Een ongewenste
erfenis laat
ik niet achter"
■IDEN OMGEVING SaidóaQowuvnt WOENSDAG 20 JULI 1988 PAGINA 13
r PETERS VERLAAT STADSBOUWHUIS
ET EEN GERUST HART
van voorpagina)
„Je moet
een aantal jaren
eens kijken hoe
staat in de
Of het is
of toch
de knoppen ge-
Je zou, waar op
gebouwd is,
moeten vragen
e er wonen. Of
jlezierig is. En
de overburen
je dan eens vra-
>f het werkelijk
zo erg is. Als
altijd wordt
welke idioot
dat kunnen be-
dan mag ik er
tevreden over
Maar ik ver
dat de mensen
zullen
is toch
goed idee ge
est".
verlaat het
met een gerust
PvdA-wethouder met
ordening, openba-
verkeer en milieu
jn portefeuille heeft, tegen
verwachting in, toch nog
weien kunnen afmaken
zijn lijstje had staan:
van de Breestraat
bouwen op plekken
het zogenaamde inbrei-
vertrekt naar het
van volkshuisves-
ruimtelijke ordening en
moment waarop ik mijn
aankondigde was bui-
ongelukkig. Er
belangrijke dingen op
en ik liep weg op het
dat nog lang niet dui-
of er in de gemeen-
een meerderheid te
was voor die plannen.
ai i( het werd als een
elhei1 v^uc'lt uitgelegd. Juist
it eai P01 'k k'J mijn nieuwe
ïevtx ®ever bedongen dat ik tot
rkhe au8ustus de tijd zou krij-
Ik had ontzettend veel zin
die baan te beginnen,
w om die zaken zo ver
"JjT elijk af te ronden moesten
iik ine we* Seven- Het was na-
1 liiih het mooiste geweest
advertentie een half
later in de krant had ge-
maar daar heb je nu
■•naai geen invloed op. Het
een unieke kans die ik
laten liggen",
eigen verbazing ver
afhandeling van zowel
als het inbreiden
vlot. In het geval
de Breestraat was daar
nooit verwachte
van het CDA voor no-
is dat de besluitvor-
°°gi g werd afgerond.
n wi
wacl
„En zoiets geeft bevrediging",
kijkt Peters terug. „Al zul je
het als wethouder bijna nooit
meemaken dat je een plan lan
ceert, het door de raad krijgt
'en er later ook de effecten van
meemaakt. Dat duurt minstens
tien jaar. We hebben nu met
elkaar besloten dat we groen
gaan bebouwen, maar dat is
nog maar het begin. Ik denk
dat de moeilijkste fase nog
moet komen: het wijzigen van
de bestemmingsplannen, be
zwaarschriften enzovoorts. Die
huizen staan er nog lang niet
hoor. Dat is pas aan de orde als
mijn opvolgster Marietje van
der Molen op mijn stoel zit".
„Maar aan de andere kant
vind ik het niet zo'n probleem
dat ik die fase niet meer mee
maak. Niet omdat het ondank
baar werk zou zijn, maar om
dat het belangrijkste werk al
gedaan is: je hebt als wethou
der een bepaalde gedachten-
gang in gang gezet. Dat is vaak
heel wezenlijk, misschien zelfs
wel belangrijker dan dat je een
nota hebt geschreven of be
sluit hebt genomen. Van be
sluiten komt soms niets meer
terecht".
Vergelijkbaar met de gang van
zaken rond de Breestraat is de
aanpak van het Vrouwen-
kerkplein. Na ellenlange, vaak
oeverloze discussies, een stapel
nota's en tekeningen van vele
centimeters omvang is het Pe
ters gelukt de knoop door te
hakken: het plein wordt voor
de helft bebouwd. Dat het er
nu nog afzichtelijk uitziet, zal
Peters weinig deren. De basis
is gelegd.
Kaalslag
Zo tevreden als veel Leidena-
ren zullen zijn over de oplos
sing voor het Vrouwenkerk-
plein al is het maar omdat
er eindelijk iets wordt gedaan
aan de kaalslag zo woedend
waren velen op hem en colle
ga Dick Tesselaar tijdens de
inspraakavonden over de in-
breidingsplannen. Ook bij de
vergaderingen over de afslui
ting van de Breestraat waren
bewoners van omliggende wij
ken en de Witte Singel in gro
ten getale aanwezig. Laat Pe
ters daarom een ongewenste
erfenis achter?
„Dat geloof ik niet. Natuurlijk
zijn er altijd mensen die niet
blij zijn met bepaalde beslui
ten, maar vergeet niet dat je
altijd alleen maar de klagers
hoort. Wie tevreden is, die
zegt niks. Daardoor ontstaat
een vertekend beeld. Dat is
hetzelfde als je aan de politie
of rechter vraagt hoe het met
criminaliteit in Nederland is
gesteld: die zien alleen maar
de mensen die worden opge
pakt en veroordeeld. Die zien
in ieder mens een potentiële
misdadiger".
De politieke carrière van Pe
ters begon in 1974, toen hij
toetrad tot de gemeenteraad in
Leiden. Na een onderbreking
van 1976 tot 1978 toen hij
een jaar onderzoek deed en
onderwijs gaf in Ghana
keerde nij terug. Werd fractie
voorzitter en in 1982 wethou
der van onderwijs. Aan de wij
ze waarop dat gebeurde be
waart Peters geen al te pretti
ge herinneringen. Duidelijk
was dat hij wel graag wethou
der wilde worden, maar liever
niet van onderwijs. Voor die
functie was binnen de PvdA
bovendien een vrouwelijke
kandidaat naar voren gescho
ven, Henriëtte van Dongen.
Aan de discussies binnen de
partij over de noodzakelijke
keuze denkt Peters liever niet
terug. „Het was niet zo aange
naam. Meer wil ik er niet over
zeggen".
Het vertrek van Cees Waal
naar Deventer, waar hij bur
gemeester werd, deed Peters
op 1 mei 1984 op de post van
zijn voorkeur belanden:
ROVM. Meteen werd Van
Dongen zijn opvolgster op on
derwijs.
Als opvolger van Cees Waal
was er een zware taak voor
hem weggelegd. Waal had Lei
den geheel van bestemmings
plannen voorzien en kon over
voldoende geld beschikken om
verkrotte gebieden duchtig
aan te pakken. Peters kon het
in feite alleen maar slechter
doen toen de Interim Saldo
Regeling werd opgeheven.
Klus
Achteraf kan worden gecon
stateerd dat hij zich goed uit
die situatie heeft gered. De
stadsvernieuwing heeft zich
doorgezet en is inmiddels voor
een belangrijk deel afgerond.
Vernieuwing heeft dan ook
steeds meer plaatsgemaakt
voor beheer, al is daar nog
geen bevredigende constructie
voor gevonden. Peters lan
ceerde in 1985 het plan om be
woners te betrekken bij het
beheer van hun buurt. In drie
wijken werd een opzet ge
maakt. Inmiddels is het stil ge
worden rond de plannen. „Stil
misschien wel ja, maar achter
de schermen gebeurt er ge
noeg. Ik had mij voorgenomen
om na de zomer met een noti
tie over dit onderwerp te ko
men. Dat wordt een belangrij
ke taak voor Marietje van der
Molen. Want het staat vast dat
die plannen verder worden
ontwikkeld en uitgevoerd
gaan worden. Maar eerst moet
het ambtelijk apparaat worden
gereorganiseerd. Een giganti
sche klus. Maar het komt er.
Dat staat vast. Het point of no
return zijn we al gepasseerd".
Zo is Peters er ook van over
tuigd dat zijn idee om in Lei
den serieus de komst van een
pendelbus te overwegen geen
mooie droom is die nooit zal
worden verwezenlijkt. Een
oud plan dat hij nieuw leven
inblies na een werkbezoek aan
Oxford, begin dit jaar. Peters'
visie: aan de rand van de bin
nenstad moeten automobilis
ten hun voertuig parkeren,
waarna zij met een busje naar
het centrum kunnen worden
vervoerd.
„Hét centrum van Leiden
moet in de toekomst steeds
meer autovrij worden, dat kun
je met pendelbusjes stimule
ren. Laatst liep ik op een za
terdag door de Breestraat. Het
was helemaal vol. Mensen lie-
Peters: „De Churchilllaan en de Dr. Lelylaan raken eerder verstopt dan de Breestraat".
e:n op straat, de bussen reden
ngzaam. Dan denk je: verrek
zeg, ik kan me niet herinneren
dat het zo druk is geweest
hier. Er was geen braderie of
zo. Daarom moet je die straat
ook nooit meer open maken.
Het gaat goed nu, ik weet ze
ker dat de Breestraat er weer
bovenop komt. En over de ex
tra belasting van de Witte Sin
gel hoeven de mensen zich
geen zorgen te maken: ik ben
er van overtuigd dat de Chur
chilllaan en de Dr. Lelylaan
eerder verstopt zullen raken",
stelt Peters optimistisch.
Dat optimisme kenmerkt trou
wens veel van zijn uitspraken,
waarbij je de vraag kunt stel
len of dat altijd gerechtvaar
digd is. De wethouder praat
nogal laconiek over de ideale
plaats waar de vierde parkeer
garage in het centrum zou
moeten komen. „De Beesten
markt natuurlijk. Daar kun je
onder de grond een garage
maken en erboven een leuk
plein aan het water. Dan heb
ben we er meteen weer een
leuk uitgaanscentrum bij,
naast de kelders van de Hoog
straat".
Gehecht
Is dat niet ontzettend duur?
„Natuurlijk. Maar waarom
geef je per iaar vier miljoen
gulden uit net stadsvernieu
wingsfonds uit aan monumen
ten en zou je niet bereid zijn
een tot twee miljoen gulden te
investeren in een goede oplos
sing van het parkeerprobleem
op die plaats. Voor mij is dat
nauwelijks meer een vraag,
omdat het de kwaliteit van de
stad ten goede komt. Temeer
omdat je autoverkeer weer
verder kan weren, maar wel
bereikbaar blijft".
Zo heeft Peters ook een oplos-
Jit Peters timmert met een nieuwe functie bij het ministerie van VROM aan de weg. „Het was een unieke ka laten liggen
FOTO: FRED ROHDE
sing voor de bussen in de
Breestraat. „Het is heel goed
denkbaar dat je daar een soort
trolleybus laat rijden. Hij ge
bruikt zijn motor buiten de
stad, in het centrum rijdt hij
op elektriciteit. Aan het ont
werp van zo'n bus wordt al ge
werkt. Leiden kan dat zelf
nooit betalen, daarom denk ik
dat de regering daar fors aan
rJj! Afbouw moet kwaliteit hebben, vindt Peters. „En daar mag de gemeente best geld in stoppen'
FOTO'S: WIM VAN NOORT
moet bijdragen. Die wil ten
slotte het openbaar vervoer
promoten om het milieu min
der te belasten. Als mensen
naar die grote logge gele bus
sen kijken, die met geweldig
veel lawaai en stank door de
stad manoeuvreren, dan asso
ciëren ze dat niet als een mi
lieuvriendelijke wijze van ver
voer".
Het mag duidelijk zijn: Peters
legt zijn functie van wethou
der neer, maar hij voelt zich
nog altijd nauw betrokken bij
de toekomst van de stad. „Ik
ben hier in 1966 komen wonen
en ben steeds meer gehecht
geraakt aan Leiden. Ik woon
hier met veel plezier en zal ze
ker niet verhuizen. Toen ik
hier kwam, was Leiden een
oersaaie stad. Er was precies
één terras: bij de Vergulde
Turk aan de Steenstraat. Maar
kijk nu eèns om je heen: Lei
den is niet alleen meer interes
sant voor liefhebbers van
mooie monumenten en musea,
maar vooral ook voor mensen
die op een terras willen zitten.
Het bruist, kijk maar naar de
Hoogstraat. Dat komt ook door
de vele jongeren in de stad.
We hebben ons er een tijd
voor geschaamd een studen
tenstad te zijn, maar zonder
hun zou het nu toch veel saai
er zijn. Niet voor niets zeggen
collega's van vergelijkbare ste
den tegen me: wat is hier toch
veel te doen. Ook daarom blijf
ik hier wonen".
Spektakel
Om die aantrekkelijkheid te
behouden is het noodzakelijk
dat Leiden er voor waakt dat
nieuwbouw kwaliteit heeft, zo
is de overtuiging van Peters.
„Nieuwe huizen zijn de monu
menten van de toekomst.
Daarom is het een goede zaak
dat er geld uit het monumen
tenbudget of het stadsvernieu
wingsfonds wordt gebruikt om
mooie bouwplannen te kun
nen realiseren zonder dat de
huren daardoor te hoog
worden. Dat is een goede aan
pak. In het verleden zijn wel
veel gaten in de stad opgevuld,
maar het zag er niet uit. In
Den Haag gebeurt het ook al
op die manier".
Afgezien van de manier waar
op hij in 1982 wethouder van
onderwijs werd, bewaart Pe
ters eigenlijk alleen maar posi
tieve herinneringen aan zijn
politieke carrière in Leiden.
De laatste twee jaar daarvan
bracht hij door in het college
met VVD en Links Leiden.
„Van de VVD wist ik dat er
goede afspraken mee te maken
zijn, al is dat deze periode één
keer mis gegaan bij de discus
sie over de vierde parkeerga
rage in het centrum. Maar dat
de samenwerking met Links
Leiden mij zo goed zou beval
len had ik niet verwacht. De
la Mar is een prima collega en
een goede wethouder, maar je
mist hem wel in de raad. Daar
zorgde hij voor meer spektakel
dan nu de hele oppositie ver
mag. Dat spektakel heeft zich
niet verplaatst naar het colle
ge, wat ik eigenlijk wel had
vermoed, soms zelfs had ge
hoopt. Want spektakel kan bij
geschilpunten een positieve
werking hebben".
Peters noemt het „opvallend"
dat de VVD-wethouders zich
het laatste half jaar zo sterk
hebben geprofileerd en steeds
vaker een standpunt innamen
dat afweek van hun collega's
ter linker zijde. „Tegelijkertijd
had het CDA de neiging had
om wat zaken met ons te doen.
Ik neem aan om, zoals in het
geval van de Breestraat, hun
eigen doelen te bereiken. Maar
misschien was dat ook wel
slim met oog op toekomst, al
denk ik dat het nog te vroeg is
om daaruit te concluderen dat
zij klaar staan om de plaats
van de VVD in te nemen. Het
probleem is dat het CDA zich
in het verleden vaak een on
betrouwbare partner heeft ge
toond. Wel afspraken maken,
maar ze niet nakomen. Toen
het CDA in de kwestie van de
Breestraat met een compromis
op de proppen kwam, heb ik
tot het laatste toe getwijfeld:
blijven ze er aan vast houden
of kruipen ze er toch nog uit?
Uiteindelijk hielden ze zich
loyaal aan de afspraken. Toen
was mijn conclusie: ze zijn
blijkbaar toch wel betrouw
baar".
Klieren
Betrouwbaarheid is geen ei
genschap die politici vaak
wordt nagegeven. Ook Peters
niet. Hij zou toezeggingen aan
insprekers niet nakomen en
ook niet gevoelig zijn voor in
spraak. „O nee?", reageert hij
fel. „Ik kan zo een aantal
voorbeelden noemen van
voorstellen die we hebben te
ruggenomen vanwege het gro
te verzet onder de bevolking.
Denk maar aan het plan om
aan de Morssingel een par
keerterrein aan te leggen. We
kregen stapels brieven van be
woners. Nou, dan doe je het
niet. Al moet ik wel glimla
chen als ik nu de brieven zie
met het verzoek van diezelfde
bewoners of dat terrein er als
nog kan komen".
Lachen deed Peters niet toen
hij gedurende een bepaalde
periode werd bedreigd door
ontevreden burgers, die hem 's
nachts voortdurend uit zijn
bed belden. „Waal raadde me
aan een geheim telefoonnum
mer te nemen toen ik hem op
volgde. Ik heb dat bewust niet
gedaan. Er zijn wel eens klie
ren bij die je lastig vallen,
maar dat zijn absolute uitzon
deringen.. Als mensen geëmo
tioneerd zijn zeggen ze wel
eens heel vervelende dingen,
maar in de praktijk valt het
mee".
Peters zal half augustus dan
ook niet met een zucht van
verlichting plaatsnemen ach
ter zijn nieuwe bureau bij het
ministerie van VROM in Den
Haag omdat hij eindelijk is
verlost van zeurende burgers.
„Integendeel. Het is juist heel
wezenlijk dat mensen kritiek
kunnen leveren. Dat hoort er
bij. En wat de andere aspecten
betreft ik heb hier echt wel
een leuke tijd gehad. Mooiste
herinneringen heb ik niet
echt. De Breestraat en het in
breiden zijn geen toppers of zo
Ik denk dat ik meer plezie
heb beleefd aan de snelle aan
leg van de brug naar Crones-
teyn. Daar heb ik echt voor
zitten drammen. En misschien
nog aardiger was het bruggetje
bij de Andries Schotkade.
Nooit in het nieuws gekomen,
maar het kwam er toch heel
snel door bestuurlijke creativi
teit. 'Het goed doen in stilte',
zoals heer Bommel zou zeggen.
Dat zijn hele leuke momen
ten".
PIETER EVELEIN