De KLM-meiden moeten niet zeuren, die zijn verwend" „Mineraalwater drinken wordt pure noodzaak" Final# BARBECUE-EXPRESS NAAR DE COSTA DEL SOL CewiócSourtatit De vakantiemachines draaien op volle toeren. Volgepropte Boeings doorkruisen het luchtruim op zoek naar zonnige oorden in zuidelijke streken. Stewardessen, de visitekaartjes van de maatschappijen, sjouwen, zeulen en serveren tien kilometer boven de grond bij een snelheid van 800 kilometer per uur. De romantiek van de „serveersters in de lucht" blijkt zich te beperken tot een brede lach en het asfalt van de landingsbaan in exotische streken. Een impressie uit het gangpad: „Je moet wel met de beide benen op de grond blijven". En: „Bij sommige passagiers gaat mijn bloed koken". AMSTELVEEN - Schiphol 's morgens heel vroeg. Vlak voor dat de Boeing 737 opstijgt om naar de tweeduizend kilometer zuidelij ker gelegen Costa Del Sol te koer sen, klinkt een klassiek deuntje uit de speakers. Een vriendelijke vrou wenstem breekt de Mozart-serena- de abrupt af. De riemen moeten vast, met het roken is het afgelopen en zowel voor als achter is een toi let. De slaperige vakantiegasten ho ren de stem gelaten aan. Het is te vroeg voor vakantiegevoel, de nacht zet nog even door. De routine-demonstratie met luchtzak ken en zwemvesten wordt in een onbe grijpelijke pantomime opgevoerd. Drie stewardessen in zacht geel maken onmo gelijke arm- en handbewegingen. Het is niet te hopen dat er werkelijk iets ge beurt onderweg. Maar achter de wolken schijnt de zon en over drie uur zijn we alles vergeten. „Een prettige vlucht". Onlangs luidde het personeel van KLM en Martinair de noodklok. Met de enor me expansie van de luchtvaart en het overvolle zomerseizoen voor de deur zou er onder te grote druk gewerkt moeten worden. De vrouwen van Trans- avia, gespecialiseerd in „het vliegende vakantiegevoel" vinden de klaagzangen van KLM- en Martinair-collega's maar onzin. Carla Jelsma: „De meiden van de KLM zijn verwend, ze zeuren. Als je de lucht in gaat, dan weetje watje te wach ten staat. De dienstregelingen en dus de werktijden worden trouwens streng be waakt door de Rijksluchtvaartdienst". Ook Transavia-woordvoerster Danka Schilpp relativeert de problemen bij de collega-maatschappijen: „Bij ons moeten de meisjes veel harder werken, wat den ken die meiden wel". costa Toch is het werk van „serveerster in de lucht" geen peuleschilletje. Nog voor het neuswiel die morgen los komt van de grond, is de reis naar de zon voor de vier stewardessen al uren oud. Vlucht- schema's zijn doorgenomen, de catering is gecontroleerd, passagiersgegevens zijn doorgelicht. Op het moment dat de pas sagier een uitweg voor zijn benen zoekt in de vliegtuigstoel, zijn de voeten van de dames al zo ongeveer afgesleten. Na een klein halfuur in de lucht wordt het ontbijt geserveerd. Carla, Brigita, Jo- landa en Yvonne bestoken de passagiers van twee kanten met broodjes, bacon en koffie. Voor de liefhebbers is er thee met citroen. Kannen worden leeggegoten, plateaus balanceren in de lucht. Als het ontbijt achter de kiezen is, komt er leven in de felgekleurde hemden. Ver schillende mensen verlaten de veilige stoel voor een gangetje naar het toilet. Op het smalle gangpad botsen de passa giers steeds weer tegen elkaar op. Tussen het wringen en buik inhouden door, het okergeel van het uniform, de glimlach en de controlerende blikken. Na een uur vliegen hebben de vrouwen nog geen moment gezeten. Ze vliegen voor de wensen van de passagiers. Er wordt ge luisterd en begrijpend geglimlacht. „Na tuurlijk mevrouw, ik zal het voor u ha len meneer". Boven Bordeaux kan de chef de cabine (de eerste stewardess) Carla Jelsma zich eindelijk een moment terugtrekken: „Het is heel hard werken", bevestigt ze. „Zeker nu het seizoen is begonnen". Carla vliegt nu vier jaar voor de charter maatschappij en heeft nog geen moment spijt van haar keuze: „Natuurlijk wordt het vak door de buitenwereld geromanti seerd, maar de afwisseling trekt me aan". De werktijden zijn vermoeiend, de droge lucht in het vliegtuig maakt het werk er niet makkelijker op, maar het „vrij zijn als een vogeltje in de lucht" weegt tegen alles op. Een bijkomend specifiek voordeel van de charter is volgens Carla de vrolijk heid van de vakantiegasten. De negatie ve houding van lijndienstmaatschappij en zit haar duidelijk hoog. „Er wordt wel gezegd, ach jullie met je vakantiegan gers, maar dat slaat nergens op. Je hebt bijna altijd uitgelaten mensen terwijl de zakenlui vaak chagrijnig zijn". Maar ook zonaanbidders kunnen goed vervelend zijn: „Er zit volk bij dat het bloed onder je nagels vandaan haalt, heel lastige mensen". Uitstraling De interesse voor het beroep stewardess heeft ongekende vormen aangenomen. Bij de selecties die jaarlijks bij de vlieg maatschappijen worden georganiseerd, stromen zo'n vijfduizend jonge vrouwen in grote hallen samen in de hoop te mo gen toetreden tot het selecte gezelschap dat beroepshalve dagelijks het aardse ni veau ontstijgt. Slechts met de grootste moeite lukt het bij de „intakes" zo'n ze ventig vrouwen over te houden. Het hardnekkige imago van schoonheid, hoge hakken en lange, gelakte nagels dat het beroep achtervolgt, wil van geen wij ken weten. Vliegend Nederland is welis waar niet afkerig van een beetje mooi, maar op intelligentie wordt meer gelet. Menige stewardess heeft zelfs een uni versitaire studie achter de rug. Ook in ons vliegtuig is het academisch niveau gewaarborgd. De 24-jarige Brigita van de Velde stapte met de Franse bul in haar schoudertas en de onderwijsstok in de hand de luchtvaart in. Zij noemt boven de Pyreneeën de favoriete studierichtin gen boven de wolken: „De meeste meis jes hebben Frans gestudeerd, maar ik ken ook iemand die een jarenlange gods dienststudie achter de rug heeft en nu is opgestegen". Crisisstaf De positieve inschatting van het beroep ligt voor een niet onbelangrijk deel ver scholen in de eigenlijke taken van de „vliegende visitekaartjes". Alhoewel ze zich in de praktijk van alledag uit de naad sjouwen op een gangpad van am per twintig meter en maaltijden moeten uitserveren vanuit een keukentje waarin zelfs een kleuter zich al een reus waant („Daarom is het zo lekker dat we thuis allemaal een extra grote keuken heb ben"), zijn de stewardessen er eigenlijk voor de veiligheid van de passagiers. Bij calamiteiten in de lucht (motorpech, afgebroken vleugel, botsing, kaping en dergelijke) komt de eigenlijke kennis van de vrouwen pas om de hoek kijken. De aangeleerde EHBO moet uitkomst bie den en de steeds weer herhaalde „flight safety programma's" veranderen de ser veersters zo nodig in een koelbloedig en kordaat optredende crisisstaf: „Je bent er altijd mee bezig dat er iets kan gebeu ren", zegt Jolanda Bohle. „Je hebt ten slotte de verantwoording over alle passa giers, je spiedt steeds rond: zitten de gor dels overal vast, vliegt de krant niet in brand, wordt er niet stiekem gerookt bij het opstijgen". De vier stewardessen op deze vlucht is nog nooit een ramp overkomen („Klop af, afkloppen"). Als er een vliegtuigramp de kolommen van de media heeft ge haald, worden er geen kranten uitge deeld onderweg: „Je moet de mensen niet onnodig ongerust maken". Straatventers Voordat de vliegtuigwielen het glimmen de asfalt in Malaga raken, hebben de vier stewardessen als volleerde straat venters nog een poging gedaan de belas tingvrije spullen te slijten. De Hollan ders („Altijd te vinden voor een koop je") laten zich graag overtuigen. De landing (riemen vast, niet roken) voelt aan als een schuiver over een don zen dekbed. De passagiers zijn nu zicht baar opgewonden. De zon ligt na drie uur verwennerij aan de voet van de vliegtuigtrap. De eeuwige glimlach („An ders denken de mensen direct dat er iets mis is") begeleidt de toeristen naar dou ane, hotel en strand. Over twee of drie weken stappen ze weer bruingeroosterd in. De barbecue-express is geland. Voor de stewardessen is het nu allesbe halve lui achteroverleunen. De Spaanse schoonmaakdienst sjokt via de achterin gang het vliegtuig binnen om het inte rieur weer te laten blinken en de stewar dessen beginnen de voorbereidingen voor de terugtocht: catering, papieren, etcetera, etcetera. Nog geen uur later stormt een bruinge brande groep Hollanders op de Boeing af. Geroutineerd de glimlach, het klas sieke deuntje en de pantomime die nie mand begrijpt. Fasten seatbelts, niet meer roken, twee toiletten en de lucht in. Koffie en gelijk de warme hap. Een aardappeltje begeleidt een dotje spinazie en een gehaktballetje in een foliebakje. Dan weer koffie. Een doordrenkte pam per wordt afgevoerd. De zich generende ouders van een huilend kind worden ge rustgesteld. En wat er verder allemaal te sjouwen en te serveren is. „Gebruikt u suiker of citroen in de thee?". Speurend kijkt Yvonne naar vragende ogen in de roodgeblakerde gezichten. Iedereen lijkt voorzien. Eén momentje rust. Zenuwen Plotseling klinkt de stem van Jolanda door de speaker. De lucht is nogal turbu lent en iedereen de riemen vast graag en niet naar het toilet. De passagier die dat voor het eerst meemaakt, denkt meteen aan het einde der tijden. Hij wordt ge rustgesteld door Brigita: „Je moet het vergelijken met kleine golfjes op zee, een schip deint ook". Overal in het gangpad de vriendelijke glimlach. Terwijl menig passagier ondanks de golf jes, stijf van de zenuwen aan de stoel zit geklemd en een baby het op een schreeu wen zet, werken de stewardessen onver stoorbaar het schema af. Boven Frank rijk is het gevaar geweken. De Wolken winkel trekt weer langs de koopgrage toeristen. Daarna onafgebroken gesjouw met drank. Alles gaat goed en alles is rustig. Behalve de stewardessen. Als we rond twee uur in de middag weer op Schiphol landen, hebben de stewar dessen al negen uur onafgebroken werk lust in de lucht achtergelaten. De passa giers worden vriendelijk lachend naar de douane geleid. Het is koud en guur. Een woeste wind rukt aan de koffers en het laatste restje vakantiegevoel waait weg. De stewardessen missen net het perso- neelsbusje naar het eigen Transaviage- bouw. De beenspieren worden nogmaals op de proef gesteld. In de bemannings ruimte ploffen de vier dames vermoeid neer aan de lange tafel. De dag zit erop. Nog wat papierwerk, een beoordeling voor doctorandus Brigita die goed ge werkt heeft en een glaasje fris. Morgen is er weer een dag. 'En morgen wordt er weer gevlogen. Griekenland, Spanje, Londen. „Het enige dat we te zien krijgen is het asfalt van de landings baan, maar we komen tenminste nog eens ergens". PETER DE KNEGT De stewardessen van de maatschappij die is gespecialiseerd in het „vliegende vakantiegevoel": sjouwen, zeulen en serveren, maar toch altijd een brede glimlach. FOTO: PERS UNIE ZATERDAG 16 JULI 1988 Meer dan honderd soorten mineraalvater heeft de waterwinkel inmiddels in de aanbieding. FOTO: PERS UNIE Maaswater wordt al net zo snerig als Rijnwater. Omdat grote delen van Zuid-Holland voor hui drinkwater afhankelijk zijn van het water uit de Maas, heeft het provinciebestuur deze week alarm geslagen. Eerder al gebeurde dat in Leiden en omgeving, waar een te grote hoeveelheid van de giftige stof atrazin in het water bleek te zitten. In Noordwijk sloegen de winkeliers grote hoeveelheden bronwater in en de Noordwijkers lieten de kraan even voor wat hij was. Harm Holman van de waterwinkel in Doesburg denkt dat dergelijke situaties in de toekomst steeds vaker zullen voorkomen. Het grondwater wordt zo verontreinigd dat het drinken van bron- en mineraalwater een pure noodzaak wordt. Maar mineraalwater is ook lekker, meent hij, en het heeft een heilzame werking op het menselijke gestel. DOESBURG - Te dik? Een eior- me kater? „Drink dan mineraawa- ter", zegt Harm Holman. In zijn aan bekendheid winnende Water- winkel in Doesburg kan dat. Een watertje tegen migraine, tegen pro blemen met de stoelgang, egen overtollig gewicht en de gevolgen van overmatig drankgebruik. Zo'n drie jaar geleden kwam bij Ho'man het idee op om minraalwater op grote schaal in Nederland te introduceren. Een avontuur, want Nederlanders drinken maar weinig water en dan nog voorna melijk uit de kraan. Waardoor dat komt weet Holman niet, maar feit is dal bin nen onze landsgrenzen slechts tien liter mineraalwater per persoon per jaar ge consumeerd wordt tegen rond de zeven tig liter in andere Europese landen. Holman probeert daar dus verandering in te brengen en samen met Conni Klein zette hij de waterwinkel en waterbar „Watermerk" op poten. Meer dan hon derd merken mineraalwater behoren nu tot het assortiment. Van zoet tot zuur. Van dorstlessend tot heilzaam. Waterge bak staat ook op de lijst. Blauw gegla zuurd, met dolfijn gedecoreerd. Verder watersoesjes. Ontwikkeld in overleg met de plaatselijke banketbakker. En IJssel- lijk appelgebak. „Een kwinkslag richting de rivier vlakbij", legt Holman uit. Een pot nat „Sommige mensen denken dat al die mi neraalwaters één pot nat zijn. Maar dat is niet zo". Om te beginnen mag mine raalwater niet worden verward met bronwater. „Het wezenlijke onderscheid is dat mineraalwater minimaal tweehon derdvijftig milligram mineralen per liter moet bevatten. Mineralen als calcium, natrium, magnesium, sulfaat en kalium. Bronwater is alles wat minder bevat. Spa bijvoorbeeld. Dat bevat vrijwel geen mi neralen". Sinds jaar en dag geloven de inwoners van veel Europese landen in de heilzame werking van mineraalwater. Duitsland staat erom bekend, evenals Frankrijk, Joegoslavië en Italiè. De bevolking van deze landen dicht het water heilzame krachten toe. Krachten die inmiddels wetenschappelijk zijn aangetoond. Holman noemt enkele voorbeelden: „Hier in Doesburg moest een vrouw eni ge tijd geleden een zware operatie aan de baarmoeder ondergaan. Als gevolg daar van kreeg ze te maken met een slechte stoelgang. Alle laxeermiddelen heeft ze geprobeerd. Niets hielp. Tot ik haar aan raadde een sulfiethoudend mineraalwa ter op de nuchtere maag te gaan drinken. Het hielp". „Een kater? Geen probleem. Drink 's morgens een hele fles Rheinfels leeg en het gaat over. Dat water bevat veel zout. Dat heeft een mens nodig, wanneer hij veel gedronken heeft. Alcohol haalt veel zout uit het lichaam. Het helpt ook tegen migraine en koorts. Eigenlijk doe je dan hetzelfde als wanneer je een Alka- seltzer inneemt. Dat is ook zout. Water met veel zout is trouwens ook goed na overgeven of wanneer je aan de diarree bent". Van sterk natriumhoudend water moet je overigens niet te veel drinken, waar schuwt Holman. „Mensen eten al veel te veel zout. Zeer ongezond". Kalium heef. ook zijn specifieke eigen schappen. Waar natrium vocht vast houdt. daar haalt kalium het vocht uit de lichaamscellen. „Mineraalwater met veel kalium is dan ook zeer geschikt voor mensen, die willen afslanken. An derhalve liter per dag, en gegarandeerd dat je gewicht verliest. Het werkt als een plaspil". H artinfarct Opmerkelijk zijn de resultaten van een Canadees onderzoek bij mensen met een hartinfarct. „Zonder uitzondering bleken die een te laag magnesiumgehalte in de hartspier te hebben", zegt de eigenaar van de waterwinkel. „Aangetoond is dat magnesiumhoudend water een goed middel is tegen hedendaagse ziekten als hartinfarcten en bloedvatvernauwin gen". „Water gaat het ook in Nederland ma ken", beweert Holman. „Is het niet om dat de mensen het lekker vinden of er heilzame effecten van verwachten, dan is het wel uit pure noodzaak. Er zijn hier mensen geweest, die in geen vijf jaar kraanwater gedronken hebben. Die kwa men uit de Randstad. Ze vertrouwen het water niet meer door al die gifschanda len". Het grootste gevaar voor het kraanwater schuilt volgens Holman echter niet in incidentele giframpen, maar in de gewo ne dagelijkse vervuiling van oppervlak- te- en grondwater. Holman: „Nitraat. Dat is een tijdbom! In Nederland mag er maximaal 50 milligram nitraat in een li ter kraanwater zitten. Hier in Doesburg schommelt het tussen de veertig en vijf tig milligram. En dan te bedenken dat de EG-richtwaarde vijfentwintig milligram is". Mineraalwater mag niet in contact staan met grondwater. Anders verdient het dat predikaat niet. Naast de eerder genoem de eis van minimaal tweehonderdvijftig milligram vaste stof per liter, zijn er nog een aantal voorwaarden. Het moet bij de bron gebotteld en dagelijks gecontroleerd worden. Het mag bovendien geen be handeling ondergaan. „Bronnen van mineraalwater komen al leen voor op vulkanische breukvlakken. Het water bevindt zich meestal op een diepte van twee- tot vierhonderd meter. Door contact met vloeibaar lava ont staat er koolzuur. Veertig procent van de merken bevat natuurlijk koolzuur. Maar je hebt ook „plat water", zonder kool zuur. De waterwinkel heeft inmiddels veel aanloop. Bezoekers, die zich een watercocktail laten voorschotelen en ook mensen die beroepsmatig poolshoogte komen nemen. Holman is al distributeur voor veel reformwinkels, maar hij heeft nog veel grote plannen. Meer waterwin kels in andere Nederlandse steden staan gepland. Binnenkort komt een waffer- boek uit dat hij heeft geschreven. Hij wil de horeca gaan adviseren en toeleveren en ziet ook een grote markt in zieken huiswinkels en wachtkamers. Holman schenkt een van zijn watercock tails in. „Lekkerder dan frisdrank. En geen suiker". Een bodempje uit Frank rijk geïmporteerde lemoen-siroop met mineraalwater van het merk Pellegrino. Bij de vraag of zo'n cocktail eigenlijk niet een veredelde ranja is, kijkt Conni Klein verstoord op. Om dan toch toe te geven. „Ja, eigenlijk kun je dat wel zeg gen". Dat doet trouwens niets af aan de smaak van de cocktail. „Lekker?", vraagt Holman. Bij het antwoord ver schijnt op zijn gezicht een slinks lachje: „En het is nog laxerend ook". JAN SMITS

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1988 | | pagina 24