de bijstand, Mari
an sinds 1983. Sinds 1983 ont
ving de gemeente Sassenheim
tips uit de buurt dat de twee
zussen fraudeerden. Liesbeth:
„De brieven zijn vermoedelijk
van een persoon afkomstig.
Die woonde eerst bij Marian in
de buurt en later bij mij. Drie
brifven waren ondertekend
maar wij kregen de naam niet
te zien. We weten wel dat
sommige brieven waren on
dertekend door de actiegroep
„Wij pakken ze wel, de profi
teurs". We hebben nooit gewe
ten waarom die bewuste per
soon dergelijke brieven
schreef".
De officier van justitie achtte
vorige week dinsdag bewezen
dat de twee zussen in 1987 en
kele maanden met hun vriend
en ex-echtgenoot hadden sa
mengewoond terwijl ze opga
ven alleen te wonen. Hij ver
moedde echter dat vanaf 1983
al met de bijstand was gerom
meld. Liesbeth: „Mijn vriend
heeft hier wel een paar maan
den gewoond. Ik heb twee
kinderen thuis van drie en ze
ven jaar en had een zware ru
goperatie ondergaan. Ik heb
zelfs een periode in een rol
stoel gezeten. Ik had overdag
hulp maar 's nachts moet je
het maar zien te redden. En
dat terwijl ik niet in staat was
voor de kinderen te zorgen.
Dat was de reden dat hij die
tijd in huis is gekomen". Ook
bij Marian speelde een derge
lijke achtergrond een rol.
„Mijn ex-man kwam nog re
gelmatig over de vloer omdat
wij een zoon hebben. Boven
dien zijn wij als goede vrien
den uit elkaar gegaan. Toen ik
in 1986 een hele nare tijd had,
heeft hij hier vanaf oktober
een tijdje gezeten. Dat heb ik
niet opgegeven aan de sociale
crienst want daar heb ik niet
eens aan gedacht. Hij had zelf
een woning, ik betaalde mijn
eigen rekeningen en heb nooit
geld van hem aangenomen.
We vormden helemaal geen
economische eenheid", vertelt
ze.
De zussen hadden in 1984 al
eens de sociale dienst aan de
deur gehad maar in 1987 be
gon de sociaal rechercheur het
tweetal te volgen. Marian:
„Een buurvrouw meldde dat
er steeds een mati in een auto
zat die het huis in de gaten
hield. Via-via kwam ik er ach
ter dat het de sociaal-recher
cheur was. Ik ben toen zelf
naar de gemeente gestapt om
te vragen' wat er aan de hand
was. Ze hadden mij nog niets
verteld of gevraagd."
Op 1 januari 1988 kwam Mari
an thuis van een oudejaars-
feestje. Toen lag er een brief
van de sociale dienst in de bus
dat ze zich op 4 januari moest
melden. „Ik was zo over mijn
toeren dat ik midden in de
nacht nog naar de ambtenaar
van de sociale dienst ben ge
gaan om uitleg te vragen. Ik
weet niet meer wat ik daar
heb gedaan want ik was veel
te veel over mijn toeren.
Waarschijnlijk heb ik hem ge
beten, iets waar ik mij nu over
schaam. Liesbeth heeft er tus
sen gestaan. Ik heb hem beslist
niet zwaar mishandeld zoals
de officier van justitie deed
voorkomen. Ik was trouwens
net op 22 december uit het zie
kenhuis gekomen dus dan heb
je daar niet eens de kracht
voor".
Marian werd begin januari wel
twee nachten in het politiebu
reau van Sassenheim gevan
gen gezet. Later moest Lies
beth, die de bewuste brief pas
later kreeg omdat ze nog maar
net was verhuisd, daar ook
een nacht verblijven. Marian:
„Ik wilde naar huis. Ze wilden
een bekentenis en uiteindelijk
heb ik getekend wat ze wil
den". Van beide zussen werd
de uitkering ingetrokken. La-
kregen ze die met terug
werkende kracht terug. Mari
an had in de tussentijd een tij
delijke baan gevonden. Lies
beth: „Ik zou ook wel willen
werken want dan ben je van
die bijstand af. Ik ben daar
echter niet toe in staat en heb
nog een zoontje van drie jaar.
Je bent afhankelijk van de ge
meente".
Het tweetal heeft het gevoel
hun verhaal niet bij de politie
rechter te hebben kwijt ge
kund. Marian: „We gingen er
naar toe met het idee dat het
allemaal niet zo'n vaart zou lo
pen. Als je dan de geëiste straf
hoort, ben je helemaal lamge
slagen. We kregen ook niet de
kans maar iets van de achter
grond te vertellen. Ook ons
aanbod van een alternatieve
straf werd zonder meer afge
wezen. Je voelt je vernederd,
een derderangs burger". Lies
beth vult aan: „We hebben het
idee dat wij als een soort voor
beeld worden gesteld voor an
dere bijstandsvrouwen. Die
zullen hier flink van ge
schrokken zijn. Het is ook niet
helemaal duidelijk wat er nu
precies wel en niet mag. Je
krijgt niet de kans een nieuwe
normale relatie op te bouwen.
Na drie maanden proeftijd
moet je vriend direct de zorg
voor een heel gezin op zich ne
men, iets dat natuurlijk abnor
maal is. Als bijstandsmoeder
heb je geen rechten. Je wordt
alleen maar verder in de mod
der geduwd".
De twee Sassen heimsen voor
zien grote problemen als ze
straks in hoger beroep op
nieuw worden veroordeeld tot
gevangenisstraf. Vooral voor
hun kinderen denken ze dat
het moeilijk zal zijn. Liesbe
th: „Ik weet niet wat er dan
met miin kinderen gebeurt
Die hebben al genoeg klappen
gekregen. Mijn oudste dochter
kreeg in januari slaapproble
men en moeilijkheden op
school. Dat is nu over maar
dat begint dan natuurlijk weer
öpnieuw".